Hoofdstuk 25

Van de daarop volgende tijd maak ik niet veel mee. Ik merk dat er aan me wordt gesjord en geplukt; ik laat alles op me af komen. Ik ben vaker niet dan wel bij bewustzijn en voor zover ik daar over na kan denken is dat maar goed ook; de pijn is constant aanwezig. Na verloop van tijd stopt het hoesten, gelukkig kwam er geen bloed meer bij kijken na die eerste keer. Ook ademhalen kan ik weer moeiteloos.
De scherpe pijn is dof geworden en ik word steeds helderder. Helder genoeg om mee te krijgen dat mijn oogwit nu meer geel is dan wit en dat er wordt uitgegaan van leverproblemen. Niet iets wat hier valt op te lossen. Ik krijg te horen dat het nog twee dagen rennen is voordat we bij de woonplaats van de wolven zijn. Het wachten is op mij: zodra ik weer kan, gaan we.
Ik merk dat ik constant in de gaten word gehouden door een wacht die uit een poule van steeds dezelfde personen bestaat. Omdat ik op dit moment net aan kan lopen, ga ik er vanuit dat de wacht er staat om me te beschermen. Zeker omdat het allemaal mannen zijn die ik wat beter ken: Tim, Michiel en Colin draaien mee en ook Emiel, mijn vissende vriend.
Vince zelf is ook veel in mijn buurt te vinden. Door zijn gesloten gezichtsuitdrukking heb ik geen idee wat hij denkt en ik word er zenuwachtig van.
Mede daardoor zeg ik misschien iets te snel dat ik er weer klaar voor ben en we gaan op reis. Omdat we veel vaker stoppen -de beweging blijft pijnlijk en lang houd ik het niet vol-, kost het ons uiteindelijk drie dagen om in de bewoonde wereld te komen. Doodmoe hang ik op de rug van Vince. Hij heeft er geen moment over gepraktiseerd om mij af en toe op een andere wolf te laten rijden, maar aan de andere kant: aan hem kon je sowieso al heel snel niet meer zien dat hij ooit gewond is geraakt.
Ik zie op een gegeven moment huizen voorbijflitsen van wat mij een leuk dorp lijkt. Lang niet de grootse stad die ik als woonplaats van een koning in gedachten had. Maar ik word vooral heel snel naar een ziekenboeg gebracht en zodra ik geïnstalleerd ben, val ik vrijwel meteen in slaap.

Als ik wakker word merk ik dat de rust me goed heeft gedaan. Ik kijk helder om me heen en neem alles met belangstelling op. Ik ben niet alleen. Een vrouwelijke verpleegkundige kijkt me glimlachend aan en zegt: "Goedemorgen Alexis, ik ben Anja. Hoe voel je je?" "Goedemorgen mevrouw." Antwoord ik beleefd. Mijn keel voelt erg droog aan en het kost me moeite uit mijn woorden te komen. De vrouw wijst me op een glas water dat naast me op een nachtkastje staat. Dankbaar neem ik een slok en dat voelt zo fijn dat het glas binnen de kortste keren leeg is. Terwijl ik een gevuld nieuw glas krijg, denk ik na over haar vraag. "Het gaat wel goed." Merk ik verrast op. Ze knikt me lief lachend toe. "Je hebt wat schade aan een aantal organen door stomp trauma." Zegt ze diplomatiek. Ik kijk haar fronsend aan en ze zegt verdedigend: "Zo wordt dat nou eenmaal genoemd." "Mishandeling?" Geef ik als suggestie. Maar de vrouw kijkt me wat angstig aan en ik bedenk dat Sander hier een hoge positie heeft en waar hij alleen bij mij al mee weg is gekomen. Ik word woedend bij de gedachte en bedenk dat ik hier actie op moet gaan ondernemen. Maar nu wil ik vooral horen wat deze vrouw me te zeggen heeft en ik kijk haar afwachtend aan. Zodra ze doorheeft dat ik niet doorga op het mishandeling-gedeelte, praat ze vlot verder. "Je nieren en lever zijn wat beschadigd, maar het lijkt erop dat je lichaam het weer uit zichzelf hersteld. Je hebt een gekneusde rib en je had een inwendige bloeding net onder je ribben die vanzelf is opgelost. Vooral voor de rib en ter controle is het de bedoeling dat je nog een nachtje blijft, maar ik denk dat ik je sneller dan je dacht kan ontslaan." Glimlachend kijkt ze me aan. Ik frons mijn wenkbrauwen wat. Ze raffelt haar verhaal wel heel snel af, maar ik ben zo blij met het nieuws dat het me eigenlijk ook niet kan schelen. Dus ik lach terug en bedank haar vriendelijk.
Er wordt op de open deur geklopt en ik zie Vince binnenstappen. Hoewel minstens tweemaal zo oud, zie ik Anja blozen en flirterig met haar wimpers knipperen. "Goedemorgen Alfa, komt u kijken hoe het met Alexis gaat?" Vraagt ze. Hij kijkt haar glimlachend aan en bevestigd dat. De vrouw negeert mij compleet en verteld precies wat ik mankeer. Ze laat het voorkomen alsof ze levensreddende acties heeft moeten uitvoeren om mij op mijn huidige niveau te krijgen en mijn wenkbrauwen gaan omhoog. Behalve dat ze veel uitgebreider is tegen hem dan ze bij mij was, zet ze zichzelf tot het belachelijke aan toe in het zonnetje en wat ik het ergste vind: mijn privacy wordt geschonden. Ze heeft toch geen recht om dit soort zaken met derden te bespreken? Aan de andere kant vind ik het ook wel weer grappig om haar bezig te zien en aangezien Vince dit best mag weten van mij, laat ik het los en zak in mijn kussens om te wachten tot de show over is.
Vince bedankt haar vriendelijk en wendt zich naar mij, Anja begrijpt de hint en verlaat de kamer.
"Zodra je weer gezond genoeg bent, ik begrijp morgen al, ga je in voorarrest." Zegt hij zakelijk. Mijn hart klopt in mijn keel en ik kan hem alleen maar aankijken.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top