Hoofdstuk 25

'Ze gaf hem de zoen, hij zal niet doodgaan,' zegt Moana haastig tegen Gwendolyn, aangezien die naar voren rent met als enige doel om schoten in de poel te lossen. 'Alsjeblieft, schiet niet.'

'De zoen?' vraagt Derrick, die zijn arm beschermend om Gwen slaat en haar ervan weerhoudt het water in te springen. Hij legt de klemtoon op het woordje 'de'.

Moana knikt. 'Ze zijn voorbestemd voor elkaar. Haar kus zorgt ervoor dat ook hij in de Huilende Zee kan leven.'

'Die Olaf, een zeemeerman,' zegt Milou grinnikend. Haar houding geeft aan dat ze Moana gelooft.

Olaf en Oceane breken op dat moment door de oppervlakte van het water en ze zien er relaxed uit. Hun hoofden dobberen in het midden van de poel en ze hebben allebei een bepaalde glimlach op hun gezicht die de vier op de wal maar al te goed herkennen. Het is een lach gevuld met liefde. Alfa Olaf heeft zijn zielsverwant gevonden.

Olaf zwemt de paar slagen naar de kant en hij hijst zich op het droge. Daarna strekt hij zijn hand uit naar Oceane en alsof het vanzelf spreekt, beweegt ze zich sierlijk naar hem toe, waarna ze haar hand in de zijne legt. Met een zwaai tilt hij haar naast zich op de rotsige vloer en zodra de Sirene volledig uit het water is, vervaagt haar staart om plaats te maken voor lange, ivoorkleurige benen.

'Handig,' mompelt Winston, waarna hij snel zijn shirt uittrekt. Hij geeft hem aan Olaf zodat die zijn naakte zielsverwant kan kleden. De Alfa kijkt hem dankbaar aan en doet precies dat.

Moana hijst zich op eigen kracht uit de poel, waarna ook haar staart verdwijnt. Haar benen zijn net zo bleek als die van haar zuster. Derrick trekt zijn trui voor haar uit en hij glimlacht als hij Gwens blik op zijn ontblootte borstkast ziet rusten. Hij wist niet dat haar ogen nog donkerder konden worden, maar dat blijkt toch het geval te zijn. Hij is benieuwd wat hij ontdekt als hij haar verder leert kennen en hij kan eigenlijk niet wachten.

'Oceane,' zegt Moana ineens en Derrick kijkt met een schok op, gealarmeerd door haar toon. Ze klinkt alsof haar hart breekt, maar als hij naar Olafs zielsverwant kijkt, ziet hij dat ze nog overeind staat en er lijkt niks aan de hand te zijn. Moana denkt daar anders over en zij vervolgt: 'Je haar, je hebt de keuze gemaakt.'

Nu hij erop wordt geattendeerd, ziet Derrick dat Oceanes haren lichter worden. Het gaat niet zo snel als de verandering van staart naar benen, maar dit lijkt onomkeerbaar te zijn als hij Moana's gezichtsuitdrukking mag geloven – en dat doet hij.

Na die woorden blijft het stil totdat Oceanes haren spierwit zijn geworden. Samen met haar lichte huid maakt het haar oceaankleurige ogen meer uitgesproken. Ze blijft er echter uitzien als een ongeveer dertigjarige vrouw.

'Ik heb mijn keuze gemaakt,' zegt ze. Aan de gezichten van hen met een weerwolfachtergrond te zien, moet ze dat verduidelijken en daarom verklaart ze: 'Ik heb mijn zielsverwant gevonden en daarom geef ik mijn leven in de zee op. Behalve dat moet ik volgens de wetten van de Sirenen nog iets opgeven, om het geen lichtzinnig besluit te maken en daarom ben ik de kleur van mijn haar kwijtgeraakt.'

Ze draait zich naar haar zuster en ze zegt op een verontschuldigende toon: 'Het spijt me, Moana. Zeker nu Coraline zo kort geleden is overleden, maar ik weet dat ik niet meer gelukkig zal zijn in de Huilende Zee.'

'Hoe weet je dat,' schreeuwt haar zus. 'Je bent daar jaren niet geweest.' Nu er nauwelijks meer water van haar afdruipt, zijn de tranen die over haar wangen rollen duidelijk zichtbaar.

Oceane heeft meteen door wat haar zus van plan is en ze duikt op Moana af, maar die ontwijkt haar moeiteloos. Moana's gezicht verandert, hoewel Derrick er in eerste instantie niet helemaal de vinger op kan leggen wat er precies gebeurt. Dan opent ze haar mond en daar ziet hij rijen en rijen hoekige tanden, zoals bij een haai. Het zijn er teveel voor in haar mond, maar toch past het.

Ze begint te zingen.

De woorden zijn onbekend voor Derrick, maar hij voelt de tranen in zijn ogen ontstaan als de melancholie van de melodie hem omhult. Hij kan aan niks anders meer denken dan de wonderschone tonen die hij nu hoort. Het enige wat hij wil is naar de bron van dat geluid gaan en zich erin onderdompelen.

Iemand vlak bij hem beweegt zich en diegene begint in zijn gezicht te prikken. Vaag hoort hij geschreeuw, maar hij schudt zijn hoofd en duwt het irritante gebeuren naast zich ruw van zich af. Hij moet naar het gezang toe en niks kan hem tegenhouden. De persoon in zijn buurt blijft hem lastigvallen en remt hem af. Met een luide grom die zijn nieuwe levensdoel bijna overstemt, keert hij zich ernaartoe en hij brengt zijn vuist naar achteren om er korte metten mee te maken. Iets in zijn ene oor maakt hem op dat moment dover, maar gelukkig hoort hij nog voluit aan de andere kant. Hij haalt uit en raakt iets. Derrick voelt een vlaag tevredenheid door zich stromen als hij daardoor de ruimte krijgt. Hij zet een stap, maar dan is de storende hinderpaal er alweer. Wie niet horen wil, moet maar voelen, vindt hij, en zonder er dieper over na te denken, sluit hij zijn handen om de ranke hals van de ander. Zodra hij daarmee heeft afgerekend, zal hij het item uit zijn oor peuteren zodat hij weer beter kan horen.

Het lied dat hij hoort is alles wat er nu toe doet.

De persoon voor zich geeft echter niet op en voordat hij het beseft, heeft die hem weeral doof gemaakt. De zang wordt abrupt afgesneden en het missen van dat verslavende geluid zorgt voor een vlammende pijn in zijn maagstreek, alsof iemand hem daar doormidden zaagt.

Hij is woedend op de onruststoker, hoewel hij merkt dat diegene z'n lesje reeds heeft geleerd, doordat het lichaam onder zijn vingers verslapt. Zonder het zelf te horen, brult hij het uit en hij maakt zich klaar om de genadestoot toe te dienen als iets met de kracht van een kanonskogel zijn slaap raakt, waardoor hij zonder verder een kik te geven tegen de vlakte slaat.

Alles wordt zwart voor zijn ogen.

***

Gwendolyn wordt wakker in haar bed en ze knippert daas met haar ogen. Was alles slechts een droom en is ze nog steeds een gevangene van de zwarte heer? Hoe zit dat met Derrick? Ze weet best dat ze een rijke fantasie bezit, maar zo'n perfect persoon als hij is kan ze zelfs in haar wildste dromen niet bedenken.

Toch?

Ze gluurt naar de andere zes bedden, waarvan er drie zijn gevuld – maar niet met haar zusters, zoals ze hen moest noemen van heer Theron. Er staan enkele mensen om de drie patiënten heen en ze praten zacht met elkaar, wat voor een eentonig geluid zorgt.

Zodra ze hoest, voelt ze een verschroeiende pijn in haar keel en borst, en haar handen vliegen automatisch naar haar hals. De laatste momenten met haar zielsverwant flitsen door haar geheugen. De betovering zorgde ervoor dat hij haar niet meer herkende en ze heeft niet eerder zo'n pijn in haar hart gevoeld als toen hij haar afwees. Zijn poging tot moord voelde als een verwelkomende afleiding. Ze wil niet langer leven als hij haar afdankt, beseft ze.

'Hoe gaat het?'

Met een schok kijkt Gwen naar de andere kant, waar ze Milou naast zich aan haar hoofdeinde ziet zitten. Haar nieuwe vriendin ziet er ongedeerd uit en ze kijkt haar slechts vol bezorgdheid aan. Gwen voelt zich bont en blauw, waardoor het met veel moeite pas lukt om overeind te gaan zitten. Ze wil antwoord geven, maar Milou houdt haar tegen. 'Wacht, je moet eerst iets drinken. Hier, ik help je. Het is water met ijsschilfers.'

Het donkere meisje helpt haar ijverig met het glas en Gwendolyn merkt hoe haar keel inderdaad minder pijnlijk klopt na enkele slokjes van het koude vocht.

Na een paar mislukte pogingen lukt het haar om een woord te vormen. 'Derrick,' krijgt ze er met veel moeite uit. Ze kijkt smekend naar Milou.

Milous mond vormt een strakke streep. 'Voor hem wordt gezorgd, wees maar niet bang,' zegt ze. 'Hij zal je niks meer aandoen.'

Het is fijn om te horen dat hij nog leeft, maar Milou geeft te weinig informatie. Is hij nog onder betovering van het hypnotiserende gezang of is hij genezen? Houdt hij nog van haar of is ze zijn liefde al kwijtgeraakt voordat ze hun relatie konden starten? De herinnering van zijn blik vol afkeer jegens haar zorgt voor een pijnlijke steek in haar hart.

'Niet huilen,' zegt Milou en op dat moment voelt Gwen pas hoe de tranen uit haar ogen druppen. 'Hij zal zijn straf krijgen.'

Gwen wil helemaal niet dat hij gestraft wordt. Ze wil hem terug zoals hij was voordat hij de grot met de poel betrad. Ze kent Moana nog niet zo lang, maar ze had niet verwacht dat die zoiets zou doen bij iemand om wie zij geeft.

'Moana?'

'Die leeft nog.' Milou kijkt haar bijna verontschuldigend aan en ze vervolgt haastig: 'Ze is gemuilkorfd en wordt op die manier in de Huilende Zee gegooid. Het spijt me dat het zo'n lichte straf is, maar dat heeft Alfa Olaf zo besloten.' Daarna mompelt ze iets over 'schoonzus' en 'niet je familie tegen de haren in willen strijken', waarvan ze de strekking meteen begrijpt zonder dat het haar wordt uitgespeld.

Gwendolyn knikt. Ondanks wat ze deed, wil ze niet dat de Sirene erom wordt gedood. Het zingen zit in haar natuur, waarschijnlijk wist ze uit verdriet niet wat ze deed. Bovendien kan het lot van Moana haar minder schelen dan nieuws over Derrick, maar Milou denkt dat ze boos is op hem.

'En verder?'

'Ik weet niet wat je allemaal hebt meegekregen, maar Olaf had geen last van de vloek. Hij sloeg Winston meteen knock-out en hielp me met de oordoppen, terwijl Oceane wat verstand in haar zus probeerde te meppen. Het spijt ons dat jij daardoor alleen aan Derrick was overgeleverd, maar gelukkig kunnen we het allemaal navertellen.'

Gwen hoopt inderdaad dat ze over niet al te lange tijd meer langs haar pijnlijke keel kan krijgen dan zinnen van twee woorden.

Er ontstaat commotie bij de ingang van de slaapzaal en iedereen kijkt op.

'Laat me erlangs,' schreeuwt iemand. Dat is Derrick.

'Wacht maar even,' zegt Milou, na een snelle blik op haar. Voordat Gwendolyn haar kan tegenhouden, staat ze al op en het is overduidelijk voor Gwen dat het is om Derrick eens goed de waarheid te vertellen.

De pijn van de stomp op haar borst, in combinatie met haar gemangelde keel zorgt ervoor dat ze zich zwak voelt, maar voor Derrick moet ze sterk zijn en daarom doet ze haar uiterste best om op te staan. Dat gaat niet zo vlotjes als ze graag zou willen en zodra ze staat en opkijkt, ziet ze hoe Derrick – samen met alle andere aanwezigen – naar haar kijkt. Zijn blik brandt in haar ziel. Als ze bij hem kan komen, zou ze het schuldgevoel in lagen van zijn gezicht kunnen scheppen.

Het enige wat ze voelt is zulke diepe opluchting dat ze op haar benen wankelt. Hij is dus weer zichzelf. Hun band is nog intact.

Zodra hij haar bijna ziet omvallen, reageert hij. Zonder zich wat van Milou aan te trekken, die streng op hem inpraat, of zich te laten tegenhouden door een paar personen die Gwen niet kent, stapt hij op haar af en tilt haar voorzichtig op, om haar daarna op het bed te vleien. Zijn aanraking voelt hemels, maar is veel te kort. Op het moment dat ze goed ligt, neemt hij zijn afstand.

Het kost haar zo'n moeite om te praten en dat terwijl ze hem wil vertellen wat ze voor hem voelt, hoe ze hun toekomst ziet en dat ze hem natuurlijk niks kwalijk neemt van het incident van eerder. Ze is bijna boos op Milou en de anderen, omdat die dat laatste blijkbaar van haar verwachten. Zouden ze ook zo reageren als de rollen waren omgedraaid? Wat als Olaf op dat moment dichter bij haar in de buurt was geweest, zodat Milou in haar eentje met Winston te maken kreeg?

Nu is echter niet de tijd om te speculeren. Ze moet al haar kracht inzetten om de woorden uit te spreken die er toe doen. Voordat Derrick een woord kan zeggen, heft ze haar hand op en ze legt een vinger op zijn lippen. Het zorgt er effectief voor dat hij zijn mond houdt.

'Het is oké,' fluistert ze.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top