Hoofdstuk 12

Zoals Drikano zei wachten de tien beste draken bij de zuidpoort wanneer Nachtschaduw, Wirrando en Enzvo aan komen lopen. Waringa ligt al met harnas en al klaar.

Nachtschaduw wordt verschrikt wakker. Ze zijn al 2 dagen onderweg. Ze hoorde een tak kraken. Met haar scherpe zicht kijkt ze goed om haar heen. Ze ziet iets bewegen achter een boom. Ze maakt met een woedende kreet de andere wakker. Met ze alle kijken ze achter de boom. Tot hun verassing is het een jonge, vuurrode draak. 'Wie ben jij?' vraagt een van de zwaardvechters, een draak die Zírinia heet woest.

'Ik ben lìronie. Ik wil met jullie meereizen.' Zegt de kleine draak zachtjes. 'Heb je dan niet een respect voor de koningin en haar wachters? Zie je dan niet dat de koningin voor je staat?' vraagt Zírinia boos. Zij is een van de draken die veel respect voor haar heeft. Zij vindt het hoogverraad dat er geen respect wordt getoond aan Nachtschaduw. 'Het spijt me. Ik zag het niet. Maar nu u het zegt valt het me op dat ze inderdaad het gouden harnas van de koningin draagt. Het spijt me, koningin Nachtschaduw.' 'Ik zal je niet straffen voor omdat je niet wist dat ik de koningin ben. Maar let er de volgende keer wel op. Mocht dit opnieuw gebeuren met jou, dan ontkom je niet aan je straf.' Met deze woorden stelt Nachtschaduw Zírinia en Lìronie gerust. 'En wat betreft het meereizen, je moet je eigen harnas kopen. Ook moet jij jouw eigen wapen kopen. Morgen komen we in een stad waar we jouw spullen kunnen kopen. Als je besluit om door te gaan zoals je nu bent, neem ik geen verantwoordelijkheid voor eventuele wonden die je oploopt. Ik heb zelf geen flauw idee wat we tegen kunnen komen, dus ik kan niet en iedereen hier beschermen en een oog op jouw houden'

Zírinia is overduidelijk niet blij met Nachtschaduw' s tweede besluit. 'U kunt dit niet menen. We kunnen u niet beschermen als u iedereen meeneemt die u tegen komt. Ik kan dit niet toestaan.'

'Maak je geen zorgen. Ze is zo goed als ongevaarlijk. En zelfs als ze kwaad in de zin zou hebben, haar klauwen zijn nog niet half zo lang als mijn huid dik is. En als jullie echt zo goed zijn als Drikano zegt, dan hoef je niet nerveus te zijn.'

Zírinia gromt onder haar adem, maar laat het erbij.

2 dagen later wordt Nachtschaduw wakker met Lìronie onder haar vleugel. Ze had zichzelf helemaal opgerold onder de vleugel van Nachtschaduw. Ze had rondom haar lichaam nog 10 meter ruimte tot de rand van de vleugel. Lìronie had een metalen harnas aan met vleugelbeschermers, een knots aan de staart en stekels op de rug en een helm. De stekels zijn hol, maar omdat Lìronie nog erg jong is heeft ze geen eigen rug stekels en zijn de stekels op haar kop nog ver van ontwikkeld. Dus het harnas zou voor een paar jaar bruikbaar moeten zijn. Als wapens heeft ze twee zwaarden van 5 meter onder haar vleugels, plus een korte boog met pijlenkoker. De avond ervoor heeft lìronie gespard met een van de draken, onder toezicht van Zírinia. De grote rode draak is nog steeds huiverend rondom de kleine draak, maar is niet meer openlijk vijandig. Daarna heeft de kleine draak een paar pijlen geschoten, en (het is niet duidelijk of ze het expres of per ongeluk heeft gedaan) een hert geschoten. Nachtschaduw was trots op Lìronie. Terwijl de kleine draak glunderend van trots wachtte op het eten dacht Nachtschaduw na over de jonge draak. Omdat Nachtschaduw Lìronie niet wakker wil maken, blijft ze liggen. Dan bedenkt ze zich dat ze zelf ook kinderen wilt. Het valt haar dan op dat er een groot gat in haar leven zit. Maar wie moet dan haar maat worden? Draken paren voor het leven, en niemand in haar omgeving is geschikt. Enzvo is een goede vriend, maar hij is te jong, en klein. Drikano is te serieus, en heeft al een gezin. Rigandua heeft 3 kinderen, waarvan er een ondertussen al ver weg is getrokken, en de edelen zijn allemaal te druk bezig met hun machtspelletjes. Even speelt ze met het idee om een maat tussen de mensen te zoeken, maar ze laat dat idee varen. Ze zou dan geen schub beter zijn dan Dorénie. Ze laat het erbij zitten. Een maat vinden die groot genoeg is, haar eer ongeschonden laat en ook nog eens een goede vader zou zijn is zo goed als onmogelijk. Ze is te oud.

Een paar minuten later wordt de rest ook wakker. Na de restjes van de vorige avond op te hebben gegeten, vertrekken ze. Ze komen een horde centauren tegen(die mensen die vanaf hun middel het lichaam van een paard hebben), worden aangevallen door overmaatse adelaars, en verwoesten 3 wachttorens van mensen die het lef hadden op hun te schieten. Lìronie vond het echt fantastisch om te vechten. Ze doodde 3 adelaars. Maar toen ze aan het einde van de dag door een pas op een bergrug wilden gaan, werden ze aangevallen. Er waren 3 adelaars en een groep centauren. Na een hevig luchtgevecht winnen de draken. Lìronie was gewond, maar het was niet levensbedreigend, maar toch genas Nachtschaduw de wond. Het was namelijk een wond aan de schouder. Toen Lìronie daarop protesteerde zei Nachtschaduw 'Ik heb al genoeg dierbaren verloren, en ik wil jouw niet verliezen. Ik heb toch genoeg kracht ervoor, en sterven is niet prettig. Als je er meer over wilt weten, vraag Enzvo maar. Dankzij mij kan hij het nog navertellen.'

'En geloof me, het is niet prettig. Hoewel ik een snelle dood stierf, leek het uren te duren. En het was erg pijnlijk.' voegt Enzvo erbij toe.

Die avond liggen ze om de beurt te slapen, met altijd 2 draken die de wacht lopen. Hoewel Nachtschaduw protesteerde, mochten zij en Lìronie geen wacht lopen. Nachtschaduw niet omdat zij de koningin is en Lìronie niet omdat ze te klein is. Die nacht worden er drie centauren gevangen genomen.

De volgende morgen ondervragen ze de centauren. Nachtschaduw ondervraagt de Centauren persoonlijk. 'Waar haal je het lef vandaan om ons aan te vallen? Er hadden gewonden of doden kunnen vallen.'

'We wilden u of uw vrienden niet aanvallen. We hebben uw hulp nodig. De hoofdstad is te ver weg, en toen u volk van onze kudde tegen kwam en zij probeerde te communiceren vloog u gewoon door. We probeerde u niet aan te vallen, maar om met u te praten.'

'En ik heb geen tijd om te stoppen. Ik probeer een plek te vinden waar ik mogelijk de informatie vind om voorgoed de vijandelijkheden tussen mensen en draken te stoppen. Elke dag dat ik hiermee bezig ben is een dag waarin er meer draken om het leven kunnen komen. Ik heb gisteren al drie wachttorens moeten verwoesten omdat er op ons werd geschoten, en we zijn meer tijd kwijt geraakt aan de verdraaide adelaars dan me lief is.'

De centaur denkt even na. Dan vertrekt zijn gezicht. 'U spreekt over adelaars. Waren ze ongeveer de grootte van een draak? En hadden ze gouden of zilveren accenten in hun veren?'

'Dat is een redelijk accurate beschrijving. De adelaars die ons lastig vielen hadden allemaal gouden accenten. Ze waren stuk voor stuk groter dan Lìronie, en een paar waren sterk genoeg om ons van zich af te houden. Weet jij wat het zijn?'

'Dat zijn alfavogels. Volgens de legendes werden ze ooit tot de rand van uitsterven opgejaagd, tot een zekere drakenkoning ze begon te beschermen. Sinds die tijd zijn ze als ras tot bloei gekomen, en hebben ze intelligentie ontwikkeld. Later zijn de alfavogels in twee clans gesplitst. De ene clan vindt dat goud het belangrijkst is, de andere zilver. Ze zijn continu aan het vechten over welk edelmetaal belangrijker is. De gouden accenten vertelt dat deze alfavogels van de goudclan zijn. De afgelopen 30 jaar is de Goudclan enorm gegroeid, en tegenwoordig zijn ze erg agressief. De huidige leider van de goudclan, Goudveer, heeft de oorlog verklaard aan iedereen die niet de goudclan steunt. Wij centauren besloten dat we niet met hun politiek wilde bemoeien. Dus vallen ze ons continu aan. Het zelfde geld voor de mensen in deze omgeving. De wachters van de drie wachttorens dachten waarschijnlijk dat jullie alfavogels waren, vanwege de gouden harnassen. Toen ik jullie voor het eerst zag dacht ik hetzelfde, maar nu zie ik dat ik fout zat. Ik wil hierbij een verzoek doen voor elke centaur in deze landen: help ons de alfavogels te verslaan en ze voor goed terug te drijven.'

'Dit verzoek is erg extreem. Ik kan niet een heel ras uitroeien om een ander ras te redden, ook al is dat andere ras geallieerd.' De centaur was overduidelijk teleurgesteld. 'Ik kan wel mijn steun toezeggen aan de centauren. Momenteel is de taak die ik mezelf heb gegeven te tijdgevoelig om 3 dagen te verspillen met een aanval, maar ik beloof jullie het volgende. Als jullie met de zilverclan een verbond sluiten, dan help ik jullie op de terugweg met de goudclan. Maar ik verwacht niet terug te zijn binnen 2 weken. Dus accepteer je dit aanbod?'

'Ik zal erg overtuigend moeten zijn om de centauren zover te krijgen, maar dit is de laatste kans die wij hebben. Ik accepteer uw aanbod voor alle centauren.'

'Ga dan nu terug naar jouw kudde, en overtuig ze van deze koers. Wij moeten vertrekken.'



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top