~Hoofdstuk 25: De Waarheid, deel 1~
"Je bent ontslagen uit het ziekenhuis, Leila Dawson. Alles lijkt prima in orde en er is geen letsel ontstaan," zegt de dokter, dezelfde die ik de vorige keer ook had, mij en kijkt terug op zijn papier in zijn handen.
"Er staat iemand beneden op je te wachten, om je weer naar huis te brengen. Wil je dat ik met je meeloop of kan je het zelf?", vraagt hij en werpt me een kleine glimlach toe.
Ik schud mijn hoofd. Ik kan het alleen. De dokter geeft me een klein knikje, waarna hij de kamer verlaat.
Ik probeer langzaam rechtop te zitten en een kleine pijnscheut gaat door mijn onderrug, waardoor ik mijn tanden op elkaar bijt om geen gil te slaken. Wetend dat wanneer ik dat doe, hier nog langer zal moeten blijven en ze weer allemaal testjes met me gaan doen.
Iets waar ik zeker niet op zit te wachten.
Ik slinger - eenmaal rechtop - mijn benen over de bedrand en zet me met mijn handen, die ik naast me heb geplaatst, af. Even wankel ik, wanneer mijn gehele gewicht op mijn benen leunt en grijp het bed vast. Wanneer ik zeker weet dat mijn benen niet bezwijken, laat ik langzaam het bed los en loop met kleine stapjes naar de deur toe.
Ik heb de afgelopen dagen constant in het ziekenhuisbed gelegen en werd er alleen uitgehaald als ze een test of controle wilden doen en uitvoeren. Tot hun - en mijn eigen - grote verbazing ben ik niet zoals de vorige keer in coma beland en heb op miraculeuze wijze mijn herinneringen terug. Alles.
Ik weet niet of ik, nu ik ze eindelijk terug heb, blij moet zijn of niet. Ik heb precies de tegenstrijdige gevoelens, die ik nadat ik ja had gezegd en ik de draaikolk werd gezogen, ook kreeg.
Want ik heb goede gekregen, herinneringen die ik nooit zou willen hebben vergeten. Maar ook slechte...herinneringen die zo kwaadaardig zijn dat ik ze het liefst zal willen vergeten. Maar met het goede gaat het slechte gepaard en ik weet niet of de goede daar zo goed voor zijn om die mee te nemen.
Ik weet niet of ik liever de Leila had zonder herinneringen, de Leila die opnieuw kon beginnen en haar niets achtervolgde overal waar ze naartoe ging of de Leila van nu...met herinneringen.
Ik ga hen in ieder geval niet vertellen dat ik weet hoe het komt dat ik mijn herinneringen terug heb, ze zouden me voor gek verklaren en dat wil ik niet. Maar ook omdat de steen als iets van mij voelt, alleen van mij. Iets dat ik niet hoef te delen met anderen en voor mezelf kan houden.
En wie zal immers een zeventienjarig meisje geloven, die maar liefst twee keer is verdronken, dat de reden is dat ze haar herinneringen terug heeft, is omdat een mysterieuze rode steen het aan haar teruggaf?
Het zal tegen hun wetenschap en alles waarvan zij dachten dat logisch is ingaan en worden gezien als iets onmogelijks, onbestaanbaarst. En wanneer ik het vertel en ze zouden me op één of andere manier toch geloven, zouden ze allemaal experimenten met de steen willen doen en zal het over heel Dupto en alle andere planeten bekend worden.
Dat wil ik niet.
Ik wil het voor mezelf houden en alleen voor mezelf. Ik wil dat niemand anders ervan afweet, zelfs niet Pax of Mitch.
Terwijl ik de deur opendoe en over de gang, die helemaal witgeschilderd is, loop ik naar een medewerker toe en vraag hem hoe ik beneden kom. Hij kijkt mij kort aan en fronst zijn wenkbrauwen, maar geeft me daarna de instructies dat ik deze gang aan mijn rechterhand uit moet lopen, waarna ik uiteindelijk bij een lift uitkom.
Ik bedank hem, waarna hij wegloopt na mij een klein knikje te geven en verder te lopen. Kort kijkt hij nog achterom en ik zie hem mij nog steeds verbaasd aankijken, waarna hij zijn hoofd schudt en voorgoed verder loopt zonder achterom te kijken.
Hij zal waarschijnlijk zich afvragen waarom een meisje in ziekenhuiskleding ronddwaalt en hem vraagt hoe ze op de begaande grond moet komen. Misschien denkt hij dat ik wil vluchten.
Ik haal mijn schouder op. Als hij denkt dat ik wil vluchten en ik wil het, dan doe ik het. Niemand zal mij tegenhouden voor iets wat ik wil doen.
Ver weg met mijn gedachten loop ik de gang uit, precies hoe die jongen mij had geïnstrueerd. Wie zal daarbeneden op mij wachten? Theo of Samantha, Mitch of Pax?
Mijn hart zinkt als ik aan de laatstgenoemde persoon denk, hij is niet op bezoek geweest. Alleen Mitch, toen ik wakker werd, verder niemand.
Ik denk aan de woorden, die Pax na de bijles tegen mij zei: "Ik zal er altijd voor je zijn, ook als je soms denkt van niet. Vergeet dat nooit, Hazel." Bedoelt hij dit moment? Nu ik denk dat hij mij in de steek laat en Mitch dan misschien toch wel gelijk heeft?
Of staat hij beneden op me te wachten en brengt hij mij ergens naartoe? Zoals hij altijd doet.
Ik druk op het knopje voor de lift en meteen hoor ik een ping en gaat de lift open. Ik loop naar binnen en druk op het knopje voor de begane grond. Na enkele seconden sluiten de deuren en voel ik de lift geleidelijk en langzaam afdalen.
De lift gaat open en ik stap naar buiten. Ik kijk om me heen, het is één grote witgeschilderde ruimte met een hoog plafon. Licht schijnt aan de zijkanten door het glas aan de muren naar binnen, waardoor de ruimte nog lichter wordt.
Doktoren in lange witte jassen staan met elkaar te praten. Enkelen werpen mij stille blikken toe, die ik negeer. Ik speur de mensen af, op zoek naar iemand met kort bruin haar, voordat ik mezelf kan stoppen. De waarschijnlijkheid is groot dat hij niet is gekomen, anders zou hij mij de afgelopen dagen ook rond de visite-uren zijn komen bezoeken.
Maar hij is niet gekomen.
Ik probeer allemaal redenen te verzinnen waarom niet. Misschien weet hij dat ik in het ziekenhuis lig? Of is er iets ergs met zijn neef gebeurd, waar hij één keer kort over had gesproken. Ik wil, en kan, niet geloven dat hij mij niet is komen opzoeken.
Mijn beste vriend.
Elke keer wanneer ik een bruinharige jongen zie, lichten mijn ogen op. Maar doven snel wanneer hij omkijkt en ik zie dat hij Pax niet is.
"Leila!" Ik kijk op, net zoals velen en zoek degene die mijn naam riep. Op de uiterste stoel in het hoekje van de kamer, zie ik Theo met een sportmagazine op zijn schoot liggen, naar mij zwaaien en wenken. Ik zwaai kort terug en loop naar hem toe.
Ik kijk om hem heen, misschien verstopt hij zich?
"Mitch is niet mee, moest nog huiswerk maken," zegt Theo, wanneer hij mij langs hem heen ziet kijken. Oh ja...Mitch. Ik geef hem een knikje, hij hoeft niet te weten dat ik voor Pax zoek. Het zal alleen maar dingen verwarren en onnodige drama zal ontstaan.
"Hoe voel je je?", vraagt Theo mij en bestudeert mij onderzoekend.
Dit is de eerste keer dat iemand deze vraag aan mij stelt en ik zie dat ze het oprecht menen. Dat ze echt het antwoord willen weten en het niet moeten vragen.
Mijn hart verwarmt om zijn woorden en ik haal mijn schouders op. "Wel eens beter, maar ik leef nog. Voel maar." Ik tik mijn eigen huid aan.
Hij grinnikt om mijn antwoord en slaat een vaderlijke arm om mijn schouders, terwijl hij mij het ziekenhuis uitleidt. "Ik ben blij dat je weer terug bent, Leila. Ik heb je gemist."
Ik ook, denk ik.
***
Ik trek de deurklink van mijn kamer omlaag en zie daar...Mitch zitten? Verbluft kijk ik hem aan. Hij zit op mijn bed met een kledingstuk naast zijn schoot en een rood voorwerp in zijn handen. Voorzichtig sluit ik de deur achter me en loop zachtjes naar hem toe.
Hij had toch nog veel huiswerk om te maken?
Ik strek mijn nek uit om hetgeen te zien waar hij naar staart, waardoor hij mij niet hoort. De glanzende rode kleur lijkt fel af te steken met zijn zwarte pyjamabroek.
Zijn vingers strelen voorzichtig het voorwerp en een bepaalde zin herhaalt hij zachtjes telkens weer. Ik sluip dichterbij, niet eens wetend waarom ik sluip en geen geluid wil maken, om te horen wat hij zegt en het rode te zien.
Een vaag vermoeden borrelt zich in me op, maar ik druk het weg en zeg dat het niet kan. Mitch kan het niet hebben gevonden, dat kan gewoon niet.
"Van mij...van mij," dat zijn de twee woorden die zijn mond telkens weer verlaten. Met gefronste wenkbrauwen kijk ik hem aan.
Van mij? Wat is van hem en waarom kijkt hij gehypnotiseerd naar dat ding. Hij hoort en ziet mij nog geen eens, terwijl ik achter hem op één meter van hem afsta.
"Mitch?", vraag ik zachtjes en leg voorzichtig mijn hand op zijn schouder. Zijn schouders spannen zich samen en hij knippert kort met zijn ogen, wanneer hij omdraait.
"Leila, wat doe jij hier?", vraagt hij onthutst en staat als door de bliksem getroffen snel van mijn bed op.
"Dit is mijn kamer, Mitch. Wat doe jij hier?", vraag ik en trek mijn wenkbrauwen op. Ik sla mijn armen over elkaar en ga met mijn benen uit elkaar staan, zodat ik kracht uitstraal. Zodat hij denkt dat ik kracht uitstraal. Iets wat ik nu niet heb.
"Ik...eh...ik kwam je nu droge wetsuit in je kamer leggen. Maar toen voelde ik iets in je wetsuit zitten, dus haalde ik het eruit en...", hij krabt ongemakkelijk achter zijn hoofd. Zijn ogen vol schuld. "toen zag ik een rode steen. Eén zo mooi heb ik nog nooit gezien, zo glinsterend, groot en golven van kracht leken van haar af te komen. Ik raakte het aan, eerst voorzichtig en de rest-", Mitch lacht schaapachtig naar mij. "kan ik me niet meer herinneren."
"Wat bedoel je dat je je de rest niet meer kan herinneringen?", vraag ik hem verdacht en knijp mijn ogen tot spleetjes. Het is haar en nu heeft Mitch haar ook gevonden. Nu wil hij haar ook hebben, iets wat ik niet wil. Het is van mij, ik vond het als eerst. Het behoort mij toe, niet hem, niet iemand anders.
"Nadat ik mijn vingertoppen over de gepolijste steen liet glijden, kon ik me niets meer herinneringen. Het is één groot zwart gat tussen toen en nu," zegt hij.
"Waar is het?", vraag ik eisend en steek mijn hand uit. Verward kijkt hij van mijn hand terug naar mijn ogen, waarna weer naar mijn hand.
"Huh? Wat?"
"De steen, ik wil haar," zeg ik en steek mijn hand nog een keer naar voren. Mitch steekt zijn hand in zijn achter broekzak en overhandigt mij met een hmph de steen.
"Hoe weet je eigenlijk over de steen?", vraagt Mitch mij en neemt mijn houding over. Hij kijkt mij met opgetrokken wenkbrauwen aan, alsof ik degene ben die fout is. Ik heb hem notabene betrapt met mijn steen in mijn kamer!
Deze keer ben ik degene die de onschuldige voordoet. Ik knipper een paar keer met mijn ogen en zeg dat ik geen idee heb wat hij bedoeld. Hij weet al te veel. Hij schudt zijn hoofd en zegt dat hij weet dat ik meer weet. Maar weer schud ik mijn hoofd en zeg dat ik niks weet.
"Wat wil je ervoor terug?", vraagt Mitch na een diepe zucht. Hij haalt zijn handen door zijn haar.
"Wat bedoel je?", vraag ik.
"Wat wil je weten? Wat dan ook en ik vertel het jou, als jij het mij verteld. Jij vertelt mij wat je weet over de steen en hoe je het hebt gevonden. Je vertelt me alles."
Ik beweeg mijn duim langs mijn kaak en denk na. Ik ben hier de opperhand, ik heb het hier voor het zeggen. Ik heb de informatie, hij niet.
"Hoe weet ik dat ik jou kan vertrouwen?", vraag ik hem en zet een stap dichterbij. De woorden komen er botter uit dan ik bedoelde en ik zie Mitch zijn façade weer wegtrekken op zijn gezicht en plaats maken voor één met schuldgevoel helemaal over zijn gezicht.
"Ik werd gechanteerd, Leila! Wat wil je dat ik doe?", roept hij uit en gooit zijn handen in de lucht.
"Je had het mij kunnen vertellen en mij niet maanden negeren," antwoord ik scherp terug. Als hij het me meteen had verteld, was dit niet aan de hand. Zou dit nooit gebeurd zijn.
"Maar ik mocht het je niet vertellen!" Mitch laat een lage grom van erfenis horen en haalt zijn handen door zijn haar.
"Hoe weet ik dat jij dit alles niet zo verzint, hm?", vraag ik hem uitdagend.
"Dat jij Pax de schuld wilt geven voor jouw fouten. Omdat jij zo jaloers was en het niet kon uitstaan dat ik jouw naam was vergeten. Want weetje Mitch, wat je niet door had, was dat ik pijn leed. Dat dit de moeilijkste periode in mijn leven was en dat mijn voormalige beste vriend zijn rug naar me toe had gekeerd en me maanden had genegeerd. Heb je je in die maanden ooit een keer in mijn plaats geschoven?", ratel ik door en adem diep in voor verse lucht. Ik zie dat Mitch zijn mond opentrekt om iets te zeggen, maar ik houd mijn hand omhoog en kap hem af.
"Nee! Dat heb je niet gedaan en weet je waarom? Nou? Omdat je te egoïstisch bent! Je denkt alleen maar aan jezelf en je hebt je nooit in mijn schoenen geschoven. Je hebt nooit gedacht hoe ik me in die situatie zou voelen." Ik hap naar adem en een traan glijdt omlaag over mijn wang.
Mitch zijn hand beweegt zich naar mijn wang toe, maar ik sla het weg en haal de traan zelf ruw weg.
"Ik deed alles voor jou, Leila. Ik wilde je niet kwetsen, echt niet, maar anders zei Pax dat hij jou iets aan zal doen. En dat wilde ik niet, ik wilde niet dat je nog erger gewond zal raken, dus met pijn in mijn hart nam ik afstand van je," legt Mitch rustig uit.
"Oké," zeg ik verslagen. Ik val neer op mijn bed en Mitch gaat naast me zitten. Misschien moet ik Mitch maar vertrouwen, misschien heeft hij wel echt gelijk.
En daarom vertelde ik hem alles, met mijn ogen op de grond gefixeerd, bang voor wat hij zal zeggen. Alles wat ik weet over de steen, hoe ik haar heb gevonden en hoe zij zei dat ik weer moest gaan surfen op die ene plek om mijn herinneringen terug te krijgen, vertel ik hem.
Mitch onderbreekt me geen enkele keer en luistert aandachtig. Pas wanneer ik ben geëindigd met mijn verhaal, mompelt hij: "Wow."
Ik knik. Het voelt goed om het er allemaal uit te laten en ook al wilde ik de steen helemaal voor mezelf houden, voelt het beter nu ik het iemand heb verteld. Ik had alleen niet verwacht dat het Mitch zal zijn.
"Wat moet ik nu doen, Mitch?", vraag ik hem en kijk voor de eerste ik op in zijn heldergroene ogen. Zijn bruine spikkels zijn beter zichtbaar dan vroeger.
"We moeten het de directeur vertellen."
***
We hebben een portaal gemaakt en kregen de directeur inbeeld. Ik vertelde alles aan hem over de steen en Mitch vertelde over Pax.
Hij stuurde een leugendetector en een doorzichtig net waar kleine stroomdraden in zijn verwerkt via het portaal naar ons toe en zei dat we moeten oppassen voor Pax.
Hij is gevaarlijk.
Maar is hij dat echt?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top