Hoofdstuk 10
Alexis
Eerst voorzichtig, daarna steeds overmoediger, win ik informatie in over William. Het is alleen jammer dat er zo weinig informatie ís. Waar ik eerst probeerde met halve woorden en vage beschrijvingen een aanknopingspunt te vinden, ben ik al snel overgestapt naar foto's laten zien en mijn toehoorders attent maken op mijn -en zijn- oogkleur. Helaas zorgt elke methode voor nul op het rekest. Ik bedenk vluchtig dat het maar goed is dat Vince er niet is. Hij zou het nooit goed hebben gevonden dat ik zoveel risico nam. Maar ik lach bitter. Ik wilde dat hij er wél zou zijn. En zolang hij er niet is, heeft hij geen zeggenschap over mijn gedrag.
Met een diepe zucht bedenk ik dat ik hier goed heb kunnen oefenen. Nu ik de twee onbelangrijke dorpen heb gehad, blijft Blue Haven over. Een plaats waar ik een goed gevoel bij heb. Ik weet niet waarom ik daar zo zeker van ben, maar feit is dat ik diep vanbinnen wéét dat hij daar is geweest. Dat hij een indruk heeft achtergelaten en bekend is. Of is het alleen maar mijn positieve instelling? Zodra ik dat bedenk, kan ik een schamper lachje niet onderdrukken. Je kunt veel over mij zeggen, maar 'een positieve instelling' is niet iets waar ik last van heb. Ik pak mijn rugzak op. En twijfel. Het is een drukke dag geweest. Vanochtend was ik nog gelukkig en kon ik de wereld aan. Nu in de avond heb ik twee dorpen bezocht, heel wat kilometers gelopen, mijn hart laten breken, teleurstelling ervaren. Stuk voor stuk zaken waardoor de vermoeidheid in mij is geslopen. Tijd om een plekje te vinden voor de nacht. Bij voorkeur in een bed. En een douche zal ik ook niet afslaan. Ik kijk de barvrouw aan. Je zult het niet geloven, maar een dorp dat letterlijk bestaat uit maar één straat, heeft klaarblijkelijk behoefte aan een kroeg. Geen levensmiddelenwinkel te vinden, en geen school. Nee, het gaat om vijftien woonhuizen, de kroeg en een fietsenwinkel. Er worden prioriteiten gesteld. Al moet ik eerlijk zeggen dat het vorige gehucht waar ik was nog minder voorstelde. Dat bestond uit een boerderij en een rijtje arbeiderswoningen. Volgens mij hebben beide plaatsjes geen naam, ik heb niks kunnen vinden in ieder geval.
De vrouw loopt om de bar heen, en begint een tafeltje af te ruimen. Er heeft een man het avondeten genuttigd, en ook ik heb een hapje aan de bar gegeten. Als ze langs me heen loopt, ruik ik het opeens: ze is een weerwolf. De geuren van een weerwolf verschilt significant met die van een mens. Een weerwolf ruikt aards en wild. Een mens ruikt veel nikseriger. Bezadigd misschien? Ondanks het grote verschil kan ik zelf niet echt goed ruiken; dat vereist oefening. Maar als iemand dicht bij me is, en de geur is erg dominant, dan lukt het me vaak wel. Hoe ikzelf als halfwolf ruik weet ik eigenlijk niet. Ik heb al een mentale notitie gemaakt om dat Vince te vragen, als de pijnscheut in mijn hart me attent maakt op zijn afwezigheid. Ik kijk gepijnigd, wat opgemerkt wordt door de barvrouw. Ze kijkt me wat schattend aan en vraagt: "Kan ik je nog ergens mee helpen misschien?" Ik kan er niet goed achter komen of dit een vriendelijk verzoek is tot weggaan, of dat ze echt wil helpen. Daarom bedenk ik me: nee heb ik, ja kan ik krijgen. En vraag vrijmoedig: "Zou ik hier misschien de nacht door kunnen brengen?" Als ze wat moeilijk kijkt, zeg ik snel: "Ik kan het betalen." Hoewel ik eerlijk gezegd niet weet of dat waar is. Sinds ik Vince heb leren kennen, is mijn bankrekening niet iets waar ik veel aandacht aan heb besteed; ik kan me nog wel iets herinneren van een baantje in de zomer, maar dat lijkt een leven geleden.
De betaling is niet het probleem, maar de slaapplaats wel; die is er eigenlijk niet. Ik heb te maken met een eenpersoonshuis die flink heeft uitgepakt door een bar in de woonkamer te plaatsen. Daarom moet ik genoegen nemen met een kleine bijkamer, terwijl de badkamer wordt gedeeld. Maar in de bijkamer staat een bed, en daar ligt schoon beddengoed op. Dus ik heb niks meer te wensen. Ik fris me snel op in de badkamer, en plof daarna in het bed. Klaar voor een lange nacht vol slaap. Maar helaas wil mijn gevoel niet meewerken, waardoor ik pas in de vroege uurtjes wat wegdommel. Met dikke rode ogen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top