Na deel 6: Terraanse trekjes, deel 2 - part 1

Voor Esther, gefeliciteerd ^^

Je Elodische jaardag datum is:
amtalda 26 284

(A/N: Een personage in een gift-fic is wel vernoemd, maar niet gebaseerd op de jarige ^^ )

---

Elodie jaar 380

Het eerste schooluur was net begonnen en Esther zat met haar neus heel dicht op het papier van haar werkboek. Ze negeerde de binnenkomende leerlingen zo goed als ze kon en staarde naar de textuur. Ondanks de grote hoeveelheid bomen op Elodie, was er geen overvloed aan papier. Ze was gewend aan het gebrek aan papier aan boord van het schip waarmee haar ouders de ramp op aarde hadden overleefd, maar ze had op zijn minst verwacht hier veel meer witte blaadjes te vinden.

Hoe moest ze ooit journalist worden wanneer ze niet eens papier had om de verhalen op te schrijven?

"Es? Wat ben je aan het doen?"

De neus van haar beste vriendin Svana verscheen in beeld en Esther bromde: "Waar is dit van gemaakt? Het lijkt niet eens op papier."

Svana's neus verdween. "Het lijkt niet op ons papier, maar dat was allang al niet meer van bomen gemaakt. Dit spul wel."

Omhoog kijkend, vroeg Esther: "Hoe weet jij dat?"

"Boek gelezen", Svana wees over haar schouder naar de kleine bibliotheek achter in het lokaal. Elk lokaal had een kast met boeken over allerlei onderwerpen. Alle bladzijden waren gemaakt van hetzelfde materiaal als het werkboek in haar handen. Wanneer een boek alleen bestond uit tekst, was het soms zelfs gedrukt in plaats van met de hand beschreven.

"Oh."

Om hen heen verstomde langzaam het geroezemoes. Elke leerling had zijn eigen werk te doen en met een zucht haalde ze haar schrijfgerei tevoorschijn. Een paar potloden, een mesje om de punt te slijpen en een soort gom om fouten mee uit te wissen. Het was de bedoeling dat elk boek straks door een volgende leerling gebruikt kon worden, dus netheid was heel belangrijk. Ze moest toegeven dat het erg efficiënt werkte. Voor haar lag een lesboek dat geschreven was het jaar voor haar en wanneer een boek onleesbaar werd, werd het gereduceerd tot pulp, gewassen en opnieuw geperst tot schoon papier.

Ze mocht haar eigen tempo bepalen, wat in het begin wel even moeilijk was. Niemand die tegen haar zei dat ze iets voor een bepaalde datum af moest hebben of tentamens moest doen. Er waren toetsen aan het eind van elk niveau om te bepalen of je alles wist om door te kunnen gaan, maar verder moest je het doen met je eigen planning. Soms voelde ze zich een ontzettende oen, zeker wanneer ze keek naar de veertienjarigen in haar klas. Zelf was ze net zeventien geworden. Volgens Elodische maatstaven zou ze allang al klaar moeten zijn met de HSE. Gelukkig was ze niet de enige.

Na het overschrijven van een halve bladzijde, verzonk ze in gepeins. Kauwend op haar potlood staarde ze naar buiten. Het uitzicht hielp absoluut niet mee om zich te kunnen concentreren op haar schoolwerk. De HSE Ornan, pas gebouwd, speciaal voor de honderden nieuwe leerlingen van Terra die een paar jaar geleden uit hun slaap waren gewekt, stond in een weiland aan de rand van het resid. Vanuit Merilé, waar ze woonde, was het een paar uur rijden en dus woonden alle leerlingen in het aangrenzende studentengebouw. Tenminste, alle leerlingen die mochten van hun ouders. De Elodische leerlingen konden alles wat je moest kunnen om op jezelf te kunnen wonen tegen de tijd dat ze twaalf waren. Esther had een spoedcursus koken, huishouden en economie gehad voor ze een kamer mocht uitkiezen. Het beviel haar goed. Elke vrije periode reisde ze samen met haar vrienden terug naar huis, waar haar ouders, broertje en zussen hun eigen dingen leerden.

Voor haar ouders was de omschakeling erg moeilijk geweest. Het ene moment werkten ze hard aan het voortbestaan van het menselijke ras, het volgende werden ze wakker op een compleet andere wereld. Eén waarop je niet meer hoefde óverleven, maar waar je kon kiezen wat je wilde.

Haar ouders hadden vaak ruzie gehad en een tijdje had Esther zeker geweten dat ze uit elkaar zouden gaan, zoals best veel anderen hadden gedaan. Het genoomprotocol, dat op de ark van wezenlijk belang was geweest, was hier niet meer noodzakelijk. Gelukkig hadden haar ouders, na een korte splitsing, besloten samen verder te gaan. Ze hadden tenslotte vier kinderen en waren op het schip tevreden geweest met elkaar.

Esther zelf wilde meer dan tevreden zijn. Zij wilde alles of niets. En voorlopig had ze toch geen tijd voor jongens.

Ze werd uit haar overpeinzing gehaald door de lerares die naast haar neer hurkte. "Lukt het?" vroeg ze zacht.

"Eh... ja, prima. Sorry, ik was weer eens afgeleid."

De lerares knikte met een glimlach en wilde opstaan, maar Esther hield haar tegen. "Mag ik wat vragen? De boeken met gedrukte tekst, waar worden die gemaakt?"

Met getuite lippen, dacht de vrouw even na. "Er was een grote papierwerkplaats in Wonne, maar die is verloren gegaan tijdens de ramp. Ik geloof dat de grootste nu in Werth ligt. Daar worden de meeste novellen gedrukt. Lesmateriaal komt voornamelijk uit Gard." Ze stond op, gebaarde Esther om mee te komen en liep naar een grote wereldkaart aan de muur.

"Kijk, hier is het grootste woud, het Tweebrigswoud, genoeg materiaal dus."

Met samengeknepen ogen probeerde Esther te berekenen hoeveel dagen het zou duren om naar Werth te reizen. Ze gaf het op toen ze voorbij de twintig was. Gard was een stuk dichterbij. Ze was er nog nooit geweest, maar het zat zeker in de planning.

"Er is dus een kleine drukkerij in Gard?"

"Ja, dat klopt. Weet je dat de oorspronkelijke werkplaats daar opgezet is door een Terraan? Een van de eersten op Elodie. Voor die tijd werden alle boeken met de hand overgeschreven."

Met grote ogen staarde Esther nu naar het kleine tekeningetje van het paleis, dat de locatie van het hoofdresid aangaf. Dat zou haar moeder gaaf vinden om te horen. Niet alles van Terra was verloren gegaan.

De lerares liep verder naar een andere leerling die om hulp vroeg. Esther bleef nog even staan en liep toen terug naar haar werkplek. Misschien kon ze binnenkort een keer naar Gard gaan. De werkplaats bezoeken. Zou het niet geweldig zijn om daar in de leer te mogen gaan? Een journalist had tenslotte papier nodig voor haar werk.

---

Tijdens het derde uur ontstond er ineens commotie buiten de lokalen. Er werd wat geschreeuwd en opgewonden geroezemoes bereikte ook de plek waar Esther en haar vriendinnen zaten te werken aan een project.

"Wat is daar aan de hand?" Svana fronste haar wenkbrauwen, maar Esther vloog meteen overeind.

"Ben zo terug", riep ze, terwijl ze het lokaal uit holde.

Ze hoefde niet ver te gaan voordat ze stuitte op een groepje opgewonden Eloden.

"Wat is er aan de hand?" vroeg ze gretig.

"De grote Elood heeft een zoon gekregen. Het nieuws is net doorgegeven."

"Hoe? Staat het in de krant ofzo?" Een mede Terraan trok een wenkbrauw omhoog en werd vervolgens een beetje vreemd aangekeken.

"Wat is een krant?" vroeg een jong meisje, waarna de jongen zijn hoofd schudde en wegliep.

Esther nam het op zich om uit te leggen: "Een krant is een groot stuk papier waarin allerlei nieuws wordt gezet. Op aarde las iedereen de krant. Tenminste, meestal digitaal eigenlijk. Kranten waren van vroeger. Maar jullie hebben hier dus geen kranten? Hoe krijgen jullie het nieuws dan door?"

Het groepje viel een beetje uiteen terwijl het bericht als een lopend vuurtje door de school werd verspreid. Het Elodische meisje vond het geen probleem om nog even met Esther te blijven praten.

"Elk hoofdresid heeft een computer. Dat is sinds Irmin X.I, daarvoor werden belangrijke aankondigingen doorgegeven via memo's."

Het duurde even voordat het tot Esther doordrong dat ze de vogels bedoelde en niet de mededelingen.

"Via de computer krijgt de gewesthare dus het bericht en hij geeft het door aan de residhare's. Dat gebeurt wel met memo's. Afhankelijk van hoe ver een resid verwijderd is van het hoofdresid, duurt het dus een paar uur tot een paar dagen voordat iedereen het weet. Gard ligt hier redelijk dichtbij, dus ik denk dat de baby de vorige dag is geboren. Is dat niet geweldig? We hebben een opvolger."

Half springend, liep het meisje tenslotte weg, Esther diep in gedachten achterlatend. Ze wilde vragen waar dat bericht dan wel te lezen was, maar het meisje was al in geen velden of wegen meer te bekennen.

"Hé, waar is dat bericht over de baby? Hangt dat op een soort bulletinbord?"

Intussen was ze gewend aan de vreemde blikken die ze kreeg toegeworpen wanneer ze een woord gebruikte dat Eloden niet kenden. Vlug legde ze uit: "Het bericht, over de troonopvolger - opvolger, wat dan ook, waar is dat?"

Een Elodische antwoordde: "Op het prikbord naast de ingang", en dus haastte Esther zich naar de voordeur. Ze kende het bord. Het kurkachtige materiaal zat vol met kleine briefjes over afwezige leraren, excursies en belangrijke mededelingen. Na even zoeken vond ze het berichtje dat ze zocht.

"'Roylen I en Tal kondigen met vreugde de geboorte van hun zoon aan.' Tjonge, kon het korter? Er staat niet eens hoe hij heet."

"Roylen, natuurlijk."

Met een gil stoof ze opzij. Ze had zo intensief staan staren naar het bord dat ze niet gehoord had dat er iemand naast haar was komen te staan. De Elood keek haar grijnzend aan en ze voelde haar wangen branden.

"Oja, dat had ik kunnen weten. De naam gaat van vader op zoon, hè."

Hij knikte. Zijn ogen waren groen-grijs en twinkelden vrolijk achter twee geslepen glazen. Het was vreemd om een aards ding als een bril te zien bij een Elood. "Al had het in dit geval ook best anders gekund. Tal is tenslotte Tagmaraans."

"Noemen jullie haar gewoon Tal?"

"Ehm... ja, hoe anders?"

"Nou, hare majesteit ofzo. Laat maar. Dragen Eloden wel vaker brillen?"

Zijn ogen verwijdden zich even door de plotselinge wending in het gesprek. "Niet zo veel. Het is de Terraanse invloed, denk ik. Ik ben in Ornan geboren."

"Hmm", Esther wendde vlug haar blik af toen ze merkte dat ze stond te staren. Zijn haar viel in losse plukken over zijn schouders. Een vleugje rood glansde in het zwart, gevangen door een lichtstraal. Haar hart bonsde in haar keel.

"Ik eh... ga maar weer aan het werk." Zonder om te kijken haastte ze zich terug naar het lokaal waar, voor de verandering, druk gekletst werd. Het duurde even voordat Esther weer ongedwongen mee kon doen.

---

Zodra haar schooluren afgerond waren, besloot ze uit te zoeken hoe het berichten systeem hier werkte. Daarvoor moest ze eerst naar de hare van Ornan. De grond was een beetje drassig van de regenbui die gelukkig net gestopt was. Ze moest dus over de stenen paden lopen als ze haar schoenen niet wilde verpesten. Het kostte ongeveer een klein uurtje om naar het centrum van Ornan te lopen.

Met weinig hoop dat ze de vrouw zou vinden met tijd om te praten, liep ze naar het gebouw waarvan ze wist dat het voor vergaderingen en besprekingen gebruikt werd. Hoe heette de hare ook alweer? Lin? Liz? Ja, Liz was het, met een z. Als journalist was het belangrijk zulke dingen te onthouden. Haar vingers knepen in het kleine notitieboekje dat ze in een winkel gevonden had. Ze had er een hele dag hard in de tuin van de eigenaresse voor gewerkt. Het stond al half vol met allerlei krabbels.

Tot haar verrassing zat Liz in haar eentje aan een tafel met een aantal mappen voor zich. Nieuwsgierig kwam Esther dichterbij. Wat zou erin zitten? Geheime documenten over misdaden? Of plannen voor een winkelcentrum?

Liz keek op, toen ze halverwege de kamer was. "Hai, kan ik je helpen?"

Met haar armen gekruist voor haar borst groette Esther de vrouw beleefd. "Hallo, mijn naam is Esther. Ik vroeg me af of u me wat kon vertellen over het berichtensysteem hier."

"Het berichtensysteem?" Liz klapte de map voor haar dicht en keek haar vragend aan.

"Ja. Ik hoorde over de geboorte. Van Roylen? Iemand vertelde hoe dat hier werkte, met de computer en dan via memo's. Kan ik dat zien? En hoe wordt het dan vervolgens verspreid? Het hangt op het prikbord bij school, maar dat is vast niet de enige plaats?"

Glimlachend stond Liz op. "Kom maar mee, dan laat ik het je zien."

"Oh, ik wil u niet van uw werk afhouden, hoor. Ik kan best een andere keer terugkomen."

"Welnee, ik was toch al klaar. Dit schiet niet erg op, hoeveel ik er ook naar staar." De mappen verdwenen in de tas die Liz over haar schouder hing. Esther moest op haar lip bijten om zich in te houden te vragen wat het dilemma was. Dat ging haar niets aan en ze was hier niet om daarover te vragen.

"Welk deel aan het systeem interesseert je?" vroeg Liz, terwijl ze haar voorging naar de ingang van het gebouw.

"Nou", Esther zocht even naar woorden en zei toen maar: "Ik wilde altijd journalist worden, maar hier schijnt dat beroep niet te bestaan. Dus ik vroeg me af wat ik kon doen wat er het meeste op lijkt."

"Journalist, wat is dat?"

Verbaasd keek Esther opzij. Liz was toch ook van de aarde? "Weet u dat niet? Maar ik dacht ..."

"Jij dacht dat iedere Terraanse net zoveel over Terra weet als jij?" Liz glimlachte vriendelijk. "Ik ben hier geboren en hier opgegroeid. Mijn huid is dan misschien blank, maar ik ben Elodische in hart en nieren."

Ze voelde haar wangen branden. Ja, daar had ze iets beter over na moeten denken.

"Een journalist is iemand die het nieuws schrijft", legde ze uit. "Ze gaat dan bijvoorbeeld naar de plaats waar iets is gebeurd en schrijft daarover. Dat wordt dan op een nieuws-net gezet of in een krant, zoals vroeger. Een krant is een groot stuk papier. Met nieuws erop dus, in artikelen."

Ze zag hoe Liz haar ogen iets samen kneep.

"Zoals op het prikbord", voegde ze snel toe.

"Ik begrijp het," zei Liz nadenkend, "maar ik denk niet dat we zoiets op Elodie hebben. Als er nieuws is dat iedereen moet weten, verspreidt de Grote Elood het. Op de manier waarover je net hebt geleerd. Plaatselijk nieuws gaat gewoon van mond op mond. Ik zou niet weten waar we op Elodie een ... krant voor nodig hebben."

Esther opende haar mond, maar sloot hem weer. Ze had het idee van een journalist uit een paar boeken, maar zelf wist ze eigenlijk ook niet zo goed wat er in een krant kon staan. Er was een informatie netwerk geweest op de ark. Maar dat werkte een beetje zoals hier, met berichten die werden doorgegeven door de leider. Of aankondigingen van geboortes, enzo.

Terwijl ze het gebouw uitliepen, probeerde ze zich te herinneren waarover de journalisten in de boeken eigenlijk hadden geschreven. Eén had verteld over een oorlog. De journalist was correspondent geweest voor de Britse geheime dienst. Een soort spion. Alles wat hij zag, beschreef hij en stuurde hij door zodat de mensen thuis konden lezen wat er gebeurde. Maar zulke dingen gebeurden hier niet.

"Wat stond er eigenlijk allemaal in zo'n krant?"

Ja, daar had je de vraag al.

"Ik eh... weet het eigenlijk niet zo goed. Nieuws, over ... wat er gebeurde in een stad, denk ik. Elke grote stad had zijn eigen krant. Het nieuws over de meteoriet stond er bijvoorbeeld in. Dat ie eraan kwam en wat eraan gedaan werd enzo."

Ze waren intussen gestopt bij een muur waar tegenaan een soort stalletje was gebouwd. Tegen de muur hing een grotere versie van het prikbord op school. Ook hier hingen allerlei berichten. Aanbiedingen van etenswaren die over waren, zoals manden met appels die net waren geoogst. Kruiden, vers of gedroogd. De aankondiging van de geboorte van Roylens zoon hing er ook. Groter, hier. Heel mooi geschreven met krullende letters en een versierde rand van ranken en gekleurde bloemen. Ze wreef er even over met haar wijsvinger.

Liz lachte. "Mijn assistente heeft wat extra vakken tekenen genomen, voordat ze bij mij kwam werken."

Ze keek omhoog naar een grote klok die in de muur was verwerkt en vroeg: "Was er verder nog iets wat je wilde weten?"

Een beetje teleurgesteld schudde Esther haar hoofd. "Nee, dank u."

Liz legde een hand op haar schouder en zei: "Weet je, als iets nog niet bestaat, hoeft het niet per se te betekenen dat het er nooit zal komen, hè."

Esther knikte langzaam, terwijl Liz groette en weg liep.

Starend naar het prikbord, dacht ze na over die laatste woorden. Er was best veel dat op Elodie was ingevoerd sinds er Terranen woonden. Ze dacht aan de bril op de neus van die leuke jongen. De computers waren ook een goed voorbeeld en de drukpers. Ineens opgetogen draaide ze zich om en begon te rennen. Wat niet was, kon nog komen. Als er geen krant bestond op Elodie, dan maakte ze er toch gewoon zelf één?

---

Voor het studentengebouw kwam ze bijna slippend, vanwege de gladde stenen, tot een halt. Het was etenstijd, maar iets leidde haar af. Of eigenlijk, een iemand.

Op het plein voor de school, waar nu geen les meer werd gegeven, stond een oude man. Zijn donkere huid was gerimpeld en zijn zwarte haar was vermengd met wit. Hij leunde op een stok en staarde als een standbeeld omhoog naar het gebouw voor hem. Esther had hem nog nooit gezien. Zou hij op zoek zijn naar iets?

Haar nieuwsgierigheid was meteen gewekt en voorzichtig liep ze op hem af. Ze wilde hem niet laten schrikken.

"Eh... pardon, kan ik u ergens mee helpen?"

De man keek om. Rondom zijn donkerblauwe ogen zaten honderden fijne rimpeltjes, nu extra benadrukt door de glimlach die verscheen.

"Ah, wat aardig dat je het aanbiedt. Ik vergeet mezelf nog wel eens in gepeins. Mocht je les van me krijgen, help me dan gerust uit mijn stilzwijgen door te roepen."

"U bent een leraar?" Was hij daar niet veel te oud voor? Hij leek wel honderd.

Alsof hij haar gedachten kon horen, gniffelde de man. "Gastleraar. Ik ben op familiebezoek in Ornan en reis over een paar perioden door naar Gard voor de jaardag van een achterkleinkind."

"Welk vak geeft u les?" Met haar hele hart hoopte ze dat het iets was dat zij volgde. Als ze zo'n oude man, op familiebezoek nog wel, vroegen om een paar gastlessen te geven, dan moest het wel iets bijzonders zijn.

"Ik ben zo'n vijftig jaar bewaarder geweest in het woud van Samirah. Ik denk dat ze verwachten dat ik dan wel het een en ander te vertellen heb." Hij gniffelde weer, maar Esther liet teleurgesteld haar schouders zakken.

"Hè, jammer, die opleiding volg ik niet."

"Ach, meisje van Terra, als ik één ding geleerd heb, dan is het dat een compleet andere omgeving je onverwacht veel kan leren. Als je tijd hebt, kom dan rustig luisteren. En niet vergeten, roep me als ik te lang blijf zwijgen."

Met een klopje op haar schouder, draaide de oude man zich om. Twee stappen verder, leek hij zich echter iets te herinneren, want hij wendde zich terug tot haar en zei, met een twinkel in zijn ogen: "Oh, en maak je niet druk om het onderwerp, als je niets om planten en dieren geeft. Op de een of andere manier belanden we altijd bij mijn korte avontuur op Terra."

Met open mond staarde Esther de man na. Hij was op Terra geweest? Wanneer dan? En hoe? Ze wilde achter hem aanrennen en hem belagen met vragen, maar de directeur van de school kwam hem enthousiast begroeten en nam hem mee naar binnen. Ze kneep in haar notitieboekje. Het maakte niet uit welke vakken ze moest missen, geen haar op haar hoofd die eraan dacht niet naar zijn les te gaan.

---

NIEUWE BAND GEEFT EERSTE OPTREDEN

Bijtend op haar potlood, liet Esther steeds opnieuw haar ogen over de kopregel heen gaan. Ze had een artikel geschreven over de muziekgroep die ontstaan was nadat een jongen uit het tweede jaar een gitaar had meegenomen. De groep bestond nu uit vier leden en nadat ze voor het eerst een paar nummers hadden gespeeld in de mensa, had Esther het Elodische meisje bij haar mouw gegrepen voor een interview.

Dus nu zat ze in haar kamer, kauwend op het hout waardoor ze vast zo meteen weer zwarte vlekken in haar mondhoek had, en starend naar de dikke letters.

De deur achter haar knalde open, waar ze allang al niet meer van schrok, en liet Svana binnen. "Hé, ben je al klaar, kan ik het al lezen? Wat ga je ermee doen?"

Svana greep het volgeschreven blad voor Esther iets kon zeggen en begon te lezen. Halverwege, riep ze: "Dit is goed zeg, ga je een krant beginnen?"

Met een zucht antwoordde Esther: "Ik weet het nog niet. Ik denk niet dat ik naar Gard kan gaan om daar de drukker te gebruiken en al helemaal niet om papier te verspillen."

"Verspillen? Hoezo? Dit is hartstikke goed, iedereen wil dit lezen." Svana plofte naast haar op het bed neer en las het laatste stukje. "Oh, ik weet wat, je moet dit op het prikbord hangen."

"Dat mag niet zomaar. Dat bepaalt de directeur."

"Nou, dan vraag je het. Dit", Svana tikte op het papier dat Esther snel wegtrok, voordat ze er een gat in kon prikken, "is de moeite waard."

Een klop op de deur kondigde de komst van de andere leden van hun vriendengroepje aan. Het was hun gewoonte om samen te eten wanneer dat kon en dus sprongen de twee vriendinnen overeind.

Esther opende de deur, maar Svana pakte het artikel op.

"Wat doe je?"

"Ik ga de mening vragen van de anderen. Je zult zien dat zij hetzelfde zeggen."

---

Svana kreeg gelijk. De drie andere meiden waren net zo enthousiast.

"Je moet een naam verzinnen", zei Jonna, terwijl ze het papier doorgaf en verder ging met haar eten.

"Er staat al een titel boven", bromde Esther met haar mond vol brood.

"Nee, een naam voor de krant. Zodat de leerlingen ernaar kunnen verwijzen. 'Het staat in datendat' kunnen ze dan zeggen."

"Oeh," Svana wapperde met haar handen, "en als je dan een pseudoniem voor jezelf gebruikt, dan weet niemand dat jij het bent."

Esther trok haar neus op. "Lita weet toch dat ik haar geïnterviewd heb."

"Nou, dan niet met pseudoniem, dan zet je er gewoon je naam onder. Jij wilt journalist worden, jij weet het beste hoe het werkt. Zo jammer dat ze hier geen foto's kunnen maken."

De drie andere Terraanse meisjes knikten.

Het was niet expres dat hun groepje alleen uit Terranen bestond. Het was gewoon lastig om te praten met Elodischen die één: een stuk jonger waren en twee: de helft van de tijd niet begrepen waar ze het over hadden.

Jonna slikte haar hap door en zei met een frons op haar voorhoofd: "Bij mijn broer in de klas zit een jongen die ontzettend goed kan tekenen, misschien kun je hem vragen om een schets?"

"Waarom moet er een plaatje bij?"

"Het hoeft niet," Jonna hief haar handen op, "maar was dat ook niet hoe het vroeger altijd ging? Met foto's enzo?"

Esther keek naar haar artikel in handen van het meisje tegenover haar. Het was wel waar dat een plaatje het nog echter zou maken. Zou die jongen mee willen helpen? Ze kon het altijd vragen. Misschien niet voor dit artikel, maar wellicht voor een volgende.

"Oké, ik ga het doen", hakte ze de knoop door en een golf adrenaline raasde meteen door haar lichaam. "Ik zal een krantenkop bedenken, misschien dat ik daar een stempel voor kan gutsen, dan hoef ik het niet iedere keer opnieuw te tekenen. En dan maar hopen dat iedereen mijn handschrift kan lezen." Een beetje beteuterd keek ze naar de kleine lettertjes. Op Elodie leerden de kinderen super netjes schrijven, aan boord van de Servatorum was dat niet nodig geweest.

"Daar wil ik je wel bij helpen, hoor", Jenny, de kleinste van het stel, veerde op.

Esther's gezicht klaarde op. "Echt? Oh, je bent geweldig. Jij hebt zo'n mooi handschrift."

Nu dat geregeld was, aten ze allen rustig hun bord leeg en even was het stil aan tafel. Na het afruimen, vroeg Jenny: "Zal ik het artikel meenemen? Dan begin ik onmiddellijk."

"Ehm... Ik loop wel met je mee, dan kan ik opmeten hoe groot de stempel moet worden."

De drie andere meiden beloofden Jonna's broer te zoeken om hem te vragen naar de tekenaar en ze namen afscheid.

---

De volgende dag was Esther onderweg naar het handwerklokaal om een stukje materiaal te zoeken voor haar stempel. Halverwege ving ze echter een glimp op van de oude man en vlug veranderde ze van koers. Aangezien ze zelf haar tempo mocht bepalen voor haar werk, keek niemand haar erop aan wanneer ze een les miste. Zou hij deze dag zijn eerste les geven? Of had ze er al een paar gemist. Ze had nergens iets zien staan en vreesde dus het laatste. Maar dit keer zou ze erbij zijn.

Haar hart ging sneller kloppen, toen ze hem door de deur van een lokaal zag wandelen. Ze sprintte het laatste stukje en liep naar binnen vlak voor de bel rinkelde. Met grote ogen staarde ze naar het propvolle lokaal. De tafels waren tegen de wanden geschoven en elke beschikbare plek werd als zitplek gebruikt. Esther kon alleen nog maar vooraan op de grond zitten en met rode wangen knielde ze neer.

"Zo ga je last krijgen", fluisterde een stem naast haar geamuseerd.

Ze keek om, recht in het gezicht van de jongen met de bril.

Verward trok ze haar wenkbrauwen op en hij verduidelijkte: "Je benen, zo houd je het niet lang vol."

Haar blik viel op haar knieën en gelaten veranderde ze van houding. Ze stootte per ongelijk tegen hem aan en prevelde: "Sorry."

De bel was al wel gegaan, maar de oude leraar was nog bezig met zijn spullen en er klonk nog aardig wat gemompel. De jongen vroeg: "Volg je de bewaardersopleiding?"

"Eh, nee. Jij?"

Zijn grijns wekte een aantal vlinders. "Nee, maar professor Colba wil je niet missen. Zijn dochter geeft les aan de HSE in Dibon, daar heeft mijn zus gestudeerd."

Voordat ze zelf iets kon vragen, kuchte de oude man een keer en meteen was het doodstil. Al snel kwam Esther erachter hoe het kwam dat iedereen zo gedisciplineerd was. Binnen de kortste keren hing ook zij aan zijn lippen. Een uur vloog voorbij en ze had rustig nog een paar uur kunnen luisteren. De pijnlijke billen had ze er echt wel voor over. Professor Colba sprak met zoveel passie. Zijn ervaring zo uitgebreid dat hij antwoord kon geven op elke vraag en geen enkele keer hoefde ze hem te helpen uit een stilzwijgend peinzen te komen.

Vlak voor de tijd op was, kwam de laatste vraag van een Terraanse jongen achterin. De vraag waar de professor haar goedmoedig voor gewaarschuwd had.

"Is het echt waar dat u op de aarde geweest bent?"

Naast haar hoorde Esther haar buurman zuchten. Vlak voor ze haar hoofd draaide, kreeg ze een knipoogje van professor Colba en lachend keek ze de jongen aan.

Hij schudde zijn hoofd meewarig. "Altijd hè."

Ze wilde vragen wat hij bedoelde, maar het antwoord op de vraag leidde haar af.

"Ja, dat klopt", zei de professor, met een blik op de klok. "Ach, ik heb nog maar een paar minuutjes. Jullie zullen het moeten doen met het korte antwoord."

Hij keerde zich om naar het bord achter zich, schreef de tijd en datum op van wat Esther aannam dat zijn volgende les zou zijn en vlug pende ze de gegevens over. Een idee vormde zich in haar hoofd. Als hij niet tijdens een les over zijn avonturen kon vertellen, kon zij hem misschien wel interviewen. Wat een geweldig tweede artikel zou dat zijn.

In de laatste paar tellen voor de bel, krabbelde ze vlug een paar vragen neer en daarna sprong ze overeind. Tenminste, dat probeerde ze. Met een kreun liet ze zichzelf weer zakken.

Naast haar stond de jongen lachend op. Hij stak zijn hand uit en dankbaar greep ze die vast.

"De volgende keer zorg ik dat ik één van de eersten ben. Dit trek ik niet nog een keer."

"Watje", grijnsde hij goedmoedig. "Ik ben Remo trouwens. Als ik er eerder ben, houd ik wel een plekje voor je vrij."

Met een mond vol tanden keek ze hem na tot hij uit het zicht verdwenen was. Het lokaal liep langzaam leeg. De helft van de leerlingen wilde graag nog een vraag stellen aan de professor, maar hij stuurde hen allen glimlachend het lokaal uit met de belofte dat hij de volgende keer meer tijd in zou plannen voor vragen.

Uiteindelijk was zij de laatste die nog op de gang voor de deur stond. De volgende les was al begonnen en ze wist dat de professor elk moment naar buiten kon komen. Dus tenzij er een geheime deur in het lokaal zat, moest hij hier wel langs komen. En zij zou net zo lang blijven staan als nodig was.

Gelukkig hoefde ze niet lang meer te wachten.

"Hé, meisje van Terra, is je vraag zo dringend dat het niet kan wachten of ben ik niet je beoogde doelwit?"

"Ja, nee, niet dringend, maar u bent wel mijn doelwit. Eh... degene die ik zocht, bedoel ik."

Zachtjes gniffelend, begon de man te lopen in de richting van de uitgang. "Nou vooruit, zulke aanhoudendheid moet beloond worden. Stel je vraag."

Meteen gooide ze eruit: "Mag ik u interviewen?"

Dat was duidelijk niet wat de professor verwacht had. "Interviewen?"

"Ja, een gesprek met u hebben, over uw verhaal en dan schrijf ik het op zodat anderen het kunnen lezen", legde ze uit. Lita had ook niet geweten wat het woord betekende.

"Ach, zo. Denk je dat de jeugd geïnteresseerd zal zijn in wat ik te vertellen heb?"

Esther barstte in lachen uit. "U heeft net een overstroomd lokaal een uur lang weten te boeien en nog hadden ze er niet genoeg van. Ik weet zeker dat iedereen wil horen over uw avonturen.

Hij keek haar even aan met samengeknepen ogen. Een mondhoek ging omhoog en hoofdschuddend zei hij: "Ik denk dat ik al weet welk verhaal jij wilt horen, nietwaar?"

Ze voelde haar wangen branden, maar vroeg toch dapper: "Wilt u het vertellen? Misschien laten ze u dan verder met rust, als ze het gewoon kunnen lezen."

De tik van de stok klonk luid in de verlaten hal, totdat ze door de deur liepen naar buiten. De lucht was blauw en Sol deed haar best. Professor Colba scheen diep in gedachten en na een tijdje, trok Esther zachtjes aan zijn mouw. "Professor?"

"Ach, ja, daar ging ik weer. Als bewaarder ben je vaak perioden alleen met je gedachten. En ouder worden helpt ook niet mee."

Hij hield halt en keek haar bedachtzaam aan. Toen ontspande hij zijn gezicht en glimlachte. "Welja, als jij denkt dat mijn avontuur zorgt voor een vermakelijk verhaal, dan laat ik me graag interviewen - zeg je dat zo? - door jou. Kom maar mee."

"Nu meteen?"

"Er is geen tijd dan het heden. Tenzij je belangrijke toetsen hebt natuurlijk."

"Nee, nee", haastte Esther zich te zeggen, terwijl ze hem inhaalde en naast hem in de richting van het gastenverblijf verderop liep. Ze zou de hele dag aan lessen overslaan als dat nodig was. Dit was veel belangrijker.

---

In het gastenverblijf zochten ze een rustig plekje en Esther haalde wat te drinken en eten voor hen beiden. Toen trok ze haar notitieboekje uit haar tas en keek de professor verwachtingsvol aan.

"Kijk, kijk, helemaal voorbereid. Heel goed. Nou, vraag maar raak."

"Allereerst, mag ik uw volledige naam weten?

"Mijn naam? Ja, dat zal wel belangrijk zijn voor je artikel. Mijn naam is Pattris Colba."

"En wanneer bent u naar Terra geweest?"

De oude professor haalde diep adem, kreeg een verre blik in zijn ogen en begon toen te vertellen.

"Ik was zestien jaar, toen de allereerste shuttle landde op Elodie ..."

Wordt vervolgd...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top