Hoofdstuk 37

Alexis

Alfa Gerard heeft zijn packleden bijeengeroepen in hun packhuis. Zijn mannen zijn nu nieuwsgierig wat met elkaar aan het roezemoezen, zittend aan een lange tafel.
Enkele leeftijdsgenoten van de Alfa herken ik vaag van het diner dat ik hier ondertussen alweer enkele maanden geleden heb gegeten.

Gerard jr zit aan de rechterkant van zijn vader -die aan het hoofdeinde zit-. Hij ziet er niet heel gelukkig uit, en ik denk dat het komt omdat hij op die positie zit. Ik weet dat hij biologieleraar is, en gok ergens dat dát zijn passie is. Hij zit hier omdat het traditie is. Hij zal zijn vader waarschijnlijk ooit op moeten volgen.

Verder zijn er leeftijdsgenoten van de jonge Gerard bij. De jonge garde. De verhouding is ongeveer fifty/fifty. Allemaal mannen, allemaal groot, breed en gevuld met testosteron. We zitten met z'n negentienen in een zaal waar makkelijk het dubbele inpast, maar toch voelt het vol. De sfeer is dreigend, zelfs in deze betrekkelijke rusttoestand.
Maar dat kan me allemaal niks schelen. Ik heb net kunnen douchen, dus ik zit rozig op mijn plek aan de linkerkant van de Alfa en naast mijn vader; ik kan op dit moment de hele wereld aan.

De Alfa neemt het woord na opening van de vergadering en zegt grimmig: "We gaan oorlog voeren."
Die zin slaat natuurlijk in als een bom. De mannen zijn opeens muisstil en zien er plotsklaps uit alsof ze in opperste staat van paraatheid verkeren. Die sfeer is aanstekelijk: mijn eigen soezerige stemming verdwijnt ook als sneeuw voor de zon en ik buig me gespannen naar Gerard.

Gerard gaat verder, knikkend naar ons tweeën en ook zijn zoon erbij betrekkend: "Wij hebben net te horen gekregen dat er een rogue-pack actief is in 'De Hanekam'."
Ik kijk even gek op, maar bedenk dat het gebergte waar Isabel haar kopermijn runt inderdaad wat weg heeft van de kuif van een haan.
Gerard praat door. "De pack wordt geleid door niemand minder dan Isabel."
Nu houdt Gerard even weloverwogen zijn mond. De mannen om mij heen zien er eerst uit alsof ze met hun mond vol tanden staan en dan praten ze allemaal door elkaar. Ik zie hoe goed Gerard zijn roedel onder controle heeft als hij met één keer zijn arm opheffen alweer de gewenste stilte krijgt.
Gerard gaat niet dieper in op dat onderwerp maar zegt eenvoudig: "Van Alexis en haar vader hier hebben we begrepen dat haar roedel slaven houdt. Zij moeten werken in de geheime kopermijn die daar is. Allemaal zijn ze onder haar betovering."
De laatste woorden spuugt hij uit, het doet hem -na al die jaren- nog heel wat.
"William hier is ontsnapt via een lange geheime gang waarvan de ingang niet ver hiervandaan is. Alle goederen die daar nodig zijn, worden daardoorheen getransporteerd. Alexis is via een andere, kleinere gang op die geheime plaats gekomen, die begint in een huis recht voor het gebergte. Ik stel voor dat we ons opsplitsen en als wolven aanvallen."

De discussie barst los, en ik luister met grote ogen naar alle strijdplannen. Ik kom erachter dat ik niet echt kaas heb gegeten van strategieën en tactieken. Al begrijp ik uiteindelijk dat het vooral contact houden via de mindlink is, en tegelijk van twee kanten aanvallen. Ik doe ook een duit in het zakje: "Mannen, de slaven zullen misschien ook meevechten omdat Isabel ze dwingt. Maar dit doen ze zonder hun eigen wil. Kan daar rekening mee gehouden worden?"
Ook daar barst de discussie over los, en ik heb hun woord dat ze er rekening mee houden, maar dat ze het vooral "ter plekke wel zien". En daar moet ik het mee doen.
Gerard sluit uiteindelijk de vergadering af met de grootste bom. Een bom waar ik achteraf pas achter kom. Hij loert even naar onze kant en zegt dan: "Via jullie reukspoor leid ik de ene groep door de lange gang.
Alexis, jij gaat met Gerard naar dat huis op zoek en nemen die kant voor jullie rekening." Ik merk dat William opspringt en een woedend maar zwijgend gevecht begint met Gerard. Ze staren elkaar lange tijd toornig in de ogen. Ik snap niet waarom mijn vader op een gegeven moment zijn armen even ten hemel slaat en daarna chagrijnig gaat zitten totdat ik zo ver ben om met hem mee te gaan.

Als ik na de lunch even alleen ben met mijn vader zegt hij: "Ik ga dus niet mee, de Alfa laat dat niet toe."
Ik blijf verrast staan en zeg na een verblufte stilte: "Huh? Hoe kom je daar nou weer bij?"
William zegt zuchtend: "Snap je dat niet, kind? Ik heb twintig jaar lang met zijn vrouw geslapen." Ik zoek naar woorden, maar vind niks. Allebei brengen we niet onder woorden dat dat niet vrijwillig was. Allebei weten we gelijk dat dat eigenlijk niet uitmaakt. Dit is een situatie met alleen maar verliezers, en hoewel het lijkt alsof William degene is die opgeeft, besef ik ook dat hij zijn sterke karakter heeft laten blijken door toe te geven aan Gerard.
William vervolgd: "Maar goed, ik ga naar Blue Water. Je mag gelijk mee als je wilt. Je hóeft de slaven niet persoonlijk te bevrijden, dat gaat sowieso gebeuren door deze capabele mannen." Ik zeg, gelijk nee-schuddend: "Dat kan niet, pap. Wij zijn het begin van dit gevecht. We kunnen ons niet allebei terugtrekken.
Maar," vervolg ik dan. "Ik ga nu wel met Blue Water bellen. Vince weer spreken." De vlinders dansen heftig in mijn maag. "Versterking oproepen."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top