Hoofdstuk 27


Nachtschaduw loopt de troonzaal in. Een aantal van de generaals zijn er al. Een paar van de generaals van Kahless zijn er ook. Lìronie was bezig om het harnas een beetje aan te passen. Er zat een deuk in bij haar longen. Ze was het glad aan het strijken. Ze verwarmt het een klein beetje en strijkt er met haar klauw over heen. De deuk gaat er langzaam uit. Als het harnas weer herstelt is doet ze het harnas weer aan. Hij is weer zo goed als nieuw. Wanneer Nachtschaduw naar binnen komt lopen richt iedereen hun aandacht naar haar. Ze voelt zich ongemakkelijk. Zelfs zolang als zij koningin is voelt het nog steeds niet prettig om continu in het middelpunt van de aandacht te zijn. Ze gaat op haar troon liggen. 'Gaat het een beetje met je harnas, Lìronie?'

'Ja majesteit. Aan het eind van het gevecht kwam er een deuk in, waardoor het moeilijker ademen was, maar ik kon doorvechten.'

'Nu weet je hoe gevaarlijk het is om in gevechten te zijn.'

'Zo gevaarlijk als het is zo opwindend als ik het vind.'

'Als het goed is kunnen we in een paar uur het laatste gevecht wat we ooit gaan voeren doen. Ik ben van plan om er een eind aan te maken. Of zij gaan eraan of wij gaan eraan.' 'Is dat wel slim?'

'Het is beter dan nog langer wachten. We hebben geen keuze. Het is dit of we blijven nog langer opgesloten in dit kasteel. En dat wil ik niemand aandoen. Mijn plan is als volgt. We beginnen net als eerst op de muur. We vuren wat we hebben en wat we kunnen op hun af. Ik heb wat runen die we kunnen gebruiken om dodelijke magie te gebruiken. Dan komen we met zijn alle tegelijk uit de poort. Als eerste komen Arachnos en zijn mannen en de mannen van de leider van de mensen van Drikano Heva. Dan komt een bataljon geleidt door Enzvo. Achter dat bataljon komen de robots. Ze worden op hun trucks naar buiten gereden, en op de grond vouwen de robots zich uit. Dan volgt de rest van het leger. De vijanden zullen het niet overleven.'

'Ik heb nog een wapen niet gebruikt in deze gevechten. Het is iets dat mijn leger bang is te gebruiken. Een waterstofbom.'

Dit kwam van een van de generaals van Kahless. Kahless komt op dat moment ook de zaal binnen. 'Je bent gek in je hoofd, dat je die wilt gebruiken. Maar aan de andere kant, dit hele gedoe is abnormaal dus je krijgt mijn toestemming.'

'Waar kom jij vandaan?'

'Ik probeerde een van mijn generaals te pakken te krijgen. Hij was niet gekomen toen ik hem had geroepen. Ik moest hem even een preek geven.'

'Hij heeft zeker nu spijt dat hij niet gekomen is.'

'Zeker.'

Arachnos komt dan ook de troonzaal binnen. Hij wordt geflankeerd door twee soldaten, waarvan de soldaat aan de rechterhand dezelfde is die met Kahless mee was gegaan naar Arachnos. Arachnos ziet de vragende blik van Nachtschaduw. 'De meeste spinnen zijn dom. Toen bleek dat hij bij de transformatie zijn intelligentie heeft behouden heb ik hem als mijn rechterhand aangewezen.'

Dan gaan ze verder met het originele gesprek. 'We vallen ze met het belangrijkste deel van het leger rechtstreeks aan. Iedereen die niet nodig is bij de directe aanval maakt een sikkelbeweging en valt de achterkant aan. Schakel hun schutters uit. Dan wordt het makkelijker voor de aanvallers van voren om hun troepen uit te schakelen. Dan pletten we hun als een dubbeltje. Als alles goed gaat winnen we. Maar we moeten ervoor zorgen dat de flankerende troepen niet gespot worden. Anders zijn we er geweest. We moeten hun aandacht gevestigd houden op de voorkant. Als dat gebeurt winnen we. Voor de zekerheid laten we de jets overvliegen en bommen droppen. Dan hebben we alles gedaan wat we kunnen. Is iedereen het eens met mijn plan?'

'Het is riskant, maar alles is riskant. Dit is het beste wat we kunnen doen. Iedere generaal in deze zaal moet zijn of haar troepen voorbereiden.'

'Zorg dat iedereen die een wapen kan dragen er een heeft. En ik bedoel ook iedereen. We hebben alles nodig wat we hebben. Vergadering is afgelopen.'

Arachnos stemt in met het plan, en vertrekt om zijn leger klaar te maken. Kahless, Rigandua en Drikano komen naar haar toelopen. 'Dit plan gaat ons de dood injagen. Als dat gebeurt dan is het hele universum er geweest. Je plan moet werken.' 'Deze keer heb ik er echt vertrouwen in. Dit is onze enige kans. Als we deze kans verzieken dan is het universum er echt geweest. Ik wil dit plan een kans geven. Als we dat niet doen winnen we niet. Ik heb hier lag over nagedacht. Dit is onze kans. Doe mee.'

'Beschaam ons vertrouwen alsjeblieft niet. Als wij dood gaan vermoord ik je.'

'Dat kan niet als we dood zijn.' Ze lachen even met ze vieren. De rest van het gesprek gaat over luchtige dingen.

Even later staat het hele leger klaar bij de poort. Nachtschaduw staat boven de poort. Ze had een set kristallen met runen erin naar boven gebracht. Ze roept haar magie op. Ze spreekt een serie ingewikkelde spreuken uit. De kristallen beginnen te zweven. Dan stuurt ze een directe golf magie erheen om het te testen. Er komen paarse stralen uit. Dan stuurt ze een ononderbroken golf magie erheen. Met hulp van een aantal oude draken houdt ze de stroom in stand terwijl ze de kristallen richt naar de vijandelijke linies. Ze liet de kristallen stijgen en snel ronddraaien. De stralen kwamen er sneller uit. Na een paar minuten begint ze haar grip op de magie te verliezen. Ze legt de kristallen voorzichtig neer. Dan vliegt ze naar het grote deel van het leger dat ze gaat commanderen in de strijd. Terwijl ze de kristallen gebruikte opende alle wapens in de stad die bruikbaar waren het vuur. Wanneer Nachtschaduw bij haar troepen is openen de poortwachters de poort en iedereen gaat naar buiten. Zodra ze een paar honderd meter van de stad vandaan zijn vormen ze ranken. Dat is het moment waarop vijand aanvalt. Iedereen die al in linies staat laten hun speren zakken. Zodra Nachtschaduw ziet dat de vijand aanvalt voert ze het tempo zoveel mogelijk op. De helft van het leger staat al buiten als de twee legers voor het eerst beginnen te vechten. In het fort blijven de soldaten op de muren dekking geven. De tanks die op dat moment op de schans staan hijsen hun kanonnen en blazen zo veel mogelijk vijanden op. Op dat moment trekken de vijanden zich terug. Zo snel als het gaat brengt Nachtschaduw het leger naar buiten. Dan wanneer iedereen klaar staat vallen ze aan. Ze marcheren zo breed mogelijk zodat het niet opvalt dat een deel van het leger afsplitst. Dan openen de robots zich. Ze laten het lijken alsof de wapens zich klaar maken. Tegelijker tijd stijgen de jets op van de basis. De hemel kleurt zwart van de jets. Ze maken een paar runs voordat er ook vliegtuigen van de vijand opstijgen. Het blijft even onzeker maar uiteindelijk krijgen de vliegtuigen van Kahless de overhand. De vliegtuigen van de vijand vallen uit de lucht als regen van metaal. Even later gaan de andere vliegtuigen naar de basis. Het afgesplitste deel van het leger sluipt snel en geruisloos naar de achterhoede van het vijandelijke leger. Dan vuurt Kahless een vuurpijl af. Dat is het teken waar het hele leger op wachtte. Van beide kanten vallen de legers aan. Even later voegt Rigandua zich bij de voorhoede. Kahless veranderde in zijn menselijke vorm en haalde twee speren tevoorschijn. Het ene uiteinde gebruikte hij om te slaan en het andere om te steken.

Al snel is er een soort wig ontstaan in het vijandelijke leger. Het leger bleef vooruit lopen. Kort na het begin van het gevecht is de voorhoede uitgeput. Nachtschaduw roept ze naar achter. Dan pakt ze haar zwaarden en loopt ze naar de voorhoede. Haar leger volgt haar voorbeeld. Het zwaard in haar linker klauw heeft ze parallel aan haar arm, terwijl ze het zwaard in haar rechterklauw normaal vast houd. Zij word zoals iedere zwaarddrager beschermd door een mens met schilden. Die schilddragers die proberen de aanvallers bezig te houden zodat de zwaarddragers hun slag kunnen slaan.

Ze is net een paar minuten bezig als er activiteit is bij de basis van Kahless. Er stijgt een groot vliegtuig op geflankeerd door vier W wings. Het vliegtuig is ongeveer 50% groter dan een passagiers jet. Er zit een bobbel aan de onderkant waar de cockpit zit. Het vliegtuig stijgt eerst tot hogere luchtlagen. Dan openen een stel luiken aan de zijkant. Er komen grote kanonnen uit. Ze beginnen te vuren op de vijand. Er volgen nog twee van dat soort groepen. Dan komt er van de vijandelijke linies een knal. Even later stort een van de slagschepen van de lucht neer. Dan komen er ineens nog meer vijanden uit een bos niet ver van het slagveld. Kahless roept de basis op voor nog meer jets en luchtsupport. Alle vliegtuigen stijgen op. de vijanden doen het zelfde. De volgende uren blijven er zowel gevechten op de grond als in de lucht gaande. Kahless wordt een stuk of 4 keer bijna gedood, en Nachtschaduw heeft hem elke keer gered.

'Kun je niet uitkijken?' vraagt Nachtschaduw terwijl ze een kobold met twee zwaarden tegelijk te lijf gaat.

'Normaal ben ik beter met vechten. Deze vijanden zijn verdraaid goed. Maar goed dat ik jouw hulp heb.'

'We gaan het met dat nieuwe leger niet redden. Ik ben door mijn ideeën heen. Heb jij nog ideeën?'

'Ik heb niks meer.'

Op dat moment opent er een portaal niet ver van Kahless.

'Heb jij dat soms gedaan, Kahless?'

'Nee, ik heb niks gedaan.' Er komen draken uit het portaal. Ze vallen de vijanden aan zodra de draken de vijanden op het oog hebben. Een stapt naar Kahless toe. Kahless verwelkomt haar met een vlakke hand op een voorpoot. 'Goed om je te zien, Adyilinn. We kunnen je hulp goed gebruiken.'

'Dacht je soms dat je zo een belangrijk gevecht in je eentje kon voeren? En dat een gevecht op deze schaal niet op zou vallen? Ik ben de godin van de oorlog! Ik weet wel waar gevochten word!'

'Ik heb de hulp ingeroepen van koningin Nachtschaduw om dit gevecht te winnen. Het was bijna gelukt.'

'Dat kan ik zien. Waar kan ik die koningin Nachtschaduw ontmoeten?'

'ZIJ staat voor je neus.' Zegt Nachtschaduw, uitdrukking leggend op het eerste woord. Terwijl ze spreekt hakt ze vakkundig een vijand in tweeën 'Ik ben de koningin. Mag ik vragen wie jij bent?'

'Ik ben Adyilinn. Ik ben de godin van de oorlog. Ik ben hier gekomen omdat dit gevecht heel belangrijk is voor het voortbestaan van alles wat we kennen. Ik heb het hele leger van het hemelse fort meegenomen om jullie te helpen.'

'Ik bedank u ervoor. Kahless heeft mij beter geholpen de afgelopen maanden dan jij je kunt voorstellen.'

'Hij is een eerbiedig man. Hij houdt zijn beloftes.'

'Ik weet het. Ik ben alleen erg humeurig de laatste dagen, omdat ik amper heb geslapen.' 'Dat kan ik mij indenken. Je hebt al je energie in die voorbereidingen gestopt. Ik heb de afgelopen dagen een oogje op je gehouden. De technieken die jij bedenkt ben ik jaloers op. Je zou mee moeten gaan naar het fort.'

'Laten we eerst dit gevecht afronden en naar mijn fort gaan. Ik heb zin in een goed feest en een nachtrust.'

'Gelijk heb je.'

'We moeten een deel van ons leger 90 graden naar rechts draaien. Dan winnen we met gemak door onze nummers. Als jij jouw troepen dwars door dat leger daar heen forceert, dan naar links gaat dan neem ik het rechterfront onder mijn hoede'.

Met het laatste leger erbij, ligt het vijandelijke leger al snel in puin. De soldaten die zich niet overgeven of gedood worden vluchten het bos in. Na het gevecht wordt er een week lang gefeest. De doden worden herdacht en drank vloeit als bloed tijdens een slachting.



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top