Hoofdstuk 8
Omdat de avond reeds is gevallen, besluiten ze een laatste nacht in de Tamarisk-roedel te blijven om bij het krieken van de dag te vertrekken. Bovendien hebben Milou en Winston tijd nodig om van hun overwinning te genieten, wat ze zonder meer hebben verdiend.
Milou vertelt voor de derde keer dat het verslepen van de Minotaurus erger was dan het gevecht zelf, maar die herhaling wordt haar vergeven aangezien ze in een winnaarsroes verkeerd. Ze hebben sowieso voldoende bewonderaars, dus sommigen hebben het daadwerkelijk nog niet gehoord.
Derrick ziet hoe haar ogen schitteren en hoe ze met plezier in het middelpunt van de aandacht staat. Sinds zij haar wolf heeft gekregen is zij uit haar schulp gekropen en deze assertieve Milou bevalt hem heel goed.
Het beest ligt als een trofee midden op het plein tentoongesteld en Olaf heeft aangegeven dat hij een passende oplossing zal bedenken om het kadaver op te ruimen, maar daar hoeven zij zich niet druk om te maken.
De dorpelingen maakten van de gelegenheid gebruik om een feest te organiseren, waardoor het een gezellige boel is. De vallende schemering zorgt voor een intieme, fijne sfeer. Derrick ziet hoe Chiel en Geoffrey genieten, en Milou en Winston doen dat natuurlijk helemaal. Het ziet ernaar uit dat de kennismaking met deze bewoners van de Grim een succes is.
Hij vraagt zich af of Milou zich opgelucht voelt, nu haar positie is veiliggesteld. Zij heeft de opdracht* van Alfa Gerard al tot een goed einde gebracht voordat anderen zelfs maar bij een roedel arriveerden. Derrick is zelfs een beetje jaloers op haar, omdat hij weet dat ze het land op eigen initiatief dieper zal intrekken en daar zeker punten mee gaat scoren. Zij en Winston hebben een goede reden om verder te gaan, waardoor ze niet eens van lichtzinnig gedrag kunnen worden beschuldigd.
Het zorgt ervoor dat hijzelf nog beter zijn best gaat doen. Hij weet dat hij het getroffen heeft in het leven en deze uitdaging spreekt hem ontzettend aan. Het geeft hem een doel.
Terwijl hij een slokje van 'de zwarte zonde' neemt, een specialiteit van deze roedel dat bestaat uit donker bier, kruiden en plaatselijk geteelde hop, kijkt hij naar Alfa Olaf die in gesprek is met een oudere vrouw. Haar donkerbruine haar is op enkele plekken doorvlochten met zilver, maar haar ogen spreken een kracht uit die hem aanspreekt.
Nieuwsgierig komt hij iets dichterbij en hij spitst zijn oren. Ze lijken in een verhitte discussie verwikkeld.
'...weet zeker dat er een overeenkomst is tussen beide zaken,' hoort hij de vrouw zeggen en ze weidt uit: 'Jij hebt het over Levi en dat hij terug is en we denken dat dat is omdat Summer is overleden, en een paar maanden later worden Cyran en Gwendoline ontvoerd.'
'Maar Cyran en Gwendoline zijn zestien jaar oud. Levi was slechts een peuter toen hij werd ontvoerd. Hij is inmiddels negentien,' brengt Olaf er tegenin.
Door hun ongedwongenheid met elkaar en de gelijkenis in hun gelaatstrekken denkt Derrick dat Olaf en de vrouw moeder en zoon zijn.
'Misschien gaat het de ontvoerder niet om de leeftijd, maar om het feit dat ze een tweeling zijn,' reageert Olafs moeder. Zij blijft bij haar standpunt en niemand brengt haar daarvan af, dat is Derrick wel duidelijk.
Zonder er verder over na te denken, mengt hij zich in hun conversatie. Hij zegt voorzichtig: 'Ik heb wat van jullie gesprek opgevangen en ik vroeg me af of we dat tegen Levi kunnen zeggen. Misschien heeft hij extra informatie?'
De twee kijken elkaar aan. Olaf knikt uiteindelijk.
'Een goed idee. Vind je ook niet, mam?' zegt Olaf.
Olafs moeder is het met hem eens en ze vraagt: 'Hoe ziet hij eruit, dan vragen we het gelijk.'
'We kunnen beter een rustiger plekje zoeken,' zegt Derrick waarschuwend. Hij is de mentale gesteldheid van de jongen niet vergeten. Hij is blij dat hij er op het juiste moment bij ging staan, want het verhaal intrigeert hem en het blijkt een behoorlijk staartje te hebben.
'Dat is Levi,' wijst Olaf de jongen voor zijn moeder aan. Derrick vraagt zich af waarom zij dat niet wist.
'Mijn moeder, Hanna, komt uit een andere roedel: de Morus Alba, zo'n vijftig kilometer hier vandaan,' legt Olaf uit, hij glimlacht er licht bij. 'Mijn vader, Loran, was hier eerst de Alfa en uiteindelijk is die titel bij mij terechtgekomen**.'
Hij lijkt er verder niet veel over kwijt te willen en Derrick zwijgt na een korte hum, hoewel hij lichtelijk nieuwsgierig blijft naar het precieze verhaal erachter. Echter, hij krijgt nu een ander verhaal voorgeschoteld en hij is blij dat ze hem niet wegsturen, wat natuurlijk ook heel goed had gekund. Hij is een vreemdeling in deze roedel zoals hij een vreemde is in het land.
Toch voelt hij een bepaalde aantrekkingskracht in de Grim die hij nog nooit eerder in zijn leven heeft ervaren. Hij voelt zich hier veel meer op zijn gemak dan hij had gedacht.
Hij kijkt nauwlettend toe hoe Olaf de jongere jongen benadert en hem zacht vraagt even mee te lopen. De bewegingen van de Alfa zijn traag en zijn gezicht is kalm. Levi kijkt zijn Alfa trouwhartig aan en hij volgt hem zonder problemen. Derrick slaat de gebeurtenis op zijn geheugen. Zijn doel is om, net zoals Olaf, een Alfa voor een hele roedel te worden en dus moet hij weten hoe zich te gedragen bij elk type persoon.
Ze nemen plaats in de huiskamer van de Alfa, waar hij eerder al aan de tafel zat. Nu leidt Olaf hen naar de banken, die uitkijken op de voortuin. Met enkele zachte woorden nodigt hij een ieder plaats te nemen en zijn gastvrijheid is dusdanig dat Derrick zich geen moment teveel voelt.
Het was eigenlijk ook zijn idee, dus hij nestelt zich dieper in zijn zitplaats, waarna hij afwacht op wat gaat komen.
'Levi,' begint Hanna. Het vuur in haar donkere ogen is ze niet verloren, maar het smeult nu meer dan dat het opvlamt. Haar handelen geeft een rust aan die ze eerder niet had. Ook zij heeft talent voor het bespelen van een ruimte en Derrick blijft observeren. 'In onze roedel, de Morus Alba, is twee maanden geleden een tweeling verdwenen. We wisten eerst niet dat ze werden ontvoerd of wat de reden daarvan was, maar we denken nu dat het met jouw terugkomst te maken heeft.'
Derrick ziet hoe Levi zijn oren spitst. Waar hij eerst wat bewoog en met zijn vingers friemelde, zit hij nu stokstijf en zijn ogen krijgen een starre uitdrukking. Alles aan hem ziet eruit alsof hij precies begrijpt wat er tegen hem wordt gezegd, iets waar Derrick - als hij eerlijk is - eerst aan twijfelde.
'Septimus,' stoot hij dan uit en hij kijkt smekend naar Hanna, die verward terugkijkt.
'Septimus?' herhaalt zij. Hierbij kijkt ze Derrick en Olaf hulpzoekend aan. Allebei halen ze hun schouders op.
'Septimus,' wijst hij dan op zichzelf, maar verder weet hij geen woord uit te brengen. Paniek overheerst bij hem, waarna hij opspringt om vol angst om zich heen te kijken. Derrick wil naar hem toe gaan, maar een blik van Olaf houdt hem tegen. Hij zakt ongemakkelijk weer terug in de bank.
Hanna neemt het woord opnieuw: 'Hoe zit het met Summer, Levi?'
'Summer,' zegt Levi. De naam is zijn signaal om volledig te breken. Hij huilt met lange uithalen en dan zakt hij ineens op de grond, zijn benen gekruist. Met een wanhopig gebaar slaat hij zijn handen voor zijn gezicht.
Derrick voelt zijn pijn en daarom trekt hij zich deze keer niks van Olaf aan, die hem opnieuw terugroept.
Lenig hurkt hij naast Levi en hij slaat een arm om hem heen. Het gebaar veroorzaakt een stortvloed aan tranen bij de jongere jongen en dan buigt Levi zich naar Derrick om hem in een wurgende omhelzing te nemen. Diens hele houding heeft een ongekunsteldheid die Derrick aan een kind doet denken.
Hij weet nu zeker dat Summer helaas niet meer leeft. Deze jongen heeft zijn hele leven met zijn zus doorgebracht en samen bevonden zij zich in een onveilige omgeving. Zij hadden alleen elkaar en nu moet Levi het leven ineens helemaal alleen tegemoet zien.
Derrick zou voor minder in elkaar storten.
'Levi,' vraagt hij en hij hoort zelf het urgente toontje in zijn stem, 'waar was je al deze tijd?'
De spanning is om te snijden en dat wordt slechts onderbroken door het snotteren van Levi, die gestopt is met voluit uithalen. Zijn ogen en neus zijn rood en waterig, en hij hikt een keer flink voordat hij duidelijk antwoordt: 'Ik was in fort Onyx.'
Zijn blik laat het diepste verdriet zien, maar ook de waarheid.
Derrick staart woordeloos naar Olaf en hij ziet hoe die zijn vuisten balt. Het spiertje in zijn kaak beweegt heftig en er straalt een sterke wilskracht uit zijn ogen.
Hij weet één ding absoluut zeker: de kandidaten uit Mångata zullen niet alleen zijn tijdens hun tocht richting fort Onyx.
*Zie: de melodie
**Zie: de kaping
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top