Hoofdstuk 24

De stenen gang is bedompt en donker, een logisch gegeven aangezien deze locatie zich vele, vele meters onder het immense fort bevindt. Gwen en Derrick lopen voorop, met Milou en Winston vlak achter hen. Olaf sluit de rij.

De drie zaklantaarns zorgen voor dunne straaltjes licht, maar de schaduwen wijken er nauwelijks voor. Gelukkig beschikken ze allemaal over de mogelijkheid om in een wolf te veranderen, wat eraan bijdraagt dat ze ook in hun menselijke vorm een scherp zicht hebben.

De geur van de zee, ziltig en verfrissend, wordt steeds sterker. 'We zijn er bijna,' zegt Gwendolyn zacht. 'Eerst zien we de bewakers, dan een hek waar ik de sleutel voor heb en daarna stappen we het domein van de Sirenen binnen.'

Olaf merkt de geur van teer op en, samen met een gevoel van warmte, vermengt dat zich met de zoute – ietwat vissige – lucht dat ook steeds sterker wordt.

Gwendolyn stopt en ze draait zich om, waarbij ze zowel Derrick, Winston als hemzelf streng aankijkt. 'Het is tijd dat jullie de oordoppen indoen. Denk eraan dat je je niet in je wolf verandert. Het scherpe gehoor zal je dood betekenen.'

De drie mannen knikken gehoorzaam, waarna ze de wassen bolletjes indoen die Gwen eerder uitdeelde. De wereld wordt behalve donker, nu ook stil. Het is een onprettige gewaarwording en de drie schuifelen vol ongemak met hun voeten. Gwens blik geeft echter aan dat het menens is en Olaf knikt haar geruststellend toe.

Zodra ze zeker is van hen, geeft ze iedereen een lieve glimlach en dan keert ze zich naar hun doel, met Derricks hand stevig in de hare.

Na meerdere meters ziet Olaf twee silhouetten voor het traliehek staan. Er schijnt een zacht rimpelend licht door het hek.

De donkere schaduwen, twee grote mannen, zien er alert uit: ze hebben hen duidelijk waargenomen. In eerste instantie reageren ze vrij kalm, waarschijnlijk omdat de jonge vrouw bepaalde hoekige bewegingen met haar zaklantaarn maakt.

'Halt, waarom ben je er vandaag nog een keer en waarom zijn er anderen mee?' De man die dat zegt, articuleert goed. Olaf hoort namelijk niks van wat hij zegt.

'Opdracht van heer Theron,' zegt Gwen, volgens afspraak. Zonder tijd te verspillen, blijft ze dichterbij komen. Derrick, die haar geen andere keuze geeft, loopt mee, maar ook de andere drie volgen haar op de voet. Behalve Olaf, lopen ze naar de zijkanten toe, om hem een vrij zicht te geven.

Het kan niet anders dan dat de bewakers onraad ruiken en ze nemen inderdaad allebei een vechtershouding aan, met het scherp van hun spier naar de vijand gericht.

Hun steekwapens zijn geen partij voor hun eigen overdachte exemplaar en Olaf heft kalm zijn zilveren pistool. Zonder er verder over na te denken, schiet hij twee keer. Het geluid is zo hard, dat het zelfs tot hem doordringt en het geeft enige body aan de lichte terugslag van het handwapen. De kogels raken de onfortuinlijke wachters midden in hun borst en het bloed besmeurt hun shirts naarmate elke nieuwe slag van hun hart het leven uit hen pompt.

De twee mannen proberen nog wel te vechten, maar ze zijn verrast door de vijand en dat moeten ze met de dood bekopen. Olaf heeft vandaag veel te veel doden gezien en hoewel hij weet dat deze twee noodzakelijk zijn, voelt hij zich een laffe moordenaar. Hij heeft ze geen enkele kans gegeven.

Gwendolyn kijkt hem aan alsof ze zijn gedachten kan raden, maar zij weet ook dat het een strijd is dat hij met zichzelf moet uitvechten. Zoals ze zei, zijn de bewakers en de tralies er niet om iemand buiten te houden. Het is bedoeld om hen binnen te houden. En vandaag is de dag dat ze de Sirenen zullen bevrijden.

Ze wil de emmer van Derrick overnemen en, zoals is besproken, alleen met Milou verdergaan, maar haar zielsverwant maakt duidelijk dat die afspraak niet meer geldt. Waar zij gaat, gaat hij ook en daar heeft ze het maar mee te doen. Omdat het lastig, zo niet onmogelijk is om te praten, moeten ze het van gebaren hebben en die spreken boekdelen. Olaf doet zijn best om zijn glimlach niet te laten zien.

Samen uit, samen thuis, is de boodschap en overgaand op plan B pakt hij de sleutel uit Gwens hand, waarna hij het hek van slot haalt. Hij loopt als eerste een verrassend grote grot in. De zwammen op de wanden wasemen een zwak groenblauw licht uit en zorgen ervoor dat ze hun zaklantaarns hier niet nodig hebben.

De perfect cirkelvormige poel in het midden van de grot is niet volkomen vlak. Het licht dat op het water schijnt, veroorzaakt ook op dit hogere plafond een zwak klotsend lichtspel. Olaf loopt er langzaam naartoe. De anderen hoort hij niet, maar hij weet dat ze hem volgen. Het water is glashelder en daardoor kan hij zonder problemen tot de bodem kijken, waar hij op de automatische piloot rotsen, zand en koraal ziet. De aankleding is namelijk niet waar zijn oog op valt. In de poel zwemmen twee prachtige vrouwen en die hebben meteen al zijn aandacht. Hun haren zijn lang en het glanst hem aquamarijn tegemoet. Ze hebben er schelpjes, steentjes en andere versiersels in gevlochten, wat hun schoonheid vergroot. Hun meerminnenstaart van dezelfde kleur gaat op een natuurlijke manier over in hun ivoorkleurige huid en zodra ze doorhebben dat ze worden bekeken, weet Olaf dat ook hun ogen die prachtige tint bezitten.

De kleinste van de twee komt als eerste boven, waarbij ze haar ellebogen behendig op de rand van de poel legt en zo aan de oppervlakte blijft drijven. Ze kijkt hem recht aan en Olaf wordt verliefd op het eerste gezicht. Het valt hem nauwelijks op dat de andere, die net zo'n onaardse schoonheid bezit, naast de ander over de rand leunt. Na die ene blik, richten ze hun aandacht op Gwendolyn en aan hun open- en dichtgaande monden te zien, praten ze met elkaar.

Het duurt frustrerend lang, maar op een gegeven moment stoot Gwen hem aan en ze wijst naar het pistool in zijn riem. Olaf voelt een allesoverheersende paniek als hij denkt aan dat gedeelte van hun plan. Zodra de Sirenen aangeven dat ze niet zullen zingen, kunnen de mannen in theorie de oordoppen weer uitdoen. Om hen aan hun woord te houden, houdt Gwen echter het pistool op hen gericht, zodat ze hen kan doden als ze hun Sirenenzang toch ten gehore brengen en daar is Olaf het intussen niet meer mee eens.

Hij schudt zijn hoofd, maar Gwen kijkt hem met haar koolzwarte ogen ongeduldig aan en ze is overduidelijk niet blij met zijn reactie. Haar gebiedende gebaar maakt het af en langzaam, zo langzaam, geeft hij het wapen aan haar. Tegelijk loopt hij met haar mee, zodat hij het pistool elk moment uit haar vingers kan grissen, mocht dat nodig zijn.

Het is een genot om eindelijk weer wat te kunnen horen en doordat hij enkele minuten doof was, komt het huidige geluid extra sterk bij hem binnen. In een ruime spleet in de achterwand hoort hij een angstaanjagend gegrom, waardoor hij weet dat ze nog niet alle monsters hebben opgespoord. Dichterbij klinkt het gekabbel van het water en hoort hij het geschuifel dat zijn vrienden met hun voeten maken.

'Dus jij bent de Alfa die ons van onze bewakers heeft bevrijd?' zegt de kleinste Sirene. Haar stem raakt zijn hart met zo'n kracht, dat hij weet nooit meer ergens anders de liefde te vinden dan bij haar. Hij kijkt haar vol bezorgdheid aan, wat hij tot in het diepst van zijn wezen voelt, want haar gedrag kan hem nu maken of breken en het is angstaanjagend om dat te beseffen.

Hij knikt kort en hij verdrinkt bijna in haar ogen als ze naar hem glimlacht. 'Wij willen je daarvoor vanuit het diepst van onze hart bedanken,' vervolgt ze. 'Vanaf nu behoort ons leven jou toe. Zeg ons wat je van ons verlangt en we geven het je.'

Kan het echt zo makkelijk gaan? Olaf springt bijna naar voren om dichterbij haar te zijn. Hij heeft op een ander niveau door hoe Gwen en de anderen daar geschrokken op reageren, maar dat kan hem niks schelen. 'Wat is je naam?'

'Ik heet Oceane,' zegt ze. 'Mijn zuster heet Moana.'

Hij is die laatste woorden alweer bijna vergeten zodra Oceane ze uitspreekt. Zo gefocust is hij op haar. 'Mijn naam is Olaf,' zegt hij.

Ze knikt alsof Gwen dat al heeft gezegd. Dan staart ze hem met haar vreemde ogen aan en ze ziet eruit alsof ze een besluit neemt. Zonder verdere woorden, heft ze haar hand op en ze wenkt hem naar zich toe. Gwendolyn grijpt hem beet zodra hij daarop reageert, maar hij schudt haar ongeduldig van zich af. Hij hoort Derrick in reactie boos grommen, waarop hij slechts glimlacht.

Waarom is het erg om door de hand van een Sirene om het leven te worden gebracht, als hij daarvoor in de plaats dit allesoverheersende gevoel van liefde mag ervaren? Hij zal als een gelukkig man sterven, weet hij.

Niks anders doet er meer toe dan deze wonderschone vrouw.

Ze vraagt hem woordeloos om zich voor haar op zijn knieën te zetten, wat hij onmiddellijk doet, waarbij hij zo knielt dat hij Oceane volledig voor Gwens zicht en haar gevaarlijke pistool blokkeert. Een gedeelte van het water naast de poel dringt door zijn broek en zorgt voor natte knieën. Ze doet iets met haar staart, waardoor ze hoger op het water komt te liggen en hun gezichten zijn vervolgens zo dicht bij elkaar, dat hij elk detail van haar in zich kan opnemen. Straaltjes water druppelen van haar haren en wimpers over haar lichaam op de vloer en in de poel. Haar lippen zijn koraalroze en die komen opeens erg dichtbij. Het lijkt wel alsof hij de wil over al zijn ledematen is verloren, als hij zonder er zeggenschap over te hebben zijn ogen sluit en haar zachte lippen op de zijne voelt. Hij hoort hoe anderen om hen heen geschokt naar adem happen en één daarvan is Moana.

Oceane is sterker dan ze eruitziet als ze hem beetgrijpt en moeiteloos de poel intrekt, naar de bodem. Pas als ze daar is, haalt ze haar mond van de zijne en Olaf opent zijn ogen. Hij voelt zich kalm, ook nu hij weet dat de laatste seconden van zijn leven aan hem voorbij tikken. Er is nu een kleine afstand tussen hun gezichten, zo'n twintig centimeter, en door het volkomen doorzichtige water kan hij haar glimlach zo duidelijk zien alsof ze zich niet metersdiep in een poel bevinden. Ze geeft hem een geruststellend knikje en hij lacht relaxed terug. Daarbij opent hij zijn mond een beetje, waardoor het eerste water naar binnen sijpelt.

De Alfa staart zijn liefde recht aan en neemt dan een hap water, zoals hij normaal gesproken zuurstof zou inademen. Hij is klaar voor de volgende stap na dit leven.  

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top