Hoofdstuk 29 - Beloftes

'Ik ben al onderweg,' zegt haar moeder.

'Mam,' protesteert Marijn, 'je doet dramatisch.'

'Dat is mijn vak, lieverd.'

Dat is natuurlijk waar en daarom knikt Marijn automatisch. Het zware gevoel in haar binnenste lost iets op en dat zorgt voor opluchting.

'Het is tijd om haar ouders in te seinen,' gaat haar moeder verder. 'Ik snap nog steeds niet waarom je het ons zo laat hebt verteld. We hadden er al zoveel eerder wat aan kunnen doen.'

Ze zwijgt kort, om zacht af te sluiten: 'Je hebt ons toch? Je hoeft niet alles alleen te doen.'

'Je hebt me geholpen om deze baan te vinden,' is Marijn het er niet helemaal mee eens.

'Maar daar is ze nu al achter gekomen. Lieve schat, heb je weleens van "rode vlaggen" gehoord? Zij is een gigantisch exemplaar.'

Marijn vond dat ze altijd overdreef, als ze aan haar gevoel voor Rosalie dacht. Het is een onbeschrijfelijke opluchting nu blijkt dat haar ouders het probleem veel ernstiger opvatten dan zij het zelf had ingeschat.

Ze glimlacht dunnetjes. Haar vader was ook al zo ondersteunend. Hoewel hij zich geografisch gezien dichter bij haar bevindt dan haar moeder, kan hij minder makkelijk weg. Hij is een voetbalcoach en momenteel op kamp met zijn team.

'Je hoeft je vakantie niet te onderbreken,' probeert ze haar moeder over te halen. 'Het scheelt al dat ik met je heb kunnen praten.'

'Wat ga je nu doen?'

Even denkt Marijn na. Haar moeder zal het niet waarderen als ze haar eigen oplossing benoemd – ontslag nemen. Hoewel ze daar te zijner tijd wel achter zal komen, ze is per slot van rekening door haar moeders connecties bij het gezin Buyssen van Hallandt terechtgekomen, wil ze haar eigen verantwoordelijkheden blijven dragen.

'Marijn, je gaat daar nu niet weg, hè?'

Haar moeder kent haar veel te goed. De daaropvolgende stilte spreekt boekdelen.

'Geef me Robbert even,' zegt haar moeder beslist.

'Die is er nu niet,' antwoordt Marijn. Ook zij hoort de lichtelijk triomfantelijke ondertoon in haar eigen stem. Ze is echter niet de enige en ze kijkt met een ruk naar Jesse, die meeluistert.

Aan zijn gezichtsuitdrukking te zien begrijpt hij teveel van wat er gezegd wordt en hij houdt met een gebiedend gebaar zijn hand naar haar op.

Marijn deinst achteruit en schudt haar hoofd. Jesse lacht slechts en sluipt dichterbij. De vlinders in haar maag fladderen uitbundig, maar ze blijft protesteren.

Haar moeder zegt wat, maar ze kan geen enkele betekenis uit die woorden halen.

'Wacht even,' hijgt ze. Ze heeft nu met een urgentere situatie te maken. De hand waarin ze haar telefoon geklemd heeft houdt ze voor zich uit. Dan doet ze een uitval naar de deur van Jesses slaapkamer, maar ze weet de klink slechts met haar vingertoppen aan te raken voordat Jesse haar daar wegrukt.

'Leuk geprobeerd,' lacht hij. 'Geef hier, die telefoon.'

'Nee, dat is mijn privé-eigendom. Blijf af.'

Haar moeders stem is ineens een schelle toonsoort gestegen. Terwijl Jesse de telefoon afpakt, beseft Marijn dat hun geheime relatie steeds minder geheim is. Max weet er natuurlijk al van en volgens haar zijn zowel Neil als Elariel er in meer of mindere mate van op de hoogte dat er iets speelt tussen haar en Jesse.

'Hallo Marijns moeder, je spreekt met Jesse. Ik ben de oudste zoon van Robbert,' zegt Jesse in de telefoon. Met zijn ene hand omklemt hij de telefoon bij zijn oor en met de andere houdt hij haar op afstand.

Nu is het Marijns beurt om naar een eenzijdig gesprek te luisteren en gespannen kijkt ze naar Jesses gezicht om daar haar antwoorden te vinden.

'Zeker, je bent van harte welkom. We wonen op nummer 12,' zegt Jesse. Hij lacht triomfantelijk naar Marijn, die alleen maar gefrustreerd met haar kiezen kan knarsen.

'Dat klopt.' Bij die woorden kijkt hij Marijn zelfverzekerd aan.

'Ja.' Korte pauze. 'Dat gaan we zien, maar ik heb er vertrouwen in. Ze is heel mooi en ze kan heerlijk koken, wat wil een man nog meer.'

'Stop met over mij praten,' snauwt Marijn.

Jesse lacht alleen maar en houdt dan heel irritant zijn vinger naar haar op, om haar te beduiden te zwijgen. Marijn kan wel schreeuwen en wil met liefde wegstampen, maar hij heeft haar telefoon vast en ze vertrouwt hem daar niet alleen mee.

'Het is me een eer,' sluit Jesse uiteindelijk af. Hij kijkt Marijn aan: 'Wil jij nog met je moeder praten?'

'Nee, ik zie haar waarschijnlijk morgen al,' antwoordt Marijn chagrijnig. Ze praat extra hard, zodat haar moeder dat kan horen.

'Tot morgen,' lacht Jesse en daarna geeft hij haar de telefoon terug. 'Wat een aardige moeder heb jij.'

'Je weet niet half hoe aardig,' zegt ze duister.

'Zullen we nu je vader opnieuw bellen, om hem ook uit te nodigen?'

'Ze zijn gescheiden,' wijst Marijn hem fijntjes op dat feit. Niet dat dat uitmaakt, haar ouders kunnen het prima met elkaar vinden, maar dat weet Jesse niet.

'O. Oké.'

Jesse trapt erin.

Haar schuldgevoel neemt het over en ze praat verder: 'Hij is aan het werk, hij kan niet.'

'Alleen je moeder is ook prima,' zegt Jesse.

Hij kijkt haar zo aandachtig aan dat ze er verlegen van wordt.

'Wat?'

'Waarom vertel je ons niet eerder over je problemen? Als we het weten, kunnen we je helpen.'

'Ik dacht niet dat het zo'n groot probleem was,' mompelt ze.

'Je bent van huis weggevlucht en vrijwillig ergens heengegaan waar iemand als Neil woont,' wijst hij haar terecht.

'Dat was ook om ervaring op te doen,' verdedigt ze zichzelf, maar Jesse kijkt sceptisch.

'Maar je hebt nog steeds niets nieuws gevonden, voor als de zomer is afgelopen,' weerlegt hij. 'Was dat niet je doel?'

O ja, dat is waar ook. Doordat er elke dag wel iets gebeurt op de Miljonairsboulevard, heeft ze die taak op een laag pitje gezet.

'Ik zou wel bij je kunnen polsen bij het restaurant in het centrum. Dat is een vijfsterrenrestaurant en ons gezin komt daar graag.'

'Daar heb ik ooit eens een blauwe maandag gewerkt,' lacht Marijn. 'Het was een behoorlijk chaotische dag en toen kwam ik er ook achter dat dat niets voor mij is. Liever werk ik in de keuken voor een enkel gezin, zoals ik nu doe.'

'Je hoeft hier niet te stoppen als de vakantie is afgelopen,' zegt Jesse. 'Mijn broers en zussen zullen weer bij hun moeder gaan wonen, maar mijn vader en ik zijn hier het hele jaar door.'

Het klinkt eenzaam en Marijn gluurt naar Jesse. Zijn gezichtsuitdrukking ziet er neutraal uit, al beginnen zijn ogen langzaamaan te glimmen.

'Zoals je weet is mijn vader veel weg, waardoor het jij en ik is. Dat klinkt best goed, toch?'

'Ik denk niet dat je vader daarvoor wil betalen,' lacht Marijn.

Direct beseft ze dat ze wat verkeerd heeft gezegd, want de flonkering uit zijn ogen valt weg.

'Wat?'

'Vind je me leuk om mijn geld?'

Heel even wil Marijn hard "ja" zeggen, maar ze beseft dat het nu niet de tijd is voor grappen.

'Ik vind je leuk, of je nou geld hebt of niet,' antwoordt ze. Ze bekijkt hem onderzoekend. Gelooft hij haar?

'Geld doet me niet zoveel,' probeert ze dan. 'Heb ik daar ooit aanleiding toe gegeven?'

Zonder te antwoorden kijkt hij haar aan. Betekent die blik dat er inderdaad iets is gebeurd?

'Wacht, Jesse.' Ineens is ze in paniek. Kunnen woorden iets duidelijk maken wat eigenlijk alleen in daden uitgedrukt kan worden? Ze zoekt naar woorden, maar vindt die niet.

'Is het nu niet de tijd dat je je bezig gaat houden met de lunch?' vraagt hij, na even gewacht te hebben.

Van de luchtige stemming tussen hen is niks meer over.

Ze knikt en hoopt dat Rosalie intussen is vertrokken. Hoewel Jesse beloofde dat ze zich tot die tijd op zijn kamer mag verstoppen, weet ze dat ze hem daar nu niet meer aan zal houden. Er is iets stuk tussen hen en dat wil ze per se zonder hulp oplossen.

Haar lachje is bitter als ze ten volle beseft wat ze precies denkt. Hoewel hij haar heeft gezegd dat ze haar problemen niet alleen op hoeft te lossen, gebeurt dat bij de eerste de beste gelegenheid toch weer.

Ze slikt, maar de krop in haar keel zit erg vast. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top