Hoofdstuk 22

Luke had de Darksaber verstopt, goed verstopt. Hoe lang Din ook zocht, hij kreeg het wapen niet gevonden. De hele tempel keerde hij ondersteboven. Hij kamde Lukes slaapkamer helemaal uit, erop lettend dat hij alles achter liet zoals hij het had aangetroffen; niemand mocht weten dat hij iets zocht.

Waar is het, dacht hij tijdens het eten toen Luke zich omdraaide naar de kinderen en Din vlug onder de tafel voelde met zijn hand, alsof Luke het wapen daar zou hebben verstopt, vastgeplakt aan de onderzijde van het tafelblad. Waarom kan ik het niet vinden, mompelde hij terwijl hij alle laden in de keuken een voor een opentrok en met jeukende vingers alle potten en pannen opzij schoof. Is het wel hier, vroeg hij zich af nadat hij de volledige tempel een tweede keer binnenstebuiten had gekeerd.

Hij had het niet onder ogen willen zien – niet willen benoemen wat het wapen van hem wilde, wat het van hem vroeg – maar hij kon er niet langer omheen. Zelfs zonder toegang tot het wapen te hebben, riep het hem nu. Duizenden stemmen fluisterden door de nacht als hij tevergeefs probeerde de slaap te vatten op de koele vloer van de tempel. De Mandalorians zouden het niet leuk vinden – Bo Katan zou ziedend zijn als ze er ooit achter zou komen – maar hij had geen keuze.

'Waar is het?' vroeg hij uiteindelijk toen er niemand in de buurt was om hem met nadenkende ogen in zich op te nemen en zijn woorden te wegen.

'Waar is wat?' vroeg Luke lachend.

'Het wapen,' zei Din ongeduldig. 'De Kroon van Mandalore.' Hij had het nog niet eerder bij zijn rechtmatige naam durven noemen – het niet willen zien voor wat het was – maar de stemmen hadden hem geteisterd tot de woorden zaten vastgeroest in zijn hoofd, tot hij het geen Darksaber meer durfde te noemen.

'Is dat wat het is? Een kroon?'

Din knikte gespannen. 'Van een Koningschap dat niemand zou moeten hebben.' De woorden klonken harder dan hij ze bedoeld had.

Luke kantelde zijn hoofd. 'Waarom niet?'

Din was te gefrustreerd om zijn beweegredenen uit te leggen – hij snapte ze zelf niet eens precies. 'Waar is het?' drong hij aan.

Luke klikte iets van zijn riem dat al die tijd uit het zicht was gehouden door de zwarte gewaden waar hij zich graag in hulde. Hij liet het heft van de Darksaber in zijn handpalm balanceren. 'Wil je het hebben?' vroeg Luke, alsof Dins intenties hem nog niet duidelijk waren.

Din dook naar voren, op het wapen af. Luke was sneller, trok het zwaard terug. 'Waarvoor heb je het nodig?'

Dat kun je hem niet vertellen, Mand'alore, wispelde een hese stem. Het was de eerste keer dat iemand de titel gebruikte, hem aansprak als een heerser. Het was tevens de eerste keer dat hij zonder inspanning woorden kon ontwaren uit de lichaamloze stemmen die als woeste wervelingen rond de Darksaber spookten.

Je kan iemand zijn, werd er gemompeld, iets voorstellen.

Een ijskoude windvlaag kietelde voor een moment zijn huid, trok aan zijn cape. Hij schudde zijn hoofd om los te komen van de duizenden stemmen wiens eindeloze gekrijs was omgeslagen in een kabbelend gefluister vol suggesties.

Hij knipperde, staarde naar het wapen in Lukes hand.

Hij wist dat het wapen vernietigd moest worden.

Hij wist dat hij de enige was die het in zich had, die bereid was zover te gaan.

Wil je niet belangrijk zijn, echode hees gefluister, Het heelal zal voor je buigen, Mand'alore.

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee,' hij nam een stap terug, 'nee, ik heb het nu niet nodig.'

Het gekabbel sloeg om in oorverdovend gekrijs. Het lawaai verspreidde zich als een explosie door de ruimte, klom gillend langs de muren omhoog tot het ieder hoekje en gaatje had weten te bereiken en Din alleen nog Lukes lippen zag bewegen; hij kon geen woorden ontwaren te midden van het geschreeuw.

Hij liep de kamer uit.

Mand'alore, wispelde een hese vrouwenstem, Mand'alore. Heil de Mand'alore!

Hij vluchtte de kamer binnen die Luke de zijne had gedoopt. Warm zonlicht scheen ongefilterd door het raam naar binnen, bracht het heldenverhaal met zich mee dat Cobb de kinderen vertelde – een verhaal waarin de Krayt Dragon van Free Town nog vele malen groter was en Din vele malen heldhaftiger uit de strijd kwam en niet doordrenkt met de ingewanden van het monster, zoals wel degelijk het geval was geweest.

Din rukte de helm van zijn hoofd en slingerde het ding de kamer door. Het butste tegen het bed, stuiterde door naar de muur en kwam uiteindelijk tollend op de vloer tot stilstand. Hij onderdrukte de neiging op de helm toe te snellen en na te gaan of hij niets beschadigd had.

Met norse passen liep hij naar het raam toe. Hij legde zijn hand op de vensterbank, leunde naar buiten zodat hij Cobb kon zien staan in de schaduwen van een grote boom. Rondom hem zaten de leerlingen van Luke, hun ogen vol bewondering terwijl Cobb met weidse gebaren verslag deed van de gevaarlijke strijd tegen de Krayt Dragon. 'En toen vloog Mando zo naar binnen, via de opengesperde bek van het monster!' klonk het.

'Echt waar?' vroeg Dan'te stralend.

Cobb knikte.

Din trok zich terug van het raam. Hij bewoog een hand door zijn warrige haren. Zijn ogen dwaalden af naar de helm. Hij trapte het ding richting het bed en liep de kamer uit.

'Zie wie we daar hebben!' verkondigde Cobb, zijn lippen gevouwen in een grote glimlach maar zijn blik bezorgd toen hem de afwezigheid van Dins helm opviel. 'Daar is jullie held!' Hij liet de kinderen niets merken van zijn zorgen.

Din had de helm nog niet eerder afgedaan in het bijzijn van de kinderen, alsof na alles de helm toch nog enige waarde voor hem had. Maar nu voelde het alsof de stemmen van de Darksaber zich in het vertrouwde hoofddeksel hadden vastgebeten; het was niet langer een oase van rust waar hij zich in terug kon trekken als hij het allemaal even niet meer wist; het was of de muren op hem af kwamen en het heelal veel te bekrompen voelde in haar grootsheid.

'Heb je echt de Krayt Dragon van binnenuit opgeblazen?' vroeg een Twi'lek meisje. Ze draaide zich nieuwsgierig om in het gras.

Din hield twijfelend halt. 'Heeft Cobb jullie dat verteld?' vroeg hij hees.

Het meisje knikte.

Hij stapte de kring binnen, ging naast Cobb in de schaduwen van de boom staan. 'Wat heeft hij nog meer verteld?' vroeg hij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top