Hoofdstuk 27


Zaphira (14 jaar)

Pap en ik houden meteen een oefengevecht. Hij wil zien hoe goed ik de elementen toe kan passen. Ik weet dat ik geen kans sta: pap heeft duizenden jaren meer ervaring, waar ik maar een keer echt gevochten heb. Zowel pap als ik laten onze platen buiten onze lichamen tijdens het gevecht, zodat we extra controle erover hebben. Al meteen is het een titanengevecht. Zowel pap als ik houden ons niet in. Ik wacht even tot iets later in het gevecht voor ik mijn favoriete aanval gebruik. Rayquaza roept naar pap. 'Arceus kijk uit!'

Ik open mijn mond voor de Aurorastraal. Mijn platen lichten op terwijl ik op hun krachten bouw. De Aurorastraal raakt Arceus vol. Helaas is pap een stuk sterker dan dat. Hij reageert met hyperstraal. Daar had ik niet op gerekend. Ik knal hard tegen de grond aan. Met een grom sta ik weer op. Ik geef niet op. Ik bereid me weer voor om mijn Aurorastraal te gebruiken als Rayquaza tussendoor komt. 'Stop alsjeblieft! Strakjes raakt er een van jullie serieus gewond!'

Pap knikt. 'Je hebt goed gevochten, Zaphira. Ik kan niet geloven dat je in de korte tijd dat je mij kent zo sterk bent geworden. Ik ben blij dat je mijn dochter bent. Maar waarom gebruik je Aurorastraal?'

Ik laat de platen even afkoelen voor ik reageer. 'Ik vind Aurorastraal gewoon prettig. Het is niet mijn sterkste aanval, maar het raakt hard en ik kan bijsturen als ik het gebruik.'

Pap lacht. Het is niet een harde lach, of een lach die bedoeld is om pijn te doen. Het is een zachte, aardige lach. 'Gelijk heb je. Aurorastraal raakt hard en valt bij te sturen. Maar persoonlijk heb ik het er niet zo op. Ik gebruik liever Hyperstraal, Ijsstraal, Donder of Vlammenwerper. De rest is niet goed genoeg naar mijn mening.'

Ik lach om zijn antwoord. 'Ok, vecht jij dan maar met grond terwijl ik Zonnestraal gebruik. Dan veranderd jouw mening wel.'

Arceus twijfelt even. Dan sluit hij zijn ogen. 'Dat is een van de dingen die ik geweldig vind aan je, mijn dochter. Je weet alles om te draaien. Soms denk ik dat je meer weet dan ik. Je bent de perfecte persoon om een godin te zijn.'

Ik kijk weer naar mijn wiel. Het is nog steeds een beetje lichtgevend, maar het valt mee met hoe het begon. 'Ik denk dat je nu gelijk hebt. Ik ben geen mens, dat is zeker. Misschien ben ik echt een godin geworden.'

Arceus schud zijn hoofd. 'Nee, mijn dochter, je bent altijd een godin geweest. Nu is het alleen zichtbaar.'

De drie dagen erop blijven we trainen. Maar in de nachten gebeurt er iets geks. Ik krijg dromen van een Charizard ridder, maar het is niet Ingrid. Na de derde droom zeg ik het tegen pap. 'Pap, ik wil het graag met je ergens over hebben.'

Pap is meteen alert. 'Wat is er, mijn dochter. Wil je hier weg? Of is er iets anders aan de hand waar je het over wil hebben?'

Ik zucht diep. 'Het is niet dat ik weg wil. Juist het tegendeel. Er is iets anders aan de hand. Ik heb van die rare dromen.'

Pap komt naast me liggen. 'Vertel me alsjeblieft wat je hebt gezien in die dromen, Zaphira. Alles wat je kan herinneren.'

Ik vertel over hoe ik in de droom een Charizard ridder ben, hoe ik in een oorlog vecht en hoe ik onder een koning heb geleefd. Pap luistert aandachtig. 'Je was dus de ridder van de koning. Ik weet waarom je die dromen hebt. Toen ik de wereld maakte en levende wezens erin bracht, kwam ik erachter hoeveel energie het kostte om een denkend wezen te maken. Om dat op te lossen laat ik iedereen weer terug komen na hun dood, hoewel niet meteen. Er is ook een naam voor: reïncarnatie. Die dromen die je hebt, die zijn van je vorige leven.'

Ik luister aandachtig naar pap. Pap vertelt door. 'Als ik me niet vergis dan zijn die dromen uit een tijdperk van wereldoorlogen, waarin vele landen die de wapens hadden meevochten. Wapens zoals jouw boog en speer. Uiteindelijk legde de vechtende partijen het wel bij, maar de kosten waren verschrikkelijk. Daarom stelde ik voor dat de wapens verborgen werden tot de mensen er klaar voor zijn.'

Ik knik. 'Er zijn een paar mensen die erachter kwamen dat ik de wapens heb. Vier meiden uit mijn klas en twee professoren. De rest weet niet dat de wapens bestaan.'

Pap knikt. 'Dan heb je het goed gedaan. Maar eerst even iets anders. Wil je de rest van je herinneringen terug krijgen?'

Ik weet het niet. Misschien heb ik een geweldig leven geleid, maar ik ben bang dat ik een misdadiger blijk te zijn. Of een moordenaar. Pap stelt me gerust. 'Je zou nooit mijn dochter geworden zijn als je slecht was. Om een Pokemon te worden moet je goed van hart zijn. Maar om mijn dochter te worden moet je wel heel puur van hart zijn.'

Ik knik dan maar. 'Dan zou ik te weten willen komen hoe ik ooit was, in mijn vorige leven. Dan wil ik weten wat voor een Charizard ridder ik was.'

Pap gebruikt geestplaat en de duisterplaat om mijn herinneringen terug te brengen. Ze komen als een waterval. Ik bleek inderdaad in een oorlog gevochten te hebben, maar ik was degene die iedereen redde. Als een ander in gevaar was dan kwam ik diegene redden. Uiteindelijk was dat hetgeen wat mijn ondergang werd. Na de herinneringen weet ik het eindelijk zeker: ik ben het waard om de dochter van Arceus te zijn.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top