Hoofdstuk 10
Zaphira (10 jaar)
De wond van de Ninetails blijkt bij de nek te zitten. De behandeling duurt nog niet half zo lang als het benaderen duurde. Voorzichtig gebruik ik het medicijn op de wond. Als ik klaar ben aai ik weer de Ninetails over zijn kop. Dan verbaasd de Ninetails door me aan te spreken. 'Bedankt, beschermvrouwe, voor het verzorgen van mijn wond. Ik ben in jouw schuld.'
De Ranger staart ons aan met open mond. 'Ik wist niet dat Pokemon kunnen praten! Zaphira, heb jij dat gedaan?'
Ik schud mijn hoofd. 'Nee. Ik heb wel al eerder gepraat met Pokemon, namelijk de vader van mijn Rayquaza en een Suicune, maar ik dacht dat het normaal was.'
Ninetails drukt zijn kop tegen de bovenkant van mijn schouder. 'Dat komt omdat die Pokemon ouder zijn. Jonkies zoals de meeste trainers vangen kunnen niet praten. Maar als we ouder worden kunnen we ons verstaanbaar maken. Ik kon praten vanaf mijn vijftigste jaar.'
Ik kan mijn handen niet van zijn vacht af houden. De vacht is zo zacht en zo mooi. Ninetails lacht erom. 'Je mag best op mijn rug mee rijden. Dan ervaar je echte vrijheid zoals niemand anders.'
De Ranger lijkt in paniek te raken. Een boze blik van Ninetails is genoeg. Ninetails zakt genoeg door zijn poten zodat ik op zijn rug kan klimmen. De Ranger opent de omheining en Ninetails loopt het gebouw uit. Buiten rent hij naar het bos. Ik moet wel oppassen dat ik niet van zijn rug afval, maar het voelt wel geweldig even niks te moeten. Na ongeveer vijf minuten gaat Ninetails liggen in het bos. Ik begrijp de hint en stap van zijn rug af. Ninetails gebaart dat ik tegen hem aan mag liggen. 'Ik weet dat Rayquaza dit ook al gedaan heeft. Ik weet ook dat Suicune dit van plan is. Ik heb geen toegang tot de staf van de Ninetails. Ik ben nog geen zevenhonderd jaar geweest, dus weet ik niet waar het is. Maar ik kan wel mijn eigen krachten met je delen. Kom maar tegen me aan liggen.'
Ik ga voorzichtig tegen Ninetails aan liggen. Terwijl ik dat doe voel ik mijn lichaam veranderen. De verandering is erg subtiel maar merkbaar. Ook mijn kleding veranderd. Waar ik eerst een uniform aanhad van een Ranger, dat bestaat uit een donkergroene broek en een bijpassend vest, veranderd de kleding nu naar een goudbruine jurk met lange mouwen. De jurk voelt net zo aan als de vacht van Ninetails. Ninetails gebaart met zijn kop naar een klein plasje in de buurt. 'Het is niet erg helder, maar daar kan je zien hoe je eruit ziet. Als je wilt kan je hier zelf naar veranderen. Ik hoef niet in je buurt te zijn. Maar je bent wel gelimiteerd in je krachten: je kan alleen vlammenwerper, snelle aanval, hyperstraal en schedelbeuk gebruiken. De andere aanvallen ken ik niet, dus die zal je niet makkelijk kunnen gebruiken. Misschien kun je later nog andere leren.'
Ik loop ernaar toe. Mijn donkere, bijna zwarte haren, zijn veranderd in de goud-witte haren van een Ninetails. De vossenoren van Ninetails komen tussen mijn haren door. Mijn haren zijn nu enorm lang. Mijn ogen zijn schitterend rood. Ineens zie ik de negen lange staarten. Ze hebben allemaal een oranje punt aan het einde. Ninetails komt erbij. 'Het verhaal doet de ronde dat, als iemand onze staarten aanraakt, ze vervloekt worden voor duizend jaar. Dat is waar. Maar dat heeft een goede reden. Als we dat niet zouden doen zou iedereen ze aanraken. Onze lange levens hebben we te danken aan onze staarten, net als een aantal krachten die we zelf niet kennen. Elke keer dat er iemand aan de staarten zit, verliezen we een beetje van die krachten. Laat nooit iemand aan je staarten zitten als je zo rondloopt, want het kan wel eens jaren van je leven kosten.'
Een brul klinkt, gevolgd door nog twee. Ninetails drukt zijn kop tegen me aan. 'Snel, transformeer terug. Laat varen wat je in deze vorm houd.'
Ik denk terug aan hoe ik eruit zag als mens. De warme vacht wordt weer vervangen door mijn uniform. Niet lang daarna zie ik Suicune weer verschijnen, gevolgd door twee andere Pokemon. Ze rennen snel naar ons toe. Als ze bij ons zijn spreekt Suicune. 'Bedankt, Ninetails, dat je haar hierheen hebt meegenomen. Ik heb haar even nodig, zoals je waarschijnlijk wel weet. Zaphira, dit zijn mijn broertjes. Die gele die zijn tanden niet in zijn bek kan houden is mijn kleine broertje Raikou, en die grote bruine met de geel en rode kuif is Entei, mijn grote broer. Wij drie komen uit hetzelfde nest.'
De twee buigen allebei hun kop als Suicune ze noemt. Suicune loopt dan naar me toe. Terwijl Suicune praat slaat hij een poot om me heen. 'Eigenlijk hebben we geen geslacht, zoals alle legendarische Pokemon. Maar ik ben degene van ons die het meeste lijkt op een vrouw, dus noemen ze mij grote zus. Maar ik ben niet alleen hier omdat mijn broertjes hier heen zijn gekomen. Ik wilde je iets geven. Je hebt mijn wapen al, maar je hebt nog niet met mij rondgerend als een gelijke. Daar word het tijd voor. Dat en gebruik van mijn krachten.'
Suicune trekt me dan met, nu besef ik haar, poot naar haar toe. Ze geeft me iets dat een kus moet voorstellen, waarna ik spinnend achterover val. Tijdens de val doe ik bijna automatisch mijn ogen dicht. Maar na de val sta ik weer zonder moeite op. Mijn hele lichaam is bedekt met een fijne blauwe vacht. Ik heb dezelfde diamant-patronen op mijn lichaam als Suicune. Suicune duwt me naar het water. Ik zie de kam van Suicune op mijn hoofd. Mijn haren zijn lang en paars. De twee golvende staarten maken het af. Suicune slaat haar kop over mijn schouder. 'Je bent nu de menselijke belichaming van puur water en van mijn ras. Je kan met een aanraking het smerigste water zuiveren, onder water ademen en rennen op de noordenwinden. kom.'
Ik ben hier iets verder gegaan dan in de rest van het verhaal. Ik weet nu niet of dit ok is of niet. Als er iets veranderd moet worden dan hoor ik het graag.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top