2. Het deel waarin ik de schuld krijg

'Lu?' Het lukte me maar niet om contact met haar te krijgen en ik monsterde haar gelukzalige uitdrukking terwijl ze wat in haar eten zat te prikken.

'Aarde aan Luana,' probeerde ik opnieuw, maar haar blik veranderde niet.

Ik haalde mijn schouders op en keek naar mijn ouders, maar die waren in hun eigen wereldje verdiept en overlegden druk met elkaar. Natuurlijk ging het over de Opening, want daar legden ze momenteel hun hele ziel en zaligheid in.

Met een stiekeme blik op ze, boog ik me dichter naar Luana toe en fluisterde: 'Morgen ga ik met je mee, oké?'

Ik lachte al tevreden, want ik verwachtte geen "nee" en zo kon ik mooi meer blaren en pijnlijke spieren ontlopen. Ik wist niet dat een draaiboek maken fysiek zo zwaar was.

Ik was niet lui, maar er waren grenzen aan mijn kunnen. Met een ongeduldige beweging gooide ik mijn haren weer terug op mijn rug.

Luana keek echter met een ruk op nadat ik mijn opmerking dropte en ze keek me moeilijk aan. Ik was vooral opgelucht dat ze me dit keer wel hoorde, maar toen raakte ik zelf afgeleid. Haar beweging zorgde namelijk voor opschudding in de atmosfeer en ik snoof de lucht diep in.

'Mmm,' verzuchtte ik, 'wat voor geurtje is dat?'

Ze rook naar het Woud, alsof een krachtige storm daar voor frisheid en rust had gezorgd. Het was een stoere, uiterst mannelijke geur en eigenlijk was dat niks voor haar.

Ik boog me dichter naar haar toe, maar ze deinsde achteruit.

Geschokt keek ik naar haar afwerende gezichtsuitdrukking en eindelijk kreeg ik door dat er iets niet klopte.

Ze wilde me niet mee. Had ze dan toch geheimen? Het deed onverklaarbaar veel pijn, want ze had me nog nooit zo duidelijk afgewezen en ik kromp een beetje in elkaar om mijn hart op die manier te beschermen.

Luana leek mijn ongemak niet op te merken, maar bleef in haar gepeins verzonken, al voelde het nu berekender aan.

Ik zat de maaltijd uit terwijl onze ouders ons negeerden en mijn tweelingzus afwisselend naar hen en naar mij keek, broedend op een of ander plan dat ze niet met me deelde.

Voor het eerst van mijn leven voelde ik me alleen en dat was een onprettige gewaarwording.

Zodra we van tafel mochten, verdween ze haastig en ik keek haar fronsend na. Via onze mysterieuze tweelinglink kreeg ik mee hoe opgewonden haar gedachten waren.

Ze vertelde niet wat ze ging doen, maar het was mij zonneklaar dat ze er, wat het ook was, ontzettend veel zin in had.

Schouderophalend vertrok ik even later ook, waarna ik aarzelend bij haar slaapkamerdeur stilstond. Ze zou me nooit betrappen, mijn gevoel zei me namelijk dat ze linea recta naar het Woud was vertrokken, maar het voelde toch onprettig aan. Stiekem. Ik was zo vaak op haar kamer, en zij op de mijne, maar nu leek het alsof ik iets deed wat niet mocht.

Het bouquet dat om haar heen hing intrigeerde me echter teveel en ik besloot dat het niet erg was om op zoek te gaan naar het flesje met die hemelse geur erin. Op de een of andere manier wist ik gewoon dat het nog lekkerder op míjn lichaam zou ruiken.

Luana's slaapkamer, recht tegenover de mijne, was elke keer opnieuw een openbaring. Waar bij mij de vieze en schone was gebroederlijk naast elkaar lag - samen met make-up wat ik eigenlijk nooit ophad maar me wel mateloos fascineerde - schoenen, papieren en andere troep, had mijn geordende zus een systeem voor alles. Haar gehele kamer en aangrenzende badkamer waren om door het ringetje te halen en dat gold ook voor haar kaptafel.

De rij parfumflesjes waren, hoe kon het ook anders, op grootte en kleur gesorteerd en ik zag geen open plekken, waardoor ik mijn slag kon slaan.

Een paar minuten later was het eens zo nette oppervlak een groot slagveld en rook het naar zes verschillende bloemige geuren door elkaar heen.

Geen enkele was de wilde geur waar ik onmiddellijk verslaafd aan was geraakt.

Halfhartig probeerde ik alles weer net zo netjes neer te zetten als hoe ik het had gevonden, maar ik faalde hopeloos. Ik haalde mijn schouders op, want wat mij betreft kwam Luana achter mijn zoektocht. Had ze me de naam van het parfum maar moeten zeggen en bovendien dacht ik nog lang niet aan eventuele consequenties.

Ik slenterde naar de Twist, waar zich meerdere kasteelbewoners, maar ook mensen uit het dorp hadden verzameld en er ontstond een gemoedelijke sfeer terwijl de zon wegzakte en alles zodoende in geheimzinnige schaduwen hulde.

Maar niemand kon mijn - afwezige - zus vervangen en ongemerkt werd ik stiller.

Het was hoogst ongebruikelijk dat ik als eerste afscheid nam van de gezelligheid, maar het gebeurde deze keer toch echt. Mijn tred was slepend toen ik de trappen van het paleis beklom.

Mijn ouderlijk huis was gigantisch en bij de bouw ervan had men bedacht om de koninklijke familie helemaal bovenin te laten settelen, voor de veiligheid.

Het betekende ook dat ik honderd treden op moest - en ja, die had ik geteld. Er was ook een lift, maar die werd nauwelijks gebruikt door ons. We waren per slot van rekening allemaal fitte weerwolven.

De begane grond was vooral groots in ruimte. Er waren enkele kantoortjes aan de zijkanten en kleine appartementen meer naar achteren, maar verder bestond de entree voornamelijk uit de gigantische statietrap over wiens leuningen ik menig glijpartij had gemaakt.

Het hart van het paleis bestond uit de eetzaal, die zich op de eerste verdieping bevond. De immense keuken nam veel plaats in op de betreffende etage, maar de ruimte ernaast, vol met tafels, stoelen en ongedwongenheid bezorgde mij keer op keer goede herinneringen. Nu was het er stil en dus sjokte ik verder. Mijn tempo ging omhoog toen ik de daaropvolgende woonlaag naderde; daar waar de klaslokalen zich bevonden. Op een weekenddag wilde ik niet nadenken over lessen.

Ook na de zomer zou ik weer terugkeren op school, hoewel ik oud genoeg was om iets anders te gaan doen met mijn leven. Helaas had ik tot de dag van vandaag geen idee wat ik precies wilde en daarom had ik simpelweg besloten wat langer te blijven hangen. Ik was niet de enige, er waren er meer zonder vastomlijnde toekomstplannen.

De bibliotheek was op de volgende verdieping. Zoals altijd werd ik meteen kalm van de rustgevende omgeving en ik voelde mijn hart verzachten bij al deze boeken waarin ik zoveel avonturen had beleefd. De fijne herinneringen zorgden ervoor dat ik er tot eerder vandaag niet aan toe was om mijn geheime plekje af te breken. Het was mijn burcht waaruit ik het leven probeerde te begrijpen.

Hoewel ik er nog heel recent in zat, was dat voor het eerst in tijden geweest en ik wist dat het moment was gekomen om er afscheid van te nemen.

Misschien werd het tijd voor een grote schoonmaak. Omdat het nog geen bedtijd was en het door de feestelijkheden buiten erg rustig was in het kasteel, leek het me daar nu het juiste moment voor. Ik keek naar de kaarsen en lucifers die ik er ooit had neergelegd. Zo vaak had ik die in het verleden niet aangehad, in verband met het brandgevaar dat in deze droge omgeving extra van toepassing was.

Boeken hielden niet van vuur.

Ineens was ik vastbesloten en ik vulde mijn armen met de oude spullen, waarvan ik ter plekke besloot om ze in delen weg te doen. Ik was ruim achttien jaar en het werd tijd dat ik me volwassener ging gedragen.

Ik gooide de platte, versleten kussens en andere items in verschillende prullenbakken om mijn privéplekje niet op het laatste moment nog te verraden. Dat was dan ook de reden waarom ik iedere keer een gedeelte zou opruimen in plaats van alles in één keer te doen.

Na mijn harde werk van een kwartier keek ik gapend in de richting van het verstopplekje en besloot schouderophalend om maar naar bed te gaan. Het was goed geweest voor vandaag.

***

Voor mijn gevoel lag ik al enkele uren in bed toen ik wakker werd van rumoer. Het was vrijwel altijd stil op onze verdieping, omdat het zo afgelegen lag, maar we werden natuurlijk meteen gealarmeerd als er echt wat aan de hand was.

'Brand!' werd er geroepen en dat was meer dan voldoende om mij overeind te laten schrikken en ik zwalkte kort daarna, ondanks de adrenaline, lichtelijk slaapdronken mijn slaapkamer uit.

Mijn ouders renden langs me heen, maar ik zag Luana nergens. De door mij veroorzaakte troep in haar kamer lag er nog precies zo. Voor het geval ze zich nog steeds in het Woud bevond, met wie dan ook, zei ik niks over haar afwezigheid en ik gaf me over aan de paniek die van zowel mijn vader als mijn moeder afstraalde.

'Wat is er aan de hand?' schreeuwde ik, want normaal praten is niet gebruikelijk in een dergelijke situatie.

'Brand in de bibliotheek,' riep mijn vader, Alfa Vince, me toe. Zijn gigantische formaat stak scherp af tegen de slanke gedaante van mijn moeder, vrouwe Alexis, maar dat was ik wel gewend.

Ik schrok van zijn woorden, want het scenario waar ik nog niet zo lang geleden aan dacht bij het zien van mijn kaarsen, was dus werkelijkheid geworden. Ik vroeg me ineens af of ik mijn verstopplekje wel goed verborgen had achtergelaten.

Als die lucifers waren gevonden en gebruikt door bijvoorbeeld een jong, dwalend paleisbewonertje, dan was deze brand mijn schuld. Mijn gevoel veranderde in ijs toen ik dat bliksemsnel bedacht en mijn benen in de tussentijd dwong om naar de plek des onheils te rennen.

Alle smalle, langwerpige ramen die de bibliotheek rijk was, waren opengezet en mede daardoor leek het qua rook mee te vallen. Ook het vuur was in mijn gedachten een stuk heftiger dan uiteindelijk het geval bleek te zijn.

Precies op de plek van mijn veilige haven was het echter druk en ik slalomde om de toeschouwers heen om de schade in me op te nemen.

Enkele wachten waren er blijkbaar snel bij toen de brand startte, al was de penetrante geur van verbrand textiel hier erg intens, maar de meeste schade was reeds aangericht. Het vuur hadden ze duidelijk onder controle.

Mijn geheime plekje was volledig uitgebrand en ik zag hoe de dure houten vloer aanzienlijke schade had opgelopen. De zware kast die voor de dubbele wand zorgde had nauwelijks geleden, op een geblakerde achterkant na. Dat was duidelijk zichtbaar, want hij was lomp omver getrokken en lag met zijn open zijde naar de vloer gericht. Boeken lagen overal en ik zag meerdere vertrapte exemplaren, die waarschijnlijk niet meer te redden waren.

Luana stond in een hoekje verscholen en ik zag hoe ze me scherp aankeek voordat ze haar blik weer op de uitgebrande plek richtte.

Van alle mensen in mijn directe omgeving was zij de enige die wist van deze plek en wat het voor mij betekende. Ik had haar er nooit over verteld, maar onze band werkte nou eenmaal zo.

Voor het eerst in mijn leven kon ik haar gedachten niet ontwarren. Was ze boos? Teleurgesteld? Dacht ze dat ik het bewust had aangestoken? Ik kon niks van haar uitgestreken gezicht lezen en het duurde niet lang voordat ik doorhad dat ze me moedwillig buiten haar gedachten hield.

Het deed bijna net zoveel pijn als hoe mijn schuilplaats op de meest brute manier was onthuld.

Ik merkte dat mijn moeder naar me keek en ik kreeg door hoe zij besefte dat deze puinhoop door mijn toedoen kwam. Ik zag de teleurstelling en het verdriet, en ik voelde me vreselijk. Deze hele situatie was mijn schuld.

'Hebben jullie de brand onder controle?' hoorde ik mijn vader vragen, wat met een duidelijk geknik werd bevestigd door beroete harde werkers. Het was een opluchting, maar het schuldgevoel dat zwaar op mijn maag drukte, voerde de boventoon.

'Mooi,' praatte hij verder en hij verhief zijn stem zodat iedereen hem zou horen. 'We gaan nu naar bed en nemen morgen de schade op, samen met hoe dit had kunnen gebeuren.'

Mijn hart zonk in mijn schoenen bij het horen van die laatste woorden, maar ik wist dat ik terecht gestraft zou worden, hoe weinig ik daar ook naar uitkeek. Ik had liever nu al de wind van voren gekregen als ik er daarna vanaf zou zijn, maar mijn vader wist momenteel nog niet dat ik de schuldige was en ervaring leerde mij dat ik de gemoederen beter eerst kon laten bedaren.

De Alfa, want dat was hij momenteel bovenal, sprak enkele woorden met de mensen die de brand hadden geblust en ze vertrokken naar hun woonruimtes om zich op te frissen en misschien wel om te gaan slapen. Hij stelde een paar anderen aan als wacht en ik keek met een zwaar gemoed toe hoe de kleine menigte zich verspreidde om gehoor te geven aan de oproep van hun leider.

Op mijn zus en moeder na was er geen aandacht aan mij geschonken en ook nu liep iedereen langs mij heen met vragende gezichten en mompelende uitspraken.

Het was mij duidelijk dat deze brand nog lang het onderwerp van gesprek zou blijven en ik zou, zodra bekend zou raken dat ik de schuldige was, bij iedereen over de tong gaan.

Ik kon wel janken.

'Kom, Lo,' zei Luana en ik keek haar met waterige ogen aan. Normaal huilde ik niet zo snel en ik gaf deze keer de bijtende rook de schuld, waarvan een vleugje mij bereikte.

Ze greep mijn hand op een vreemd vriendschappelijk manier beet, wat het me deed denken aan de momenten dat we onafscheidelijk waren en op die manier begeleidde ze me naar mijn kamers.

Mijn blik kruiste die van mijn moeder en ik besefte direct dat ik daar de eerstkomende tijd vaker zou zijn dan waaraan ikzelf de voorkeur gaf.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top