Dertig: Gevangen warmte
Romez volgde Frigi zonder klagen en wist niet waarom hij zoveel vertrouwen had in iemand die als gevaarlijk werd beschouwd. Maar aan de andere kant had Frigi nog niks gedaan om zijn vertrouwen te breken. Nog niet. Zelfs met zijn vermoeide hoofd wist hij dat het niet kwaad kon om voorzichtig te zijn.
'Hier heen,' zei Frigi en wees naar een ingang tussen twee bomen.
'Wat is daar?' vroeg Romez en keek sceptisch naar de bosachtige scène voor hem.
'Antwoorden,' zei hij daarop. 'Niet de dood als je dat verwachtte...' Romez keek hem voor een moment aan en keek met een glimlach weg.
'Ga je mee?' vroeg hij, Frigi knikte.
'In hoeverre dat kan,' zei hij. 'Het laatste stukje moet je zelf doen.'
'Oké,' zei Romez en hield zijn armen voor zich zodat hij niet verast kon worden door alles wat er tussen de twee bomen hing. Romez merkte daarnaast ook dat zelfs nu hij er voor stond en de planten aanraakte en weghaalde, hij de opening nog steeds niet zag. Alsof het zijn ogen steeds ontging dat het inderdaad een doorgang was waar hij in kon. Frigi legde geruststellend zijn hand op zijn schouder waardoor Romez de laatste stappen in de doorgang zette. Maar de aanraking deed hem meer pijn dan hij dacht terwijl een herinnering van vorig schooljaar door zijn hoofd scheerde. Waarom was het zo gelopen als het gelopen was? Romez' gedachten kwamen bijna weer in een eeuwige spiraal van spijt terecht als Frigi de volgende worden niet gezegd had.
'Kan ik je helpen vergeten?' was de vraag en Romez voelde zijn hart kloppen in zijn keel. Het was stil, muisstil en donker. In de hoop dat er lichten waren, stuurde Romez zijn energie naar buiten waardoor langzaam de gang waar ze in stonden verlicht werd. Nu kon hij Frigi's gezicht zien, maar het was niet te lezen en Romez schudde zijn hoofd.
'Ik wil hem niet vergeten,' zei hij en draaide zich om naar het andere eind van de gang. 'Waar moeten we heen?'
'Doorlopen tot het einde, trap af en dan zijn we er bijna,' antwoorde Frigi en leek zich niet te bekommeren over het antwoord dat Romez gegeven had. Romez knikte en begon met lopen, Frigi liep in stilte naast hem. Ze bereikten uiteindelijk het einde van de trap en Romez fronste. Aan zijn rechter kant zaten allemaal tralies, maar zijn frons werd dieper toen hij een skelet aan kettingen in de ruimte erachter zag liggen.
'Is dit wat ik denk dat het is,' zei hij terwijl hij naar het skelet bleef staren.
'Ja,' zei Frigi, 'loop verder...' Romez keek hem aan.
'Ga je mee?' vroeg hij wetend dat hij had gezegd dat hij het laatste stuk alleen zou moeten doen. Even leek hij de optie te overwegen, maar knikte uiteindelijk.
'Aan het eind van de reeks,' zei hij, maar lichtte het niet toe, zeker niet toen er een zacht hallo te horen was.
'Is daar iemand?' werd er daarna gevraagd en Romez liep zelfverzekerd door. Bij de laatste cel stopte hij, want er lag deze keer geen skelet of rottend lijk. Deze keer lag er een oude vrouw met ingevallen wangen en diepe groeven in haar gezicht. Ze keek Romez even aan en sprak zijn naam.
'Zomer?' vroeg hij vragend terug, hij had haar bijna niet herkend. Maar voordat hij meer kon vragen was haar blik woedend naar Frigi gericht.
'Eruit!' schreeuwde ze met alle energie die ze nog had. Frigi maakte nog een keer oogcontact met Romez en verdween daarna. Romez keek weer naar Zomer, maar zag dat alle energie haar verlaten had door die ene uitbarsting.
'Zomer,' zei hij en knielde bij haar voor de tralies neer. Ze wuifde het weg.
'Het is niks,' zei ze met schrale stem en hoestte. 'Wat deed hij überhaupt hier?'
'Hoe wist u wie het was?' vroeg Romez terug, want zijn gevoel zei hem dat als hij haar vraag zou beantwoorden hij hier nog lang zou moeten luisteren naar een één of andere preek die hem de gevaren van Frigi duidelijk moest maken.
'Als seizoen voel je dat,' zei ze. 'Net zoals ik voelde dat hij ontsnapt was. Ik wist dat Herfst iets van plan was, maar had niet verwacht dat ze Frigi erin zou betrekken.'
'Heeft Herfst dit gedaan?' vroeg Romez, maar wist dat er geen ander antwoord kon zijn omdat ze gevangen zat in een geheime grot in Territorium Herfst.
'Dat kreng lachte zichzelf rot toen ik voor haar neus verscheen,' antwoordde Zomer en ging in kleermakerszit voor hem zitten. 'Daarna gooide ze me zonder moeite hier in met de hulp van een stel ingehuurde ijskristallen.' Zomer zuchtte. 'Ik was te zwak me te verzetten... Zij is niet al te lang Herfst, dus haar krachten zijn veel sterken dan die van mij die nu op hun einde komen.' Terwijl Romez luisterde naar hoe erg Zomer behandeld werd, keek hij rond naar een manier om haar te bevrijden. Maar er was niks dat op een opening wees. Alle muren waren hermetisch afgesloten op de traliemuur na die alleen kleine openingen tussen de dikke stangen, die van het plafond naar de grond liepen, had.
'Maar zijn de tralies dan niet te smelten?' Zomer schudde haar hoofd.
'Anders was ik hier al uit gekomen,' zei ze en zuchtte. 'Ik weet niet hoe ze het gedaan heeft, maar zonder Herfst is er niet uit te komen...'
'Er moet toch een manier zijn?' vroeg Romez.
'Moet, inderdaad, maar of we die manier kunnen vinden is een ander onderwerp.'
'Dan kunnen we eerst beginnen met Kamp Zomer op de hoogte brengen,' zei Romez en Zomer stemde daarmee in.
'Zorg wel dat niemand overhaaste beslissingen neemt...' zei Zomer en leek zich iets te bedenken. 'Hoe ben je hier eigenlijk gekomen?' vroeg ze.
'Als in hier hier of Territorium Herfst?' vroeg Romez terug met handgebaren om de locaties duidelijk te maken.
'Het territorium,' antwoordde Zomer en Romez besloot het verhaal kort te houden. Waarschijnlijk zou er nog een dag komen dat ze de uitgebreide versie zou horen.
'Frigi viel de gevallen bladeren aan en wij werden gevraagd mee te gaan omdat ze ons verdachten Frigi bevrijd te hebben,' zei Romez.
'En was dat ook het geval?' vroeg Zomer en Romez slikte.
'Het was niet de bedoeling,' zei hij en keek naar de grond. 'Die stomme voorspelling ook.' Zomer haalde haar wenkbrauwen op.
'De voorspelling is verder gegaan?' vroeg ze.
'De voorspelling is compleet,' antwoordde Romez en werd onder de indruk aangekeken.
'En waarschijnlijk is Frigi vrijgekomen door die voorspelling... Niks wat daar dus aan gedaan kon worden,' zei ze en een diepe zucht ontsnapte haar. 'Die vervloekte oude magie ook... Wie waren er nog meer bij je?'
'Nataya, Jezie, Zeemeeuw en Rozenblad,' antwoordde Romez. 'Maar Nataya is weer terug naar Kamp Zomer.' Zomer knikte bedenkelijk.
'Kan ik je dan vertrouwen het met ze te praten over de situatie?' vroeg ze en Romez kon niet anders dan een knikje te geven. 'Dan ligt mijn toekomst nu in jouw handen.' Romez fronste met een lach.
'Dat vind ik wel een beetje te zwaar om vast te houden,' zei hij en Zomer kon daar ook om lachen.
'Het klonk wel iets te serieus, hè?' zei ze en zuchtte weer. 'Maar je snap wat je te doen staat?'
'Ja.'
'Dan vertrouw ik daarop, want veel anders kan ik hierook niet.'
-----------------
Hebben we nu... Zomer gevonden???!!!!! 😱😱😱😱😱😱😱
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top