Hoofdstuk 8

De dagen nadat ik Klaartje met Chayenne had horen praten, zonderde ik me af van de rest. Tijdens de lessen ging ik alleen zitten en tijdens gym bleef ik zoveel mogelijk uit Klaartjes buurt. Ik wilde haar niet tot last zijn.

En nu, op zaterdagavond, wil ik dat ook niet. Ik lig op mijn bed met mijn schooluniform nog aan, benen gekruist. Ik staar naar de pastel roze uitnodiging voor Klaartjes verjaardag die ik het afgelopen uur al zo vaak heb rondgedraaid dat er kleine vouwtjes in zijn gekomen. Klaartje had Chayennes advies duidelijk niet opgevolgd en me toch uitgenodigd, maar wil ik wel verschijnen op een verjaardag waarvoor je alleen uit medelijden bent uitgenodigd? Ze wil me er niet oprecht bij hebben. Voor de zoveelste keer die avond lees ik de uitnodiging, ook al ken ik de tekst inmiddels uit mijn hoofd:

Beste Auria,

Je bent van harte uitgenodigd op mijn zeventiende verjaardag op aankomende vrijdag. Het feestje zal plaatsvinden in de feesthal in de stad en zal beginnen om 19:00 uur. De taart en de eerste drie drankjes worden verzorgd. De rest van de hapjes en drankjes zijn voor eigen rekening.

Als je ze dom bent om cadeautjes te kopen, wees dan wel zo slim om niet betrapt te worden tijdens de fouillering. (Ik kijk naar jou: Derek Tabbers.)

Tot vrijdag!

Klaartje

Ik wil het niet, maar de aanhef steekt me. Waarom "beste"? Ik heb daar nooit zoveel aandacht aan besteed, maar nu lijkt het me ineens veel meer op te vallen. De laatste keer dat ik "lieve" had gelezen, was op de verjaardagskaart van mijn ouders op mijn zevende verjaardag.

Het tweede waar ik al de hele avond mee in mijn maag zat, is het gevoel dat opborrelde toen ik de brief voor het eerst las. Ik was jaloers geweest. Klaartje had genoeg geld om zo'n gaaf feestje te organiseren. Werkten haar ouders niet allebei voor de Elite? Klaartje had beide ouders nog. Ze komt uit een familie met een hoge status. Zij hoeven hun ziel niet te verstrengelen, zij regelen de politiek die erbij komt kijken. Klaartje zit op Het Periculum om die politiek te leren, zodat ze vervolgens een plekje kan krijgen in de Elite. Klaartje volgt de lessen voor het Zielverstrengelen alleen maar omdat ze die fascinerend vindt. Ik zal nooit van mijn leven kunnen begrijpen wat er fascinerend aan is. Voor mij zal het altijd een beangstigend ding blijven.

Met een diepe zucht kom ik overeind. Ik heb nu echt wat levensadvies nodig en de enige die mij dat altijd heeft gegeven nadat mijn ouders uit mijn leven verdwenen, is het oude vrouwtje bij de bloemist. Ik stop de verkreukelde uitnodiging in de zak van mijn vest, haal snel een kam door mijn haren en vertrek richting de stad.


Weer niet. Ik kijk naar het lege bankje voor de bloemist. Het is ook al erg laat. Het liefst wil ik ter plekke in huilen uit te barsten. Ik voel hoofdpijn opkomen en besluit om een stukje te wandelen. Misschien loopt de oude vrouw wel ergens in de stad, misschien doet ze een blokje om en kom ik haar tegen. Dan besef ik hoe plakkerig ik ben; ik klamp me angstvallig vast aan alle mensen die ik ooit ben tegengekomen en die aardig voor me waren. Geen wonder dat Klaartje gek van me wordt, geen wonder dat ik geen vrienden heb. Misschien rust dat vrouwtje nooit meer uit op het bankje bij de bloemist vanwege mij. O nee, dat wil ik helemaal niet!

Mijn gedachten worden onderbroken door flitsende lichten van allerlei kleuren: groen, paars, rood, blauw. De feesthal. Ik was zo in gedachten verzonken, ik moet hier onbewust naartoe zijn gelopen.

Ik haal de uitnodiging uit de zak van mijn vest. Ik staar naar het pastel roze papiertje en dan naar de hal met flitsende lichten en luide muziek die ik niet gehoord had toen ik aan kwam lopen. Zal ik dan toch? Ik bijt op mijn onderlip en steek dan de straat over.

Binnen word ik overweldigd door luide muziek, felle discolampen en hitte, ook al staat de airco aan. Een beetje ongemakkelijk wurm ik me tussen de dansende menigte door. Onderweg krijg ik een drankje in mijn handen gedrukt. De eerste drie drankjes worden verzorgd. En wie gaat bijhouden hoeveel elk persoon al heeft gehad? Ondanks alles vormt er een glimlach op mijn gezicht. Typisch Klaasje: altijd leuke ideeën, maar niet goed over nagedacht.

Overal hoor ik geklets. Het gaat vooral over school – waar moeten Zielverstrengelaars het anders over hebben? – en vlak naast me hoor ik twee jongens bespreken welke actiefilm ze volgende week vrijdag in de bioscoop gaan bekijken.

Om me heen staan alleen maar mensen die ik niet ken. Nog een beetje onwennig beweeg ik ritmisch mee op de hardcore muziek en vergaap me aan de felle lichten en de duizenden gekleurde lichtpuntjes die op het plafond ronddraaien. In een reflex knijp ik mijn ogen dicht als één van de lichtjes van de discobol in mijn ogen schijnt. Er verschijnt een groene vlek in mijn beeld en... en iemand met zwarte irissen. Ik knipper met mijn ogen. Daar staat hij echt. Daemon! Ik excuseer me bij het kussende koppel voor me dat me een vernietigende blik toewerpt als ik ze aan de kant duw. Ik maak oogcontact met Daemon. Als antwoord krijg ik een knikje, zo klein dat het bijna niet met het menselijk oog te zien is. Dan valt zijn blik op iets achter me. Ik kijk achterom, maar zie niks geks. Als ik me terugdraai is Daemon verdwenen. Iets in me wil het uitschreeuwen, maar dan zie ik vanuit mijn ooghoek Chayenne. Er vormt een knoop een mijn maag. In paniek wurm ik me tussen de menigte door. Ik ga op iemands voet staan, struikel bijna over de vloer en mors mijn drankje over iemands jurk die me woedend een verwensing naar het hoofd toe slingert.

Eindelijk bereik ik de uitgang. Met een wild kloppend hart en een versnelde ademhaling ren ik de straat op en laat ik de frisse avondlucht langs mijn gezicht stromen.

'Auria.'

Ik draai me zo snel om dat ik bijna over mijn eigen voeten struikel. 'Mevrouw Milligan,' zeg ik verschrikt. 'Wat doet u hier?'

'Het feestje afkappen. Het is 22:00 uur. Het is mooi geweest. Maar het is goed dat ik jou tref, want ik wilde je wat vragen.' Mevrouw Milligan legt haar hand zachtjes op mijn schouder - een handeling die ze anders nooit doet - en leidt me iets verder weg van de feesthal. 'Zo, dan kunnen we elkaar tenminste fatsoenlijk verstaan. Al dat lawaai, ik snap niet waar dat voor nodig is.'

Ik stop mijn hand in de zak van mijn vest en freubel nerveus aan het hoekje van Klaartjes uitnodiging.

Mevrouw Milligan kijkt me aan en tilt haar mondhoeken iets omhoog, nog iets wat ze bijna nooit doet. 'Heb je die jongen nog gezien?'

'Welke jongen?' vraag ik.

'Die jongen die afgelopen zondag naar je staarde.'

Vertrouw ze niet, Auria. 'Nee.' Ik kijk mevrouw Milligan recht in de ogen aan. 'Nee, gelukkig niet.'

'Weet je nog hoe hij eruit zag?'

Ik slik en probeer niet in paniek te raken. Moet ik iets verzinnen, moet ik de waarheid zeggen? Ik kies voor het eerste. 'Hij zag er nogal onverzorgd uit. Met donkerblond haar tot op zijn schouders en hij had zijn hele arm vol tatoeages staan.'

'Ach, meisje toch. Dat moet inderdaad vreselijk schrikken zijn geweest. Het spijt me dat ik de eerste keer zo onverschillig reageerde.' De directrice slaat een arm om me heen. Ik kijk haar ongemakkelijk aan. 'Mocht je hem toch nog een keer zien of je weet meer details over hoe hij eruit zag, laat je het me dan weten?'

'Ja, mevrouw Milligan,' antwoord ik bijna fluisterend.

'Goed zo.' Ze neemt wat afstand van me en loopt weer richting de feesthal. Ik weet niet wat ze nu van mij verwacht. Twijfelend en totaal niet op mijn gemak loop ik met haar mee. 'Maandag begint je speciale training, hè? Dat was je toch niet vergeten?'

'Nee, mevrouw Milligan.'

'Vind je het spannend?'

'Best wel.'

'Dat hoeft niet, hoor. We zullen je stap voor stap meenemen in het proces.'

'Oké.'

'Je hoeft dit weekend nog geen huiswerk te maken. Neem maar even lekker vrij, zodat je goed uitgerust kunt beginnen aan je training.'

Compleet overrompeld kijk ik opzij, maar de gezichtsuitdrukking van mevrouw Milligan staat neutraal, alsof dat wat ze zojuist heeft gezegd heel normaal is. Als mevrouw Milligan doorheeft dat ik naar haar kijk, schenkt ze me een volwaardige glimlach. 'Of vind je de extra vrije tijd niet fijn?'

Ik zou niet weten wat ik met die tijd moet doen... 'Jawel, mevrouw Milligan.' Inmiddels staan we voor de ingang van de feesthal. 'Ik ga vast terug naar Het Periculum.' Het laatste wat ik wil, is dat ik samen met de directrice die feesthal binnen moet lopen.

'Natuurlijk, schat. Goed uitkijken als je terug loopt.' Met die woorden loopt ze de feesthal in.

Schat? Goed uitkijken?

Waar komt die liefde ineens vandaan? Vertrouw ze niet, Auria. De rillingen lopen over mijn rug als ik voor de zoveelste keer Daemons stem in mijn hoofd hoor galmen. Iemand die een vurige wens heeft, is makkelijk te manipuleren.


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top