3. Het deel waarin er wordt ingebroken
Er verstreek een lange dag en de belofte die mijn moeder gisteravond in haar ogen had, werd volledig waargemaakt. Er werd een diepgaand onderzoek gepleegd en daaruit bleek dat het míjn lucifers waren die voor de uitgebrande schuilplaats hadden gezorgd.
De schade was aanzienlijk en het zou veel geld kosten om dat deel van de bibliotheek weer in zijn oude staat te herstellen.
Hoewel ze er uiteindelijk vanuit gingen dat ik de brand niet had aangestoken, was er geen andere dader naar voren gekomen en persoonlijk was ik er wél van overtuigd dat ik de schuldige was.
Ik kon me gewoonweg niet meer precies herinneren hoe ik de plek had achtergelaten en ik had allemaal scenario's bedacht waarin ik slaapwandelde, of waarin een per ongeluk door mij gestart brandje na uren smeulen voor dit resultaat zorgde.
Hoe dan ook, ik vond mijn straf terecht en daarom onderging ik hem zonder mopperen. Ik had huisarrest gekregen en omdat het paleis zo groot was, werd dat ingeperkt tot mijn eigen kamer en de aparte koninklijke eetkamer die zich een verdieping onder mijn slaapgelegenheid bevond.
Weg waren mijn vrije tochtjes door de velden en bossen die Blauwewater omringden en weg waren de plezierige zwempartijtjes met mijn zus, hoe weinig dat ook nog voorkwam. Ik mocht niet in de Arena komen, zoals de ruime sporthal onder het paleis werd genoemd, en ik mocht me niet onder de mensen begeven.
Ik voelde de straf pas volledig toen me duidelijk werd dat ik ook niet bij de Opening van het seizoen mocht zijn. De Twist zou bedwongen worden, maar niet door mij.
Luana ging haar eigen gang en ik miste haar verschrikkelijk. Diep vanbinnen had ik gehoopt dat ze me bij zou staan bij mijn straf, zoals ze altijd deed, maar deze keer liet ze me in mijn eigen sop gaarkoken. Ik merkte hoe ze de band tussen ons meer en meer afsloot, waardoor ik me ontzettend eenzaam voelde.
Het was een bittere pil, maar ik vond dat ik het verdiende. Waarom was ik zo onverschillig geweest met die lucifers? Ik wíst dat vuur en papier niet goed samen gingen. Ik mocht in mijn handjes knijpen dat de brand niet om zich heen had gegrepen.
De bibliotheek stond er nog, net zoals het kasteel zelf.
Op het moment van mijn overpeinzingen stroomde het paleis leeg, want de Opening ging nu echt van start. Het was midden op de dag en ze begonnen gezamenlijk met een goed verzorgde lunch die in de keukens van het paleis was bereid en in feestelijk versierde kraampjes op het veld bij de Twist werd uitgestald. Iedereen werd op die manier voorzien van heerlijke lunchpakketjes en ik had bewondering voor de ogenschijnlijk vlekkeloze organisatie waar ikzelf ook kort aan heb deelgenomen.
Hoe het eer precies aan toeging wist ik alleen omdat ik dat invulde met herinneringen van eerdere jaren en van wat ik dit jaar zag op het moment dat ik nog naar buiten mocht. Ik kreeg mijn deel van het eten, maar verder niks mee van het feest. De stilte die door het lege paleis galmde, echode na in mijn binnenste.
De ramen van mijn kamer keken uit op een gedeelte van het Duistere Woud en op de achterste velden, waar niks gebeurde.
Ik was werkelijk helemaal alleen met mijzelf en mijn gedachten.
Hoewel ik officieel mijn kamer niet uit mocht, besloot ik dat die regel voor een kort moment aan mijn laars te lappen. Ik twijfelde of ik wel een glimp van het feest wilde opvangen, maar een masochistisch deel van me zorgde dat ik vrijwel linea recta naar beneden liep, naar een raam met het juiste uitzicht.
Ik sloeg de etages over waar ik sowieso mocht zijn volgens de opgelegde regels van mijn huisarrest en ook de daaronder liggende bibliotheek liet ik met een scherpe pijnscheut voor wat het was.
De klaslokalen waren perfect, voor de verandering. Morgen zou ik daar voor mijn lessen zijn en dat voelde aan als een bevrijding. Mijn straf klonk misschien licht, maar mijn moeder kende mij langer dan vandaag en het was voor mij op maat gemaakt. Ik had vrijheid nodig en nu dat aan banden was gelegd, zinderde de eenzaamheid door me heen. Het liet me pijnlijk duidelijk voelen hoe miserabel ik in mijn vel zat.
Ik kende mezelf als luidruchtig, maar ik merkte maar al te goed hoe ik verstomde.
Na een enkele blik naar buiten had ik alweer genoeg gezien en ik deinsde als gestoken achteruit, mijn hoofd gevuld met het kleurrijke plezier. Er bleef een misselijkmakende scheut in mijn maagstreek hangen en daarom zocht ik een ander lokaal op, waar ik in het midden van de klas op een stoel zakte. Automatisch legde ik mijn armen op de tafel en mijn voorhoofd daar weer op. Ik wilde even niks meer en ik bereidde me erop voor om een paar uur in deze houding te blijven liggen. Mijn maag rommelde, maar dat kon me niks schelen. Straks zou ik wel weer wat energie vinden om mijn lunchpakket naar binnen te werken. Ik liet me volledig gaan en ik voelde hoe een doffe neerslachtigheid op me neerdaalde.
Het was tijd voor zelfmedelijden.
Omdat ik zo op mezelf gefocust was, duurde even voordat ik de nieuwe geluiden opmerkte. Er klonk gerommel op de verdieping onder me en dat was een bekend geluid. Ik had hier vaker gezeten terwijl men in de keuken bezig was, of als de eetzaal volstroomde.
Er waren daar mensen.
Het feestgedruis, dat dof tot mij doorklonk, ging echter onverminderd door. Ik voelde een vlaag van nieuwsgierigheid door me heen trekken, het was een welkome afwisseling met mijn apathische houding van de afgelopen tijd.
Mijn gevoel voor avontuur werd getriggerd.
Waarschijnlijk was het niet nodig, maar ik zorgde ervoor te sluipen zodra ik me bewoog. Daarom opende ik de deur van het klaslokaal ook geruisloos. Ik was vlak bij de hal van deze verdieping - en dus bij de grote trap - waardoor het gemurmel direct in volume versterkte. De stemmen waren diep, alsof er een groepje mannen in de eetzaal zat. Ik begreep alleen niet waarom, want de Twist was juist voor die doelgroep een onweerstaanbare uitdaging. Wie ik ook verwachtte, moe van het pas begonnen feest, zij waren het niet.
Ik spitste mijn oren, maar ik hoorde niet wat ze zeiden.
Ik gedroeg me stiekem omdat ik me op een verboden plek bevond en ik wilde niet dat iemand me zou zien. Vroeger, als kind, bespioneerde ik iedereen en ondanks dat ik nu wel begreep dat ik toen niet zo stil was als ik altijd dacht, hoopte ik er wel enige praktijkervaring uit te hebben opgedaan.
Ik kende het paleis als geen ander, dus het werd tijd om daar gebruik van te maken.
Ook hier waren geheime in- en uitgangen, alleen bekend bij inwoners van het kasteel. Hoewel ik besefte dat ik precies het soort mensen afluisterde die hier de weg wisten, dacht ik niet dat ze het verwachtten.
Wie, behalve ik, gebruikte de holle muren nog meer als recreatie?
Vlak bij de trap, net om de hoek, was een vals stuk muur. De lambrisering leek precies op de rest, maar er was een stukje dat ik als een klapdeurtje kon gebruiken. Een niet al te groot persoon kon er staand doorheen glippen.
Het mooiste was dat ik op deze manier ongezien van verdieping kon wisselen.
De avontuurlijke opwinding kreeg me te pakken en ik sloot de deur van het klaslokaal zorgvuldig achter me. Precies op dat moment werd de deur van de eetzaal, een verdieping onder me, geopend en ik kreeg daardoor enkele woordjes mee.
'-gaan het paleis door en zoek dat, maar wees stil en snel.'
Ik fronste mijn wenkbrauwen om meerdere redenen. De stem was nieuw voor me. Hoewel het een rauw, mannelijk timbre had, klonk het tegelijk ook zangerig. Het accent kwam me niet bekend voor.
Bovendien ging ik er niet vanuit dat er veel goeds met zijn woorden werd bedoeld.
Had ik met ordinaire dieven te maken?
Met voorzichtige stappen liep ik richting de trap en naar de geheime ingang daar vlakbij. Toen viel mij pas op waar ik al die tijd gedachteloos aan voorbij was gegaan. Er bevonden zich enkele attributen op de gangen en precies op de plek waar men de muur in kon verdwijnen stonden twee tafeltjes tegen de wand aan. De keurig aangeschoven stoelen maakten het geheel af.
Dat was onhandig. Met mijn aandacht op de trap gericht, vanwaar er een rumoer steeds dichterbij kwam, begon ik de meubels te verschuiven. Het moest er natuurlijk uitzien, waar ik ze ook zou neerzetten bij het verplaatsen, maar dat was lastiger dan ik dacht. Aan de ene kant bevond zich de hoek met uitzicht op de trap, aan de andere kant begon de deur naar het lokaal. Behalve dat veroorzaakte ik lawaai doordat de poten over de vloer schoven. Het waren minieme geluidjes, maar als ik met weerwolven te maken had - en ik zag niet in waarom deze vreemdelingen níet tot dat ras behoorden - dan was hun gehoor bovennatuurlijk scherp.
Mijn hart begon hard te bonken en de prettige spanning in mijn lijf switchte in de fractie van een seconde naar ongemak. Angst. Het was nu niet leuk meer.
Ik moest mijn ouders, als dit allemaal voorbij was, maar eens wijzen op hun lak aan veiligheid. Het paleis was allesbehalve klaar voor een aanval en ik bleek daardoor de pineut te zijn.
Waren deze indringers zomaar, en ongezien, het paleis via de hoofdingang binnengelopen?
Hoewel ik mijn ouders heel wat naar hun hoofd wilde slingeren, kon dat er niet goed in bij mij. Ik had ergens opgevangen dat de wachten extra korte shiften draaiden, zodat iedereen een groot deel bij het feest kon zijn.
Maar ik had geen tijd om daar verder over na te denken. De inbreker kwam dichterbij en ik was bijna zonder opties. Ineens vol in de paniek schoof ik de tafels terug naar hoe ze stonden en vluchtte ik op mijn teenspitsen dieper de gang in.
Hier was geen uitweg meer, nog iets waar ik mijn ouders over moest informeren. Ik besloot dat ik mezelf in een lokaal zou opsluiten en er maar het beste van te hopen. In principe was hier niks te halen en het was maar goed dat ik niet op mijn kamer was. In de bovenste vleugels van dit immense gebouw waren de grootste kostbaarheden te vinden.
'Hey!' hoorde ik echter roepen en ik kreunde in mezelf. Ik was gezien en dat was geen goede zaak.
Zonder om te kijken holde ik een stuk minder voorzichtig verder. Bij de eerste de beste deur rukte ik de klink omlaag en ik struikelde de ruimte binnen. Met trillende vingers drukte ik, nu weer voorzichtig, de deur dicht in de hoop dat mijn achtervolger mij nergens naar binnen had zien gaan. Ik keek paniekerig rond voor een sleutel en probeerde tegelijk mijn adem en hartslag onder controle te krijgen.
Ik zag zo snel niks nuttigs en dus rende ik naar het bureau van de leraar. In tegenstelling tot de deur waren al die laadjes hermetisch op slot en ik gaf al een gefrustreerde klap tegen het hout voordat ik besefte dat ik stil moest zijn.
Haastig keek ik op maar ik zag of hoorde niks, op de inrichting van de klas en het suizen van mijn oren na. Was ik veilig?
Doodsbang kroop ik onder het dichte bureau en ik klemde mijn handen tot vuisten om het trillen tegen te gaan. Mijn knieën deden pijn door de kille vloer en mijn haren zaten, zoals gewoonlijk, behoorlijk in de weg.
Als ik gevonden werd, had ik geen schijn van kans.
Mijn gedachten schoten alle kanten op en het lukte me niet om me te concentreren. Was er iets wat ik kon doen om mezelf uit deze situatie te krijgen?
Normaal gezien was er altijd wel iemand in zijn wolf, waardoor ik diegene via de speciale gedachtelink kon waarschuwen als ik zelf ook in mijn alter ego zou veranderen. Maar het feest, dat momenteel in volle gang was, vereiste dat iedereen in diens menselijke gedaante was.
Luana! Opeens dacht ik aan haar, mijn zus. Ik probeerde haar uit alle macht mentaal te bereiken, maar ze had een blokkade opgericht waardoor ik niet tot haar kon doordringen. Ik had geen idee waar ze was en zij had geen weet van mijn problemen.
Ik kreunde gefrustreerd en ik kon alleen maar hopen dat niemand mij zou vinden.
Op dat moment werd de deur van het lokaal opengegooid.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top