Hoofdstuk 9

De route die ze volgen blijft fascinerend, hoeveel bossen ze ook doorkruisen. De hoogteverschillen in het land zorgen ervoor dat het uitzicht nooit eentonig wordt. De frisse, veelal groene tinten zorgen voor rust en dat werkt door in de gedachten van de rennende weerwolven. De groep is groter geworden, want Derrick kreeg gelijk. Alfa Olaf koos een vijftal van zijn beste krijgers uit en hij zorgt nu samen met hen voor een snelle, doeltreffende tocht dwars door de Grim.

Geoffrey heeft aan het begin, toen hij nog niet op de hoogte was van hun doel, heftig aangegeven dat hij niet zoveel bodyguards nodig heeft: dat hij sowieso geen enkele lijfwacht nodig heeft. Nooit. Hij was behoorlijk verontwaardigd en daarom duurde het even voordat Derrick tot hem kon doordringen. Gelukkig is dat uiteindelijk gelukt en is zijn grote partner inmiddels de beste vrienden met ze geworden.

Ze zijn intussen enkele dagen onderweg.

Tijdens pauzes, de enige momenten dat ze in hun menselijke vorm zijn en daardoor vrijuit met elkaar kunnen praten, heeft de Alfa meer dan eens naar onzichtbare punten in de verte gewezen en de naam van de roedel genoemd die zich daar bevindt. Hij gaf aan dat die roedels in de bergen haaks op de Hanekam liggen en dat hun positie te ver van hen vandaan is om ze 'even snel' te bezoeken. Daarom blijven ze er met volle vaart langsrennen: ze hebben immers een duidelijk doel voor ogen.

***

Chiel fungeert momenteel als hekkensluiter en hij voelt zich fantastisch. Ze gaan net zoveel bergop als -af tijdens hun tocht, maar het voelt voor hem aan alsof ze constant wind mee hebben. Iets in zijn binnenste klikt op zijn plaats, alsof hij in dit wonderbaarlijke land thuishoort, al kan hij niet precies benoemen waarom hij zich zo gelukkig voelt.

Het is maar goed dat ze in hun wolf zijn, anders had hij een wijsje geneuried. Hij glimlacht in zichzelf als hij aan Milous reactie denkt zodra hij dat ineens gaat doen. Ze zal hem ongetwijfeld uitmaken voor één of andere gek, of misschien denkt ze zelfs dat hij haar in de maling neemt. Zíj staat per slot van rekening om haar geneurie bekend. Met een lichte frons bedenkt hij zich dat ze daar recent mee is gestopt en hij vraagt zich af wanneer ze dat eigenlijk deed, maar hij kan zich het exacte moment niet meer voor de geest halen.

Het kan hem niet genoeg schelen. In plaats van zich verder over zulke zaken druk te maken, huppelt hij eventjes, wat zijn gelijkmatige gang kort verstoord. Gelukkig loopt hij achteraan en heeft niemand dat gezien.

Ze naderen een open plek en op dat moment voelt hij zijn maag rommelen. De felle blaf van Alfa Olaf geeft dat het tijd is om pauze te houden, precies wat hij hoopte. Chiel stopt aan de rand van de bomen om zich snel aan te kleden en hij begint direct daarop met hout sprokkelen voor een vuurtje. Na zoveel dagen bij elkaar zijn ze op elkaar ingespeeld en weet een ieder al van tevoren wat zijn - of haar - taak is, wat ze allemaal plichtsgetrouw doen.

'Over een uur trekken we rakelings langs de roedel Taruataru,' zegt Alfa Olaf en hij keert zich naar Derrick en Milou, die vlak naast elkaar zitten. Chiel besluit zich er niks van aan te trekken dat hij, als derde kandidaat in hun gezelschap, wordt genegeerd maar het steekt wel een beetje.

'Deze roedel ligt meer inlands en daarom kunnen we die eventueel wel aandoen. Wat vinden jullie?' Nu kijkt hij Chiel ook aan en die voelt hoe hij ontspant.

Milou haalt haar kaart tevoorschijn en wijst er de betreffende roedel op aan: 'Vanuit onze positie gezien bevinden er zich flinke bergen direct achter die roedel en daarna...' ze zwijgt even en ontcijfert de woorden: 'De Dode Bossen.'

Ze kijkt op. 'Dat klinkt onheilspellend?'

De manier waarop ze luchtig eindigt met een vraagteken laat blijken dat ze niet heel erg onder de indruk is, maar wel nieuwsgierig.

'Er gaan verhalen rond dat zich daar de bron van de magie bevindt,' antwoordt Alfa Olaf. 'In de Grim gaat daar een hele profetie over rond. Het hoort bij de mythes en legendes die we van ouder op kind doorvertellen.'

Als om hulp vragend kijkt hij naar zijn roedelgenoten en eentje vult ijverig aan: 'Zodra de driehoek des liefdes wordt gevormd. Zodra de tranen van vrouwelijke wezens worden geplengd...'

'Ja ja,' onderbreekt zijn Alfa hem, 'het is niet nodig om de hele profetie op te noemen, gewoon even knikken was voldoende geweest.'

Maar Chiel is geïntrigeerd, want hij heeft die woorden eerder gelezen, in een boek in de paleisbibliotheek. Hij onderbreekt op zijn beurt Olaf en zegt enthousiast: 'Die woorden ken ik. Het gaat om 'koningskinderen als koppels' en 'heerschappij over al wat leeft'. Hij maakt haakjes bij de zinnen die hij heeft onthouden, vooral die heerschappij sprak hem destijds erg aan.

Het is echter te lang geleden dat hij de woorden heeft gelezen en meer kan hij zich niet meer herinneren; er was nog iets met een draak, maar daar houdt het wel mee op.

Alfa Olaf staart hem echter strak aan en Chiel blijft van de weeromstuit doodstil zitten. Heeft hij iets verkeerds gezegd?

De Alfa springt dan op, waarbij zijn koffiemok omvalt en de koffie razendsnel door de met gras bedekte bodem op wordt genomen. Chiel krijgt niet eens de kans om dat jammer te vinden, want Olaf wijst, voor heel even woordeloos, naar hem en roept dan: 'Dat is het! Dat is de reden van de vermissingen. Waarom zie ik dat nu pas?'

Hij mompelt voor zich uit: 'Maar dan moet hij er meer hebben dan we dachten.'

Derrick staat langzaam op en Geoffrey volgt meteen. Meer mensen krabbelen overeind en uiteindelijk staat iedereen en kijkt elkaar aan. Het eten en drinken ligt vergeten rondom het smeulende vuurtje.

'Vertel,' zegt Derrick en Chiel merkt hoe bedrieglijk diens kalmte is doordat hij zijn vuisten gebald heeft en hij ziet hoe er een adertje in Derricks nek duidelijk begint te kloppen.

'Koningskinderen als koppels,' herhaalt Alfa Olaf en zijn roedelgenoten beginnen mompelend te reageren. 'Snap je dat dan niet. De zwarte heer heeft allemaal tweelingen verzameld en zal ze waarschijnlijk zijn kinderen noemen, waardoor het automatisch koningskinderen zijn geworden.'

'Hij is de heer van fort Onyx,' legt Marth uit, een grote man met bijna zwart haar en een groot litteken dwars over zijn gezicht. De diepe rode streep mist net zijn linkeroog en het laat hem er gevaarlijk uitzien. Behalve dat is hij een vooraanstaand lid van de Tamarisk-roedel, waardoor Olaf hem als eerste uitkoos om mee te gaan op deze queeste.

'Hij heeft zichzelf koning over de Grim verklaard en wij hebben even flink gelachen om daarna ons leven weer als normaal voort te zetten,' vervolgt hij zijn uitleg om daarna zijn Alfa vragend aan te kijken: 'Had hij dan toch gelijk? Is hij de koning van de Grim?'

Ron, een ander lid van Olafs stam, vult aan: 'Ik dacht dat het een loze titel was.'

Hun Alfa haalt zijn schouders op en maakt wat afwerende gebaren. 'De profetie heeft het over 'zeven van elk',' praat hij door, alsof hij zijn roedelgenoten niet gehoord heeft. 'Wat als hij destijds niet alleen Levi en Summer heeft gekidnapt, maar nog twaalf anderen?'

'Waarom is dat niet bekend geraakt?' vraagt Chiel. 'Hoe lang geleden is dat eigenlijk gebeurd?'

Men heeft hem een korte uitleg gegeven over waarom de Tamarisk-leden zijn meegegaan, maar niet alle details zijn voor hem ingevuld.

Alfa Olaf antwoordt grimmig: 'Ik denk dat heer Theron voorzichtig is geweest en tweelingen uit ver uit elkaar liggende roedels heeft gekidnapt. Ik bedoel... Morus Alba ligt vrij dicht bij Tamarisk in de buurt, en wij hebben een goede band met elkaar, maar zelfs met die gegevens heeft het maanden geduurd voordat ik over de recente ontvoering hoorde.'

Damien, een derde roedellid van de Tamarisk-stam, zegt ietwat neerbuigend tegen Chiel: 'Hier is internet en elektriciteit niet zo gebruikelijk als in jouw land. Communicatie gaat anders. Hier hebben we namelijk magie.'

'En niet te vergeten een vrijwel ondoordringbare barrière in de vorm van bergen en behekst water,' vult Marth droog aan, 'dat helpt ook niet echt mee om mee te draaien in een modern systeem.'

'Goed,' zegt Milou, die tot dan vrij stil is gebleven. 'In dat geval stel ik voor om elke roedel te omzeilen, net zoals de Dode Bossen, en om zo snel mogelijk naar dat fort te gaan om die tweelingen te redden.'

Chiel bedenkt zich dat Milou tot een tweeling behoort, net zoals de ontvoerde kinderen, en hij ziet hoe haar ogen schitteren bij al deze nieuwe informatie. Zoals de laatste tijd zo vaak het geval is dat het hem begint op te vallen, knikt iedereen bij haar woorden en legt een ieder zich er zonder noemenswaardige discussie bij neer.

Eerder kon hem dat niet veel schelen, omdat hij er geen specifieke mening over had. Nu echter merkt hij dat zijn gevoel hem een andere richting op wijst dan waar de rest heen wil gaan en hij kucht zachtjes.

'Jullie hebben allemaal een doel bij fort Onyx,' zegt hij, nadat hij de aandacht op zich gevestigd ziet. 'Maar ik moet een Alfa vinden om mijn opdracht bij af te ronden. De roedel waar Alfa Olaf het net over had,' hij knikt respectvol naar Olaf, 'klinkt goed. Taruataru.'

De naam rolt lekker van de tong.

Aan Derricks gezichtsuitdrukking is te merken dat hij de hele reden waarom hij hier is zowaar even is vergeten en Chiel glimlacht een beetje in zichzelf. Het land is zo mooi en fantasierijk dat hijzelf zich ook meerdere malen heeft moeten dwingen om zich te concentreren op hun taak.

Haastig vult hij aan: 'Tenzij jullie me nodig hebben, want dan ga ik uiteraard mee.'

De anderen kijken elkaar een beetje twijfelend aan, niemand weet natuurlijk wat ze precies aantreffen in het Onyx-kasteel, en uiteindelijk hakt Milou de knoop door: 'Ik denk dat een persoon meer of minder niet zal uitmaken en als dit jouw keuze is, respecteren we dat.'

De anderen beamen dat knikkend.

'We zullen je naar de roedel escorteren,' zegt Olaf, 'en daar afscheid van je nemen.'

'Zullen we dat dan maar gelijk doen,' reageert Derrick ijverig. 'Ik heb eigenlijk wel lang genoeg pauze gehouden.'

Weer wordt er geknikt. De stemming is omgeslagen door het gesprek en Chiel ziet overal strakke kaken nu blijkt dat heer Theron nog veel verder over de schreef is gegaan dan men in eerste instantie dacht.

Heel even twijfelt hij nog, zal hij niet toch met ze mee gaan? Maar nee, een gevoel in zijn binnenste zegt hem dat hij naar Taruataru moet gaan en hij besluit daarnaar te luisteren.

Ze trappen het vuurtje uit, stoppen alle spullen terug in de tassen en kleden zich uiteindelijk uit om als een groep bontgekleurde wolven van de open plek te vertrekken.

Zoals Olaf aan heeft gegeven, bevinden ze zich een uur later al op een kleine honderd meter van de genoemde roedel en heeft Derrick een paar afscheidswoorden voor hem die de roedelleden van Blauwewater, degenen met wie hij een gedachtelink heeft, bevestigen. Anderen geven hem een wolvengrijns en dan zijn ze weg.

Voor het eerst is hij helemaal alleen in het vreemde land en er bekruipt hem een eenzaam gevoel dat hij met zijn hele lijf van zich af probeert te schudden.

Als hij uiteindelijk de eerste paar stappen richting Taruataru zet, wordt hij opeens omringt door vier uit de kluiten gewassen wolven. Hun vacht hebben een bijzonder donker- met lichtgrijs patroon, maar vooral vallen hem de roodgloeiende ogen en blikkerende tanden op, wat gepaard gaat met een licht gegrom in zijn richting.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top