Hoofdstuk 6

5 september 1888

Eliza opende haar ogen, maar werd begroet door een helse duisternis. Ze knipperde een paar keer, maar het licht keerde niet terug in de wereld. Wel begon ze langzaam het reliëf van de planken boven haar uit te maken. Deze werden steeds duidelijker zichtbaar.

De jonge vrouw tilde haar hand op en bracht deze naar haar hoofd, waar op dat moment een verschrikkelijke hoofdpijn op kwam zetten. Eliza sloot haar ogen weer en ging het persoonlijke gevecht aan. Maar tot een einde kwam deze niet, want niet ver van haar vandaan bracht een piepend geluid leven in de stilte.

Een deur werd geopend en voetstappen weergalmden door de kamer.

'Ah, er is er eentje wakker,' zei een vrouwelijke stem geamuseerd. Toen Eliza de stem niet herkende als die van Maisie of die van het dienstmeisje Tania thuis, waagde ze het om heel voorzichtig haar ogen opnieuw te openen.

Een kleinere, oudere vrouw werd aan haar onthuld, die zojuist een dienblad op het nachtkastje neerzette.

Alsof ze wist dat Eliza haar aankeek, draaide ze haar hoofd. Er was een speelse glimlach zichtbaar op haar oudere, met rimpels bedekte gezicht. De vrouw deed haar denken aan haar grootmoeder, maar dan zachtaardiger.

'En, hoe gaat het met je, meid?'

Eliza fronste haar wenkbrauwen en het duurde even voordat ze een gepast antwoord op deze vraag wist te geven. Haar ogen gingen door de kamer. Deze was redelijk simpel ingericht. Rijkdom was er te zien, maar eerder een beschaafde vorm van rijkdom. Deze mensen hadden geld, maar ze deden er niet alles aan om dit zichtbaar te maken aan de buitenwereld.

'Waar...' begon ze heel voorzichtig. 'Waar ben ik?'

Ze knipperde nog een paar keer met haar ogen en probeerde de aanhoudende hoofdpijn af te schrikken, maar deze wist van geen ophouden.

De vrouw gaf haar geen antwoord op haar vraag.

'Weet je nog wat er is gebeurd?'

Beduusd keek Eliza op naar de oudere vrouw. Ze had haar grijze haren opgestoken, maar sommige plukken staken uit de knot op haar hoofd. Haar grootmoeder zou dit nooit hebben goedgekeurd.

'Wat?' vroeg ze heel voorzichtig, maar het moment dat ze dit ene woord over haar lippen liet glippen, kwamen de herinneringen bij haar terug.

Een ijzige kou trok door haar lichaam toen ze zich kon herinneren, toen ze nog kon voelen, hoe de gedaante haar had vastgegrepen. Haar ademhaling vermoeizaamde.

De oudere vrouw grinnikte zachtjes bij het aanzien van haar bleke gezicht. 'Ja, ik denk dat je het herinnert. Kom overeind, meid. Heer Leighton heeft je netjes opgeknapt. Misschien dat je botten nog wat pijnlijk aanvoelen, maar dat komt wel goed.'

Eliza keek verward naar haar op. De naam was haar niet ontgaan.

De vrouw hielp haar om recht te zitten. Vervolgens kreeg ze een kopje thee in haar handen geduwd. 'Hier, drink dit pas op als het is afgekoeld. Niet eerder, we willen heer Leighton er niet nog eens bij roepen alleen omdat je je tong hebt verbrand.'

Eliza keek naar het kopje en liet de warmte van de thee via haar handen door haar lichaam trekken, waar het het gevecht aanging met de ijzige kou die nog altijd in haar lichaam huisde.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ze fluisterend aan de vrouw, maar deze schudde haar hoofd.

'Drink je thee,' was het enige dat ze zei.

Voetstappen verschenen op de gang en Eliza keek geschrokken op.

De meest vreemde vrouw die ze ooit had gezien verscheen in de deuropening. Iedereen die Eliza kende, had haar wel eens verteld dat het aan vrouwen was om een jurk te dragen. Als Eliza dan vroeg waarom, kreeg ze alleen te horen dat dit hoorde. De vrouw die hier in de deuropening stond, ging tegen hen allemaal in door een broek te dragen.

Alexandra Leighton.

De vrouw merkte dat ze haar nieuwsgierig aankeek en er ontstond een grijns op haar gezicht, waarna ze zich tot de dienstvrouw richtte. 'Hoe gaat het hier, Rai?' De vrouw deed wat van haar lange, zwarte golvende haar achter haar oor. Eliza wendde haar gezicht af en keek weer naar haar thee.

Het was geen man die de gedaante had vermoord, realiseerde ze zich nu, maar deze vrouw. Zij had dat zwaard gehanteerd en die door het lichaam gestoken van deze gedaante.

'Aan haar lijkbleke gezicht te zien, kan ze zich alles herinneren,' lachte de vrouw – Rai. De dienstvrouw draaide zich om en liep vervolgens naar Alexandra. 'Maar wees voorzichtig, lieverd, volgens mij heeft ze het er een beetje moeilijk mee.'

De jonge vrouw rolde met haar ogen en zette zich af van de deurpost. Terwijl de dienstvrouw de kamer verliet, liep Alexandra in haar richting. Haar ogen keken Eliza onderzoekend aan.

'Dus,' zei ze voorzichtig. 'Als ik het me goed herinner ben jij de kleindochter van Blanche en Jacob Stretfeild, toch?' Eliza fronste verward haar wenkbrauwen. Hoe had zij dit kunnen weten? Alexandra moest lachen bij het zien van haar onwetende gezicht. 'Londen lijkt een grote stad, maar dit valt eigenlijk best mee.'

Ze pakte een houten stoel die een eindje verder in de kamer stond en kwam naast Eliza's bed zitten.

'Ik ben Alexandra Leighton. Ik neem aan dat je grootmoeder mijn naam wel eens heeft laten vallen, nietwaar?' Eliza knikte en de vrouw schudde lachend haar hoofd. 'Ik heb alleen een hekel aan die naam, dus noem me alsjeblieft Alexa. Hoe heet jij?'

'Eliza.'

Alexa knikte. 'Eliza,' begon ze rustig. Ze hield Eliza in de gaten, alsof ze er zeker van probeerde te zijn dat ze niet te ver ging, dat de jonge vrouw niet brak. 'Weet je nog wat er daarnet is gebeurd?'

Haar ogen gingen gelijk op naar het raam. Pas nu viel het haar op dat het nog steeds donker was.

Eliza liet haar ogen weer vallen en staarde naar de warme kop thee in haar handen. Ze zag de gedaante weer voor zich, ze kon zijn hand om haar keel voelen, de kou die door haar lichaam trok, de...

De jonge vrouw sloot haar ogen en schudde zachtjes haar hoofd.

'Niets.' Het woord verliet fluisterend haar lippen.

Alexa liet haar ellebogen op haar knieën steunen en boog zich voorover naar Eliza. 'Niets?' vroeg ze geamuseerd.

Eliza wist hoe gek het moest klinken. Ze moest het gedroomd hebben; daar was geen twijfel over mogelijk.

Er verscheen een glimlach op Alexa's gezicht. 'Goed, goed. Laat mij dan een begin maken met wat ik denk dat er is gebeurd, oké?' Ze wachtte op een antwoord van Eliza, maar deze kwam niet. Om deze reden begon ze na enkele, stille seconden te praten. 'Ik denk dat jij bent aangevallen. En niet zomaar aangevallen, zoals simpelweg beroofd door een dief, maar in dit verhaal is er sprake van een zeker wezen dat jij niet kon plaatsen, nietwaar?' Eliza's ogen werden groter, waarna de glimlach op Alexa's gezicht zachtaardiger werd. 'Niets wat jij hebt meegemaakt is een droom of een verbeelding geweest, Eliza. Dus vertel me wat er is gebeurd, want geloof me als ik zeg dat jij me niet iets gaat vertellen dat mij gaat verbazen.'

Met grote ogen keek Eliza naar de jonge vrouw. Heel langzaam begon ze haar hoofd heen en weer te bewegen. 'Nee,' fluisterde ze. De angst raakte haar tot diep op haar botten. 'Ik heb niets gezien.'

Alexa lachte, maar gaf niet op. 'Jij hebt een rare schaduw gezien, toch? Het was een soort onzichtbaar wezen waarvan je alleen diens schaduw kon zien, nietwaar?'

Eliza schudde haar hoofd en het wezen verscheen weer voor haar ogen. Ze sloot haar ogen en probeerde de herinneringen te verdrijven. Toch bleef ze de vrouw voor zich zien, hoe de arm van het wezen door haar lichaam had geboord, alsof het niets was, en waarna ze vervolgens op de grond viel. Haar ogen hadden nog opgestaard naar de nachtelijke hemel.

Eliza haalde een paar keer diep adem en schudde vervolgens haar hoofd. 'Het was niet onzichtbaar,' fluisterde ze. Met grote ogen probeerde ze zich te concentreren op haar thee. 'Misschien wel... ik... ik weet het niet... Het was eerder een wezen, een groot, bijna menselijk wezen, maar...' Ze schudde haar hoofd en beet op haar lip.

Alexa's uitdrukking werd ernstiger. 'Wat?'

Eliza keek nu verbaasd naar haar op. Alexa's ogen waren groter geworden en haar mond ging iets open, alsof ze nog iets wilde zeggen, maar de woorden volgden niet.

Snel schudde ze nu haar hoofd en de paniek kwam op. Ze was dus wel gek aan het worden. 

De vrouw stond op en pakte de thee uit haar handen. Eliza keek beduusd naar haar op, maar kon niets uitbrengen.

'Wacht heel even,' droeg ze haar op, waarna ze er met de thee vandoor liep. Zonder dat ze wist wat hier gaande was, bleef Eliza alleen achter in het kleine kamertje.

'Pap?' hoorde ze Alexa vaag ergens in het huis roepen.

Eliza's keel werd dichtgetrokken. Ze keek naar haar handen, die net nog de theekop hadden omklemd.

Ze was gek geworden, realiseerde ze zich.

De angst begon haar te overheersen en voor ze het wist, kwam ze heel voorzichtig overeind. Haar spieren stribbelden tegen en ze voelde de pijn door haar lichaam trekken, maar hier zou ze zich later wel zorgen om maken.

Voor nu wilde ze eerst dit huis uit...

Eliza sloop naar de deur en keek de gang op, maar deze was volledig verlaten. Alexa was naar een ander deel van het huis om haar vader te halen, maar wat zouden ze daarna doen?

Paniek begon haar te overmeesteren. Ze wist niet wat er aan de hand was, ze wist niet wat ze had meegemaakt en ze wist al helemaal niet wat er nu ging gebeuren. Ze kon blijven zitten en wachten totdat Alexa weer terug was, maar wat dan? Nog meer vragen zouden haar kant op geslingerd worden en ze zouden tot een eenzelfde conclusie komen: Eliza was gek geworden.

Ze vloekte. Ze moest hier weg.

Toen ze er zeker van was dat Alexa nergens tevoorschijn zou komen, liep ze de kamer uit. Haar voetstappen weergalmden door de gangen, maar er kwam geen beweging.

Door het open interieur van het huis, lukte het haar vrij gemakkelijk de trap naar beneden te vinden. De gangen hadden een donkere uitstraling en deden haar denken aan het huis van haar grootouders. Het was een eenzelfde groot huis, dat aanvoelde alsof het niet bewoond werd.

Gemakkelijk, eigenlijk te gemakkelijk, lukte het haar om de deur naar buiten te vinden. Voor ze het wist stond ze weer op straat. De wolken hingen aan de lucht en blokkeerden het zicht voor de maan, die nog altijd hoog aan de hemel stond.

Snel keerde ze het huis de rug toe, in de hoop dat ze redelijk snel haar weg naar huis kon vinden.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top