Hoofdstuk 41
Ik besef gelijk wie dit is. Sonya lijkt als twee druppels water op haar broer, alleen zijn haar trekken wat ronder en vrouwelijker en is ze een heel stuk kleiner. Wat me ook wel prettig lijkt. 2 meter is erg lang voor een mens.
Solange heeft Sonya ondertussen een antwoord gegeven die ik niet heb meegekregen, maar die met gejoel wordt ontvangen. Ik kijk wat verward, maar wordt afgeleid door Vince die me in zijn persoonlijke bubbel zuigt met zijn intense blik en zegt: "Wat wil je nu doen? Je kan lekker blijven kletsen met de dames, maar ik kan je bijvoorbeeld ook een rondleiding geven door het kasteel." Hij is wel erg abrupt zo net na het eten, uitbuiken zit er niet bij. Voor mij ook reden om even te aarzelen. Het gesprek met de meiden voelt niet af, en ook Sonya zou ik graag beter leren kennen. Maar alsof het afgesproken is, staan alle vrouwen bijna tegelijk op en roepen praktisch om het hardst wat ze allemaal nog in de planning hebben. Enigszins teleurgesteld kijk ik ze aan. Was het fijne gevoel dat ik kreeg tijdens het eten dan vals? Mijn maag gaat in de knoop. Maar dan geeft Liesbeth me een knipoog, waardoor ik besef dat zij waarschijnlijk van alles gedacht en misschien wel besproken heeft naar aanleiding van de recente gebeurtenis in Sonya haar kamers. En vermoedelijk is dit hun subtiele manier om ons hun zegen te geven. Ik voel me rood worden en ik besef dat ik sowieso geen keuze heb. Niet dat ik deze gedwongen keuze nou zo verschrikkelijk vind. Ik knik wat ongemakkelijk naar Vince en zeg nauwelijks verstaanbaar: "Laat me je kasteel maar zien."
Dat hoef ik niet te herhalen. Na een haastig gedag naar de meiden, en een paar korte woordjes richting Sonya, neemt hij me bij de hand en begeleid me buiten de groep.
Ik kan een vluchtige blik door de zaal werpen. Zoals ik al dacht zijn zijn ouders niet aanwezig. Door de ziekte van Zarah kan ik me goed voorstellen dat zo'n massale groep teveel van het goede zal zijn. Verder zie ik wel alle wolven van Vince zijn pack en ook alle andere bekende gezichten die ik in deze korte tijd heb leren kennen. Her en der word ik ook begroet, en ik zie vooral hoe hecht deze groep is. Ik voel me een buitenstaander.
Vince vindt van niet. Hij houdt mijn hand nog steeds stevig vast, en is duidelijk niet van plan die los te laten. Hij knikt kort naar iedereen die ons begroet of aanspreekt, maar houdt zijn pas niet in. In zeer korte tijd staan we weer buiten de eetzaal en loopt Vince doelgericht naar de poort toe. Ik zeg verrast: "Ik dacht dat je me het kasteel ging laten zien." "Straks." Reageert hij. "Eerst moet iedereen even tot rust komen en zijn plekje vinden. Anders worden we constant aangeklampt. Bovendien mag je met mij overal komen, ook buiten het kasteel. En de omgeving hier wil ik je niet onthouden. Jij houdt van de natuur, jij wordt hier blij van."
Ik val stil van zijn woorden. Het klopt allemaal wat hij zegt. Maar er is iets wat ik nog liever doe dan wandelen in de omgeving, en dat is rennen in de omgeving. Ik twijfel of ik dat wil vragen, ik laat weer een kans op een goed gesprek gaan hierdoor. Maar de drang wordt te groot en ik gooi het eruit: "Mag ik op je rug rijden? Dan kun je me veel meer van de omgeving laten zien in dezelfde tijd."
Hij kijkt me verrast aan, maar ik zie aan de glans in zijn ogen dat ik mijn zin ga krijgen. De kans op een ritje laat hij zich niet ontzeggen. Hij stemt toe. "We lopen wel iets verder, uit het zicht van het kasteel." En dat is natuurlijk prima wat mij betreft.
Als hij zich uit gaat kleden, kijk ik beleefd een andere kant op. Waar hij om moet lachen. Na wat krachtige geluiden voel ik een snuit tegen mijn hand. Vince is veranderd in zijn wolf. Ik speel eerst mijn troef uit en verwen hem door hem te kroelen en te aaien. Het gepiep is adorable, en ik glimlach tevreden. Na een tijdje hijs ik me op zijn rug, en ik krijg nauwelijks de kans om me vast te grijpen; hij schiet ervandoor. De snelheid is abnormaal. De bomen gaan in een waas aan me voorbij, maar ik merk dat Vince een doel heeft. We zijn in no time door het bos, waarna het dorp Blue Water opduikt. Ik zie nu ook waar het dorp zijn naam aan te danken heeft: een groot meer ligt aan de achterkant van het dorp, een plek waar ik nog niet geweest ben en daarom nog niet heb gezien. Het is nu donker aan het worden, maar ik kan me heel goed voorstellen dat het een mooie blauwe kleur zal hebben. Mijn gedachten zijn net gevormd als we het dorp alweer achter ons laten. En na wat enkele minuten lijkt, zie ik een volgende dorp opdoemen. Ook aan de rand van het oerwoud gelegen. Ruim voordat we daar in beeld komen, buigt Vince scherp af en rent verder. Naar het volgende dorp, en het volgende. Uiteindelijk wordt het te donker om wat te kunnen zien, maar komen we na wat uren rennen lijkt ook alweer aan bij het beginpunt vanaf waar Vince zijn transformatie had. Hij veranderd zich en kleedt zich om. Ik hijg nog even na van alle indrukken, maar Vince geeft geen krimp.
"Wat je me hebt laten zien, is dat allemaal van jou?" Vraag ik. Hij knikt en zegt: "Technisch gezien is de grond van mijn ouders, maar ze zijn aan het wachten totdat ze het stokje aan mij over kunnen dragen.
Je hebt ongeveer de helft gezien. In het oerwoud wonen enkele wolvengezinnen die onder onze hoede vallen, en aan de andere kant van de bossen zijn, behalve natuurlijk Moonlight, nog een aantal andere dorpen die tot ons leefgebied behoren." Hij zegt het niet, maar de boodschap is duidelijk. Ontsnappen is misschien wel een optie, maar waar moet ik naar toe?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top