Negentien: Alle zonlingen, verzamelen

'Heb je alles?' vroeg zijn moeder toen Romez met een grote tas de trap af kwam zetten.

'Ja,' antwoordde Romez en liep naar de deur toe.

'Stuur je een berichtje als je aangekomen bent?' vroeg ze daarna.

'Ja, komt goed,' zei Romez met een zucht en was blij het huis te kunnen verlaten. Het grootste deel van de vakantie had hij met zijn vader en vrienden door kunnen brengen, maar al zijn spullen lagen bij zijn moeder, dus daar kwam hij altijd terug... Daarnaast had hij een groot deel van de vakantie zich afgevraagd wat er van Helena was geworden. Niemand wist of ze van school was gegaan of niet en of Diana gepakt was voor haar vandalisme. Het enige wat Romez wist, was dat zijn Engels cijfer hoger was dan eerst, dus haar belofte was ze nagekomen.

Zijn moeder stond bij de deuropening terwijl Romez zijn tas bij Kersenroos, die hem op was komen halen voor het idee, in de achterbak gooide. Daarnaast kon hij naast haar in de bijrijdersstoel gaan zitten en naar zijn moeder zwaaien.

'Klaar om weer terug te gaan naar de Noordpool?' vroeg zijn chauffeur. Romez knikte en de auto vertrok met een ronkende motor. Hij wist niet wat hij verwachtte, maar dat er twee mensen daarna emmers blauw zand over de auto zouden gooien, had hij nooit kunnen voorspellen. Hij lachte terwijl het glitterende zand over de voorruit gleed en ze naar Kamp Zomer teleporteerden.

'Zo, daar zijn we weer,' zei Kersenroos die haar gordel los maakte. Ze pakte een tas van de achterbank en opende daarna haar portier. Romez stapte ook uit en haalde zijn tas weer uit de kofferbak.

'Weet je nog waar je strandhuis is?' vroeg Kersenroos die de auto op slot zette en Romez merkte dat er meer auto's stonden aan deze kant van het strand.

'Nee,' antwoordde hij sarcastisch terwijl hij de andere auto's bekeek. Het waren hele normale voertuigen die niemand zou opmerken. 'Ik ben hier ook echt niet vaak in het weekend verschenen of zo.'

'Fijn,' zei de blonde zonling lachend. 'Ik heb nog wat meer tieners op te halen, dus ik zie je later.' Romez schudde lachend zijn hoofd en zei Kersenroos gedag.

Romez had nooit kunnen bedenken dat het als zo'n grote opluchting zou voelen om met zijn schoenen in het zand te staan. De wind verkoelde zijn gezicht en de zon verwarmde zijn lichaam. Al zijn zorgen waren zonder veel moeite weggespoeld, zoals altijd op dit strand leek te gebeuren. De zorgen waren grotendeels van school, Helena had zich niet meer laten zien na het incident, betekenend dat ze waarschijnlijk van school was gegaan. Daarnaast leek Diana Romez niet meer met rust te willen laten en zocht hem steeds, op de momenten dat hij het niet nodig had, op. En Thijmen was sinds het feest Romez' grootste zorg geweest samen met Rens, het zat hem nog steeds dwars. Maar op dit moment dacht hij alleen aan het strand, de helder blauwe lucht en het grote huisje waarin hij zou verblijven. Met dat in het vooruitzicht liep hij in grote passen het kamp door.

Op het strand moest hij moeite doen niet over mensen hun handdoeken te struikelen of om niet geraakt te worden door een strandbal of een vlieger die een duikvlucht naar beneden maakten. Eenmaal tussen de huisjes waar het wat minder zanderig was, werd hij hier en daar door bekenden begroet. Romez groette vrolijk terug en merkte dat er een glimlach op zijn lippen stond ook al had hij zoals gewoonlijk slecht geslapen. Het slapen ging iets beter, moest hij toegeven, maar nog niet zo goed dat hij vol met energie zat. In de verte zag Romez het met golven beschilderde huisje en hij zette de pas erin zodat hij eindelijk verlost zou kunnen worden van zijn zware tas. Toen hij de deur met een grote zwaai open deed keek een jongen op een bed hem verbaasd aan. Romez keek verbaasd terug.

'Euhm, hoi,' zei hij en liet zijn tas naast zich op de grond vallen. 'Illias?' De jongen knikte en bekeek Romez een beetje twijfelend.

'Romez?' vroeg hij terug en Romez knikte.

'Aangenaam,' zei Romez en pakte zijn tas weer op om die op zijn bed neer te leggen. Hij pakte alles langzaam uit en merkte dat de jongen of heel stil was of gewoon niet wist wat te zeggen. 'Waar kom je eigenlijk vandaan?' vroeg Romez uiteindelijk toen hij zijn onderbroeken een plekje in de laatjes van zijn nachtkasje gaf. Het was even stil, dat aangaf dat de jongen de vraag niet had verwacht.

'Somalië,' antwoordde Illias. 'Jij?'

'Nederland,' antwoordde Romez en vond dat hij alles wel goed op geborgen had. Hij ging op zijn bed zitten en keek Illias aan. De jongen fronste en leek na te denken. Na enige stilte boog de Somaliër zich na voren en trok aan de lade die onder zijn bed zat. Na wat gerommel haalde hij een atlas tevoorschijn en bladerede erdoorheen. Romez lachte bij het gezicht ervan en was blij dat hij op de basisschool alle landen van de wereld in zijn geheugen had gegraveerd.

'Gevonden?' vroeg Romez toen Illias' frons langzaam van zijn hoofd verdween. Hij knikte.

'Is het niet hartstikke koud bij jullie?' vroeg hij en Romez lachte.

'Valt wel mee, rond deze periode is het best warm,' antwoordde hij. 'Mag ik vragen hoe oud bent?' Romez schatte hem jonger dan hij, maar niks was zeker.

'Dertien,' antwoordde Illias. 'En jij?'

'Zestien en over negentien dagen zeventien,' zei Romez daarop en bedacht zich dat Thijmen hem nog had geappt voor wat hij voor zijn verjaardag zou willen hebben.

'Welke dag is dat?' vroeg Illias nieuwsgierig.

'Zes augustus,' antwoordde Romez. 'Nu verwacht ik wel een cadeautje van je.' De Somaliër lachte en Romez meende een nieuwe vriend te hebben gemaakt. De rest van de ochtend bracht hij ook met Illias door die heb verhalen vertelde over erge droogte tot verhalen over zijn zusjes die een nieuw spel uit hadden gevonden wat hij Romez graag wilde leren. Als het niet aan Amelia had gelegen, waren ze nu met het spel begonnen. Want ze stormde het huisje binnen en kreeg twee vragende blikken naar haar toegeworpen.

'Niet meer gehoord van kloppen?' vroeg Romez die net van zijn bed opgestaan was.

'Jawel, maar,' zei Amelia en stopte in haar zin op hoi te zeggen tegen Illias.

'Maar?' vroeg Romez.

'Maar Zeemeeuw zoekt je,' zei ze.

'Doet ie dat niet altijd al?' Amelia schudde lachend haar hoofd.

'Eigenlijk zoekt Nataya je, maar die heeft Zeemeeuw eropuit gestuurd om jou te zoeken die weer Zonnebloem eropuit stuurde die iemand moest ophalen dus mij eropuit stuurde,' zei ze snel achter elkaar en Romez keek onder de indruk.

'Dat was me een zin,' zei hij. 'Maar ik moet dus mee?'

'Inderdaad,' antwoordde Amelia daarop. 'Dus kom je?'

'Vooruit,' zuchtte Romez en verontschuldigde zich tegenover Illias. 'De volgende keer gaan we dat spel spelen, oké?' Illias knikte.

'Daar houd ik je aan,' zei hij en Romez kon het huisje zonder problemen verlaten.

'Aardige jongen, niet?' zei Amelia toen ze tussen de vele andere strandhuisjes doorliepen.

'Zeker,' zei Romez. 'Maar het duurde even totdat hij loskwam.'

'Heeft niet iedereen dat met nieuwe mensen?' zei Amelia daarop en zette een rechte koers naar Eb toe.

'Waarom gaan we niet naar Helder?' vroeg Romez die doorkreeg dat ze niet naar de normale verzamelplaats gingen.

'Omdat daar geen plek was,' antwoordde Amelia. 'Persoonlijk vind ik Eb ook een veel fijnere plek voor overleggen.'

'Daar heb je helemaal gelijk in,' zei hij en zag dat Zeemeeuw op de veranda tegen een paal aangeleund stond.

'Het duurde even,' zei hij en ging weer recht staan.

'Had je Zonnebloem maar niet moeten sturen,' zei Amelia zonder enige vijandigheid in haar stem. 'Hij heeft het te druk voor dit soort dingen.' Zeemeeuw keek bijna verveeld weg en draaide zich naar de deur van Eb om. Gedrieën gingen ze naar binnen en Romez zag al snel Jezie en Nataya op de bank zitten. Daarnaast zat Aya op de grond met een vliegtuig te spelen terwijl er een man naast haar een boek zat te lezen. Romez herkende de man vaag, maar het duurde even voor hij zich herinnerde dat het Rozenblad moest zijn. Rozenblad sloeg een bladzijde om waardoor een bruine pluk voor zijn grijze ogen viel. Een andere bank zaten twee onbekenden waarvan de ene de andere het haar vlocht.

'Zullen we een voorstel ronde doen?' vroeg Zeemeeuw toen iedereen binnen was. 'De meeste kennen elkaar, maar je wet het nooit zeker.' Rozenblad stopte een boekenlegger tussen zijn bladzijden en keek op.

'Misschien wel slim,' zei hij en keek Zeemeeuw daarna aan. 'Wie begint?'

'Ik begin wel,' zei Nataya en stond op. 'Ik ben Nataya en kom uit Araouane, een klein dorp in Mali. Aya is mijn dochter en we verblijven hier wegens de verdwijning van Zomer, mijn oma.' Romez trok zijn wenkbrauwen op, dat was nog eens een interessant feitje. Nataya ging weer zitten en er werd een beetje in oogcontact gestreden over wie zich als volgende voor zou gaan stellen. Rozenblad stond op.

'De meeste kennen mij al, maar ik ben Rozenblad,' zei hij. 'Ik heb ooit iets bereikt in de medische wereld, dus als je een letsel oploopt, moet je naar mij toekomen.' Na dat gezegd te hebben besloot hij een bank als zitplek te nemen in plaats van de grond. Jezie was de volgende.

'Ik ben Jezie, half Koreaans en woon in Canada,' zei ze en had daarmee genoeg gezegd.

'Ik ben Amelia en kom uit Nederland,' zei Amelia daarna, Romez zag daarmee een kans om zich zelf voor te stellen.

'Ik ben Romez en kom net als Amelia uit Nederland,' zei hij niet wetend of het genoeg informatie was. 'Ik ben hier sinds afgelopen lente.'

'Ik ben Tamanna en kom uit New Delhi, India,' zei het meisje dat aan het vlechten was. 'En ben de beste met haren vlechten.' Dat laatste zei ze met een knipoog.

'Ik ben Vera,' zei de ander met een lage stem voor een meisje. Terwijl ze dat zei keek ze weg, alsof ze zich schaamde voor haar eigen stem. 'Ik kom uit Borisov, Wit-Rusland...' Ze tikte met haar vingers tegen elkaar alsof ze nog iets wilde zeggen.

'Moet ik het zeggen?' vroeg Tamanna haar met veel liefde aan, Vera knikte twijfelend. Tamanna haalde even diep adem en keek iedereen om de beurt aan. 'Waag het niet haar hem te noemen, anders krijg je met mij te maken.' Vera glimlachte verlegen en zat aan een plukje haar te friemelen. Romez fronste even, maar snapte toen dat Vera een transvrouw was.

'Ik wil graag met 'zij' aangesproken worden,' zei Vera zacht en Romez merkte dat hij knikte.

'Dan ik als laatste,' zei Zeemeeuw zodat de aandacht van Vera af ging. 'Ik ben Zeemeeuw en degene die jullie nu gaat vertellen waarom ik jullie bijeen heb gebracht.'

-----------------------
Hallo mijn leve mensjes ean andere organismen :3
Dit hoofdstuk is een beetje geëscaleerd, de rest is weer rond de 1,4k xD
Het volgende hoofdstuk escaleert al helemaal, maar niet in woorden (dacht ik)

Fijne kut warme dagen!
Ik hoop dat het morgen wat langer regent dan 30 seconden >.<"

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top