27. Het deel waarin we afscheid nemen en het Meer oversteken

Mijn blik flitste naar mijn zus, die een beetje afzijdig van de anderen stond. Ze staarde naar onze verstrengelde handen en ik zag hoe ze haar pijn manhaftig probeerde te verbergen, maar ze was mijn tweelingzus en ondanks dat onze innerlijke link niet meer bestond, kon ik haar lezen als een boek.

Ik probeerde mijn hand opnieuw terug te trekken en misschien voelde Destin wel dat het deze keer menens was, want hij hield me niet tegen. Hij ging schuin achter me staan en hij legde zijn handen op mijn schouders. In die positie bukte hij zich totdat hij met zijn mond bij mijn oor was en hij fluisterde: 'Blijf uit de problemen, oké? Ik moet wat zaken regelen.'

Daarop gaf hij me een kneepje in mijn schouders, die voor vlinders in mijn buik zorgden, waarna hij van me wegliep. Ik miste zijn aanraking nu al en ik wist dat mijn situatie steeds onhanteerbaarder werd. Ik vergat zelfs boos te worden om zijn woorden, die ik normaal gesproken als neerbuigend opvatte. Terwijl ik naar zijn rug knikte, wist ik dat een domme grijns op mijn gezicht had en ik kuchte snel, om dan mijn gezicht weer glad te strijken. Toen ik naar Luana gluurde, zag ik haar naar mij kijken, maar haar blik schoot weg op het moment dat ik haar daarop betrapte.

Ik durfde niet naar haar toe te gaan en toen zij bewust naast Robin ging staan, wist ik dat ik haar niet mocht volgen. Ik bungelde opnieuw aan de rand van de groep en dat voelde op een heel nieuw level pijnlijk en eenzaam.

Destin bevond zich aan de andere kant van onze vrienden en hij had Yori en Figo bij zich geroepen. Ze zagen eruit alsof ze een verbeten gesprek voerden, waarbij Yori een aantal keer mijn kant opkeek. Terwijl Olaf de andere mannen enkele setjes wasbolletjes in hun handen drukte en hen vertelde van het belang om ze goed in hun oren te doen, kon ik precies door de groep heen naar het belangrijke gesprek kijken. Ik was een weerwolf, dus als ik mijn oren spitste, kon ik misschien ook wel wat opvangen van wat er gezegd werd.

'Heeft dat te maken met de situatie van eerder?' Yori klonk uiterste verontwaardigd. 'Als ik ga, mist ze een extra bewaker.'

'Het heeft daar alles mee te maken,' zei Destin. Ik begon te begrijpen waar ze het over hadden en hoewel ik wist dat mijn actie voor Yori's verbanning zorgde, waardoor ik niet blij was met de wending die het gesprek nam, kon ik Destins eerlijkheid erg waarderen. 'Jij en ook Figo hebben allebei geen zielsverwant en ik wil jullie niet meer in haar buurt hebben.'

Ik zou er geen traan om laten dat Figo moest vertrekken, maar Yori was een ander verhaal. Ik zag echter aan de verslagen houding van de twee dat Destin hen reeds een Alfa-bevel had gegeven. Ze protesteerden wel, maar dat konden ze niet lang volhouden. Voordat we onze weg vervolgden, zouden we afscheid nemen van twee reisgenoten en op het moment dat de anderen dat ook doorkregen, vielen hun individuele gesprekken langzaamaan stil.

Iedereen was snel van begrip en ik had door hoe ik herhaaldelijk werd bekeken, maar ik ontweek ieders blik door in het niets te staren. Ik wist niet wat ik moest denken of hoe ik moest reageren, al voelde ik hoe mijn vingers door één of andere onbekende reden trilden, terwijl mijn maag misselijkmakend samenkneep.

De twee begonnen afscheid te nemen van hun reisgenoten. 'Pas erop dat de draak jullie niet grijpt,' zei Alfa Olaf tegen hen, wat me eraan deed denken dat dat inderdaad een reëel gevaar was. Ik had het witte monster echter nog nooit gezien – alleen de schade die hij veroorzaakte – waardoor ik hem zowaar was vergeten.

Werd het als morbide beschouwd als ik nieuwsgierig was naar het beest? Draken stonden erom bekend om prachtige wezens te zijn, waarbij het jammer was dat hun formaat en hun mogelijkheid tot vuurspuwen hen levensgevaarlijk maakte.

Tijdens mijn overpeinzingen liepen Yori en Figo weg. Ik had hun blikken op me voelen rusten, maar omdat ik niet opkeek hadden ze dat waarschijnlijk als een afwijzing opgevat. Het deed me wat dat ze er geen woord of zwaai vanaf kon, maar ik besloot om daar niet moeilijk om te doen. Het kwaad was al geschied. Zodra Destin en ik meer duidelijkheid hadden wat betreft onze persoonlijke relatie, zou ik de band met in ieder geval Yori weer kunnen aanhalen.

Mijn adem stokte in mijn keel toen ik in dezelfde zin dacht aan Destin en een persoonlijke relatie. Vanaf het moment dat ik de band tussen Luana en Destin verbrak, wist ik dat ik op een gegeven moest stoppen met tegenspartelen en de werkelijkheid moest nemen voor wat het was, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Ik wilde geen pijn veroorzaken, maar momenteel zag ik geen oplossing voor onze situatie.

'Eloïse?' Ik keek op en ik zag hoe Oceane me bezorgd aankeek. 'Gaat het met je?'

Ik barstte bijna in tranen uit bij het zien van haar zorgzame aandacht voor mij. Tot nu had ze me alleen maar als een middel voor een doel gezien en dit was de eerste keer dat ik haar iets moederlijks zag uitstralen. Zij en mijn moeder hadden zelfs wat uiterlijke overeenkomsten, waardoor het helemaal niet moeilijk was om Oceane als een ouder te zien.

Als ik terugpraatte, zou ik echt gaan huilen en daarom knikte ik slechts. Ik maakte mezelf gek met al mijn gedachten en schuldgevoel, maar daar wilde ik niemand anders mee lastigvallen. Straks had Luana door waar ik mee worstelde en zou zij zich voor me opofferen door te zeggen dat Destin en ik waren voorbestemd voor elkaar, en dat haar gevoelens er daarom niet toe deden. Maar ze deden er wél toe voor mij.

Oceane stond zo dicht bij me dat ze me kon knuffelen als ze dat wilde, maar ik was dankbaar dat ze dat niet deed, want ik wilde nu niet instorten. 'Alles gaat goedkomen,' fluisterde ze in mijn oor.

Ze klonk zo zeker van zichzelf. Hoe wist ze dat? Kon ze in de toekomst kijken? Ik keek haar hoopvol aan en ze knikte geruststellend. Ik zag geen onzekerheid in haar ogen, slechts een onwankelbaar vertrouwen in zichzelf.

Ik glimlachte voorzichtig naar haar en voelde hoe mijn hart voor het eerst sinds tijden lichter werd.

Ze glimlachte terug, waarbij ik de wildheid van een waterwezen in haar houding zag. Nu we ons dicht bij water bevonden, was haar uiterlijk geleidelijk onaardser geworden. 'We gaan het Meer zo oversteken,' zei ze vervolgens. 'Robin, Luana en jij zijn vrouwen en die vallen niet voor de betovering van Sirenen. Echter het is jullie verboden om met me mee te gaan als ik zeewezens oproep.'

Dat laatste bevel kwam niet van haar, zag ik. Destin, Olaf en de broers van Robin stonden allemaal met hun armen over elkaar en ze keken identiek chagrijnig naar ons.

Oké dan.

'Maar ik kan wel zeggen wat ik wil, zonder dat ze me horen?'

Oceane lachte om mijn woorden en ze schudde haar hoofd lichtjes, waarschijnlijk dacht ze iets in de trant van "die jeugd van tegenwoordig". 'Dat klopt,' zei ze.

Ik had geen idee wat ik wilde zeggen, maar haar woorden waren genoeg om uitdagend naar de mannen te kijken, die – onhoorbaar voor zichzelf – stuk voor stuk begonnen te grommen. Het zou grappig zijn geweest als ze er niet zo angstaanjagend uitzagen.

Destin vouwde zijn armen van elkaar en liep naar me toe, waardoor ik mijn uiterste best moest doen om niet achteruit te deinzen. Helaas kon ik het niet voorkomen om te slikken. Hij keek naar me alsof ik een prooi was en waarschijnlijk was ik dat ook in zijn ogen. Hij had het niet voor niks over "veroveren" gehad.

Zonder een woord te zeggen, sloeg hij zijn arm om mijn schouders en drukte me op die manier tegen zich aan. Het voelde geborgen en heerlijk aan, en ik sloot mijn ogen om extra van het moment te genieten. Geen haar om mijn hoofd dat eraan dacht om me van hem los te worstelen, totdat ik naar Luana gluurde en wilde dat ik dat niet had gedaan. Zij probeerde haar gezichtsuitdrukking neutraal te houden, maar slaagde daar niet in. Snel keek ik van haar weg.

Oceane was klaar met controleren of alle oordoppen goed zaten bij de mannen en verwijderde zich van ons, terwijl wij op gepaste afstand van het Meer afwachtten totdat zij de onderhandelingen had afgerond. Het was te ver voor mij om te horen wat er gezegd zou worden, maar ik kon wel alles zien en daarom richtte ik mijn aandacht op het tot nu toe spiegelende oppervlak.

Oceane begon te zingen.

De woorden kon ik niet verstaan, maar dat was volgens mij ook niet de bedoeling. Het waren de beelden die de combinatie van zinnen en de melodie met zich meebracht. Ik waande me in mijn kindertijd, waarbij ik veel in het diepblauwe meer rond spetterde waar mijn geboorteroedel zijn naam aan te danken had. Het geluk dat ik toen ervaarde was ongecompliceerd en ik wilde dat ik dat gevoel voor altijd kon doorleven. Zonder dat ik enige zeggenschap over mijn lichaam had, wilde ik een stap naar voren doen, wat zonder moeite werd getorpedeerd door Destin, die mij dreigend aankeek.

Ik zag hoe Alfa Olaf zich vlak naast Luana bevond en Robin stond tussen haar broers ingeklemd. Beide vrouwen zagen er niet uit alsof zij naar het Meer wilden rennen en zich er ondoordacht in wilden storten, zoals ik van plan was geweest. Zij waren veel stabieler dan ik en het was terecht dat Destin mij zo grimmig bekeek. Ik knikte bleekjes, om aan te geven dat ik mijn gedachten weer onder controle had, maar zijn grip op mij versoepelde zich geen millimeter.

Het wateroppervlak brak.

Een prachtige vrouw met cyaankleurig haar en dito ogen kwam boven water en begon met Oceane mee te zingen. Hun duet klonk nog mooier dan de eerdere solo en het gevoel in mijn binnenste moest ergens heen, waardoor de tranen ineens over mijn wangen rolden. Ik deed echter geen poging meer om naar het Meer toe te lopen en dat was progressie, vond ik.

Golfjes rond de Sirene gaven aan dat ze met haar staart moest bewegen om boven water te blijven, maar haar houding was zo sierlijk en moeiteloos dat ik mijn aandacht daar niet lang op hield. Ondanks de afstand kon ik veel details onderscheiden. Haar parelwitte huid en koraalrode lippen stonden prachtig bij haar haren en ogen, en de regelmaat van haar gezicht en lichaam lieten mij geloven dat ik nog nooit iemand had gezien die mooier was dan zij – en ik was in mijn leven al heel wat knappe vrouwen tegengekomen.

De nieuwe Sirene keek me af en toe recht aan, al verbeelde ik me dat waarschijnlijk, terwijl ze intussen een zacht gesprek met Oceane voerde. Eerst schudde de Koningin van het Meer haar hoofd, maar na enig gesoebat van Oceanes kant, knikte ze uiteindelijk.

Kon het zo makkelijk gaan? Hierbij vergat ik voor het gemak welke gevaarlijke avonturen ik allemaal al had beleefd. Bovendien waren we nog niet overgestoken.

Ik had het nog niet gedacht, of de Koningin stak twee vingers in haar mond, waarna ze een schel gefluit produceerde. Het klonk als een baasje die zijn hond riep. Alleen was er in deze situatie geen hond te bekennen, er kwam in plaats daarvan een immens beest van zo'n tien meter lang naar boven zetten. Het was grijs en we zagen niet veel anders dan een rug die plat was, op een tiental vinnen na die er schijnbaar zonder patroon op waren geplaatst. De mooie Sirene maakte een uitnodigend gebaar naar het beest. Onze taxi was gearriveerd.

Oceane liep naar ons toe en gaf door middel van gebaren aan dat de mannen hun oordoppen uit moesten doen. Vervolgens zei ze: 'Jullie moeten ze zo weer in doen, maar deze informatie is belangrijk voor iedereen. We hebben toestemming gekregen van Lynn om het Meer over te steken. Echter, niemand mag het water aanraken. Glij je van de Bolrog af, dan ben je verloren.'

We knikten en zij bekeek ons stuk voor stuk, om er zeker van te zijn dat we ons bewust waren van het belang van haar woorden. Daardoor bleven we stil, om onze ernst te laten blijken. Uiteindelijk gebaarde ze naar de mannen dat ze de wasbolletjes weer moesten indoen en wenkte ze ons om haar te volgen.

De Bolrog had zich in opdracht van Lynn gedeeltelijk op het land geschoven, waardoor de noppen op zijn bleke buik zichtbaar waren. Het gaf een zuigend geluid als zo'n nop losschoot van de drassige bodem naast het water. Oceane liep aan de rechterkant van het beest het water in, terwijl de andere Sirene aan de linkerkant plaatsnam. Beiden bleven ze in de buurt van de wal. Ze strekten hun handen naar ons uit en nodigden ons op die manier uit om met hun hulp plaats te nemen. Alfa Olaf was de eerste die hun handen beetgreep en de Bolrog opliep. Hij gaf een rauwe kreet die hij zelf niet hoorde toen hij merkte hoe glad de rug was en bijna uitgleed. Maar hij wist zijn evenwicht te bewaren, waarna hij uiteindelijk voorzichtig vooraan plaatsnam. Hij draaide zich meteen naar ons om en keek ons waarschuwend aan, omdat hij niet meer kon doen dan dat.

De boodschap was echter bij iedereen overgekomen en na hem volgde Nick, dan Robin en Julian. De stamleden van de Tamarisk-roedel zaten nu allemaal. Destin wees naar Chiel en daarna was Luana aan de beurt. Ze liep over de Bolrog alsof ze gewoon een wandelingetje maakte. Ik verwachte dat hijzelf nu de stap zou maken, maar toen ik later doorkreeg dat hij helemaal achteraan ging zitten, waardoor de twee Alfa's het begin en het einde van het beest bezetten, besefte ik dat dat een strategie was.

Hij liet de andere mannen voorgaan en zodra René als laatste van de drie zat, was ik aan de beurt. Ik was heel wat minder sierlijk dan mijn zus en ik voelde mijn wangen branden toen ik over de rug stuntelde, waarbij ik kleine gilletjes slaakte elke keer als ik mijn voeten voelde wegglijden. Waarom zag het er zo moeiteloos uit bij de rest en zette ik mezelf voor schut? Ik voelde hoe Destin mijn heupen beetgreep en me begeleidde. Waarschijnlijk mocht ik blij zijn dat ik zowat achteraan zat en daardoor niet zo'n grote afstand hoefde af te leggen. Deze paar meter waren meer dan genoeg voor mij.

Ik hurkte achter een vin en plofte daarna onelegant op mijn billen, waarbij ik met zowel mijn benen als mijn armen het gladde uitsteeksel omhelsde. Destin schoof zich prompt achter me, waardoor ik klem zat en me met geen mogelijkheid kon bewegen. Het gaf me een gevoel van veiligheid en daardoor lukte het me eindelijk om mijn spieren te ontspannen. Ik liet de vin in zoverre los dat ik tegen zijn borst kon aanleunen en ik mocht van mezelf van zijn aanraking genieten.

Oceane stelde zwijgend de vraag of we er klaar voor waren en nadat we allemaal onze duim naar haar hadden opgestoken, knikte ze naar Lynn. Die gaf een klopje op de vette hals van haar huisdier, waarna die zijn achterlijf begon te bewegen om zo los te komen van de wal.

Geschrokken klemde ik me met hernieuwde kracht aan de vin vast en Destin hield mij op zijn beurt extra stevig in zijn armen. Maar de bolrog wist wat hij deed en al snel gleed het monster gracieus door het water.

Vanaf mijn positie kon ik schuin in het water kijken, waardoor veel voor me verborgen bleef. Maar het Meer was zo schoon dat ik toch enkele glimpen van waterdieren opving, die me fascineerden. Ik wist niet dat er zoveel soorten en maten wezens bestonden, waarvan het grootste gedeelte mij waarschijnlijk zonder moeite zou opeten als ze de kans kregen. Het vervulde me met ontzag.

Onder de monsters en andere waterbewoners zag ik de daken van Vida. Idyllisch ogende weggetjes kronkelden hun weg door het gezonken dorp en toen ik opkeek, naar de anderen die naar de overkant werden gedragen, zag ik aan hun gespannen kaken hoe zij ook doorhadden waar we overheen voeren.

De bolrog zwom erg snel, zeker nadat ik overweging nam dat ik niks aan hem zag bewegen. Voordat we het wisten, waren we aan de overkant en gleed het met zijn kop op de wal. Ik zag niet veel verschil met zijn achterkant, op grote lidloze zwarte ogen na. Naast me kwam Lynn aanzwemmen, met Oceane op enige afstand van haar.

Olaf was de eerste die aan land sprong, dat hier al erg glooide, waarna hij de rest een helpende hand gaf. Destin liet mij niet los, waardoor ik over de hele lengte van de rug werd begeleid. Ik besloot zijn hulp aan te nemen in plaats van me daar te trots voor te voelen en tijdens dat proces van het monster af te vallen.

We stonden uiteindelijk allemaal veilig aan de overkant, waarna Oceane haar dankbaarheid richting Lynn uitte, die bevallig een hoofdknikje maakte en daarna met haar beest de diepte indook, waar ze thuishoorden.

Zwijgend greep de druipende Oceane Olafs hand en ze trok hem verder het land op, de bergen in. Het gebergte bevond zich vlak voor mijn neus, maar het zag er vriendelijk uit. Ik hoopte dat het gebergte beklimmen net zo soepel zou gaan als de tocht over het Meer, maar ik wist dat we ons daarna in de Dode Bossen moesten begeven en omdat de bron die zich daarin bevond het eindpunt van ons avontuur vormde, zou dat nog een hele onderneming worden.   

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top