Op de dag van de 2e belegering was het fort weer klaar voor de belegering. Deze keer waren er nog loopgraven en een slotgracht omheen gemaakt. De elven waren met 1000 draken naar buiten gestuurd om de mensen van achter aan te vallen. Alles ging goed totdat de aanval begon. Toen de elven van achter aanvielen, werd de aanval afgeslagen en de katapulten werden gebruikt om de poort in te gooien. Toen de troepen van de mensen werden uitgedund, vroeg de draak om een gevecht met Nachtschaduw.

Terwijl Nachtschaduw door de poorten heen loopt, bedenkt ze hoe ze de draak het best kan verslaan. Wanneer ze buiten komt, kan ze voor het eerst een blik op haar tegenstander werpen. Het is een draak van ongeveer 400 jaar. Hij mist een van zijn poten. Door naar de staat van de wond te kijken en een van de gesprekken met Enzvo terug te roepen kan ze de wond terugbrengen naar de 10 vechters die achter waren gebleven. Het gevecht kon niet gelijker zijn. Hij mist een poot, en zij mist ervaring. Zij probeert hem nog om te praten, maar dat lukt niet. Na haar geest te hebben afgeschermd, stijgt ze meteen op. Ze is nerveus omdat dit haar eerste luchtgevecht is, en haar hele leger kijkt naar hun gevecht. Het is een wedstrijd wie het snelst klimt. Door haar grotere vleugels en grotere spieren, ligt Nachtschaduw al snel ver boven haar tegenstander. Door haar vleugels in te klappen, maakt ze een duikvlucht en knalt ze tegen haar tegenstander aan. Ze neemt de nek van de draak in haar muil en knijpt haar kaken dicht. De draak schreeuwt het uit. Hij weet een schop tegen haar vleugel te plaatsen voor ze de achterpoten in haar klauwen krijgt. Haar bek vult zich met bloed. Op een paar meter van de grond klapt ze haar vleugels uit en gooit ze haar tegenstander met al haar kracht tegen de grond. De klap zou genoeg moeten zijn om zijn nek te breken. De draak lijkt zich te bewegen. Ze weet dat ze pas gewonnen heeft als haar tegenstander dood is. Even twijfelt ze. Wanneer ze terug denkt aan Zipharo en Enzvo en het volk begrijpt komt het in haar op dat ze het nu moet afmaken. Ze grijpt de nek van de andere draak in haar klauwen en draait haar klauwen in tegenover gestelde richting tot ze een zachte "krak" hoort. Pas wanneer ze zeker weet dat de draak dood is, vliegt ze terug naar het fort.

Na het luchtgevecht vallen de mensen aan. Het leger (dat na de grootschalige veldslag minstens 5000 man telt) verwoest de katapulten en balista' s. al snel hebben ze de muur verovert. Dan geeft Nachtschaduw het bevel om iedereen terug te trekken en de boog te verwoesten. 'We moeten de bergpas nemen. De mensen hebben het fort in handen. Zorg ervoor dat ons werk niet in de handen van de mensen komt.'

Iedereen is al snel bij de pas. Dan spreekt nachtschaduw een spreuk en verbergt ze de ingang.

In die nacht krijgt Nachtschaduw een visioen. Daarin ziet ze de weg naar een bergketen, met in het midden een vliegend fort dat groot genoeg is om elke draak in de wereld te huishouden, en nog ruimte over heeft voor een hoop mensen.