Hoofdstuk 45
Alexis
Ik loop door de deuropening, beseffend dat Isabel nog steeds geen nieuwe deur heeft. Dat zal ze niet leuk gevonden hebben.
Ik zie tegen de muur leunend, wel een houten schot staan en bedenk dat die de deur tijdelijk moet hebben vervangen.
Nu hoeft ze de moeite niet meer te doen voor een nieuw exemplaar. Zij wordt voor heel wat jaartjes opgesloten, daar ga ik persoonlijk voor zorgen. Niks geen luxe en voordeeltjes meer voor haar. Op vrijheidsberoving en (poging tot) moord zal vast heel wat jaar staan.
Ik kijk wat schichtig achterom, de gang in. Ik zie dat die leeg is; de jongens zijn diverse kamers ingegaan om kleren te zoeken. Tijd voor mij om te veranderen, wat ik ook doe. Ik loop vlot naar de kledingkast van Isabel en trek hem met een ruk open, om daarna geschrokken achteruit te deinzen.
Er valt een zwaar lichaam voor mijn voeten neer, met het gezicht naar beneden. Één hand ligt er in een pijnlijke verwrongen hoek bij.
Als een voddige pop blijft de man stil liggen. Zo stil dat ik mijn hart weer tot rust weet te brengen en de man voorzichtig aantik met mijn voet.
Als ook dan geen reactie komt, hurk ik neer en probeer de man om te rollen. Met een schouder nog in de prak, een pijnlijke hand, een bonzend hoofd en een dikke keel -en dat zijn niet eens al mijn pijnpunten- is dat een lastige opgave, maar het lukt uiteindelijk. De gebroken ogen van Rogier staren me aan, en ondanks deze verwachting deins ik weer achteruit en doe ik moeite om mijn eten binnen te houden. Met succes gelukkig. Dat er tegenwoordig niet veel meer in mijn maag past, is opeens een voordeel.
Ik zie een groot mes in zijn borst staan, bij zijn hart. Ik ben geen dokter, maar nu toch vrij zeker dat hij dood is. Ik kan niet zeggen dat dat me spijt, maar het zet me wel aan het denken. Want Rogier is hier. En Isabel was hier ook. Daar durf ik mijn eerstgeborene om te verwedden. Isabel lijkt me een praktische vrouw. Met de gebroken hand van Rogier was hij ballast. Dood gewicht meenemen op een vlucht is niet verstandig. En daarom heeft ze hier 'afscheid' van hem genomen. Die hardvochtigheid van haar vind ik schokkend en onwerkelijk. Enigszins verdwaasd blijf ik heel even naar het zielloze lichaam kijken totdat ik mezelf wakker schud.
Opeens gehaast grijp ik snel het eerste het beste kledingstuk van een hanger waar ik bij kan zonder nogmaals aan Rogier te hoeven zitten. Wat moet je met een strak rood jurkje in deze omgeving? Gelukkig is Isabel wat langer dan ik ben, waardoor het jurkje niet zo verschrikkelijk kort valt als wat waarschijnlijk de bedoeling is.
Ik twijfel nog heel even of ik toch wat anders aan moet doen, maar ik zie zo snel niks beters en ik moet Vince hierover waarschuwen. Ik grijp snel een paar schoenen, zij heeft één maat groter en dat is te doen. Ik kies uit de paren die ze achter heeft gelaten de redelijk lompe bergschoenen. Zal vast prachtig staan onder de jurk.
Met losse veters ren ik weer naar buiten via de gangen. Waarom heeft Isabel haar kamer zo vervelend ver van de ingang af? Het zal het uitzicht wel zijn.
Ik zie wat jongens even fronsend kijken als ik ze voorbij ren, zonder ze te helpen, maar schouderophalend lopen ze me achterna met hun armen volgeladen.
Ik neem niet de tijd ze in te lichten, dat komt zo wel.
Ik houd me heel even in om een broek van de stapel van de voorste jongen te trekken. Die is voor Vince.
—————
De broek staat Vince goed. Zijn gespierde torso en benen ook. Ik heb lang genoeg gewacht met vertellen totdat hij zijn broek aanheeft, en zeg dan: "Isabel is ontsnapt." Vince kijkt me opeens geschrokken aan en zegt fel, zijn grote handen om mijn schouders klemmend: "Zag je haar? Was je niet veilig?" Ik zeg, mij stiekem koesterend in zijn aanraking: "Ik ben de hele tijd compleet veilig geweest. Ik vond Rogier dood in haar kamer waardoor ik eigenlijk wel zeker weet dat zij hier niet meer is." Ik verwacht een nog heftigere reactie, maar het enige wat Vince nu doet is bedachtzaam knikken. Hij zegt: "Dat dacht ik al. Ik heb haar niet meer gezien sinds ze zich in haar wolf heeft veranderd." Hij wenkt wat packleden: Roderik en Emiel. Hij zegt: "Ga Isabel achterna. We houden contact via de mindlink." Dat is genoeg informatie voor de mannen. Ik kijk ze na als ze naar Isabels kamer gaan om het reukspoor te vinden. Emiel ken ik en mag ik. Van Roderik aan de andere kant, heb ik altijd de kriebels gekregen. Maar hij hoort bij de roedel en zal zijn waarde hebben.
Dan merk ik opeens dat ik voor het eerst sinds mijn beladen woorden van vlak voor het gevecht een één op één moment heb met Vince. Zoals hij zo goed kan zuigt hij me in onze persoonlijke bubbel. De anderen die zich aan het omkleden zijn, gaan op in de achtergrond. Vince zegt zacht: "Lieverd, wij moeten praten."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top