Hoofdstuk 23


Zaphira (13 jaar)

Arceus kan helaas niet lang blijven vandaag. Daardoor laat hij me alleen met Articuno achter. Articuno komt naast me liggen. We kijken samen hoe Arceus en Rayquaza ervan door vliegen en in een portaal verdwijnen. Articuno legt een vleugel om me heen. 'Een mythische Pokemon zijn is niet makkelijk. Ik kan het weten, hoewel ik een legendarische Pokemon ben. Er zijn veel mensen die op ons jagen omdat wij zeldzaam zijn. Dat jouw vader de tijd vind om je op te zoeken is bijzonder.'

Ik kijk om. 'Het betekent ook enorm veel voor me. Mijn ouders, de ouders waar ik tien jaar bij heb geleefd, ze hebben mij nooit ondersteund. Daarom besloot ik op mijn tiende om niet eens gedag tegen ze te zeggen. Ik heb ze daarna niet meer gezien. Nooit meer. Rayquaza is meer ouder voor mij dan zij. En Arceus heeft al meer voor mij gedaan en meer voor mij betekend dan zij in mijn hele leven.'

Articuno kijkt me verbaasd aan. 'Dat Arceus jouw vader is voelde ik al vanaf het begin. Maar dat jij een leven achter je hebt dat zo bewogen is had ik nooit verwacht. Ik voel serieus spijt dat ik nooit van Seafoam Island ben gegaan. Ik had je waarschijnlijk meegenomen en je opgevoed als mijn eigen kind.'

Ik kijk haar in de ogen, diep serieus. 'Daar had ik doorheen gekeken, Articuno. Je bent niet bepaald... menselijk. Ik zou al doorhebben dat je niet mijn moeder was als ik van een klif zou duiken in een poging te vliegen en te pletter zou vallen door een gebrek aan vleugels.'

Articuno slaat haar tweede vleugel om me heen. 'Je had het niet. Veel van de sterkere Pokemon kunnen nog een trucje. We kunnen tot op zekere hoogte veranderen in mensen. Onze krachten zijn veel minder sterk als we dat doen, net als we ook nog herkenbaar blijven. Het is net als wanneer we andere onze menselijke vertegenwoordigers maken, zoals Rayquaza met je had gedaan, maar dan andersom. Eerlijk gezegd wil ik weer een keertje voelen hoe het was.'

Articuno haalt haar vleugels weg. Ik kijk niet om, vooral omdat ik het een beetje ongeloofwaardig vindt. Dat ik de krachten van Pokemon kan gebruiken is tot zover, maar dat zij als mens rond kan lopen lijkt mij toch te ver te gaan. Dat is zo tot ik de hand op mijn schouder voel. Ik kijk op en kijk recht in twee bordeaux-rode ogen. Het gezicht is schitterend, alsof ze in haar vroege twintiger jaren is. Haar haren zijn blauw, in een enkele staart die lijkt op de staart van Articuno. Ze draagt een witte zachte jurk die twee blauwen banden over haar schouders heeft. Op haar rug zitten de vleugels waardoor ik haar herken. Ze heeft twee hoge blauwe laarzen aan en twee blauwe handschoenen, en op haar hoofd zit een blauwe kroon.

Als ik haar voor het eerst zie valt mijn mond open. Ze pakt met haar linker hand haar rechter arm vast. 'Ik zie er zeker verschrikkelijk uit?'

Ik schud mijn hoofd. 'Juist niet! Je ziet er schitterend uit! Ik vraag me juist af waarom ik je niet meteen zo zag!'

Een roep van een Pokemon klinkt door de lucht. Articuno kijkt op. 'Daarom. Dat is mijn vuurzusje. Moltres. Moltres en Zapdos proberen altijd mijn eiland in te pikken. Ik heb deze eeuw niet met ze gevochten nog, maar ik denk dat het is omdat ze voelde dat ik mijn krachten op aan het sparen was. Maar nu voelen mijn krachten niet zo sterk meer, dus zullen ze komen. Moltres is er al.'

Ik kijk omhoog. Articuno doet dat ook, wanneet een vuurrode vogel over vliegt. De vleugels en staart van de vogel staan in de brand. De Pokemon duikt naar beneden. Articuno raakt in paniek. 'Ik kan niet terug veranderen. Ik kan haar niet bevechten zoals ik nu ben! Ze gaat me verslaan!'

Ik duw Articuno achter me. 'Dacht het niet, Articuno. Laat het maar aan mij over: ze gaat geen kans staan. Tijd om te zien of ik die platen een beetje kan gebruiken.'

Articuno wordt nu nog gestrester. 'We zijn er geweest! Zij kan lava gebruiken! Wat heb jij daartegen als jouw platen het weigeren?'

Ik lach mijn duivelse lach. 'Dan mag het wapen van Suicune bewijzen dat het waardevol is. Eens zien of jouw zus nog agressief is na een stuk of drie Aurorastralen.'

Moltres daagt Articuno uit. Als antwoord roep ik mijn ring weer op en gebruik in de luchtplaat om op te stijgen. Moltres denkt snel het gevecht af te maken met een Vlammenwerper. Ik concentreer me op de vlamplaat en houd mijn arm vooruit gestrekt. De Vlammenwerper splitst en beweegt om me heen. Moltres wordt er alleen maar pissig van en probeert Hittegolf. Ook die raakt me niet. Ik lach. 'Mooi geprobeerd, Moltres. Ben je klaar voor de volgende ronde?'

Moltres schreeuwt weer. Ik zie dat als een ja. Ik focus me op de Waterplaat. Een bol water vormt zich tussen mijn handen. Ik beweeg mijn armen snel naar voren en een waterstraal komt uit de bol water. Moltres wordt geraakt. Ik weet dat dit mijn kans is. Tijd voor de Zapplaat. Ik spreid mijn armen. Twee bliksemschichten rollen over mijn armen naar mijn handen. Ik sla mijn handen tegen elkaar waardoor een bliksemschicht naar Moltres springt. Moltres stort naar beneden volledig uitgeschakeld. Ik land naast Articuno, volledig uitgeput. De vier platen tegelijk gebruiken heeft mijn energie opgezogen. Gelukkig is Articuno er om me te ondersteunen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top