Hoofdstuk 24


Zaphira (13 jaar)

Na wat gegeten te hebben voel ik me al een stuk beter. Ik loop voorzichtig naar Moltres toe, mijn platen klaar voor gebruik. Articuno loopt achter me aan. 'Wees voorzichtig. Moltres heeft me al eens verslagen. Ze zal jou nu ook bevechten tot ze niet meer kan.'

Moltres beweegt in de krater die ze in haar val heeft gemaakt. Haar kop beweegt moeizaam. Ze lijkt te proberen haar kop op te tillen, maar laat haar kop weer vallen. Ze probeert het nog een keer. Een kleine straal vuur schiet naar me toe, maar raakt me niet. Ik loop naar Moltres toe en zet mijn voet op de nek vlak achter haar kop. 'Genoeg geweest, Moltres. Dit is het eiland van Articuno en dat blijft het. Ga weg.'

Moltres kijkt me aan met een oog. 'Ik wil ook een eiland waar ik ongestoord kan leven. Laat mij mijn zus een op een bevechten. Dan zal je van kant veranderen.'

Ik wend mijn hoofd af in afzicht. 'Ik ben niet voor het recht van de sterkste. Mijn vader heeft waarschijnlijk Articuno dit eiland gegeven met een reden, dan ga ik dat niet veranderen. Ja, ik ben de dochter van Arceus. De dochter van de sterkste Pokemon die er bestaat.'

Moltres kijkt even weg. Ze lijkt helemaal niet sterk meer. Moltres zucht. 'Ik kan niets meer nu. Mijn krachten zijn op. Je hebt me verslagen en vernederd voor mijn ijszus. Wat wil je nog meer?'

Articuno staat nu ineens achter me, pakt een lege Pokébal van mijn heup en gooit die hard tegen Moltres aan. De Pokébal breekt niet open. Boos kijk ik Articuno aan. 'Waar was dat goed voor? Waarom heb je haar gevangen? Ik wilde haar laten beloven op de vlamplaat dat ze nooit meer terug zou komen!'

Articuno haalt haar schouders op. 'Ze had het vast toch genegeerd. Ze is beter zo, en ik vind haar zo veel aardiger. Hoef ik haar niet meer te bevechten.'

Nu wordt ik pissig. 'Dus je forceert haar nu om mij te dienen? Alleen maar omdat jij niet met haar wilt vechten? Jij sloopt de balans tussen jou en de andere twee omdat je eens in de zonder jaar of zo tegen haar moet vechten? Ben je dom of zo?'

De bel geeft aan dat Moltres niets meer kan doen. Teleurgesteld pak ik de Pokébal op en laat Moltres eruit. Moltres is iets hersteld. Voorzichtig laat ik mijn hand over de zijkant van Moltres haar nek gaan. Ik laat mijn hoofd zakken. 'Sorry daarvoor. Articuno wilde je kwijt raken, maar heeft daarmee de balans verstoord. Kan ik je nog loslaten?'

Moltres schud haar kop. 'Nee. Dat is onmogelijk. Het is een van de dingen die wij legendarische Pokemon hebben in tegenstelling tot de normale Pokemon. We kunnen niet meer losgelaten worden als we eenmaal gevangen zijn. Wat zus lief gedaan heeft is onomkeerbaar.'

Ik wordt nu nog bozer. Zo boos dat ik mezelf niet meer onder controle heb. Zonder dat ik het door heb raak ik mijn krachten aan. Een explosie schud Seafoam Island tot in zijn fundamenten. Mijn woede is meteen weg, maar zowel Moltres als Articuno kunnen niet zonder mijn hulp opstaan. Ik bied mijn excuses aan. 'Het spijt me verschrikkelijk! Ik weet niet wat er zojuist is gebeurd!'

Articuno leunt zwaar op me. 'Dat is een van de sterkste krachten van Arceus en jou. Jullie kunnen de elementen combineren in een verschrikkelijke aanval die allesverwoestend is. Jij bent er nog niet sterk in, dus jij hebt slechts ons zwaar beschadigd. Maar Arceus kan de hele wereld ermee verwoesten.'

Ik val dan om, compleet buiten westen. Ik heb geen idee van tijd of plaats meer. Alleen maar duisternis.

Ik wordt wakker in een lichte kamer. Rayquaza zijn kop zweeft vlak boven me. 'Arceus! Ze is eindelijk weer wakker!'

Arceus komt aanrennen. Hij lijkt opgelucht. Ik ga voorzichtig zitten. 'Wat is er gebeurd? Waar ben ik?'

Arceus gaat naast me liggen. 'Je bent in mijn huis. Ik voelde dat er iets met je was gebeurd en snelde naar je toe. We waren net op tijd om je te redden.'

Mijn hoofd voelt verschrikkelijk aan en ik heb een droge mond. Ik kijk hem weer aan. 'Wat was dat? De explosie die ik ongewild veroorzaakte? Ik was boos, en ineens raakte ik mijn krachten aan. Articuno zei dat het onze krachten zijn. Dat het de sterkste kracht is die we kunnen gebruiken. Allesverwoestend. Ik had de twee zussen hard geraakt.'

Arceus knikt. 'Je bent steeds machtiger aan het worden, kleintje. Ik kon de knal hier voelen. De naschokken zijn nog steeds te voelen. Zelfs ik heb die kracht nog nooit gebruikt. Maar wat maakte je dan zo boos dat je de controle verloor?'

Ik vertel wat er gebeurt was met Moltres en Articuno. Hoe ik het verloor wanneer Articuno Moltres ving. 'Ze was niet alleen zelfzuchtig en gemeen naar haar zus, maar op dat moment voelde ik de hele balans uit elkaar vallen. Ik was woedend, maar ook bang. Bang dat ik je nooit meer zou zien.'

Arceus lacht. 'Die angst was onnodig. Ik kan de balans volledig herbouwen in een uur tijd. Maar je had een goede reden om het te verliezen. Toch moet ik je nu leren om je krachten onder controle te krijgen. Ik wens je alle vrijheid toe, maar ik kan het niet gebruiken als je een deel van de kaart volledig schoonveegt.'

Ik laat mijn hoofd zakken. Ik kan niet geloven dat ik bijna Pokemon heb gedood in mijn woede. Arceus duwt mijn hoofd omhoog met een van zijn poten. 'Vroeg of laat zou dit gebeurt zijn en zou ik deze beslissing moeten maken. Maar ik heb wel jouw Pokemon meegenomen. Inclusief Articuno.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top