hoofdstuk 18
Zaphira (13 jaar)
De dagen kruipen ongelooflijk langzaam voorbij. Ik word steeds nerveuzer. Suicune brengt veel tijd door buiten haar Pokébal als steun en toeverlaat. Na de zesde dag lijkt ze ineens wijzer. 'Rustig, Zaphira. Gespannen zijn over de eerste ontmoeting met je vader helpt echt niet om de ontmoeting beter te laten verlopen. Laat het gewoon komen. Hij heeft al gezegd via Rayquaza dat hij trots op je is. Dat zegt in mijn ogen genoeg.'
Rayquaza komt weer naar beneden. Hij vliegt sneller dan ik gewend ben van hem. Bij mij aangekomen is hij een beetje buiten adem. 'Zaphira! Hij komt vandaag! Ik heb hem een beetje geholpen, waardoor hij vervroegt klaar is om een pauze te nemen! Hij kan binnen een uur al aankomen!'
Ik ren snel naar het huis toe. Binnen ben ik zelf buiten adem. 'Ranger Rick! Ranger Rick! Het is eindelijk zover! Pap komt hier naartoe!'
Ranger Rick lijkt serieus blij voor me. 'Dat is ongelooflijk goed nieuws. Ik ben zo blij voor je! Als jij even snel die gewonde Onyx wil voeren dan zal ik je de komende uren met rust laten.'
Ik geef snel de Onyx zijn eten voor ik naar de rots ren waar Rayquaza op me wacht. Rayquaza kijkt naar de hemel. 'Zaphira, hij voelt jouw kracht. Hij kan je vinden met zijn gevoel. Het zal niet lang duren voor jij hem ook zal voelen. Niet alleen met je lichaam, maar ook van binden. Hij heeft een bond met je, die zometeen voelbaar zal zijn.'
Een portaal verschijnt in de lucht. Een vreemd gevoel vult me terwijl dat gebeurt. Ik voel een verlangen om ernaar toe te gaan. Een enorme witte Pokemon komt uit het portaal. Zodra ik hem zie gaat mijn hand naar mijn hart. Een gevoel dat ik mijn hele leven niet heb gekend vult me. Ik weet het zeker: dit is mijn vader. Rayquaza knikt. 'Dat is hem. Dat is Arceus, jouw vader.'
Arceus galoppeert door de lucht richting de plek waar ik sta. Zonder enige moeite land hij vlakbij me. Arceus kijkt me aan en kijkt dan naar Rayquaza. 'Dus dit is mijn lang verloren dochter? De dochter die de drie van Johto heeft getemd?'
Rayquaza knikt. 'Dit is haar, mijn vriend. Ik waak al haar hele leven over haar. Ze kan Pokemon die wilder zijn dan Groudon en Kyogre temmen met gemak. Ze is veel meer dan ze eruit ziet.'
Arceus loopt langzaam in mijn richting. Hij lijkt me te bestuderen. Zijn blik lijkt stern en hard. Maar na mij goed bekeken te hebben verzacht hij iets. 'Kom maar bij mij, mijn dochter. Kom maar bij je vader. Ik accepteer je als mijn dochter.'
Ik loop een beetje onzeker naar Arceus. Vlakbij hem drukt hij me tegen hem aan met zijn voorpoot. Hij slaat zijn kop over mijn schouder. Als we weer uit elkaar gaan zie ik een traan over zijn gezicht lopen. 'Je bent alles wat ik hoopte. Toen Rayquaza me vertelde dat je op me begon te lijken dacht ik dat je ook de ring van platen zou hebben. Vandaar dat ik je niet meteen erkende. Maar nu voel ik de platen in je. Ze zijn nog klein en zwak, maar ik voel ze. Je bent echt mijn dochter.'
Suicune loopt voorzichtig naar Arceus toe, met gebogen nek. 'Ik weet dat u mag doen wat u wilt, maar wat gaat u nu doen met mijn meesteres? Ik heb net als Rayquaza mijn krachten met haar gedeeld, maar als ze echt uw dochter is dan heeft ze er niks aan.'
Arceus lacht. 'Ze heeft er meer aan dan je denkt. Mijn krachten omvatten die van alle Pokemon, maar ik kan niet onder water ademen of in de ruimte vliegen. Die krachten heeft zij wel dankzij jullie twee. Mijn volgende stap? Ik denk dat ik haar nu ook haar platen wil laten voelen.'
Ik kijk vragend naar Arceus. 'Hoe bedoel je, je wilt mij mijn platen laten voelen? Wat zijn de platen eigenlijk?'
Arceus doet iets, waardoor 16 zeshoekige platen met alle kleuren van de regenboog om hem heen verschijnen. Dan legt hij het uit. 'Elk van deze platen heeft de kracht van een element. Samen geven ze mij de macht over alles wat er bestaat. De ring die je om mijn lichaam ziet geeft mij de mogelijkheid om de platen te gebruiken. Jij hebt die ring nog niet en ik twijfel eraan dat die ring nog zal groeien. Maar je hebt geluk. Ik kan die ring maken. Kom.'
Ik loop weer naar Arceus toe. Zodra ik binnen een armlengte ben buigt Arceus zijn nek en raakt voorzichtig mijn buik aan. Een ring die gelijk is aan de ring om het lichaam van Arceus verschijnt. De vier spaken gaan door mijn kleding, maar beschadigen de kleding niet. Arceus wijst met zijn kop naar de ring. 'Focus je op de kracht die in je schuilt. Voel de kracht en focus je erop. Dan zal je zien dat jij ze ook hebt.'
Ik ben een beetje sceptisch maar laat me er niet door tegenhouden. Ik focus me op wat ik in me voel, hetgeen dat gelijk is aan Arceus. Uit mijn lichaam, net onder de ring, verschijnen langzaam maar zeker de platen uit mijn lichaam. Ze zijn klein vergeleken met die van Arceus. Arceus lijkt blij met me. 'De platen zitten inderdaad in je. Ik had gelijk. Pak nu eens de plaat aan jouw rechter zij.'
Ik kijk naar de plaat. Hij lijkt op de andere platen. Ik besluit maar om naar hem te luisteren en de plaat te pakken. Met twee handen houd ik de plaat vast. Arceus laat de plaat die bij hem op de zelfde plek zweeft naar voren komen. 'De plaat in jouw handen is de staalplaat. Ik heb mijn staalplaat ook apart genomen. Ik wil dat jij jouw staalplaat omwisselt met die van mij.'
Ik heb geen idee waarom hij dat wil, maar ik pak voorzichtig zijn plaat over en plaats mijn plaat waar die van Arceus in de lucht hing. Arceus neemt mijn plaat in zijn ring met platen. 'Neem mijn staalplaat. Ik zal jouw staalplaat een tijdje in me meedragen en hem laten groeien. Mijn staalplaat zal in jouw lichaam jouw andere platen stimuleren in hun groei. Ik zal binnenkort proberen om weer hierheen te komen om de volgende plaat te wisselen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top