Hoofdstuk 19: De laatkomers


'Oke mensen, mag ik jullie aandacht?' Henry was op een boomstronk gaan staan om boven iedereen uit te komen. Ze waren nu 1 dag gescheiden van de groep van Richard en waren de rivier overgestoken. De wind waaide zachtjes door de bomen en het zonlicht weerkaatste op de glimmende harnassen van de ridders. 'We zijn op het punt gekomen waar iedereen uit elkaar gaat. Zoals iedereen weet gaan we nu in 3 groepen splitsen. de soldaten en ridders weten hun verdeling al, maar ik kom er nu achter dat ik een paar mensen ben vergeten.' zei Henry terwijl hij zijn perkament bekeek. Er klonk geroezemoes en Roger vloekte. 'Hoe kan je mij nou vergeten.' Henry negeerde de opmerking en ging door met zijn verhaal. 'De troepen van George zal ik ook nog even verdelen.' George had 2 troepen aangeboden, de eerste groep onder leiding van hijzelf en de tweede groep onder leiding van zijn sherriff, Freddie. 'De groep van de koning gaat mee met mijn groep en de groep van Freddie gaat mee met Guy.' de soldaten van George begonnen op te splitsen en bij de troepen van Henry te staan. Het groen en blauw van hun uniformen hadden dezelfde kleur als de helder blauwe hemel en het groene gras. 'En dan nu de mensen die ik-' Henry stopte en ging toen zachter verder. 'ben vergeten.' Hij schraapte zijn keel en ging toen weer verder. 'Oke als eerste de dames, Lucy en Pien. Pien jij sluit je bij ons aan en Lucy jij gaat bij Guy.' Pien joelde alsof ze net de loterij had gewonnen. 'Joepie! Vechten!' Henry sloeg zijn hand voor zijn gezicht. 'Oke verder. Moryn jij gaat mee met Daniel en Ect-' Henry kon de naam van Ector nog niet helemaal uitspreken of hij kwam al in protest. 'Vroeger toen ik nog jong was lieten we geen jongetjes van 9 al onze beste soldaten verzorgen.' 'Ik ben 13.' zei Moryn boos. 'Ach, dat maakt toch geen verschil.' Ector was een oude soldaat die al jaren leger ervaring had en vocht voor degene die hem nodig had. Hij vond dat in zijn tijd, zo'n 25 jaar geleden, alles beter was dan nu. 'Moryn is de slimste onder ons, dus houd je mond maar.' zei Brian geïrriteerd. Brian was sinds de bruiloft van Pien en Roger alleen maar chagrijnig geweest en had geen woord gewisseld met Roger. 'Jongens, we moeten niet elkaar afslachten, maar de tegenstander.' probeerde John de discussie te sussen. 'Als iedereen gewoon zijn mond houdt doen we er geen uur over om een paar mensen in te delen.' riep Henry vanaf zijn boomstam. Ector stopte met zeuren en iedereen hield zijn mond. 'Dankje.' zuchtte Henry 'Dan ga ik nu verder met mijn verhaal, dat al veel te lang duurt om te vertellen. Dus als iedereen kan stoppen met onderbreken zou dat erg fijn zijn. James, jij gaat met mij en de boogschutters zijn al verdeeld. Brian, jij gaat ook met mij mee. John, jij gaat mee met Guy. Roger, jij gaat mee met Ector. Jan, jij ga-' probeerde Henry zijn verhaal af te maken, maar nu kwam Roger in protest. 'Denk jij dat ik met die twee hier weken lang ga zitten! Ik bedoel je kan niks goed doen volgens de een en de ander is ouder dan dit bos.' 'Jij ongelofelijke onbeschofte, spuuglelijke-' begon Ector zijn belediging, maar Henry negeerde het en praatte er hard doorheen om er bovenuit te komen. 'Jan, jij gaat mee met Guy.' bij de groep van Guy klonk een diep zucht en een aantal protesten. 'En Lowis.' Henry schreeuwde nu bijna om boven iedereen uit te komen. 'Lowis jij gaat mee met. Uhm.' Henry keek de groepen langs, maar wist niet waar hij Lowis kwijt moest. Hij had namelijk niet echt een toegevoegde waarde, maar niemand zou het fijn vinden als hij stierf. Uiteindelijk rustte zijn blik op Guy, die stond te springen en te zwaaien met een arm om Henry duidelijk te maken dat hij Lowis graag in zijn groep wilde. 'Lowis jij gaat bij Guy.' Lowis rende naar Guy, omhelsde hem en samen begonnen ze, terwijl ze elkaar omhelsde, te springen van vreugde. 'Juist, ja.' zei Henry zacht. 'En dan nu afscheid nemen want we gaan splitsen.'

Ze wisten niet precies waar Leonard zat en ze wisten ook niet of Kersenbloesem bij hun zat. Henry keek op de kaart van het bos. Henry had een kruis gezet op de plek waar Leonard ongeveer zat. Ze waren nu een dag gescheiden van de andere groepen en ze konden elk moment bij het kamp van Leonard uit komen. Henry hoopte dat Guy er ook bijna was. Volgens zijn plan zou Guy er nu ook zijn. Ze hadden afgesproken om aan te vallen om 3 uur. Het zou nog een uur duren en dan zouden ze uit hun schuilplek komen en de troepen van Leonard allemaal neersteken. 'We zijn er bijna, dus ik vertel nu het verhaal. We moeten straks stil zijn zodat het een verrassingsaanval blijft. Over een half uur komen we aan op het punt. Daar wachten we een half uur en dan vallen we aan. Ondertussen vallen Guy en Ector van de andere kanten aan en dan hebben we ze!' riep hij enthousiast.

Iedereen lag in de greppels van het bos. Over 15 minuten zouden ze aanvallen. James en een aantal van zijn boogschutters stonden achter de bomen en zaten in de struiken. Zij zouden zo niet meerennen, maar van een afstand op de vijand schieten. Brian, die bij de 20 ruiters stond was nu zelf ook op een paard geklommen, klaar voor de aanval. Henry kek naar Brian, hij was al de hele tijd chagrijnig geweest en Henry vroeg zich af waarom. Henry kroop uit zijn schuilplaats en liep naar Brian. 'Alles oke?' vroeg Henry. Hij had blijkbaar een gevoelige snaar geraakt. 'Nee! Nee, het gaat niet oke!' viel hij uit. Henry deinsde achteruit. 'Die klootzak kan ook nooit wat goed doen! Hij denkt alleen maar aan zichzelf. Hij is een egoïst en denkt aan helemaal niemand. Ik ben er klaar mee z'n mama te spelen en altijd maar te zeggen dat hij "dat beter niet kan doen".' Henry keek Brian verbaasd aan. Hij dacht dat Brian klaar was, maar hij ging nog door. 'Ik ben er klaar mee! Ik ben zijn mama niet ik stop ermee! Ik bedoel dan is het oorlog en dan besluit hij even te trouwen.' Brian keek Henry strak aan. 'EN HET BOEIT HEM NIET EENS' Henry probeerde Brian rustig te houden, omdat ze heel dicht bij Leonard waren en hij niet wilde dat ze werden betrapt net op het laatste moment. 'Als hij nog één keer iets uithaalt vliegt hij eruit.' zei Henry om Brian te sussen. Brian knikte tevreden. 'Dat is zijn verdiende loon.' Henry knikte, dat kon hij namelijk niet ontkennen. 'Maar kan je het niet beter goed met hem maken. Het is nu namelijk niet het moment om oorlog te voeren met onze eigen troepen. Vertel hem gewoon dat je hem niet meer helpt als hij je nodig hebt.' Brian keek Henry wanhopig aan. 'Hij luistert toch niet.' Henry glimlachte. 'Geloof me hij luistert wel. Hij wil het gewoon niet laten zien.' Henry draaide zich om. 'Als ik het teken geef vallen jullie aan.' zei hij nu tegen iedereen. De soldaten knikte. Op dat moment zag Henry aan de overkant een hoofd tussen de bomen. Een jongen met donkerblond haar liep zo'n 100 meter voor hem door de struiken. Voor een seconde dacht Henry dat het Lowis was, maar toen zag hij naast de jongen het weerkaatsen van de zon in harnassen. Hij had niet verwacht dat ze zo dichtbij de tegenstander zouden zitten. Of waren de mannen op het geschreeuw van Brian afgekomen? Henry dacht razendsnel na. Ze zouden eerst deze mannen aanvallen en daarna doortrekken naar de tenten van Leonard. Het was 5 minuten te vroeg, maar Guy zou het geschreeuw wel horen en hen steunen bij de aanval. Hij gaf het teken en de mannen kwamen uit hun schuilplaats. Ze renden op de andere groep af. De zon weerkaatste op hun harnassen waardoor de vijand moeilijk kon zien met hoeveel ze waren en je al helemaal geen gezichten kon herkennen. Ze trokken hun zwaarden en renden harder en harder. De ruiters vertrokken net achter hun en daarachter kwamen de ridders en Henry. Tot de verbazing van Henry zag hij dat de tegenpartij dezelfde opstelling. Ze kwamen dichter en dichter bij elkaar. James schoot een pijl in de arm van een van de ruiters, die viel van zijn paard. Henry kon niet zien wie het was, de jongen had bruine krullen en lande hard op de grond. De andere paarden wijkte voor hem uit en reden door. Tussen de ridders rende een vrouw in een roze jurk. Henry kon geen gezicht zien, maar dacht echt Pien te zien. Hij werd gek dacht hij. Hij werd echt gek. De groepen waren nu enkele meters van elkaar verwijderd en de eerste ridders begonnen te vechten. Een van de boogschutters van de andere kant schoot een pijl net naast Tristan, die van de schrik viel. Gawain tilde hem met gemak op en zette hem weer overeind. Henry zag nu een man op een paard. Hij had rood haar en droeg een hemelsblauwe mantel. Henry zag nu ook de vaandels. Vaandels van Cashewlot. Hij knipperde met zijn ogen. 'STOP!' schreeuwde hij. Als een echo klonk van de andere kant een hoge stem:'STOP!' De troepen stopten met vechten en keken verbaasd naar hun tegenstander. Henry had gelijk. Ze hadden de groep van Guy aangevallen.

Het duurde even voordat mensen begonnen te praten en bewegen. De meeste van de groep waren zo verward dat ze aan de grond genageld leken te zijn. James kwam razendsnel uit zijn schuilplaats en sprintte naar degene die hij had geraakt. Brian en Henry volgde hem. Guy en groepje soldaten stonden al om hem heen. James ging op zijn tenen staan om langs over de schouder van de grote Gawain te kijken. Lowis kwam ook wanhopig aanrennen en duwde een paar mensen opzij. James kon niks zien en wrong zichzelf naar voren. 'Alles oke?' vroeg Lowis. John, die was geraakt kwam overeind. 'Ja hoor, alles oke. Niks aan de hand. Het gaat helemaal goed. Er is niks aan de hand.' probeerde hij zelfverzekerd te zeggen. 'Zo ziet het er anders niet uit.' zei Brian. 'Nee het gaat ook helemaal niet goed.' zei John daarna pijnlijk en hij zakte in elkaar. Gawain tilde hem op. 'Ik breng hem wel naar Moryn.' zei hij met zijn lage stem. 'Ik kan best zelf lopen hoor. Maak je maar geen zorgen over mij.' zei hij tegen Gawain. 'Nee dat kan je niet.' zei Gawain. 'Sorry.' piepte James tegen John.

Behalve John was er niemand gewond op een paar schaafwonden na. 'Hoe kon dit gebeuren?' vroeg Guy. Tristan zuchtte. 'Ik was net zo blij dat ik eindelijk echt kon vechten.' Henry negeerde zijn opmerking. 'Ik was met Brian in gesprek en hij uhm flipte een beetje. Toen schreeuwde hij en toen zag ik iemand. Ik dacht dat de tegenpartij ons had gehoord en zou aanvallen. Die persoon was dus Lowis.' 'Hoe kan iemand zo onhandig zijn.' lachte George. 'Dus als ik het goed begrijp hebben we elkaar aangevallen omdat jij een geluid hoorde?' vroeg Owain, die het weer niet begreep. Iedereen keek hem verbaasd aan. 'Nee!' klonk het in koor. 'Huh, wat dan?' zei hij niet begrijpend. 'We vielen aan omdat we Lowis zagen.' zuchtte Tristan. 'Ohhh, zeg dat dan meteen.' zei Owain. Henry sloeg zijn hand tegen zijn voorhoofd. 'Weet iemand waar de groep van Ector is?' vroeg Henry na een stilte. 'Ze zijn al 3 dagen te laat.' 'Nee, geen idee.' zei Tristan. Owain en Guy haalden hun schouders op. 'Ze hadden de kortste route en zouden 1 dag voor ons aankomen. Zou er iets gebeurd zijn?' vroeg Herny een beetje bezorgd. 'Misschien zijn ze gewoon verdwaald?' suggereerde Guy. 'En ik hoop zo dat de groep van Richard, Leonard niet aanvalt' voegde Henry toe. 'Tristan vertel Lucy dat ik wil dat ze samen met James op verkenning gaat in het gebied van Leonard.'

De groepen wachtten en wachtten, maar de groep van Ector kwam niet. Het weer was omgeslagen van zonnig naar regenachtig en de regen druppelde van de randen van de tenten. Het eens zo groene gras was nu vertrapt en verandert in modder. De meeste van de soldaten en ridders lagen er een beetje doelloos bij of waren aan het trainen. Ze waren al een week aan het wachten op de groepen. Lowis probeerde de modder en het water uit de tenten te vegen. En hing al de kleren op zodat ze droog bleven. Een paar dagen geleden waren Lucy en James teruggekomen met het nieuws dat ze ongeveer 5 kilometer verwijdert waren van Leonard en dat Kersenbloesem zijn kamp in de buurt had opgesteld. Ze zouden hier nog 1 week blijven en die tijd was bijna om door het wachten op de groep van Ector. Leonard was met meer m dan hij dacht dus hij moest wel wachten op de andere groep. Henry werd ongeduldig. 'Als ze over een uur hier nog niet zijn vallen we morg-' begon Henry met zeuren, maar hij werd onderbroken door boos geschreeuw. 'Hou je bek, snotjong! We zijn er nu toch!' klaagde een oude man met een lage stem. 'Ja! Een week te laat idioot!' klonk een boze hogere stem. 'Ja als jij niet was geflikkerd van dat rot paard waren we er al een week eerder!' Henry sloeg het doek van zijn tent open en zag Ector en Roger voor een groep lopen. De groep was aangekomen. Henry liep boos naar buiten. 'Daar zijn jullie eindelijk! Jullie zijn maar een week te laat.' zei hij geërgerd. Roger en Ector negeerde hem en gingen verder met hun discussie. 'Als jij gewoon de route had gevolgd.' ging Roger verder. Henry sloeg met een tak tegen een harnas wat een hels lawaai maakte en Roger en Ector keken geschrokken op. 'Waarom zijn jullie in vredesnaam een week te laat. Een hele week!' zei Henry boos. 'Roger was van zijn paard gevallen.' begon Ector snel. Roger keek hem boos aan. 'Denk je nou echt dat we daardoor een week vertraging hebben. Jij wilde zo nodig van de route af.' beet Roger hem toe. 'Vroeger gingen we nog gewoon van de sterren uit. Vroeger vielen we niet van onze paarden. Vroeger luisterde we nog gewoon naar mensen.' deed Roger een impressie van Ector. Ector greep naar zijn mes en Roger raapte snel een tak uit de modder. 'Wat zijn jullie een stelletje idioten. We voeren geen oorlog tegen elkaar, maar tegen een ander leger oke!' zei Henry geïrriteerd. 'We zoeken geen problemen, maar gewoon wat plezier. We vechten voor de lol.' zei Roger en hij lachte gemaakt naar Ector. Henry rolde met zijn ogen. 'Jullie vechten gewoon niet. Is dat duidelijk!' Roger en Ector knikte. 'Morgen vallen we aan en jullie gaan niet eens in elkaars buurt staan morgen is dat duidelijk. Jij komt nu dus maar met mij mee.' Henry wees naar Roger, die de tak voor de voeten van Ector smeet en naar Henry liep. 'John is gewond geraakt dus ik wil niet dat hij morgen meevecht. Ik w-' 'Gewond geraakt?!' zei Roger geschrokken. 'Hoe dan? Zijn jullie al aangevallen? Hebben jullie al gevochten? 'Dat is een lang en ingewikkeld verhaal.' zei Henry om niet het hele verhaal uit te moeten leggen. 'Ik wil dat jij met hem hier blijft en ook bij de andere die hier blijven blijft. 'Dus ik mag niet mee?' vroeg hij teleurgesteld. 'Nee, je mag niet mee. Het lijkt me verstandig als er iemand hier blijft en er zijn op dit moment mensen, die een beetje boos op je zijn en ik heb liever niet dat we straks elkaar staan af te slachten.' Roger zuchtte 'Oke, ik blijf hier wel.' Toen hij dat zei klonk er gedonder en begon het te regenen.

De dag daarna bleef het regenen, de aanval zou dus plaatsvinden in de regen. Iedereen was er klaar voor. Ze liepen naar de plek die James en Lucy hadden aangegeven als de locatie van het kamp van Leonard en Kersenbloesem. Ze liepen nu samen voorop om de rest de weg te wijzen. Lucy en James hadden het altijd goed met elkaar kunnen vinden en de laatste tijd gingen ze nog meer met elkaar om dan ze al deden. Henry was blij voor James. Aangezien hij het verlies van Will nog steeds niet kon verwerken was het wel goed dat hij nu zo gelukkig was met Lucy. De mannen waren er klaar voor, dat zag Henry aan hun gezichten. De meeste keken strijdlustig om zich heen of praten met elkaar over hoe ze de vijand " wel te grazen zouden nemen".' Henry hoorde Lucy giechelen en James lachen. Ineens stopte het gelach. 'Henry.' James wenkt Henry. Henry liep door de modder naar James. 'Wat is er?' vroeg Henry gespannen. 'We zijn er bijna.' zei James. Hij wees naar een aantal rode en roze tenten in de verte. 'Abnoba.' fluisterde Henry. De vijand had hun kamp opgeslagen net over de rivier Abnoba. De regen kletterde op de harnassen en de tentdoeken aan de overkant. Henry hoopte dat Richard het kamp nog niet had aangevallen en wachtte op de troepen van Henry. Ze waren 2 weken later dan gepland en het geduld was op. De rest van de groep had ondertussen gezien dat ze waren aangekomen en was gestopt met lopen en praten. Met een aantal gebaren maakte Henry duidelijk wat de bedoeling was. Iedereen stond net op zijn plek klaar toen er plots geschreeuw klonk. Henry keek vlug naar de kant waar het geluid vandaan kwam. Owain, die niet had begrepen dat hij aan de andere kant moest staan, werd vastgehouden door een ridder met een rode mantel. Een aantal ridders van Henry's troepen rende richting de ridder om Owain te helpen. Op dat moment kwamen er 10 tallen ridders uit de bosjes. Ze waren verraden. Iemand had hun verraden. Henry keek vliegensvlug om zich heen en bekeek de situatie. De meeste van zijn ridders keken geschrokken om zich heen. 'VOOR CASHEWLOT.' schreeuwde Henry en hij hief zijn zwaard. De ridders kwamen weer in beweging en begonnen te vechten. Gawain sloeg de ridder, die Owain vast had gehouden tegen de grond en Owain hijgde en kuchte en viel in de modder. De modder besmeurde zijn blauwe mantel. Gawain tilde hem op en duwde hem snel Owain's zwaard terug in zijn handen. Samen begonnen ze de andere ridders te helpen. Het ging nog harder regenen. Het goot. Je kon niks anders meer horen dan de regen en ijskoud gegil van gewonden. Guy veegde zijn natte rode haar uit zijn gezicht en probeerde een ridder van achter aan te vallen, maar gleed uit. Hij landde in de modder, die opspatte in zijn gezicht. Guy veegde haastig de modder uit zijn gezicht. De ridder draaide zich om en probeerde Guy neer te steken, maar die kon net op tijd weg rollen. Guy probeerde op te staan, maar gleed telkens weer uit in de modder, die ondertussen overal zat. Zijn rode haar was al lang niet meer rood, maar zat helemaal onder de modder. De ridder dreigde nog een keer te steken. Guy kneep zijn ogen dicht en bereidde zich voor op het ergste, maar op dat moment hoorde hij het geluid van iemand die in de modder valt. Guy opende angstig zijn ogen en zag de ridder op zijn buik in de modder liggen. In zijn rug stak een pijl. Guy keek om zich heen en zocht de schutter. Toen zag hij hem zitten. James was een boom in geklommen en schoot vanuit daar pijlen af op iedereen. James glimlachte en zwaaide naar Guy. Guy wilde zwaaien, maar hoorde toen Lucy gillen. James keek vlug in de richting van het geluid. Een ridder had Lucy vastgepakt bij haar pols en hield haar boven het water van de rivier. James mikte en raakte de ridder recht in zijn voorhoofd. Het bloed stroomde over zijn gezicht en hij greep naar de pijl. Toen hij dit deed liet hij Lucy los, die in het water viel. James sprong uit zijn boom en sprintte richting Lucy, die nu af en toe kopje onder ging en wanhopig met haar armen zwaaide in een poging niet te verdrinken. James stapte behendig over het lijk van de ridder en trok de pijl uit zijn voorhoofd. Hij pakte een grote tak en gooide hem richting Lucy. Een ridder te paard probeerde hem van achter neer te steken, maar Henry stak de ridder in zijn zei zodat de ridder van zijn paard viel. Lucy pakte de tak en James trok haar op de kant. Lucy kuchte en snikte en viel in zijn armen en James omhelsde haar. Samen klommen ze een boom in en James ging verder met schieten alsof er niks was gebeurd. Het zag er niet goed uit voor Cashewlot. Door de onverwachte aanval waren er al veel ridders gestorven of gewond. Door de regen was het gras verandert in modderig waardoor de wonden van de gewonden helemaal onder de modder zaten en de meeste niet meer te redden waren. Het bos lag bezaaid met lijken waardoor het moeilijk was om te rennen.
Tristan, die altijd zo had uitgekeken naar het neerhalen van de vijand, zat verscholen achter een boom met opgetrokken benen. Dit was zijn eerste gevecht en hij was in de eerste 10 minuten al gewond geraakt. Hij drukte zijn handen tegen zijn been, waar een grote snee in zat. Het bloed ging door zijn vinger heen en droop samen met de regen van zijn handen, die rood kleurde. Hij haalde vlug adem en probeerde het bloeden wanhopig te stoppen. Tevergeefs, hij verloor enorm veel bloed en langzaam verslapte zijn greep. Tristan sloot zijn ogen en leunde tegen de boom. Zijn armen hingen slap in de modder. Hij dacht dat hij heldhaftig zou sterven en niet nu al op deze leeftijd. Alleen tegen een boom. Doodbloedend. Tristan keek wazig naar de donkere wolken aan de hemel. De regen kletterde in zijn gezicht. Is dit de plek waar hij van had gedroomd? Hij dacht aan zijn moeder. Hij miste haar en wilde dat ze hem zou komen troosten. Hij zou haar nooit meer zien. Hij zou nooit meer thuis komen. Nooit meer. Hij had maar 1 dag een held kunnen zijn. Hij sloot zijn ogen en zakte in elkaar.
'Terugtrekken!' klonk het uit de verte. Richard kwam aan met 4 grote kanonnen en de paar mensen, die met hem mee waren. De kanonnen kwamen amper vooruit door de modder. Hij vuurde een van de kanonnen af en raakte een groep ridders van Kersenbloesem. 'Terugtrekken!' riep hij weer. Henry gebaarde dat iedereen terug moest trekken. 'Ben je helemaal gek?! Je kiest toch niet voor een nederlaag vroeger toen ik-' begon Ector. Henry onderbrak hem. Hij moest schreeuwen om boven het gekletter van de regen en het geschreeuw uit te komen. 'Ja ik kies voor een nederlaag. Als we nu allemaal sterven heeft dat geen nut! We kunnen een tweede aanval voorbereiden.' Ector bleef staan. 'Je wilt gered worden, maar niemand komt je redden, Ector. We kunnen beter weggaan. Kijk nou naar al die pijn om je heen. Er zullen mensen zijn die gewoon toekijken hoe iedereen pijn lijd en sterft, mensen die hopen of bidden dat we dit winnen. Maar waarom zouden we blijven.' Daniel, de al best oude man, kwam aanlopen en zag dat Ector niet luisterde. 'We kunnen nog steeds winnen ondanks de verliezen, maar niet nu.' Ector keek naar de groepen van Henry en George, die teruggetrokken waren. 'Oke dan.' En met tegenzin liep hij achter ze aan.

Ze hadden grote verliezen, maar het grootste deel van de groep was nog in leven. Een aantal ridders waren later nog teruggegaan om de gewonden op te halen. De gespierde altijd stoere Gawain zat nu verslagen op een steen. Hij had gehoopt dat de ridders Tristan terug zouden brengen aangezien hij vermist was, maar Tristan was nooit teruggekeerd. Moryn had het nog nooit zo druk gehad met het verzorgen van gewonden en was de hele dag in de weer met kruiden. Henry was bang voor een aanval van de vijand en zette elke nacht iemand op wacht bij de rivier. 'Wat een ramp.' zuchtte hij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top