Hoofdstuk 2

Kevin

De volgende ochtend loop ik boos van het kamp weg. Ik ga maar op een boomstam zitten. Ik hoor achter me een stem. 'Waarom ben je zo boos?'

Ik hoef niet eens om te kijken. 'Ik hoorde jullie gisteren avond. Jullie willen me kwijt raken. Ondanks dat ik jullie probeer te helpen waar ik maar kan. Al sinds het moment dat ik jullie verhalen zag dacht ik me in hoe het zou zijn om jullie te ontmoeten. Eindelijk ontmoet ik jullie, en ik ben teleurgesteld.'

'Ergens begrijp ik Rieder. Hij is bang om verraden te worden. Maar ik sta het niet toe. Je bent tot nu toe enorm behulpzaam geweest.'

'Bedankt. Maar ik voel me niet meer veilig. Niet nu ik Rieder 's intenties weet.'

'Rieder zal eerst langs mij moeten komen. Ik zal je beschermen.'

'Je weet niet welke krachten hij heeft. Hij beheerst de elementen van de elementstenen, en hij is de leerling van moeder aarde. Hij is enorm sterk.'

'Ben je vergeten welke krachten ik hanteer? Ik heb de krachten van vijf drakenrassen. Hij zal mij niet makkelijk kunnen verslaan.'

'Wat moet ik nu doen?'

'Blijf dicht bij mij en Cerciel. Wij kunnen Rieder samen wel aan.'

'En hoe doen we het als we straks weer gaan reizen?'

'Kom maar met mij mee.'

Terug in kamp breekt de hel los. 'Waar waren jullie? Samen aan het zweren om ons te vermoorden?'

Ik ben Rieder nu zo zat. 'Hou op met je samenzweringtheorieën. Ik heb je wel gehoord gisteravond, lafaard. Dreigen met mijn geheugen wissen. Maar even dat je het weet: ik schrijf op wat er gebeurt. Dus als je mijn geheugen wist kan ik lezen wat er is gebeurt.'

'Waarom liet je het gisteren dan niet weten? Wie zegt dat jij geen lafaard bent?'

'Wat is erger: horen hoe mensen achter je rug om jouw lot beslissen en het niet aangeven, of zelf achter iemands rug om praten? Als je iets te zeggen hebt, zeg het in mijn gezicht. Weet je wat ik net zei tegen Riacella? Al vanaf het moment dat ik over jullie schreef fantaseerde ik over hoe het zou zijn om jullie in het echt te zien. En ik ben teleurgesteld. Toen ik over jullie schreef dacht ik hoog over jullie. Het is best mogelijk dat door mij jouw moeder is terug gekomen, Rieder. En wat is mijn dank? Verraad. Je bent niet beter dan de mensen die jij zo veracht.'

Achter me klinkt weer een stem. Het lijkt wel gewoonte te worden. Maar zodra ik de stem hoor is "dit meen je niet" het eerste wat er in mijn hoofd komt. 'Van de regen in de drup. Vecht ik eerst tegen een paar demonen, val ik in een gekleurd gat en het eerste wat ik zie is een gevecht tussen draken en mensen.'

Langzaam draai ik om. 'Ralf. De droomwandelaar. Moest je nou op komen dagen?'

'Ik had weinig keuze. Wat is er met die draken aan de hand?'

'Een van die draken wil me kwijt raken, terwijl ik juist alles over hun weet.'

'En die gouden draak?'

'Die probeert me te helpen.'

Na Ralf op de hoogte gebracht te hebben blijven we even bij de kampeerplaats, terwijl Ralf over zichzelf vertelt. Dan onderbreek ik Ralf. 'Riacella, mag ik Vuurdrager even lenen?'

'Waarom?'

'Omdat we worden aangevallen. Iedereen duik!'

Een granaat vliegt over onze hoofden heen. Riacella geeft me haar zwaard, en pakt haar boog. Haar zwaard krimpt tot het klein genoeg is voor mij om te gebruiken. Net op tijd, want drie mannen met rode huid komen uit de bosjes. 'Nou, jongens. We hebben geluk. De droomwandelaar en zijn entourage. De koningin zal ons enorm belonen!'

Ik laat het zwaard zakken tot de punt bijna de grond raakt. Dan ren ik naar de voorste demon, die het woord had genomen. Hij slaat met zijn klauwen naar mij. Ik ontwijk en sla met het zwaard naar hem. hij blokkeert het met zijn klauwen. Ondertussen begint een heel magiegevecht tussen de draken en de demonen. De elementen worden aan beide kanten gegooid alsof het speelgoed is. Ik weet maar net een vuurbal van Rieder te ontwijken. Het lijkt alsof ik het gevecht ga winnen, tot de lucht voor mijn borstkast bijna explodeert. De snelle expansie zorgt ervoor dat mijn adem uit me wordt geslagen, en ik achteruit knal. Ik zie hoe mijn tegenstander ook naar achteren wordt gegooid. Ralf rent naar mij. Hij tilt me gedeeltelijk op. 'Sorry. Ik gebruikte mijn beheersing over lucht een beetje verkeerd.'

'Ik ben in orde. Maar die demon ook.'

'Maak je geen zorgen over hem.'

Ik sta snel op, klaar om verder te vechten. Ik sta net op tijd op om te zien hoe de drie demonen worden afgemaakt. Riacella spuit een wolk gif over een van de demonen, Rieder sloopt een tweede door middel van een vliegend stuk scherp steen en Cerciel rijgt de laatste aan haar zwaard. Rieder is verbaasd. 'Kevin is de enige die niet gewond geraakt?'

'Blijkbaar. Die klap was wel groot. Hoe staan jullie ervoor?'

Rieder kijkt rond. 'Een paar schrammetjes, Cerciel heeft een gaatje in haar poot, maar niks wat ik niet kan repareren.'

Rieder gaat aan het werk. Ondertussen bekijk ik de demonen. Ze zijn iets kleiner, en zwaar gespierd. Hun klauwen zijn metalig, en hun lichamen iets misvormd. Het is moeilijk om te zien hoe ze zo machtig konden worden. Een wit licht komt van boven het lichaam van een van de demonen. Een vrouw in volle wapenuitrusting zweeft vlak boven de grond. Achter me vraagt Riacella: 'Wie is dat?'

Als ik de wapenuitrusting bekijk wordt het ineens duidelijk. 'Dat is Pallas Athena. Godin van de wijsheid en bezitster van Aegis.'

'Een godin? Waren de goden van Egypte niet de echte goden?'

'Dat ligt aan je standpunt. Als je een god ziet, is die god dan niet echt voor jou?'

Daar wordt Riacella stil van. Athena neemt het woord, met een stem als honing. 'Jullie zijn allemaal bij elkaar. Goed. Dan is het nu tijd voor jullie om te horen waarom jullie bij elkaar zijn gebracht. Zoals jullie hebben gezien zijn jullie vijanden in deze wereld. Wij hebben jullie samen gebracht om ze te bevechten. Falen jullie, dan is het gedaan met de aarde en iedereen die er op leeft. Jullie moeten jullie krachten bundelen om de dreiging te verslaan.'

Ik spreek als eerste. 'Krachten bundelen? Ik heb geen krachten. Ik ben niet onkwetsbaar zoals de draken, ik heb geen invloed op de elementen en ik kan niet vliegen.'

'Je bezit kennis. Dat is een van de grootste krachten die je kan hebben. Maar je hebt wel een punt. Daarom hebben we besloten om iets te doen wat nog nooit eerder is gebeurd. Wij, als goden, gaan onze krachten delen. We mogen niet direct met deze oorlog mee vechten, omdat onze aanwezigheid grotere krachten kan ontketenen. Maar we mogen wel door een schakel onze krachten mee laten vechten. Haephestus heeft dit voor ons gemaakt.'

Ze gooit een ketting naar me toe. Er zit een hanger aan in de vorm van negen drakenkoppen. Scylla. De oogkassen zijn leeg, en het lijkt alsof er stenen in horen te zitten. Athena praat verder. 'Tijdens jullie reis naar de plek waar jullie gezamenlijke vijand leeft zal je de stenen tegenkomen. Voor sommige zul je getest worden. Voor andere zal jullie samenwerking getest worden. Sommige van ons zullen onze wapens met je delen. Omdat ik het niet wijs vindt om je alleen op pad te sturen zonder krachten of bescherming geef ik je toegang tot mijn eigen krachten. Ik zou zeggen: gebruik het met wijsheid, als mijn wijsheid er niet bij in zat. En gebruik mijn Aegis. Aegis zal niet kapot gaan, wat voor een klappen ze ook krijgt. Wees wel voorzichtig. Niet alle goden zijn goed geaard richting jullie. En gevaar ligt op de loer. Ik heb nog een paar dingen te zeggen. Ten eerste: de connectie tussen jou en de krachten van mij en mijn collega's zal sterker worden met de tijd en met de stenen die je verzamelt, maar pas bij negen stenen zal je de volle kracht kunnen loslaten. Ga niet voor meer stenen, want dat zal jou lichaam opbranden. En als laatste: ik weet dat je wenst om een draak te zijn, en dat je draken ziet als de perfecte wezens. Maar voor nu kan niemand je ermee helpen. Ik beloof je nu wel: heb geduld. Wanneer je de groep van de afgrond weet weg te sturen zal jouw innerlijke draak wakker worden, en jij ook de krachten van de draken krijgen. Maar weet dat de wapens van de goden dan wel onbruikbaar zijn. gegroet.'

Daarmee verdwijnt ze. Haar schild en een witte steen vallen op de grond. Ik pak ze op. Athena's Aegis. Het onverwoestbare schild van een godin. Dan besluit ik de ketting om te doen en stop ik Athena's krachtsteen in een van de Scylla ogen. 'Ik weet waar we heen moeten. We moeten naar het oosten.'



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top