Hoofdstuk 12

Sander blijkt een sadistische klootzak te zijn. Hij heeft er lol in om mij zo hard mee te trekken dat ik bijna op een holletje mee moet. Ik ben er van overtuigd dat hij me gewoon meesleurt als ik kom te vallen.
De moeheid en vooral de pijn spelen me behoorlijk parten. Het gaat me te snel en ik struikel steeds vaker. Maar ik laat me niet kennen en probeer in het begin een gesprek met Colin aan te knopen. We ontdekken dat als ik niet te nieuwsgierig doe, we onze gang mogen gaan. Colin praat graag en verteld dat hij nog twee oudere broers heeft, Tim en Michiel. "Ik mocht deze keer voor het eerst mee met ze." Verteld hij enthousiast. Maar meer krijg ik er daarna niet uit.
Hij polst nog wat bij mij, maar mijn antwoorden worden steeds korter en onsamenhangender. Ik kan de combinatie van lopen en praten niet meer volhouden. We lopen verder in stilte.
Na ongeveer een uur hoor ik geluiden. Alsof een grote groep mannen op hun gemakje pauze aan het houden zijn. Ik krijg de kriebels en een adrenalinestoot; zijn al die twintig mannen die ik op dat filmpje zag hier in het bos ofzo? Is dat überhaupt mogelijk in zo'n korte tijd? Wat is hier aan de hand?
Ik krijg al gauw antwoord op een aantal vragen. Ja, het zijn de mannen van het filmpje. Het zijn er na telling minder dan ik dacht. Door hun imposante verschijningen leek het meer. Maar 14 stuks is nog steeds niet heel grappig.
Dan zie ik dat het er 17 zijn. Eentje ligt wat naar achteren en wordt verzorgd door een ander. Een derde staat er als wachter bij. De liggende man heeft een duidelijke hoofdwond en is buiten bewustzijn. Ik herken hem als de leider van het stel.

De andere mannen zijn stilgevallen nu ze mij zien. Ik zie dat ze mij niet gunstig gezind zijn, al zou ik niet weten waarom. Ik heb ze nog nooit in het echt gezien tot nu toe.
Het zijn hoofdzakelijk zwarte mannen, maar vijf hebben een lichte huidskleur. Hun lichamen zijn allemaal alleen maar in de maten breed tot zeer breed en de kleinste zal de 1.90m lengte moeiteloos halen. Ik voel me zeer klein met mijn 1.68m en relatief slanke gestalte. En ook heel erg alleen en geïntimideerd. Mijn hart gaat als een razende tekeer en mijn ogen staan wat wijder open dan ik gewend ben bij mezelf. De mannen zijn wat rumoerig en praten door elkaar. Sander maant ze tot stilte maar kan niet voorkomen dat eentje in de daaropvolgende relatieve stilte zegt: "Dat duurde lang! We hadden jullie gisteren of minimaal uren geleden alweer verwacht." Ik kijk hem zeer verbaasd aan. Ik snap hier echt niks van. Ik sla het op en besluit hier over na te denken als mijn hoofd weer mee wil werken. Sander negeert de opmerking in ieder geval en loopt verder. De mannen laten Sander en mij door en hij loopt naar het midden van het kamp waar een eenzame boom staat.
Sander bindt mij daaraan vast, en nu ben ik echt machteloos. De spanning bouwt zich onmiddellijk weer op bij mij. Krijg ik nu te horen wat dit allemaal is?
Ik begrijp aan de reacties van de anderen dat hij het na de bewusteloze leider voor het zeggen heeft. Hij gaat met drie anderen voor mij staan, de rest inclusief Colin; voor zover ik zie de jongste, staan op gepaste afstand achter hen en mij.

Sander begint rustig: "Hoe heet je?"
"Alexis." Antwoord ik opnieuw. Ik ben van plan bereidwillig antwoord te geven. Ik heb niks te verbergen voor zover ik weet.
"Wat doe je hier in het bos?"
"Genieten van de natuur." Ook nu ben ik waarheidsgetrouw.
Sander kan dit antwoord duidelijk niet waarderen en geeft me vrijwel achteloos een stomp in mijn maag. Die zag ik duidelijk niet aankomen. En zelfs als ik dat wel had viel hij niet te ontwijken in mijn vastgebonden toestand. Ik hap naar lucht, buig me zoveel mogelijk beschermend over de pijnlijke plek heen en hoest de longen uit mijn lijf. De mannen wachten kil totdat ik weer wat op adem ben gekomen en Sander gaat door.
"Wie zijn je ouders?"
Ik kijk hem fronsend aan. Bijzondere ondervraging dit.
Maar ik vertel over mijn ouders, mijn vader is makkelijk; die heb ik nooit gekend. Mijn moeder was mijn vader en moeder ineen. Omdat ik voel dat het belangrijk is, leg ik de nadruk op de trektochten die we maakten, en ook op haar onverwachte overlijden een jaar geleden door een auto-ongeluk. Ik vertel dat ik het huurhuis heb verlaten, omdat verder me niks meer trok in mijn woonplaats en ben gaan trekken om te voldoen aan mijn behoefte tot wat spanning in de wildernis.
"Al vind ik dit wat teveel spanning." Zeg ik in een poging dapperder over te komen dan ik me voel. Ik moet voor de volgende keer onthouden dat Sander geen gevoel voor humor heeft; hij maakt behoorlijk abrupt een einde aan deze ondervraging door me een slag tegen mijn hoofd te geven. Ik ga gelijk knock-out.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top