~ 1,25 ~ Ontwaken

'Help...' zeg ik zodra de persoon dichtbij genoeg is om me te verstaan. Mijn stem klinkt schor en zacht en meteen erna moet ik hoesten. Gelukkig was het toch hard genoeg om te verstaan, want ik zie de persoon om zich heen kijken. Ik kan zien dat het een jongen van ongeveer mijn leeftijd is, nu dat hij dichtbij genoeg is.

Als de jongen me ziet gaat hij langzamer tot hij op een paar meter van me af stilstaat. Hij gooit het metalen ding op de grond en rent op me af. Terwijl ik hem dichter naar me toe zie rennen breekt er toch paniek uit. Wat moet ik zeggen? Opnieuw moet ik hoesten.

'Wat is er gebeurd?' vraagt hij geschrokken als hij het bloed op mijn voorhoofd ziet. Hij kijkt geschrokken. Nu de jongen dicht bij me staat kan ik zien hoe hij er uit ziet. Hij heeft bruin, kort haar dat een beetje door de war zit. Er zit een zwarte rugzak op zijn rug waar iets puntigs uitsteekt. Hij kijkt me aan en ik kijk snel weg. Ik word nerveus ook al weet ik niet waarom. Ik wil wat zeggen maar er komt geen geluid uit mijn mond dus schraap ik snel mijn keel.
'Weet ik niet,' zeg ik. De paniek wordt minder. Hij stelt me op een of andere manier gerust. Hij fronst zijn wenkbrauwen.
'Je weet niet wat er is gebeurd?' Hij kijkt me raar aan, op dezelfde manier dat ik waarschijnlijk zou hebben gekeken toe ik me dit besefte. Ik probeer terug te denken aan wat er gebeurd is voor dat ik hier wakker werd, maar alles is zwart. Ik kijk naar de grond en schud mijn hoofd, maar daardoor wordt het gebons in mij hoofd erger. Ik ga met mijn hand naar mijn hooft.
'Gaat het?' vraagt hij snel als hij dat ziet.
'Niet echt,' zeg ik eerlijk. 'Ik kan me niets meer herinneren, denk ik,' Dat laatste was overbodig, want ik weet dat ik niets meer weet. Waarom kan ik me niets meer herinneren? Ik raak toch weer in paniek. Wat moet ik doen? Waar moet ik heen?
'Wacht, bedoel je helemaal niets? Hoe heet je?' vraagt hij, maar daar heb ik natuurlijk geen antwoord op. Hij kijkt nog steeds geschrokken. Ik schud mijn hoofd. Dan lijkt hij zich iets te bedenken.
'Je weet zeker ook niet waar je woont, hè? Ik vraag mijn moeder wel of ze ons komt ophalen.' Hij heeft waarschijnlijk mijn paniek gemerkt. 'Ze is een dokter dus ze kan je daarmee helpen.' Hij wijst naar mijn hoofd.
'Bedankt,' zeg ik met een zucht van opluchting. Gelukkig. Mijn paniek verdwijnt bijna helemaal. Hij kijkt naar mij maar door de duisternis kan ik niet zien welke kleur zijn ogen hebben. Snel kijk ik weg.

Dan bedenk ik me iets. Hoe wil hij dat gaan vragen? Ik kijk nog eens om me heen maar ik zie niemand. Ik wilde eigenlijk gaan vragen wat hij bedoelde, maar ondertussen was hij naast me komen zitten en hij leek geen probleem te zien dus ging ik er maar niet op in.
'Ik heet Jason trouwens.' Ik glimlach naar hem.
Jason neemt zijn tas op zijn schoot en maakt het open. Ik kijk naar het uitstekende ding, het lijkt op een boog. Heeft hij een pijl en boog mee?

Dan kijk ik naar het ding waar Jason net mee aankwam. Het ligt op het gras aan de andere kant van het pad. Nu ben ik wel benieuwd. Ik kan het niet goed zien, maar volgens mij is het zwart en het ziet er ingewikkeld uit. Ik kijk er even naar maar ik kan niet bedenken hoe je het zou moeten gebruiken, of waar je het voor zou moeten gebruiken. Hij kwam er net mee vooruit, maar ik kon het niet goed zien doordat het donker was. Ik kan mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. 
'Wat is dát?' zeg ik en ik knik met mijn hoofd in de richting van het rare ding. Jason kijkt op en fronst dan zijn wenkbrauwen.
'Uh, mijn fiets,' zegt hij. Hij zegt er nog net geen ''duh'' achter.
'Waar gebruik je dat dan voor?' vraag ik. Hij grinnikt en kijkt me raar aan. Blijkbaar hoor ik dit te weten. Ik bloos licht.
'Fietsen natuurlijk,' zegt Jason. 'Of ben je dat soms ook vergeten?' Hij lacht.

Ik open mijn mond om ''Ja.'' te antwoorden maar er komt geen geluid uit. Opeens krijg ik het benauwd. Alles begint te draaien en ik kan bijna geen adem meer halen, alsof iemand mijn keel dicht knijpt. Ik ga met mijn hand naar mijn keel en ik adem zwaar. Ik barst ik een hoest bui uit en ik word duizelig. Ik grijp mijn keel vast en snak naar adem. Mijn hoofd bonst alsof het uit elkaar gaat spatten en het wordt wazig voor mijn ogen. Ik hoor Jason nog iets zeggen maar dat versta ik niet. Dan zie ik helemaal niets meer.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top