~ 2,25 ~ Huis

Net als ik op het punt sta om het te zeggen, bedenk ik me iets.
'Hè? Wacht eens even,' acteer ik. 'Ik weet het weer!' Ik doe net alsof alles me weer te binnen schiet. Isabella kijkt me verbaast aan en als ik naar Jason kijk, zie ik dat hij ook verbaast kijkt. Ik knipoog snel naar hem. Met een teleurstellend gezicht vormt er een Oh om zijn lippen.
'Wat herinner je je weer?' Jason speelt mee.
'Uhm...' Nu moet ik snel met een smoes komen. 'Mijn ouders gingen één, uhm ik bedoel, twee weken met vakantie en ik was alleen thuis, maar toen ging ik naar, uhm...' Ik draai mijn hoofd om om naar buiten te kijken in de hoop dat ik daardoor meer inspiratie krijg maar ik had kunnen weten dat dat weer een pijnscheut zou veroorzaken. Ik kreun en dan helpt Jason me.
'Misschien moet ze eerst even rusten. Het lijkt me niet goed dat we haar nu uithoren terwijl ze net haar geheugen kwijt was.' Daar ben ik Jason erg dankbaar voor. Isabella denkt even na.
'Kan je je nu wel herinneren waar je woont?' vraagt ze hoopvol. Daar weet ik wel wat op.
'Ja, maar ik heb de sleutel niet meer en ik kan me niet meer herinneren waarom.' Isabella kijkt bedenkelijk. 'En er is niemand die een extra sleutel heeft.' zeg ik er snel achteraan. Isabella zucht.
'En je ouders zijn je dus niet aan het zoeken?' zegt ze. Volgens mij geeft ze zich bijna over. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Van binnen ben ik zo blij maar dat mag ik niet laten merken, straks heeft ze ons door.
'Nee, ze zijn niet hier en ik wil ze niet ongerust maken,' zeg ik. Ik kijk naar Jason en ook hij lacht.
'Weet je het heel zeker? Dit is niet zo maar iets. Je bent flauwgevallen en je hebt geheugen verlies. We zouden eigenlijk rechtstreeks het ziekenhuis binnen moeten lopen.' Ik merk dat Isabella lichtelijk geïrriteerd raakt wat mijn hart twee keer zo snel doet gaan. Mijn glimlach verdwijnt. Als ze boos wordt kan ik haar sowieso niet meer overtuigen om me mee te nemen naar haar huis. Wat moet ik nou zeggen?
'Mam,' Het lijkt er op dat Jason niet zo zenuwachtig is als ik. Hij kijkt me kalmerend aan. Ik denk dat hij een idee heeft.
'Het is beter als we Alice meenemen. Ze heeft me net iets verteld wat erg belangrijk is en wat ze niet zomaar aan iedereen kan vertellen. Ook vind ze het heel lastig om er over te praten dus is het goed als we het je later vertellen als we het beter hebben uitgezocht en er meer over hebben gepraat?' Zijn moeder wil iets zeggen maar Jason geeft haar nog niet de kans om te praten.
'We kunnen haar niet naar het ziekenhuis of de politie brengen, vertrouw me.'

Na dit allemaal aan gehoord te hebben zucht Isabella.
'Oke, ik vertrouw je. Als je maar weet waar je het over hebt. Isabella draait zich weer om en kijkt mij aan via de spiegel, alsof ze aan mijn reactie wil zien wat ik er van vind. Mijn gezicht geeft niets weg. Ik ben veel te verwart.

Heel slim dit. Ik weet niet wat ik moet zeggen, ik ben Jason zo dankbaar.
'Oké dan,' zegt Isabella dan. Mijn glimlach word groter.
'Heel erg bedankt!' zeg ik.

~~

Ik hoor een klap van een deur die dicht gegooid wordt.
'Oeps,' hoor ik een stem zeggen. Ik voel dat ik op een zacht matras lig, met een warme deken om me heen. Ik open mijn ogen langzaam en dan zie ik alleen maar een muur, ik lig met mijn rug naar de kamer toe dus probeer ik me om te draaien.
'Je bent wakker,' zegt Jason. Het lukt me om me op mijn rug te draaien. Jason buigt zich over me heen.
'Gaat het een beetje? Ik heb wat te drinken voor je.' Jason helpt me met overeind komen en geeft me een beker water. Ik pak de beker aan en neem een slok. Ik merk dat ik erg dorst heb dus ik drink het helemaal in één keer leeg. Als de beker leeg is kijk ik om me heen. De kamer is best donker omdat de gordijnen dicht zijn, maar er komt wel een straaltje licht doorheen, dus neem ik aan dat het niet midden in de nacht is. Naast het bed staat een nachtkastje en iets verder staat een wat grotere kast, verder is de kamer leeg.
'Het gaat wel,' zeg ik. Ik kijk naar Jason en zie dat hij me raar aan staart. Ik kijk verbaast terug tot dat hij de stilte verbreekt.
'Ik kan niet geloven dat je lucht bewoog. Het is echt ongelofelijk. Weet je al iets meer over jezelf?' Je kan de verbazing en het enthousiasme horen in zijn stem.
'Nee,' zeg ik. Helaas niet, ik haat het echt. Mijn familie is nu ergens, misschien zoeken ze me wel, en ik kan ze niet eens herinneren.
'Ik heb met mijn moeder gepraat en morgen begint de vakantie dus mag je tot woensdag blijven. We hebben dan nog vier dagen voor je weer naar "huis" moet. Daarna zullen we iets anders moeten bedenken.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top