Eenendertig: De jaloezie van bomen

Romez voelde zich raar met alle nieuwe informatie die een plek in zijn hoofd moest zien te vinden. Het voelde zo raar dat hij het gevoel kreeg dat zijn hoofdpijn deze keer niet van het slaap te kort kwam, maar van het geheim dat Zomer aan het licht had gebracht. Herfst was niet wie Romez dacht wie ze wacht en hij had nu het rare idee dat Diana inderdaad een reden had gehad om haar zo te bedreigen. Niet dat het de beste manier was om zo iets aan te pakken, maar Romez had nu plots meer inzicht in het verhaal. Amelia's vermoedde dat Helena met de vriend van Diana had geslapen leek plots zo gek niet meer. Romez zuchtte en liep weer naar de enorme boom toe. Van Frigi zag hij niks meer en hij vroeg zich af waar de gast uit het ijs uithing. Heel ver kon hij niet zijn... Toch? Romez zuchtte weer en wreef met zijn hand over zijn voorhoofd terwijl hij de trap op liep naar de gang waar zijn aangewezen kamer was. Hij wist dat hij Zeemeeuw moest gaan zoeken om hem over Zomer te vertellen, maar wist niet in welke kamer de zonling verbleef. En Romez was niet voor om iemand anders per ongeluk wakker te maken, dus ging hij maar zijn eigen kamer. Met een plof wilde hij zijn bed in springen, maar zag een klein blauw briefje op zijn bed liggen. Romez fronste en pakte het op.

'Als je niet in slaap komt, kan je altijd schaapjes gaan tellen,' zei het in een schuin, duidelijk en snel geschreven handschrift. Romez lachte hoofdschuddend terwijl hij Frigi's naam eronder zag staan.

Als het zo makkelijk was, dacht Romez hoofdschuddend. Dan was je nu tot genie uitgeroepen, Frigi. Hij legde het briefje op zijn nachtkastje en stapte zijn bed in. Zijn oogleden waren gesloten, maar in slaap viel hij niet. Hij bleef in een soort half wakkere toestand waarin de tijd wel snel ging, maar zijn lichaam niet de rust kreeg die het nodig had. Daarom voelde hij zich zwak en misselijk toen hij zijn ogen weer opende. Met weinig energie verplaatste hij zich naar de badkamer waar hij naar de wc ging en douchte. Het water stroomde warm over zijn lichaam heen en hij zuchtte. Zomer moest bevrijd worden en snel. Ze zag er namelijk alles behalve goed uit, zeker het moment toen Romez nog een keer naar achteren had gekeken toen hij de gevangenis verliet... Hij beet op zijn lip en liet zichzelf naar beneden zakken. Tranen stroomden over zijn wangen van vermoeidheid en hij merkte dat hij weer zijn bed in wilde. Maar diep van binnen wist hij dat hij Zeemeeuw moest vinden en zijn bevinding moest vertellen. Heel het seizoen hing er vanaf. Met heel veel moeite wist hij weer op te staan en zichzelf onder de douche uit te krijgen. Hij droogde zich af en kleedde zich aan. Hij verliet de kamer, maar botste al snel tegen iemand op.

'Herfst wil je spreken,' zei Galey, tenminste Romez ging ervan uit dat het vandaag Galey was doordat de kledingstijl verschilde van de vorige keer.

'Als in nu?' vroeg Romez en beet op zijn lip terwijl zijn wallen plagend onder zijn ogen prikte. 'Heb ik iets verkeerd gedaan?'

'Heb je dat?' vroeg Galey terug en hun ogen stonden vragend. Romez schudde zijn hoofd.

'Niet dat ik weet,' zei hij. 'Maar waarom wil Herfst mij spreken?'

'Het heeft iets te maken met Frigi als ik het goed opgevangen heb,' antwoordde Galey hem. 'Ze wil dingen tot hun recht brengen.' Romez knikte en hoopte dat dat ook het enige was waarom Herfst met hem wilde praten. Hij had geen zin om Herfst nu al te confronteren met het feit dat Zomer gevangen in haar territorium zat. Want met zo iets ingewikkelds moest er eerst een plan zijn en dat was er nog niet.

'Oké,' zei Romez. 'Weer dezelfde plek als de vorige keer?' Galey schudde het hoofd.

'Nee,' zei die. 'Het is een andere plek deze keer, dus je mag mij volgen.'

Romez volgde hen zonder enige tegenspraak door de boom en ze liepen over het balkon naar enorme deuren die in het hout afbeeldingen van bomen had gekerfd. De bladeren waren in de herfstkleuren beschilderd en hadden hier en daar gouden stippen. Zonder iets te hoeven doen gingen de deuren voor hen open en ze stapten naar binnen. Galey wees naar het figuur aan de andere kant van de ruimte.

'Vanaf hier mag je het weer alleen gaan,' zei die met een glimlach en Romez glimlachte terug. Daarna liep hij naar het in rood gehulde figuur toe. Dichterbij zag Romez dat Helena een enorm lange jurk aan had met een mantel die over een groot deel van de houten vloer lag.

'Romez,' zei ze zonder om te kijken. 'Bid mee.' Romez fronste, maar ging toen naast haar staan en knielde neer voor een altaar. Het was een beeld van een vrouw met een rustige uitdrukking op haar gezicht.

'Ken je Jaar?' vroeg Herfst na enige stilte, maar haar ogen bleven gesloten en haar neus bleef naar haar ineengeslagen handen gericht.

'Ik heb ervan gehoord,' antwoordde Romez die zich vaag nog de mythe herinnerde die Zeemeeuw hem in een iets te vroege morgen had verteld.

'Ze is het begin van alles,' zei Herfst. 'Ze is de kracht van alles... Maar ook de verwoesting.' Romez bleef stil en keek naar het beeldje voor hem. 'Maar alles wat ze doet heeft een reden,' ging Herfst verder. 'Ze bracht Frigi ons voor een reden...' Nu keek ze op en haar kastanjebruine ogen boorde zich in de helderblauwe, maar vermoeide ogen van Romez. Romez slikte met moeite, hij was eerlijk gezegd niet in de stemming om met haar te praten. 'Jij heb Frigi bevrijd voor een reden, een reden die Jaar weet,' zei ze.

'Dus...' zei Romez voorzichtig, zich steeds ongemakkelijker begon te voelen onder Helena's blik. 'Je bent niet boos over het feit dat ik zijn bevrijder ben?' Herfst schudde haar hoofd en haar kastanjebruine lokken vielen van haar schouder.

'Nee,' zei ze. 'Ik geloof namelijk dat Frigi geen onheil brengt.' Romez kon zich er eindelijk tot zeggen om het oogcontact te verbreken en voelde zich nog vermoeider dan hij al was. Hij ademde diep in en uit.

'Hoezo?' was het enige wat hij wist te vragen en Helena glimlachte.

'Heb je hem gezien?' vroeg ze, Romez knikte. 'Voelde je zijn kalmte dan niet? Zijn doorzettingsvermogen? Zijn inzicht?' Romez begon langzaam het gevoel te krijgen dat Herfst gek begon te worden hoe meer ze haar fascinatie voor Frigi uitte.

'Maar...' begon hij, 'is hij dan niet gevaarlijk?' Herfsts ogen gingen naar Jaars beeldje.

'Is niet iedereen met zo veel macht gevaarlijk?' zei ze. 'Winter en Zomer zijn ook gevaarlijk.'

'Jij en Lente dan niet?' vroeg Romez zonder dat hij er erg in had en vervloekte zichzelf voor zijn slechte slapen dat hij daardoor veel minder over zijn woorden nadacht.

'Zeker wel,' zei Herfst alsof het een uiterst normale vraag was. 'Maar Zomer en Winter hebben zo veel meer macht... Zij hebben nog de oude kracht van Jaar, Lente en ik hebben maar een deel.' Romez hield zich in niet de vraag te stellen die op zijn tong had en beet daarom op de binnenkant van zijn wang.

'Waarom heb je mij hier geroepen?' vroeg hij en veranderde het onderwerp.

'Waarom denk je?' vroeg ze terug en Romez haalde zijn schouders op. 'Je speelt het slim,' zei ze daarop. 'Maar ik wil het over Frigi hebben.' Ze liet een stilte vallen alsof ze verwachtte dat hij iets zou zeggen, maar Romez was bang om weer een verkeerde vraag te stellen en bleef stil.

'Ik zag je gisteravond met hem,' zei Herfst en Romez voelde zijn hart stoppen. 'Je lijkt op goede termen met hem te zijn.'

'Nou, ja... op zich...' zei Romez en begon nu zelfs met zijn uitgeputte lichaam met alle macht op zijn woorden te letten.

'Je hoeft niks voor me te verbergen,' zei Herfst, 'maar ik zeg je nu al dat ik hem van je weg ga nemen.' Romez trok zijn wenkbrauwen op. Hij had werkelijk geen idee waar ze heen ging en kreeg het gevoel dat ze iets anders had gezien dan er gebeurd was. Helena lachte.

'Mijn charmes zullen ook bij hem zijn werk doen, zul je zien,' zei ze en Romez werd nog verwarde dan hij was.

'Dat is niet... Ik...' Hij wilde bijna zeggen dat zijn hart aan Thijmen toebehoorde, maar kreeg die woorden niet over zijn lippen door het gewicht dat ze droegen.

'Je hoeft je er niet voor te schamen,' zei Herfst. 'Maar ik zou wel willen weten of hij een goede kusser is.'

'Wat?!'

------------------
Als je net als Romez denk "wat?" dan klopt dat... Ik weet eerlijk gezegd iet meer wat ik wilde zeggen tho... Dit is wat studeren met me doet 😭😭😭

Ben btw eindelijk rijlessen gaan volgen, als in vorige keer dat ik dit beweerde ging het niet door lol

Ik ben nu dus officeel een gevaar op de weg (in hoeverre ik dat nog niet was natuurlijk xD)

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top