Hoofdstuk 2.

Hij liep weer met de kruiwagen naar beneden en besloot zich in de richting van de loopgraven te begeven. Verder te gaan met het verwijderen van menselijke resten. Vanaf de container was het tweehonderdvijftien stappen naar rechts en vervolgens veertig naar voren en weer dertig naar link, zo omzeilde hij de landmijnen. Het was extra benauwd deze nacht. Zweet stroomde over zijn voorhoofd en zijn masker besloeg regelmatig. Hij draaide wat aan de luchtventielen om de ademdruk te veranderen. Tot zijn opluchting kreeg hij snel weer helder beeld. 

Het duurde niet lang voordat hij tussen de stukken bot en rottend vlees een militair zonder hoofd vond. Hij sjorde het lichaam  tussen het puin vandaan onder de oksels de kruiwagen in. Het hoofd was er vast vanaf afgeschoten. Afvoeren die handel. Hij vond een hand zonder lichaam en deed grinnikend alsof hij de hand schudde. Meerdere lichaamsdelen, skeletten, helmen en geweren schepte hij behoedzaam in de kruiwagen. Tot zijn grote vreugde vond hij later het hoofd van de hoofdloze militair. De ogen zaten vol met wormen. De mond stond wagenwijd open. Hij pakte het hoofd snel op en gooide het vanaf een afstand bovenhands de kruiwagen in. Er klonk een doffe bonk en het geluid van tegen elkaar klappende tanden. Score! Hij zou deze knakker op de hoop nog te 'identificeren lichamen' leggen. 

Plotseling ging zijn warmte en bewegingssensor weer af. Hij pakte zijn pijl en boog. Wat nu weer. Paardlakken? Luisijnen? Net op het moment dat hij wilde schieten zag hij dat het ding verdomd veel weg had van een mens. Hetzelfde postuur alleen dan zonder huid. Dit meen je niet. Zijn hart bonkte in zijn keel. Dit had hij in al die jaren nog niet gezien. Het protocol was echter duidelijk; alle levensvormen elimineren en afvoeren. Hij sloop voorzichtig dichterbij. Zijn bomdetectiesysteem ging af. Klotezooi. Hij was vergeten te tellen. Stokstijf bleef hij staan. Dit kreeg je ervan als je van het protocol afweek. Moest hij nu naar achteren of naar voren? Hij begon te trillen over zijn gehele lijf. Verlamd van angst durfde hij zich niet te bewegen. Het menselijke gedaante kwam in de tussentijd steeds dichterbij. Toen Wilter zag wat het precies was ontnam het hem de adem. Op de plek waar ooit ogen hadden gezeten, zaten nu zwarte gaten. Slepend met één van de benen kwam het dichterbij. Het had geen huid meer, het leek alsof deze ervan was gebrand. Een grote menselijke open wond, dat was de beste beschrijving. Zijn hart bonsde in zijn keel en zijn handen trilden. Paniekerig probeerde hij te bedenken wat op dit moment het slimste was om te doen. Het bomdetectiesysteem bleef hard piepen. Piep…..piep…..piep…..

Zweet stroomde in zijn ogen, hij begon te hijgen waardoor zijn masker weer besloeg. Woest draaide hij tevergeefs aan de luchtventielen. Niet bewegen, als hij nu op een mijn stond en eraf stapte was hij er geweest. Had hij een klik gehoord? Hij kon het zich niet herinneren. 

Het gedaante kwam steeds dichterbij, hij zag door zijn beslagen masker alleen nog maar een schaduw. Denk Wilter, denk. Hij kreeg geen lucht. In een impuls rukte hij zijn gasmasker van zijn hoofd. Hij ademde diep in, de stank benam hem opnieuw de adem. Godver, de godver, tweede overschrijding van het protocol. Paniekerig probeerde hij het masker weer over zijn gezicht te trekken. De menselijke open wond was nu op een meter afstand. Hij hoorde een reutelende hijgende ademhaling. Hij onderdrukte een kokhalsneiging, sloeg zijn arm voor zijn neus en smeet het gasmasker op de grond. Klootzak niet bewegen, schold hij op zichzelf. Piep…piep…piep…piep….pieeeeeeeep. Het bomdetectiesysteem ging harder te keer. Zo voorzichtig mogelijk richtte hij met trillende handen, zijn pijl en boog en schoot. De pijl ging volledig mis. Het ding bleef staan en hield zijn hoofd scheef alsof het wilde zeggen: hier ga je dan. 

Concentreer je verdomme. 'Blijf staan hoerenjong!,' schreeuwde hij. Hij schoot nog een keer. Weer mis. Wat er toen gebeurde ging erg snel. Voordat Wilter het goed en wel besefte, sprong het gedrocht naar voren en zoog zich met zijn bek vast aan Wilters nek. Wilter gilde, probeerde met zijn handen het ding van zich af te trekken. Te schoppen en te slaan. Scherpe pijn schoot door zijn nek. Als een vacuüm gezogen bloedzuiger zat het ding aan hem vast en trok hem mee. Wilter sloot zijn ogen, hij zou nu of opgeblazen worden of verslonden worden door het beest. Hij wist niet wat erger was. Pieep…pieep…pieeep… Hij zag zijn leven aan hem voorbij flitsen. Treurig constateerde hij dat de Rode Zone zijn leven was. Het opruimen van lijken, het hoogtepunt van zijn dag.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top