Hoofdstuk 8 - Twee kamergenootjes en een prins

Uitgeput kwam ik terug van de training. Reginald nam me mee naar de kantine en maakte een bord vol gebakken ei voor me klaar. Gretig schepte ik mijn vork vol en schoof het ei mijn mond in.

Reggie lachte en volgde mijn voorbeeld, waarna niet lang daarna ook Zela bij ons kwam zitten. Ze had twee meiden achter zich lopen, die zich voorstelden als Delorah en Ilirea.

Delorah was een lange, slanke meid. Haar huid was als bronzend koper in het vage schijnsel van de vuurlampen. Haar zwarte haar zat in strakke vlechten, waarbij de punten tot haar onderrug reikten.
Delorah zag er anders uit dan anderen. Haar huid was versierd met donkere, gouden tekens, die over haar lichaam vloeiden alsof ze ermee geboren was.

Ze had geen strijdtenue aan, maar een soort jurk. De donkerpaarse stof zat strak rond haar lichaam. Hoge, zwarte laarzen verborgen haar gouden huid tot haar knieën.

Om haar ene pols hingen wel 5 verschillende, gouden armbanden, die bij elke stap op haar hoge hakken vrolijk tegen elkaar ketsten. Zelfs in haar puntige oren hingen grote ringen, hoewel dat ongebruikelijk was voor elfen - laat staan voor Strijders.

In haar andere hand had ze een zweep. Het voorwerp bestond uit allemaal gouden, kleine schubjes die een scherpe, vloeiende punt vormde.

Ze wierp me een oogverblindende glimlach toe, waardoor zelfs Reginald naar adem snakte.

Het andere meisje - Ilirea - was een stuk minder opvallend naast haar prachtige vriendin. Ilirea had de kenmerken van een typisch Lentemeisje: haar blonde haar zwierf in strakke, steile lokken langs haar lieve, ronde gezichtje. Haar neus was bezaaid met kleine sproetjes, en haar blauwgroene ogen werden omlijst door twee lichte wenkbrauwen.

Ook haar hartvormige lippen krulden omhoog voor ze haar hand uitstak en de mijne schudde.

'Ik hoop dat je het zo de eerste dag niet al te zwaar hebt gehad?' Delarah had haar bord volgegoten met verschillende groenten, en stak nu een stuk merinswortel in haar mond. Met haar perfecte, witte tanden, knakte ze de wortel af en kauwde er elegant op.

Ik schudde mijn hoofd. 'Het viel wel mee,' loog ik, waarop Reginald achter mij hard begon te lachen. Gelukkig sloegen de meisjes er geen acht op en gingen ze gewoon verder met eten.

'Wat gaan we morgen doen?'

'Ik heb vaak op dinsdag les in een lokaal, 's ochtends,' beantwoordde Delorah mijn vraag. 'Zela en Ilirea daarentegen gaan vaak naar buiten met hun klas.'

'Een buitentraining?' Ik veerde overeind. 'In het Nachtravijn?'

Zela schudde haar hoofd. 'Vaak in de Seizoensvallei. Vanwege het licht.' Ze glimlachte en at weer verder.

Ik liet me achterover in mijn stoel vallen en sloot vermoeid mijn ogen. Ik was kapot. Echt óp. Mijn benen protesteerde bij elke beweging die ik maakte, ik had het idee dat mijn bloeddruk nog steeds veel te hoog was en mijn vingers verkrampte telkens doordat ik drie uur achter elkaar mijn zwaard stevig vast had moeten houden.

Oh, en mijn dijen deden pijn. De dolken prikten constant in mijn vel tijdens de training. Ik wilde ze af doen, maar Reginald vond het verstandiger dat ik ze gewoon omhield. Om te wennen, zei hij.

'Reggie!'

De mannelijke groet kwam vanaf de andere kant van het vertrek en was alsnog goed hoorbaar. Ook de anderen keken op.

Een jonge man kwam richting ons lopen. Hij had blonde krullen, die bij elke stap op en neer deinden als golven die op de kust kapot sloegen.

Zijn schouders waren breed; de spieren rond zijn armen en buik drongen zelfs door zijn blauwe tuniek heen. Aan zijn voeten had hij typische blauwe elfenschoenen, met een krullende punt en een dunne zool. Achter hem zag ik de punt van een speer uitsteken.

Hij kwam naar ons toegelopen en begroette zijn maatje.

Ik merkte aan de rest van de groep dat hun houding veranderde. Eerst waren ze vrolijk geweest, kletsend en lachend. Nu hing er een nerveuze sfeer rond de tafel.

Delorah stopte het laatste stukje wortel snel in haar mond, veegde haar handen af aan haar paarse jurk en fatsoeneerde haar haar. Ilirea staarde gepikeerd naar haar bord en porde met haar vork in de aardappelpuree.

Alleen Zela bleef koppig met haar armen over elkaar geslagen zitten zoals ze zat.

'Zo, we hebben er weer een nieuwe bij?'

De jongen stak zijn hand uit. Ik schudde hem, en verbaasde mij er onwillekeurig over hoe sterk en groot zijn hand was. Het eelt dat ontstaan was door het hanteren van een wapen door de jaren heen, schuurde langs mijn gladde handpalmen. Hij glimlachte, waarbij in zijn linker mondhoek een kuiltje ontstond.

Onbewust likte ik mijn lippen. Zela zag het en snoof, Delorah begon enkel te grinniken en stopte een slablaadje in haar mond.

'Oh, ja...' Ik probeerde zo lief mogelijk naar hem te glimlachen. 'Ik ben Marylae Blauwedauw.'

'Aangenaam, Marylae. Mijn naam is Duncan Galaviana.'

Ik stikte zowat in mijn ei. 'Duncan Galaviana?' Ik had zijn hand inmiddels los gelaten en wreef met mijn mouw langs mijn mond. 'Als in: de príns van de elfen?'

Duncan liet zich naar achteren vallen, wierp zijn armen over elkaar achter zijn hoofd en kruiste zijn benen. 'Ik hou er niet zo van om met die titel aangesproken te worden. Het is zo... definitief. Ik ben net als jullie hoor, ook een Sterrenwacht. In opleiding, zelfs. Maar ja, ík ben Duncan Sarwynn Galaviana, tweede prins van de elfen, zoon van Brelynn Maraniana Galaviana, koningin van de elfen en regentes van het Koninkrijk der Seizoenen!'

Geen een moment tijdens zijn zegje was die prachtige grijns van zijn gezicht vervaagd, en zelfs nu staarde ik er nog gepikeerd naar. Ik praatte met de tweede zoon van Brelynn! Ik praatte met de príns!

Ik voelde hoe het zweet zich rond mijn handpalmen verzamelde en probeerde mijn ademhaling te controleren. 'Ik ben vereerd u te mogen ontmoeten, mijn heer.'

Hierop moest Duncan lachen, en Reggie legde een hand op mijn schouder. 'Koninklijke Hoogheid wordt liever niet met zijn titel aangesproken, Mar.'

Duncan nam een serieuze houding aan en knikte, terwijl hij me doordringend aanstaarde. 'Ik wil niet anders behandeld worden dan de rest. Ik ben net als jullie; een elf die van zijn vaderland houdt en hiervoor zal vechten. Ik ben een gelijke. Zoals het zou moeten zijn.' Hij glimlachte en pikte een hap ei van Reginalds bord, die daarop protesterend lachte, een hand vol ei pakte en het richting zijn vriend gooide.

Terwijl Duncan de ei uit zijn krullen wreef, keek hij mij lachend aan. Een warm gevoel ontstond in mijn borst, en ik kon niks anders doen dan glimlachend wegkijken, waarna ik de loerende maar geamuseerde blik van Delorah opving.

*Tien dagen verder inmiddels* OEPSSS 0-0
Ik heb zo weinig tijd de laatste weken. En ook de komende twee weken - tot de vakantie - ga ik het elke dag zo verschrikkelijk druk krijgen. Dus sorry voor de late update - die nog aan de korte en suffe kant is ook. Waarschijnlijk gaat het volgende deel ook pas laat komen dus ook alvast mijn excuses daarvoor ....

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top