Hoofdstuk 16: Het plan van Leonard
Koning Leonard zat starend aan de lange eettafel in de grote zaal. 'Heer, moet u niets eten?' zei raadsheer Paul, die in een donker hoekje van de zaal stond. Leonard keek hem berispend aan. 'Nee nee. Ik heb al 10 gebraden kippen gegeten, denk je dat ik nog honger heb?' Paul keek vertwijfeld. 'Nou meestal eet u er 16..dus..' zei hij onzeker. Leonard gromde. 'Spreek me niet tegen Paul. Waar is mijn vrouw? Is ze weer tienduizenden jurken aan het passen?' vroeg Leonard nors. Paul knikte kort. 'Ehm Ja meneer dat denk ik wel.' maar net toen hij dat zei werden de deuren van de grote zaal open gesmeten en kwam er een kleine, mollige vrouw naar binnen. Ze had een rode, krullerige pruik op en dikke roze wangen, vol poeder. Verder droeg ze een knalroze hoepel-jurk met laagjes en twee roze speldjes in haar haren. Ze liep op grote, roze hakken met twee afzichtelijke roze bollen erop gespeld. Ze spreidde haar armen naar koning Leonard en kirde: 'Hallo lieverd! Hoe vind je dat ik eruit zie? Prachtig hé?' Koning Leonard keek op en gleed met zijn ogen over de vrouw. 'Eh ja hoor. Ga zitten eh mijn dotje.' mompelde hij. De vrouw lachte en ging zitten aan een aangeboden stoel door Paul. 'Dankje Paultje. Oh je raad nooit wat die dienstmeid van een Marlou heeft geregeld!' riep de vrouw opgewekt uit. Koning Leonard had verveeld zitten toekijken, totdat zijn vrouw de naam "Marlou" uitsprak. 'Wat zei je Marie? Iets over ene Marlou?' vroeg hij met opgetrokken wenkbrauwen. 'Oui oui!' antwoordde Marie in het Frans. 'Ze is een verrukkelijke meid! Ze heeft voor mij deze jurk genaaid en mooi opgevrolijkt.' voegde ze eraan toe. Koning Leonard keek haar verontwaardigd aan. 'Maar Marie! Ze heeft ervoor gezorgd dat onze dochter Leonore niet met koning Henry kon trouwen! Ze is een verraadster!' zei hij gekweld. Marie keek hem streng aan. 'Ik heb haar aangenomen als mijn trouwe dienstmeid omdat Leonore haar niet meer wilde hebben. En zeg nou zelf, deze jurk is fantastisch!' zei ze en ze glimlachte tevreden. Leonard zuchtte. Hij kon zijn vrouw moeilijk tegenspreken. Marie gaf een klopje op zijn arm en stond op. 'Maar goed Leonard. Je doet haar dus niets aan! En nu ga ik, want er moet nog veel gebeuren!' en met die woorden liep ze glunderend weg. Leonard zuchtte. 'Alle bommen en granaten, wat is die vrouw koppig heer.' grinnikte Paul. 'Zal ik Marlou dan maar arresteren?' voegde hij er gretig aan toe. Koning Leonard wendde zich woedend naar zijn raadsheer. 'Denk maar niet dat ik Marlou ga arresteren! Ze heeft er dan wel voor gezorgd dat Leonore niet met Henry kon trouwen, maar mijn vrouw neemt haar nu stevig onderhanden. Hoop ik..' eindigde hij onzeker. Toen lichtte zijn ogen kwaadaardig op. 'En zeg nooit meer iets lelijks over mijn vrouw. Ze is van adel en jouw koningin, begrepen!' zei hij op dreigende toon. Paul knikte. 'Sorry heer.' Hij probeerde onschuldig te kijken, maar het leek niet alsof het hem speet. 'Ik wilde u noch uw vrouw beledigen.' Leonard knikte, hij vertrouwde Paul nog niet helemaal. Koning Leonard zuchtte. 'Marie-Antoinette mag dan wel mijn gekke Franse vrouw zijn, maar je hebt wel gelijk. Ze is nogal koppig. Misschien zou ik Marlou kunnen laten spioneren. Dat lijkt me een prima klus voor-' 'Mij heer!' onderbrak Paul hem en hij keek weer gretig. Koning Leonard keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Ik dacht dat het meer iets zou zijn voor Robin. Hij is een uitstekende boogschutter en weet dus hoe hij zich zonder geluid kan verplaatsten. Hij zou Marlou in het oog kunnen houden.' zei koning Leonard langzaam. Paul keek hem verbluft aan maar herstelde zich vrij stel. 'Eh ja heer. Dat eh..Is of zou een uitstekende keus zijn geweest als Robin te vertrouwen zou zijn!' zei hij snel. Koning Leonard keek hem verbijsterd aan en barstte toen in lachen uit. 'Jij verdenkt ook iedereen van verraad hé Paul. Nee, ik laat het Robin doen en daarmee uit!' grinnikte hij. Hij sloeg met zijn hand op tafel en stond op. 'En nu is het tijd dat jij het hem dat gaat vertellen. En denk erom: geen smoesjes. Vertel hem gewoon eerlijk wat hij moet doen!' Paul knikte langzaam, op zijn gezicht lag een ondoorgrondelijke uitdrukking. Maar hij knikte. En ook hij stond op en verliet de zaal.
'Dus onze lieve koning wil dat ik Marlou ga bespioneren?' vroeg Robin de boogschutter met een fronsend gezicht. Paul schudde zijn hoofd. 'Nee nee nee. Hij wil dat je haar observeert. Dat is iets heel anders.' zei hij sluw. Robin keek hem vreemd aan. 'En waarom zou ik hem helpen? De vorige keer bij dat riddertoernooi wat koning Henry organiseerde, was koning Henry aardiger tegen mij dan onze eigen koning. Ik krijg nooit klusjes of promotie aangeboden, waarom nu opeens wel? Of is dit weer een of ander plannetje van jou Paul?' en hij keek Paul aandachtig aan. Paul schudde zijn hoofd weer, maar werd rood. 'Nee. geloof me nou maar. Koning Leonard denkt dat jij het beste kan bespioneren ehh- observeren. Ik ben het er ook niet mee eens, ik bedoel ik zou het zelf ook gewoon prima kunnen doen maar-' 'Hij vertrouwt je niet.' opperde Robin. Paul werd roder. 'Nou nee, dat zei hij niet maar..' Robin keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Ja tuurlijk. Maar even serieus Paul. Als ik die "klus" aanneem, heeft dat geen nare gevolgen voor mij?' vroeg Robin. en hij richtte zijn aandacht op de pijl die hij aan het bewerken was. Paul schudde zijn hoofd. 'Volgens mij niet. Echt waar.' zei hij. Robin knikte. 'Oke dan, klus aanvaard. Zeg dat maar tegen Leonard.' zei hij en hij wendde zich af van Paul, ten teken dat hij moest gaan. Paul knikte nijdig. 'Oh nog een ding boogschutter. Ik ben wel de raadsheer van de koning. Vergeet dat niet. Een beetje beleefdheid kan nooit kwaad.' mompelde hij. Robin negeerde hem en Paul liep met grote passen weg.
'Lief dagboek. Ik heb geen idee waar hij nu is, waarschijnlijk op Cashewlot. Hij is een sterke man en ik hoop dat ze hem aankunnen daar. Maar..Ik mis hem zo. Wat moet ik doen? Ik kan geen contact met hem opnemen, als Leonard erachter komt...Of Marie-Antionette..Of nog erger: Leonore. Ze vilt me levend. Daar zie ik haar wel voor aan. Ik wordt gek van frustratie. Het liefst zou ik hem willen opzoeken, maar ik weet niet eens of hij weet dat ik besta. En ik weet niet zeker of hij in Cashewlot is, het zou namelijk goed kunnen dat hij ergens anders is. Ook mis ik iemand anders. Maar ik kan niet te veel in je schrijven, zo meteen komt iemand erachter dat-
'Wat is dit?' fluisterde Robin. Hij stond in Marlou's kamer. Hij had haar weggelokt met de leugen dat Marie-Antoinette haar nodig had. En nu stond hij naast haar bed, leunend op een klein kastje naast haar bed. Hij hield een schrijfboekje in zijn handen, wat verdacht veel leek op een dagboek. Hij wist dat hij eigenlijk niet mocht neuzen in andermans spullen, maar hij werd nieuwsgierig toen hij het boek opensloeg en zag dat het zo te zien echt een dagboek was. Hij bladerde tussen de bladzijden. Het boek was zo wat volgeschreven, met allerlei ervaringen van Marlou. Hij las iets over ene Guy. Robin pijnigde zijn geheugen. 'Die vent kwam volgens mij uit Rijk Cashewlot.' mompelde Robin. Hij richtte zich weer op de bladzijde die hij net had gelezen. 'Wie miste ze? Sloeg dat op Guy? Nee, ze miste twee mensen. Maar blijkbaar waren ze niet van Leonards Rijk. 'WAT DOE JIJ IN MIJN KAMER.' krijste een stem plotseling achter hem. Met een ruk draaide Robin zich om. Marlou stond als verstijfd bij de deur. 'W-wat..hoe heb je-' begon ze stamelend. Robin liet het dagboek met een luide klap vallen. 'Ik..ik..Het spijt me Marlou. Ik had dit nooit mogen lezen.' zei Robin verontschuldigend. Marlou staarde hem een seconde aan en rende toen wild op hem af. 'HOE KAN JE!' krijstte ze. 'JE HEBT HET OOK NOG ECHT GELEZEN!' en ze stompte tegen zijn arm. Robin schrok en deinste achteruit. 'Rustig Marlou! Ik-ik wilde je niet beledigen ofzo-' 'NIET BELEDIGEN NEE, MAAR WEL IEMANDS PRIVACY BESCHADIGEN!' tierde ze, terwijl ze hem nog steeds schopte en sloeg waar ze hem raken kon. Toen viel ze opeens stil en liet zich snikkend op de grond vallen. 'Goed! Vertel het ze maar. Vertel maar tegen Leonard dat ik een verrader ben! Ik zal worden opgehangen, maar wat maakt het uit! Ik ben toch al alles kwijt. Iedereen van wie ik hield!' snikte ze. Robin stond aan de grond genageld naar haar te kijken. Toen liet hij zich op zijn knieën vallen en begon haar te troosten. 'Waar heb je het over Marlou?' vroeg hij voorzichtig. Marlou hief een betraand gezicht op. 'Verraad je me dan niet?' vroeg ze. Robin aarzelde. 'Vertel eerst nou maar waarom je zo overstuur bent. Misschien is het gewoon een misverstand.' zei hij ten slotte. Marlou haalde trillerig adem. 'Oké. Nou je weet vast nog wel dat prinses Leonore met koning Henry wilde trouwen, maar dat ze dat uiteindelijk niet hebben gedaan om..om bepaalde redenen.' stamelde ze. Robin knikte met een fronsend voorhoofd. 'Ja..' zei hij langzaam. 'Maar dat was toch omdat uiteindelijk bleek dat Leonore een vuile verraadster was? Oh eh..ik bedoel een lieve, sluwe prinses was?' zei Robin geschrokken. Marlou glimlachte. 'Ja. Maar ik zal heus niet vertellen tegen iemand dat je haar zo noemde hoor. Ik mag haar ook niet.' zei ze en ze beet op haar lip. Robin keek haar geïnteresseerd aan. 'Hoezo? Heeft ze je wat aan gedaan?' grapte hij. Meteen had hij spijt van wat hij had gezegd. Marlou keek hem aan en haar ogen vulde zich weer met tranen. 'Sorry.' zei Robin zacht. Marlou snifte. 'Geeft niet. Maar je hebt gelijk. Ze- ze wilde me maar al te graag ophangen, toen ze erachter kwam dat ik tegen Gu- eh tegen de sheriff daar had gezegd dat ze niet te vertrouwen was. Ze wilde Henry met liefdesdrank omkopen, zodat ze zijn rijk voor hem alleen had. Leonard was daar niet van op de hoogte, maar later toen hij daar achter kwam verdedigde hij zijn dochter. Hij gaf de schuld aan mij, dat ik Leonore had omgepraat en haar zou hebben gedwongen. Daarom hebben de andere koningen hem met rust gelaten. Hij was bang voor ze, dus verzon hij die smoes. Hij zou me gemakkelijk hebben opgehangen, als Marie-Antoinette niet voor me was opgekomen. Ze vond me een uitstekende dienstmeid. En aangezien zij er nog een nodig had en Leonore me niet meer wilde hebben, heeft zij mij van Leonore overgenomen. Ze kwam net naar me toe om te zeggen dat ik veilig was.' vertelde Marlou. Robin knikte. 'Gelukkig valt Marie dan wel mee.' zei hij vragend. Marlou aarzelde. 'Ja..Misschien wel. Ze is inderdaad een lieve vrouw. Maar ik vraag me af of ze me zou verdedigen als ik niet zo goed bij haar in de smaak was gevallen.' besloot ze. Robin zweeg. 'Dat..Dat is echt een best wel verschrikkelijk verhaal Marlou.' zei hij onhandig. Marlou knikte. 'Weet ik.' was haar antwoord. Ze keek hem aan. 'Maar wat was je eigenlijk in mijn kamer aan het doen?' vroeg ze, haar toon was vriendelijk maar ze kon haar kalmte niet helemaal bewaren. Haar stem trilde terwijl ze praatte. Dat hoorde Robin. Hij keek haar onschuldig aan. 'Het spijt me echt Marlou.' hij zuchtte. 'Ik moest van koning Leonard je bespioneren. Zijn raadsheer je weet wel, die gekke Paul, vertelde dat hij je niet helemaal honderd procent vertrouwde. Vandaar dat ik je moet bespieden om te kijken of je contact hebt met iemand uit Rijk Cashewlot.' biechtte hij op. Marlou's mond viel open. 'Denkt hij nou echt dat ik zo dom ben om contact te hebben met iemand van Cashewlot terwijl ze me al een verrader vinden?' vroeg ze ongelovig. Robin haalde zijn schouders op. 'Nou, je schreef er wel over in je dagboek. Als iemand dit leest, zoals ik, ben je er gloeiend bij.' bracht hij haar in herinnering. Ze keek hem fel aan. 'Ja, maar sommige mensen zoals jíj zijn gewoon eenmaal te nieuwsgierig en gaan neuzen in andermans spullen.' beet ze hem toe. Robin knikte. 'Daar heb je gelijk in.' zei hij. 'Maar ik zei al dat het me speet. En dat meen ik oprecht.' zei hij en hij keek haar ernstig aan. Marlou zag in zijn ogen dat hij het oprecht meende en ontspande zich een beetje. 'Goed.' zei ze. 'Dan zal ik daar niet meer over beginnen. Maar wat ga je nu doen? Verslag uitbrengen bij Leonard of Paul?' vroeg ze. Robin schudde zijn hoofd. 'Ik had je belooft dat ik dat niet zou doen.' zei hij. 'Dat zei je ook tegen hem, die stomme Paul bedoel ik.' bracht Marlou er tegenin. Robin wist dat Marlou hem nog niet helemaal vertrouwde. 'Marlou, geloof me nou maar. Doordat ik je dagboek las en je het verhaal vertelde over Leonard en Marie-Antoinette, wil ik je helpen. Ik weet niet precies waarom, maar iets zegt me dat Paul en Leonard iets van plan zijn. En daarom vraag ik je om me te vertrouwen. Misschien kunnen we ze tegenhouden.' hij aarzelde. 'En daarbij, ik weet hoe het is om iemand te missen.' zei hij zacht. 'James, een goede vriend en boogschutter, is daar ook. Op Cashewlot. Als Leonard Henry haat, zou dat wel eens tot een oorlog kunnen uiten. Ik weet hoe Leonard in elkaar zit. En bedenk wel dat Paul zijn raadsheer is.' Marlou knikte. 'Oke kunnen we dan naar die vriend van je toe? Om hem te waarschuwen?' vroeg Marlou hoopvol. Robin dacht na. 'Ja, maar we moeten wel snel zijn..Als Leonard of Paul ons betrapt..' 'TO LATE!' schreeuwde iemand vanuit de deuropening. Paul keek hen verwilderd aan en likte enthousiast over zijn lippen. 'HEHEHEH JULLIE ZIJN ER GLOEIEND BIJ!' schreeuwde hij en hij wees dramatisch op Robin en Marlou. Marlou verstarde 'Nee het is niet wat het lijkt!' riep Robin. Maar Paul lachte kwaadaardig. 'De koning heeft zich zo in jou vergist! Hij dacht dat het een goed plan zou zijn om jou Marlou te laten afluisteren! Maar in plaats daarvan is meneer haar gewoonweg aan het versieren! IK was in ieder geval zo slim om je in de gaten te houden. Dat kan ik van de koning niet zeggen!' riep hij met verwilderde ogen. Robin had stil staan luisteren, maar nu barstte hij in lachen uit. 'Man! Je hebt het volkomen mis! Ik probeerde haar niet te versieren! Ik probeerde-' en hij ging dichter bij Paul staan. '-haar uit te horen..' en hij gniffelde. Maar Paul keek hem droog aan. 'Ja natuurlijk, doe maar alsof ik achterlijk ben. Trouwens je kan sowieso niets meer doen. De koning wil wraak. Waarschijnlijk zal hij over een paar weken bij het bos van Loch Arkaig zijn en daar zal hij dat geliefde Cashewlot van jou in de pan hakken. En jou, een verrader van zijn rijk, waarschijnlijk ook! ' zei hij spottend. Hij pakte Robin bij zijn elleboog en trok hem mee. 'Jij gaat mee naar de koning en-' 'IK DACHT DAT JE TE VERTROUWEN WAS!' gilde Marlou door de zin van Paul door. 'IK HEB JE HEEL MIJN VERHAAL VERTELT EN JIJ JIJ-' ze haalde zwaar adem. 'Ik dacht-' begon ze weer, maar Robin gebaarde dat ze stil moest zijn. 'Kom naar de grote eikenboom op de binnenplaats. Ik zal daar ook zijn, dan vertel ik je me wat mijn plan is. Ik zal wel iets later komen omdat ik nu mee moet naar de koning. Maar als je me vertrouwd, kom daar dan heen.' zei Robin zacht. Marlou keek hem ongelovig aan. 'Heb je bananen in je oren? Ik zei toch net dat ik je niet vertrouwde?!' siste ze. Paul stond als verstijfd in de deuropening, maar kwam nu weer bijzinnen. Hij lachte opgewonden. 'Ja ja, jij denkt dat je er zo onderuit kan komen hé Robin! Maar de koning zal je in vieren delen! Hij zal je martelen, verraden, vermorzelen, verpieteren! Tenminste dat hoop ik. Kom mee!' en hij trok Robin hardhandig achter zich aan.
Koning Leonard keek naar zijn eigen spiegelbeeld in een lepel. Hij zat in een luie stoel aan zijn bureau thee te drinken. Plotseling kwamen Paul en een verontwaardigde Robin binnengestormd. 'Ah heer.' begon Paul. Hij duwde Robin hardhandig voor zich uit. 'Ik heb een verrader gevonden heer.' zei hij met een gretige blik op Robin. Robin trok zijn wenkbrauwen op. 'Hoezo ben ik een verrader?' vroeg hij onschuldig. Paul keek hem kwaad aan. 'Jij was aan het samenzweren met de meid Marlou! Straf hem heer!' en hij wendde zich tot koning Leonard. Koning Leonard nam de tijd. Hij kwam langzaam overeind en legde zijn lepeltje neer. 'Is dat waar Robin? Heb ik jou de taak die ik je gegeven heb niet goed duidelijk gemaakt?' vroeg hij met een zware, dreigende stem. Robin keek hem zwijgend aan. 'Nee heer. Het was me heus wel duidelijk. Alleen-' 'Alleen hield je je niet aan de afspraak?' onderbrak koning Leonard hem ruw. Robin keek hem verbluft aan. 'Nee heer, alstublieft. Ik- ik..' maar zijn stem stierf weg. Koning Leonard knikte. 'Ah. Je verraadde me niet, maar snapte de opdracht wel? Waarom voerde je die dan niet uit?' vroeg hij teleurgesteld. Robin schudde zijn hoofd. 'Heer ik wilde u niet verraden, maar - u móét weten wat er met Marl-' 'Jammer. Erg jammer. Je laat je verleiden door een meisje, knul. Ik had beter van je verwacht. Je had haar moeten verraden bij mij. Maar in plaats daarvan verraadde je míj. De koning!' onderbrak koning Leonard hem luid. Kleine zweetdruppeltjes gleden langs Robins hoofd. 'Nee heer echt niet. Maar u moet naar me luisteren!' verdedigde hij zichzelf. Koning Leonard wierp hem een minachtende blik toe en lachte hard. Paul staarde met open mond naar de koning. 'Ik geef je nog één kans om mij te wreken. Vanavond tegen zonsondergang gaat Marlou op de brandstapel. Die heks is niet te vertrouwen. Ze verleidde die arme roodharige jongen en nu ook jou nog. Marie heeft zich in haar vergist, dat is duidelijk. En ik in jou, jongen. Jij krijgt vanavond nog één kans om te zeggen dat jij fout zat en je biecht op wat Marlou je vertelde. Daarna laat ik je gaan en verban ik je uit mijn rijk. Je hebt geluk dat ik je niet laat onthoofden voor je verraad!' gromde koning Leonard. Robin staarde hem alleen maar aan. Altijd had hij Leonard een aardige man gevonden, hartelijk zelfs. Maar nu kletste hij klinkklare onzin. Robin had zijn koning niet verraden! Tenminste..Zelf vond hij van niet. Hij wilde alleen Marlou helpen. 'Heer, u weet nog niet eens hoe ik u verraden heb. Bent u niet benieuwd?' vroeg Robin uitdagend, hij begon zijn zelfvertrouwen terug te krijgen. Koning Leonard werd rood van woede. 'Durf jij tegen mij te protesteren jochie?' vroeg hij dreigend. Robin schudde zijn hoofd. 'Ik vraag u alleen maar of u wilt weten wat ik gedaan heb. Het is heel erg.' voegde hij er treiterend aan toe. Paul gaf hem een duw. 'Houd je mond jij!' snauwde hij, maar Robin wuifde hem ongeduldig weg. Hij wilde naar Marlou, zodat hij haar kon redden. Het kon hem niets meer schelen of hij daarna werd onthoofd. 'Ik heb zoveel geheimen doorgebriefd! En uw dochter en vrouw belachelijk gemaakt, het was zo lachwekkend. Oh en ik heb haar verteld dat uw haar niet echt is, maar dat het alleen maar stro en hooi is! En ik heb-' 'GENOEG.' brulde koning Leonard erdoorheen. 'Neem hem mee! En laat iemand zijn mond spoelen! Hoe durf je zo brutaal tegen mij te doen! Ik ben wel je koning!' schreeuwde hij woedend. Robin grijnsde. 'Nou als u mij laat verbannen eigenlijk niet meer, heer.' zei hij met nadruk op het laatste woord. Koning Leonard brulde. 'GA WEG! LAAT HEM ONMIDDELLIJK VERBANNEN!' raasde hij tegen zijn wachters. De wachters schoven angstig naar Robin toe, maar Robin sprong weg. 'Dat zou ik niet doen Leonardje van me. Dan heb ik wat ik wil. Dan ben ik vrij en ben jij mijn koning niet meer. Maar als je me nou liet opsluiten-' 'LAAT HEM OPSLUITEN! NU!' tierde koning Leonard. Deze keer sprong Robin niet weg en de wachters grepen hem bij zijn kraag. 'Meekomen jij.' bromde ze. Robin haalde vrolijk zijn schouders op. 'Oke dan. Maar alleen omdat je zo aandringt.' en hij huppelde met de wachters mee. De deuren sloegen achter hem dicht en Robin hoorde nog nors gemompel van koning Leonard achter zich. Hij grinnikte. Het was hem gelukt, voorlopig. Door hem niet te verbannen was hij nog in het kasteel en kon hij samen met Marlou ontsnappen. Als hij wist waar Marlou nu was, dacht hij onzeker. De wachters duwden hem een zijgang in, maar Robin gaf de ene wachter onverwachts een harde elleboogstoot. 'AAAAUUU! STOM JOCH!' schreeuwde de wachter. Maar Robin negeerde hem en schopte de andere wachter voor zijn schenen. De wachter liet hem onmiddellijk los en hinkte van de pijn. Robin rukte zich los, maar wachter 1 had hem in een ijzersterke greep. 'Laat. Me. Los.' gromde Robin. Maar de wachter lachte. 'Had je gedacht ventje!' siste de wachter venijnig. Even werd Robin overspoelt door angst, maar toen gaf hij de wachter een klap in zijn gezicht. De wachter liet hem eindelijk los. Robin sprintte de gang door. Achter zich hoorde hij geschreeuw en gehijg. Hij keek achterom en zag dat Paul hem was gevolgd. De smiecht, dacht Robin. Robin sloeg onverwachts een hoek om en hij hoorde Paul met een vaart vloekend tegen de muur opbotsen. Robin zuchtte van opluchting, maar toen hij weer voor zich keek botste hijzelf ook ergens tegenop. Hij schrok en maakte een schijnbeweging, waardoor hij op de grond viel. 'Kijk eens uit sukkel. Waar was je?' vroeg een koele vrouwenstem. Robin keek op en keek recht in het gezicht van Marlou. 'Marlou!' riep hij verrast. 'Hoe-' 'Doet er niet toe.' onderbrak Marlou hem. Ze keek achterom. 'Snel, we moeten hier weg.' en ze reikte hem een hand. Robin hees zich overeind en keek haar verdwaasd aan. 'Marlou..Ik dacht dat ze jou te pakken hadden gekregen.' zei hij zwakjes. Marlou knikte geërgerd. 'Hadden ze ook. Vlak nadat jij werd meegenomen door Paul probeerde ik jullie te achtervolgen, maar al snel raakte ik jullie kwijt. Blijkbaar was Paul daarna van je weggeslopen, want hij en een paar andere wachters liepen me tegen het lijf toen ik naar jou aan het zoeken was. Gelukkig kon ik ze al gauw achterlaten en toen ben ik hier naartoe gevlucht.' eindigde ze. Paul keek om zich heen. Hij had helemaal niet op zijn omgeving gelet. Ze stonden in een donkere gang, wat vlakbij de kerkers moest zijn besefte Robin. Hij keek haar aan. 'Ik dacht dat je boos op me was.' zei hij. Marlou snoof. ' "Boos" is nogal zacht uitgedrukt. Ik was razend. Eerst dacht ik dat je toch tegen me gelogen had. Maar toen besefte ik dat je wel had moeten liegen in Pauls bijzijn. Ik vertrouw je nog niet helemaal, maar daarom ging ik naar je op zoek.' zei ze. Robin zweeg. De gedachte dat Marlou hem toch was gaan zoeken omdat ze zich zorgen maakte, vrolijkte hem weer op. 'Maar eh. Wat doen we nu?' vroeg Robin vertwijfeld. 'Nou, ik moest eigenlijk naar de grote eikenboom op de binnenplaats komen, maar aangezien we nu toch al bij elkaar zijn..' begon Marlou droog. Robin krapte aan zijn kin. 'Ja oké. Luister.' en hij keek haar ernstig aan. 'Als je me écht vertrouwd-' 'Ik vertrouw je voor geen cent.' beet Marlou hem toe. 'Maar toch ben je naar me opzoek gegaan.' kaatste Robin terug. 'En daarom vraag ik je om te luisteren. Als je me écht vertrouwd, of in ieder geval me niet verafkeert, ga dan met me mee. Ga met me mee naar Cashewlot. Daar zullen ze ons vast helpen én we kunnen ze waarschuwen voor Leonard's plannen.' zei Robin. Marlou keek hem met open mond aan. 'Naar Cashewlot? M-maar.' ze zuchtte. 'Natuurlijk ga ik met je mee naar Cashewlot.' zei ze. Nu zakte Robins mond open van verbazing. 'Echt waar? Na alles wat er zich in dit kasteel afspeelde?' vroeg hij. Marlou glimlachte. 'Ehm nou als je de gebeurtenissen van vandaag bedoelt: ja, ik ga met je mee naar Cashewlot. En ik weet wel zeker dat ze ons daar hulp aanbieden!' voegde ze er hoopvol aan toe. Robin zuchtte. 'Nou..Laten we dan nu maar gaan.' Marlou keek weer achterom. 'Goed plan, want volgens mij hoor ik voetstappen!' zei ze ongerust. Robin knikte en greep haar pols. Samen rende ze de gang door. Ze hielden halt bij een klein, rond raampje. Robin fronste. 'Waarom is het raam rond?' vroeg hij zich hardop af. Marlou gaf hem een duw. 'Geen tijd voor gek. Ze komen achter ons aan. Vooruit, schiet op.' en ze hees zichzelf op aan een losse steen uit de muur. Ze klom moeizaam door het raampje. Robin hoorde een plof, dat betekende dat Marlou aan de andere kant was. Robin keek nog een keer om en zag de schaduwen van hun achtervolgers op de muren. 'Kom op.' mompelde hij in zichzelf. En ook hij hees zichzelf op en plofte op het gras aan de andere kant van de muur. De zon licht fel op aan de horizon. Het was bijna zonsondergang..
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top