Hoofdstuk 15


Vlak voordat de robijn de grond raakte begon het te gloeien met een temperatuur waar de zon nog jaloers op zou worden, en er kwam een man uit. De man was volledig in een zware mantel gehuld. Hij begon te spreken 'Ik moet je bedanken koningin Nachtschaduw, voor het bevrijden van mij. Mijn naam is oppergeneraal Kahless. Ik heb lang gewacht tot je langs zou komen. Ik was jaren geleden opgesloten in die robijn, door die alfavogels. Jij, Nachtschaduw was de enige die de steen kon bevrijden. Je wist dat de steen in het rijk der goden was. Maar wat wij niemand eerder hebben vertelt is dat de steen kon worden gebruikt als portaal tussen de werelden. Ik ben de leider van de goden. Ik wil je niet van de troon stoten of dat soort dingen, ik wil je alleen maar helpen. Maar laten we niet treuzelen. Er zijn problemen in je rijk.'

'Hoe doen we het dan met jou? Je hebt geen vleugels en mijn draken kunnen je niet dragen.'

'Ik zorg wel voor mijzelf.' Terwijl hij dat zei, sprong hij in de lucht. In de lucht kwamen er vleugels uit zijn rug groeien, kwam er een staart en groeide zijn nek. Zodra hij weer op de aarde kwam, was hij een enorme gouden draak. Hij was nog groter dan Nachtschaduw, en had een rij gemene stekels op zijn rug. Zijn hele lichaam was zwaar gespierd, en hij had een zwaard op zijn rug die groter was dan die van Nachtschaduw. 'Ik zei toch dat ik voor mezelf zorg? Laten we gaan voor die problemen zich ontwikkelen.'

'Hoe zit het met het goddelijke zwaard waarmee we jou hebben bevrijd? Ik heb het nog steeds vast.'

'Je mag het zwaard houden. Dat zwaard was van een van de goden. Hij was een van de voorstanders van het helpen van de draken. Jammer genoeg was hij een paar maanden voor ik in de val liep door een van de Helgoden gedood. Hij had zijn zwaard naar deze wereld gegooid in de hoop dat het jullie zouden helpen en te voorkomen dat de helgoden het zwaard zouden krijgen. Nu we het er toch over hebben, mag ik het even vasthouden?'

Nachtschaduw gaf het zwaard aan Kahless. Hij pakte het handvat vast, en bewoog zijn andere hand over de kling. Daarna gaf hij het zwaard aan Nachtschaduw. De kling was nu van diamant gemaakt. De kling schitterde in de zon, en toen ze de kling draaide, zag ze in een taal die ze zelf nooit heeft gezien maar wel begreep:

Vuurbrenger

'Bedankt dat je dit voor me hebt gedaan. vuurbrenger past wel bij het zwaard.' Zegt Nachtschaduw.

'Je kunt nu je krachten door het zwaard heen laten vloeien. Het zwaard is aan je gebonden, dus zelfs als het zwaard van je wordt afgepakt zal het terug keren naar je. Ook kun je nu je zwaard gebruiken om te pareren. Je hebt misschien wel gezien dat zodra je pareert met je oude zwaard dat er een deuk in de kling komt. Deze kling is diamant. Dus alleen als iemand met enorme kracht een diamanten kling op die van jou slaat komt er misschien een krasje in. Er is maar een ander zwaard dat zo is, en dat is die van mij. De naam heb ik afgeleid van uzelf, want u spuwt vuur. Maar goed. Uw koninkrijk is in gevaar. Zullen we erheen gaan?'

'Zo snel als mijn vleugels me kunnen dragen zal ik vliegen. Zírinia, zou je het erg vinden om je zwaardschede even af te geven?'

'Nee mijn koningin, ik geef hem meteen.'

'zijn jullie partners?' vraagt Kahless wanneer nachtschaduw de schede omgespt.

'Nee, ik ben nog single. Waarom vraag je dat?' vraagt Nachtschaduw.

'Ik was gewoon nieuwsgierig. Ik had zoiets van een plus een is twee.'

'In dit geval is een plus een drie. Ik heb in mijn jaren nog nooit iemand tegen gekomen met wie ik zou willen paren. En zelfs met al mijn macht ben ik niet gelukkig.' Vervolgens spreekt ze de groep aan. 'Laten we gaan.' Daarmee ging de hele groep de lucht in.

Zoals Kahless zei was het rijk een chaos. In haar afwezigheid hadden de alfavogels aangevallen, de mensen waren begonnen met het steunen van de adelaren. Zodra Nachtschaduw bij de hoofdstad probeerde te landen werd er met een catapult op haar geschoten. Zodra ze de stad binnen is gekomen, marcheert ze met haar groep direct naar het paleis. 'Ik wil NU met Drikano spreken!' schreeuwt ze tegen een bediende die ze tegenkwamen toen ze het paleis binnen kwamen. Ze worden naar de troonzaal geleid. Daar ligt Drikano naast de troon. Zodra ze binnenkomt zegt ze 'Wat gebeurt er in godsnaam?'

'Niet met god schelden, mijn koningin. Anders komen die verdraaide helgoden ook nog een feestje vieren, en dan gaat de hele planeet naar de hel.' Zegt Kahless.

'Wie is dat, en waarom is de groep groter dan toen jullie vertrokken?' vraagt Drikano. 'Dit is Kahless, een van de goden. Toevallig is hij de oppergod die het universum heeft gemaakt. En daar is Lìronie, we hadden haar in het bos gevonden. En die adelaar is Windrijder, een overloper. Maar nu wil ik antwoord op mijn vraag. Wat is hier aan de hand?'

'Vlak nadat jullie weg waren, kwam er een groepje mensen. Ze waren gevlucht. Ze waren aangevallen door adelaren. Daarna kwamen er 2 draken van de grenswacht. Ze zeiden dat Ikarian was overspoelt. We hadden wel een redelijk leger in Ikarian gevestigd. Dat leger was vooral uitgerust voor grondaanvallen. Nu zitten we in de stad opgesloten. De groep die je waarschijnlijk heeft aangevallen zijn elven. Het zijn bannelingen die een deal met de adelaren hebben gesloten. Ze hebben al drie draken neergehaald met die katapult. Onze scouts dachten een balista te zien, maar ze zijn het er niet over eens.'

'Nu ben ik weer terug en ik neem de leiding weer over. Voor nu mag je mijn rechter klauw blijven, maar ik benoem Kahless tot mijn linker klauw. Welkom in de koninklijke raad, heer Kahless. Meld je straks bij de smid, dan krijg je een pantser.'

'Dank u majesteit. Ik wil u wel verzoeken om mij niet als favoriet te behandelen alleen omdat ik een god ben. Ik ben hier ook maar op bezoek, zoals ze het in de godenwereld noemen. Alleen ben ik hier voor onbepaalde tijd. Maar ik accepteer deze eer wel. Ik zal proberen om mijn leger te roepen. zo kunnen we ze misschien verslaan. Tot die tijd moeten we tijd rekken. Ik heb alleen een klein dilemma: in mijn menselijke vorm heb ik wapens waar velen alleen maar van kunnen dromen, maar in mijn drakenvorm ben ik sterker met magie.'

'Ik heb een plan,' zegt Nachtschaduw.

Het was stil in het Drigano Heva. Het is midden in de nacht, maar toch staan alle draken van de stad op de stadsmuren. Iedereen is tot op de tanden bewapend. Ook Kahless staat op de muren. Hij is in menselijke vorm. In een van zijn handen houdt hij een wapen dat Nachtschaduw noch nooit heeft gezien. Het wapen bestaat uit vier buizen die aan de zijkanten aan elkaar vast zijn gemaakt. Voor op de buizen zit een handvat en een kijkbuis waardoor doelwitten makkelijker te raken zijn volgens hem. Hij noemt het een kijker, maar volgens Nachtschaduw leek het gewoon om een buisje. In zijn andere hand houdt hij iets vast wat hij een automatisch pistool noemt, helemaal van diamant lijkt. Op het teken van Nachtschaduw gaan de poorten open en gaan er een groep draken de stad uit. Zoals volgens plan komt het andere leger op het groepje draken af. Toen opende Kahless het vuur. Uit de vier buizen kwamen vurige projectielen, terwijl uit het wapen dat hij het automatische pistool noemt achter elkaar niet zichtbare projectielen kwamen. Dat leverde een enorm geratel op, alsof er een grote ratelslang naast haar lag. De vurige ballen explodeerde zodra ze iets raakte, wat enorm veel geluid produceerde. Zodra hij de vier buizen leeg had geschoten, gooide hij het wapen naast zich neer, en pakte hij een slank wapen, dat wel iets weg had van het pistool, maar dan met een schoudersteun en een lange kijker. 'dit is een sluipschuttersgeweer. Dit is er een die redelijk rustig vuurt, maar met veel kracht. Als ik deze leeg heb geschoten, ga ik een snel vurende gebruiken.'

Zegt Kahless. 'Ik begrijp er helemaal niks van, maar ik vertrouw erop dat je weet wat je doet.' Zegt Nachtschaduw erop.

Kahless reageert er niet op, en drukt het wapen tegen zijn schouder. Hij legt het pistool in een holster ergens onder zijn cape, en gebruikt die hand om het geweer te ondersteunen. Wanneer hij nu schiet hoort zelfs Nachtschaduw het niet meer. Elk schot zakt er weer iemand in. Ook met de volgende wapenwissel blijft het heel stil. Na dat hij die ook weer leeg had geschoten, zei hij 'Ik ga naar beneden en hun uit de brand helpen.'

Daarmee trok hij zijn zwaard en zijn automatisch pistool. En liep hij naar de poort. zodra hij buiten was vielen een hoop vijanden hem aan. Maar hoe snel ze ook aanvielen, niemand kon hem raken. Zodra zijn pistool leeg was stopte hij het snel weg en schudde hij zijn arm. Uit onzichtbare houder op zijn arm kwamen een soort repen met goud versierd metaal, die toen ze allemaal eruit waren een schild vormden. Het schild ziet er uit als een paar vleugels. Hij vocht zo hard dat op gegeven moment hij zo hard op een vijand sloeg dat hij zijn zwaard verloor. Hij deed snel zijn rechter arm naar voren en er kwam een metalen staaf uit. Die gebruikte hij eerst om iemand tegen de vlakte te slaan, waarna hij de staaf openklapte. Uit de staaf kwam een zwaard. Daarmee vocht hij verder. Na een tijdje kwam hij bij de groep. Daar klapte hij het zwaard weer en haalde uit zijn cape een metalen stok die hij met een enkele polsbeweging uitklapte tot een speer. Zo snel als hij kon slingerde hij die naar een zwaarbewapende elf die zich naar de groep sleurde. Hij had al meerdere sneden over zijn benen. De speer ging dwars door het pantser heen en doorboorde het hart. Daarna haalde hij van de andere kant van zijn lichaam een bijl die hij uitklapte tot een tweekantige bijl. Daarna liet hij een van de draken hem lanceren naar een katapult die even verderop stond. Met een snelle slag hakte hij de katapult kapot. Daarna sloeg hij met zijn bijl rondom zich, waardoor hij leek op een tornado. Zodra de vijanden in de directe omgeving verslagen waren, stopte Kahless de bijl weg en trok een hamer. Die stopte hij in zijn linker hand, waarna hij weer met zijn rechter hand zijn verborgen zwaard weer tevoorschijn haalde. Hij klapte ook het schild op zijn rechterarm uit. Hij vocht zijn weg terug naar de groep, en de groep trok zich terug naar Drigano Heva.

'Nou, koningin Nachtschaduw,' zei hij toen hij weer terug in het fort was, 'het lijkt erop dat uw plan werkt. We hebben aangevallen en een van de katapulten verwoest. Ik wil u wel vragen of ik plaatjes ijzer of koper, houtskool, salpeter, zwavel en smeedmetaal mag. Ik heb bijna al mijn wapens leeg geschoten. Met die materialen kan ik nieuwe munitie maken. Ook wil ik graag wat hout, zodat ik een kruisboog kan maken.'

'Als je even wacht dan breng ik je persoonlijk naar de opslag.' Daarna liet ze iedereen die een boog had die afvuren. Dit was vooral om het terugtrekkende leger te beschermen. Maar hoeveel ze ook afvuurde, de vijanden bleven komen. Uiteindelijk kwamen ze dichterbij. 'nu wordt het leuk' zegt Kahless. Een van de centauren die door de alfavogels werd geforceerd om te vechten stapte naar voren. Na nog geen drie stappen explodeert de grond onder hem. 'Dat was een standaard anti tankmijn. Ze zijn nog niet eens de springende mijnen tegen gekomen.'

Plotseling begon het fort te trillen. Uit de grond vlak voor het mijnenveld kwam een soort enorme worm. 'Dat is onmogelijk. Dat is een van de aarddraken. Die beesten zijn sterk, maar niet al te snugger. De laatste keer dat er eentje gespot werd was ik nog niet eens geboren.' zegt Nachtschaduw. Op dat moment klapt de aarddraak met een grote klap op het mijnenvels. Een drietal mijnen gaan af. Eentje ontploft bij het oog. De draak is op een slag dood. Het leger dat zich achter de aarddraak had geschaard, trok zich terug.

'Ik breng je onmiddellijk naar de voorraadkamer. Volg mij.' Tegen een van de draken op de muur zegt ze 'Zeg tegen Enzvo dat hij naar de voorraadkamer moet komen. En ik bedoel dat hij er gisteren moet zijn!'

ze springt van de muur gebruikt haar vleugels om een stuk naar voren te glijden. Zodra ze op de grond staat rent ze als een gek naar de voorraadkamer.



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top