Hoofdstuk 25
Max
Dat noem ik nou eens mazzel hebben. Ik ben net boven de grond gekomen om een trolley af te leveren bij onze bewakers, als ik opeens beweging zie bij de rotswand. Een delegatie is gearriveerd. Ik doe net of ik dat niet door heb, en gooi een hoop erts van de trolley af. Dat geeft mij ongezien wat te doen.
De bewakers hebben geen oog voor mij, ook hun is de beweging opgevallen en ze richten al hun aandacht op het bezoek. Elke verandering in de sleur van dit leven is mooi meegenomen.
Ik kijk reikhalzend mee. Want de in- en uitgang is een mysterie. We zijn omgeven door hoge rotswanden, met ogenschijnlijk nergens een doorgang. Maar dat laatste moet er natuurlijk wel zijn, anders is al het kostbare materiaal dat we delven nooit te verwerken en te verkopen. En de werkers moeten ook ergens vandaan komen, deze vallei in. Volgens mij is hier ook minimaal één gevangene bij, er wordt er eentje angstvallig tussen de groep gehouden, en veel zie ik nog niet van deze afstand, alleen dat het een kleintje is, nog kleiner dan ikzelf. Arme jongen.
Ik maan Mo tot rust. Hard werken doet ie later maar weer.
Hij kijkt me wat verstoord aan, maar doet toch wat ik vraag. Ik let al niet meer op hem; ik wil de nieuwe rekruut zien. Ze lopen naar het hoofdgebouw toe. Geen idee hoe dat er verder uitziet van binnen. Daar ben ik nog nooit geweest. Reden om nog beter mijn best te doen om naar de mysterieuze gevangene te kijken. Waarom hij wel?
Hoewel niet helemaal op de route, komen ze steeds dichterbij. Ik prent eerst de plek vanwaar ze kwamen in mijn geheugen. Mocht dat ooit van toepassing zijn.
Daarna richt ik al mijn aandacht op hen, halfslachtig erts optillend om het daarna weer op de grond te laten vallen. Doen alsof ik aan het werk ben. Dat kan ik wel.
Als ze dichterbij komen, staan ze stil en wordt er een blinddoek afgedaan bij de gevangene. Ah, die weet dus ook de weg niet. Maar ik denk al niet meer aan de ontsnappingsroute als ik opeens lang donker haar zie. Nu hebben veel mannen hier best een goede pruik op hun kop, maar dit is echt typisch meidenhaar. Wow. Vrouwen heb ik -behalve de onbereikbare Isabel- al in eeuwen niet meer gezien. In een mijn werken is zwaar werk. Mannenwerk. Mo is automatisch mee wezen turen en trekt dezelfde gevolgtrekking. Kijk aan, hier worden gebrainwashte mannen wakker van. Hij stoot me aan, de blik in zijn ogen is lichtelijk opgewonden. Mijn eigen broek voelt opeens ongemakkelijk strak.
Maar dan kijken we bijna tegelijkertijd teleurgesteld. We maken dezelfde gevolgtrekking. Dat meisje krijgen wij nooit meer te zien. Ze ziet er jong uit. En mooi. Geen materiaal voor slaven.
Reden voor ons om haar aanblik in te drinken nu het nog kan.
Ze wordt omgeven door de grootste bullebakken die we als bewaker hebben. Rogier lijkt de ergste, maar we weten allemaal dat zijn broer Stan nog een graadje erger is. Jammer hoor, dat ze weer terug zijn. Ik ben benieuwd wat het meisje heeft meegemaakt. Ze is er in ieder geval niet zonder kleerscheuren afgekomen, ze heeft nauwelijks kleren aan: een kort hemd waardoor een groot verband om haar schouder zichtbaar is. Een korte broek. Geen schoenen, geen warme kleding. Ze heeft het duidelijk koud. Ze bibbert. Maar ze is niet gebroken, te zien aan haar trotse houding. Ze zit onder de schrammen en bloederige wonden. Ze loopt moeilijk, wordt half voortgesleept door Rogier. Ik zie hem wel naar haar kijken. Zich verlekkerend aan haar. Hij wel. Zal er een nieuwe trend ontstaan? Meisjes voor de bewakers. Eyecandy voor ons. Het breekt de sleur. Maar zoveel meisjes zullen er niet loslopen. Vooropgesteld dat zij een weerwolf is. Meisjes-rogues houden het gewoon niet zo lang vol. En andere meisjes-weerwolven worden veel te goed beschermd. Die hebben een heel leger achter zich.
Ik zie haar rondkijken. Slimme meid. Zoveel mogelijk van je onbekende omgeving te weten komen is wijs. Ze draait zich ook om, maar wordt ruw gecorrigeerd. Dan glijdt haar blik langs de stilstaande trolleys. Langs Mo die haar met open mond aankijkt. Langs mij. Haar ogen lichten felgroen op. Het komt me bekend voor. Ik kan er niet de vinger op leggen.
De bewakers die al ter plaatste waren zien opeens dat we zitten te treuzelen. Dreigend komen ze op ons af. Razendsnel vullen we de trolley en duwen die met de rest van het stel steunend naar hun bestemming. Als we weer opkijken, zien we het meisje en haar begeleiding niet meer. De show is voorbij.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top