Hoofdstuk 4: De Ondervraging
Edward liep in gedachten de trappen op naar zijn kamer. Hij kwam op de verdieping waar zijn kamer zich bevond. Met een krakend geluid deed hij de deur van zijn kamer open. Hij liep naar binnen en plofte neer op zijn bed. Hij kon nog steeds niet goed geloven wat er allemaal was gebeurd. Eerst de dood van zijn moeder en toen zijn kroning. Hij wist niet of hij zich blij of verdrietig moest voelen. Hij was vooral erg in de war. Hij staarde naar het plafond. Nu zou hij eindelijk de dader gaan vinden die zijn vader had vermoord. Alleen had hij geen idee waar hij zou moeten beginnen met zoeken. De deur van zijn kamer kraakte, maar er kwam niemand binnen. 'Hallo koning!' riep een vrolijke stem. 'Ina houdt op, val hem niet lastig.' hoorde hij een andere stem boos zeggen. 'Ik val hem ook niet lastig Candel, en houdt op me tegen te houden! Ik wil Edward alleen helpen.' zei de vrolijke stem nu nijdig. 'Misschien heeft hij daar geen behoefte aa-' 'Jongens kom gewoon binnen als jullie me iets willen vertellen.' riep Edward droog naar zijn deur. De deur ging langzaam verder open en Ina en Candel kwamen met een onschuldig gezicht binnen. 'Eh, hallo.' zei Candel nerveus. Edward glimlachte. 'Wat brengt jullie in mijn kamer?' vroeg hij. 'Nou..we vroegen ons af of je al een plan had. Hoe en waar je de dader gaat zoeken enzo.' zei Ina vragend. Edward zuchtte en staarde naar het plafond. 'Eerlijk gezegd..heb ik geen idee hoe en waar ik moet beginnen te zoeken.' zei hij. 'Ik dacht dat ik Guy kon vragen wat hij precies weet over mijn vader's dood. Ik denk dat Guy het liever niet weer wil beleven, maar het kan niet anders.' mompelde Edward. Candel keek hem bedachtzaam aan. 'Waar wachten we dan nog op?' vroeg hij. Ina knikte enthousiast. 'Laten we gaan!' en zonder op antwoord te wachten rende ze de kamer uit. Candel zuchtte dramatisch en strompelde achter zijn zus aan. Edward staarde peinzend naar de deur, tot Candel's hoofd om de deur verscheen. 'Eh, ik wil niet dringen, maar kom je nou nog?' vroeg hij. Edward glimlachte en stond op.
Edward klopte op de deur van Guy's kamer. 'Binnen'. klonk het gedempt. Edward deed langzaam de deur open en liep Guy's kamer binnen. Guy zat aan een groot, houten bureau wat midden in zijn kamer stond. Hij keek op. 'Hallo kids.' zei hij verrast. Candel en Ina waren achter Edward de kamer binnengekomen. 'Hoi.' zei Candel zenuwachtig. 'Wat is er?' vroeg Guy. 'Eh nou waarom staat je bureau zo midden in de kame-' begon Edward. 'AU!' Hij keek Ina boos aan. 'Waarom gaf je me nou een stomp?' vroeg hij. Ina haalde haar schouders op. 'Misschien omdat het feit dat het bureau midden in de kamer staat niet hetgene is waar we ons druk over moeten maken.' zei ze sarcastisch. Guy kuchte ongemakkelijk. 'Uhm gaan jullie me nog vertellen waarom jullie hier zijn of niet?' vroeg hij. Hij keek de drie tieners verwachtingsvol aan. 'Nou..Het zit zo..We wilden je vragen of je iets wist over de -(Edward slikte)- over de dood van Henry.' stamelde Edward. Guy zuchtte. 'Ik wist dat je met die vraag zou komen. En omdat ik zelf ook graag die smerige dader te pakken wil hebben zal ik je alles vertellen wat ik weet. Maar ik waarschuw je Edward: Toen Henry stierf heb ik ook al zoekacties ondernomen. En we vonden niemand. Geen dader, geen wapen, niets. Alleen zijn lijk lag in het bos en die van Brian. En twee stompjes armen.' zei Guy droevig. 'Twee stompjes armen? Bedoel je dat die armen van Henry of Brian waren?' vroeg Edward verbijsterd. 'Stil praat niet zo hard. Zometeen horen John of Roger je nog. De armen waren namelijk van Brian.' zei Guy. Edward rilde. 'Vreselijk. Dus je weet niet hoe ze zijn vermoord?' vroeg hij. 'Nou waarschijnlijk met een zwaard of dolk. Dat lijkt me logisch.' antwoordde Guy. Ina zuchtte. 'Jammer dat we het moordwapen niet hebben. Ik had de dader graag met zijn eigen wapen onthoofd.' zei ze teleurgesteld. Candel keek zijn zus vreemd aan. 'Juist.' Hij wendde zich naar Guy. 'Guy, zou je ons het hele verhaal willen vertellen? Waar iedereen was uit het kasteel, waar jij was, wat Henry's laatste woorden tegen jou waren?' vroeg hij voorzichtig. Guy slikte en knikte toen. 'Oke. Ik zal jullie alles vertellen.' zei hij. Edward keek van Guy naar Candel. 'Jeetje, je lijkt net een detective Candel.' zei hij. Candel negeerde hem en gebaarde dat Guy kon beginnen. 'Vroeger, in 1182, waren we zoals jullie weten in oorlog met Kasteel Mandarini en het leger van Achilles.' begon Guy. Edward, Ina en Candel knikten braaf. 'Nee wacht was het in 1182? Even uitrekenen hoor. Uhm het is ongeveer 17 jaar geleden dus-' 'Eh Guy?' vroeg Edward. 'Kan je gewoon verder met je verhaal?' vroeg hij. 'Oh ja sorry. Nou we waren dus in oorlog. Er waren al veel mensen gestorven en Henry zag het niet meer zitten. Hij vond het zijn schuld dat alle aanvallen die we planden mislukten. Op een dag, ik heb geen idee wat de datum had omdat we niet echt tijdsbesef hadden, sprak hij ons aan. Het was vlak na de dood van..' Guy haperde. 'Van?' hielp Candel hem. 'Van Lowis.' piepte Guy. 'Het spijt me Guy.' zei Candel. 'Geen zorgen, het gaat wel.' herpakte Guy zichzelf. 'Maar goed, Henry sprak ons dus aan. Niemand begreep wat hij probeerde te zeggen. Hij zei iets over dat het de enige oplossing was.' zei Guy. 'Wat was de enige oplossing?' vroeg Candel. 'Dat hij zichzelf opofferde.' zei Guy zacht. 'Niemand begreep wat hij zei. Diezelfde nacht nog sloop hij de tent uit. Ik hoorde hem en vroeg wat hij ging doen. Hij zei dat hij bloemen ging plukken voor op Mauricia's graf. Brian en Richard, die met Mauricia had, wilden mee. Ik dacht dat ze de bloemen 's nachts plukten, omdat overdag de vijand op de loer lag. Pas later besefte ik wat hij ging doen. Ik werd wakker en- en hij is nooit teruggekomen.' eindigde Guy zijn verhaal. Edward staarde naar de grond. Ina liep naar hem toe en omhelsde hem. Candel zuchtte. 'Bedankt Guy. We willen nog één ding weten, wat waren zijn laatste-' 'Laatste woorden tegen mij? "Ga maar slapen. Ik ga ook slapen." ' citeerde Guy. Candel knikte. 'Ik ga op onderzoek uit of er mensen uit het kasteel waren verdwenen vlak na Henry's dood. En daarna, daarna gaan we op pad.'
Candel stond in een ruimte vol met boeken. Het was de bibliotheek van het kasteel. Hij zat op een houten kruk en had een lange rol perkament in zijn handen. Ina kwam huppelend binnen. Haar lange haren zwierden achter haar aan. 'En, heb je al wat gevonden?' vroeg ze. Candel schudde zijn hoofd. 'Ik heb onderzoek gedaan naar wie er allemaal dood waren gegaan, maar sommige namen ken ik niet eens. Ene Tristan bijvoorbeeld, is overleden en daar hebben we Guy of iemand anders nog nooit over gehoord.' mompelde hij. 'Dus je hebt wel wat gevonden?' vroeg Ina blij. 'Alleen een lijst doden. Maar die lijst is niet afgemaakt. Lowis staat er bijvoorbeeld niet op. Zelfs Henry niet. Waarschijnlijk waren dat de meest recente doden tijdens de oorlog en heeft degene die deze lijst heeft gemaakt ze er nooit op geschreven.' legde Candel uit. Ina knikte. 'Of nooit kúnnen opschrijven. Het zou kunnen dat dat Henry's handschrift is.' opperde ze. Candel keek haar verwonderd aan. 'Ja natuurlijk, Henry hield bij hoeveel doden er van zijn ridders vielen. Maar wat ik niet begrijp is dat er nergens een lijst is van álle mensen die meegingen. Ik heb alleen lijsten gevonden van ridders van andere koninkrijken die meegingen.' zei Candel en hij verdiepte zich weer in zijn rol perkament. Ina zuchtte. 'Dit is te ingewikkeld voor mij. Ik ga Edward maar eens helpen inpakken. We hebben voldoende voedsel nodig om op pad te kunnen gaan.' zei ze. Ze draaide zich om en liep de bibliotheek uit, terwijl Candel ijverig verder ging met zoeken naar namen van doden en mensen die hij niet kende.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top