Hoofdstuk 7
Alexis
Met een brede lach op mijn gezicht zwaai ik voor een laatste keer, en daarna zorgt een bocht ervoor dat het kasteel niet meer zichtbaar is, en worden we als het ware opgeslokt door de bossen die het gebied rijk is.
Ik grijp Vince zijn hand stevig beet, en daarna kijk ik hem glimlachend aan. We zijn vanaf nu op onszelf aangewezen, en dat voelt eerlijk gezegd erg bevrijdend. Geen familieleden en geen verplichtingen. Alleen elkaar en onze bagage. Vince houdt me minder stevig vast dan ik gewend ben, en glimlacht alleen wat stroef terug, zonder de kenmerkende vonk in zijn ogen. Ik knipper verward met mijn wimpers, maar bedenk dan dat hij vast mentaal nog afscheid aan het nemen is van alle zaken thuis. Om voor onbekende tijd weg te zijn, is natuurlijk niet heel praktisch als Alfa in functie. Zeker niet omdat we niet voor het snelste vervoermiddel hebben gekozen.
Na veel overleg en nadenken hebben we namelijk besloten dat we lopend de route gaan volgen die William 20 jaar geleden heeft gereden. Zo zijn we wat flexibeler. We kunnen heel makkelijk onze wolf worden, zonder ons zorgen te moeten maken om een auto. De bagage moet daarom wel licht gehouden worden en dat was nog best wel een dingetje. Eerlijk is eerlijk, vooral voor mij. Ik heb mezelf nooit als materialistisch gezien, maar ik heb zeker niet de levenslange ervaring met transformeren zoals hoe Vince ermee opgegroeid is.
Ik heb er wel voor gezorgd dat ik mijn emoties zo goed als mogelijk onder controle heb, in de tijd dat we na mijn beslissing nog op het kasteel waren, waardoor plotselinge uitbarstingen in mijn wolf nauwelijks meer voorkomen. Het zorgt ervoor dat ik iets minder reservekleding hoef mee te sjouwen. En elk deel massa minder is winst.
Maar op het kasteel was ik gelukkig en in mijn element. Zeker als ik het gebied buiten het kasteel meereken. De bossen zijn zo heerlijk. In mijn wolf veranderen is zo'n verademing en ik voel me dan compleet. Zeker als Vince de tijd heeft om mee te doen. Gelukkig hoort patrouilleren bij zijn werk, en dat heeft hij altijd graag met mij gedaan.
Nu Vince wat in zichzelf gekeerd is, merk ik dat mijn onzekerheid weer de kop opsteekt. Ik stoot hem wat plagend aan, puur om een positieve reactie van hem te krijgen. Wat ik niet had verwacht, is dat hij wat terugdeinst en zelfs subtiel zijn hand uit de mijne trekt. Mijn hart schiet in mijn keel en ik krijg een wee gevoel in mijn maag van schrik. Er gaan allerlei gedachten door mijn hoofd. Heeft hij een ander meisje leren kennen en is hij liever bij haar? Of... Ook niet leuk, maar minder erg: wil hij zijn werk niet in de steek laten en komt hij daar nu pas achter? Zijn moeder is wat opgeleefd de laatste tijd, dus we waren het er wel over eens dat dat niet de reden zou moeten zijn om op het kasteel te blijven.
Ik kijk hem met grote ogen aan en vraag: "Wat is er? Wil je toch niet mee?"
Ik zie Vince aarzelen. Wat eigenlijk al genoeg zegt voor mij. Zonder op zijn reactie te wachten schiet ik in de zelfbeschermingsmodus en zeg driftig: "En daar kom je nu pas achter? Weet je, zover zijn we nog niet van je huis af. Anders ga je toch lekker terug?"
Ik weet dat mijn teleurstelling zorgt voor een oneerlijke uitbarsting jegens hem, maar zijn reactie van nu is zo haaks op wat ik van hem gewend ben, dat ik voor mijn gevoel wel móet. Ik zie dat Vince ook boos wordt. Bij hem schemert zijn wolf in zijn ogen, en ik besef dat dat bij mij ook het geval zal zijn. Ik slik toch maar even. Om nou als wolven naar elkaar te gaan grommen is niet echt praktisch. Een ruzie is het beste op te lossen in onze menselijke gedaante. Zeker omdat ik mijn gedachten als wolf niet even goed kan beheersen, waardoor de ruzie te hoog op zal lopen. Met wie weet wat voor gevolgen.
Vince slikt zelf ook even, en ik zie zijn ogen naar zijn menselijke zwart kleuren. Hij heeft zijn zelfbeheersing weer terug. Hij zegt dan ook heel kalm: "Weet je, misschien is dat ook wel het beste. Je hebt je mobiel bij je. Als je weer bij zinnen bent gekomen, dan bel je maar."
Sprakeloos kijk ik hem aan. Dat had ik, ondanks mijn uitbarsting, niet aan zien komen. Meestal is Vince de meest rationele van ons twee en lacht hij mijn onbesuisde daden weg. Maar nu gaat hij mee in mijn woorden en ik raak in paniek. Ik kijk hem met grote ogen aan en vraag zachtjes: "Je laat me alleen gaan?"
Ik zie een ader bij zijn slaap kloppen, maar verder heeft hij zijn emoties weer diep weggestopt. Hij knikt nors en draait zich dan ook abrupt om. De tranen zitten hoog, maar ik weiger me te laten gaan in zijn nabijheid. Mijn trots zorgt er ook voor dat ik niet verder vraag. Als hij opeens niet meer mee wil, ondanks de weken van voorbereiding. Dan moet hij vooral niet mee gaan. Ik heb het 20 jaar zonder hem gered, ik red het nu ook zonder hem. Zonder ook maar afscheid te nemen loopt hij al weg, terug naar waar we vandaan kwamen. Ik kijk hem machteloos na. De tranen lopen me geluidloos over de wangen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top