Hoofdstuk 21


Zaphira (13 jaar)

Ik doe een aantal shows mee met de meiden. Ze zijn erg gezellig en ik kan het goed met ze vinden. De meiden vinden het raar dat ik geen werk heb. Tijdens de shows doet Suicune het goed, waardoor ik ook weer populairder wordt. Na een tijdje ga ik er vandoor. Ik heb het er een beetje gezien in Cerulian City. Een van de meiden voegt haarzelf toe in een contact systeem van mijn Pokedex, wat er blijkbaar maar kort in zit. Ik ga maar niet naar de volgende gym. Ik ga naar Seafoam Island. Daar aangekomen zoek ik de legendarische ijspokemon Articuno op. Articuno heeft meteen door wie ik ben. 'Kom binnen, dochter van Arceus.'

Ik loop de grot van Articuno binnen. 'Je hebt me al herkend, Articuno. Weet je ook al waarom ik hier ben?'

Articuno kijkt me even aan. Hij lijkt geen idee te hebben. 'Nee. Waarom zou ik dat moeten weten, dochter van Arceus?'

Ik laat mijn hoofd zakken. 'Mijn vader heeft me laatst opgezocht. Vlak daarna werd ik ontslagen door de Ranger waar ik voor werkte. Ik heb daarna even een paar gevechten opgezocht, een tijdje gewerkt bij een show, maar niet echt mijn draai gevonden. Ik heb besloten om mijn vader nu te helpen en me terug te trekken in de wereld van de Pokemon, waar ik mijn krachten zonder problemen kan leren gebruiken.'

Articuno knikt. 'Je zit tussen de wereld van de Pokemon en de wereld van de mensen in. Je weet niet waar je bij hoort, dus wil je jouw plek vinden. Ik begrijp het. Je mag van mij hier blijven zolang als je daar nog mee bezig bent.'

Niet lang daarna roep ik Rayquaza op. Brullend komt hij naar beneden. Hij lijkt blij mij te zien. 'Zo, Zaphira. Lang niet meer gezien! Gaat alles nog goed met je?'

Ik laat mijn hoofd naar de grot van Articuno wijzen. 'Wel redelijk. Ik heb niet echt mijn draai gevonden. Ik ben nu veilig en ver van de mensen, een plek waar ik mijn krachten kan leren gebruiken en mijn vader kan helpen.'

Rayquaza kijkt droevig naar me. 'Waarom ben je niet bij de mensen gebleven? Je was daar veel veiliger. Je kan nu als vreemd worden afgeschreven. Mensen accepteren vreemde mensen niet.'

Ik knik teleurgesteld. 'Ja. Dat is een eigenschap van de mensen. Maar ik voel me niet meer thuis tussen de mensen. Het voelt niet meer alsof ik erbij hoor. Ik ben anders. Ik verlang naar dingen die ik niet kan doen in hun bijzijn. En dat doet pijn. Niemand kan me echt kennen, want niemand weet wat ik kan en wat ik weet. Niemand mag het weten, hoe goed hun harten ook zijn.'

Rayquaza kijkt me nu iets minder teleurgesteld aan. 'Ik begrijp wat je voelt. Doordat je nu krachten hebt die niemand anders heeft wil je leren hoe je het moet gebruiken. Je wil je vader trots kunnen maken. Maar hij is al trots. Zonder zijn hulp heb je hoewel primitief jouw krachten ontdekt. Je hoeft je niet te bewijzen.'

Ik kijk hem in de ogen aan. 'Daar gaat het niet om, Rayquaza. Ik voel me niet meer thuis bij de mensen. Het voelt niet meer zoals het eerst voelde. Ik had voorheen al de krachten van jou en Suicune, maar ik kon ze niet gebruiken. Maar nu heeft het zich gevuld. Nu heb ik ook de krachten die mijn geboorterecht bleken, maar ik kan die ook niet gebruiken. Ik zou worden afgeschreven als een freak. Hier, bij de Pokemon, wordt ik niet beoordeeld op mijn krachten. Dat wil ik. Niet mezelf verborgen houden maar gewoon open zijn. Ik wil eerlijk zijn.'

Rayquaza knikt. 'Dan heb jij de juiste redenen om je even af te zonderen. Ik zal er geen commentaar meer op geven. Arceus heeft mij ooit gezegd: eerlijkheid is het pad naar het licht. Een aantal keer kon ik zijn rijk niet meer in omdat ik het geheim van jouw geboorte verborgen hield. Maar nu weet je het. De instructies van je vader gaan als volgt: je moet elk van jouw platen voelen, niet alleen fysiek, maar ook hoe hun krachten in balans staan met de andere krachten. Als je genoeg gevoel hebt dan voel je de balans ook om je heen. Dan kan je de balans aanpassen door de energie van een plaat naar de andere te verschuiven. Maar wees voorzichtig: te veel en de balans wordt verstoord.'

Ik focus me weer op de platen in me. De platen komen uit mijn lichaam, net als de ring weer verschijnt. Een plaat is duidelijk groter: de staalplaat. Waarschijnlijk had Arceus verwacht dat ik de balans niet snel zou vinden, maar doordat ik op school het systeem van zwaktes heb geleerd weet ik precies welke bonden er tussen de verschillende soorten zijn. Met dat inzicht is de balans snel gevonden. Ik zie het net als een soort bijna onzichtbare touwtjes tussen de platen. Dat is genoeg voor mij om ermee te rommelen. Hier en daar pas ik voorzichtig de balans tussen twee elementen aan. Na de vijfde aanpassing val ik buiten adem om. Rayquaza helpt me weer op de been. 'Dat is genoeg voor een dag, kanjer.'

Ik laat mijn hoofd zakken. 'Ik heb niet genoeg gedaan. De balans is nog niet perfect. Ijs is momenteel nog iets te sterk vergeleken met staal, gras is nog zwak met vecht en duister met vecht. Maar de rest is, om de zwaktes heen gewerkt, allemaal perfect in balans.'

Rayquaza knikt. 'Ik zal doorgeven aan Arceus waar hij vandaag aan moet werken. Misschien kan hij morgen naar je toe komen.'

Rayquaza vliegt weer weg. Articuno kijkt hem na. 'Ik mag hem wel. Hij is toch de boodschapper van jouw vader?'

Ik knik maar zeg niks. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top