Na deel 3: Nieuws

Elodie 346

Heel vroeg op de dag, het was net begin wake, rolde er een eenzame kar Wonne binnen. Bij de stalling werd de man op de bok begroet door zacht gehinnik. Hij stapte af en leidde zijn paarden naar de rest van de dieren die in hun boxen stonden te wachten om gevoerd te worden. Daarna zette hij de zak post in de daarvoor bestemde kist, meldde zijn aanwezigheid aan op de lijst die tegen de wand hing en ging haastig op zoek naar een waskamer.

Niet veel later kwam een andere vroege vogel de grote zak post halen. De zak werd naar een huis gebracht waar aan vast een kantoor was gebouwd, die vol stond met bakken. Het systeem voor de adressering op Elodie werkte op basis van namen en algemene aanwijspunten. Voor studenten stond er onder de naam vaak het woord: studentengebouw. Verbleef iemand langere tijd in het gastenverblijf, dan stond dat woord er onder. Als het een bestelling was, dan stond er 'winkel' onder en was het voor een leraar dan werd de brief meestal verstuurd naar de HSE.

Voor elk van die punten was een bak en de aspirant bode, wiens dag vroeg begon, sorteerde de brieven voordat hij aan zijn bezorgronde begon.

Op die manier werd er, enige tijd later, een kleinere zak post bezorgd bij het studentengebouw.

Zodra de huisbewaarder wakker werd, sorteerde hij de brieven op naam, waarna ze netjes op alfabetische volgorde in een nieuwe bak werden geplaatst. Als eenmaal bekend werd onder de studenten dat de bode was geweest, zou het dringen worden bij zijn kantoor.

Voor iedereen die echter geen student meer was, en die niet viel onder een van de andere categorieën, werd de post naar het centrale plein gebracht, waar al snel een oploopje ontstond.

---

"Yel, je hebt post!" Killions stem galmde over het plein, waar Ayela en Fianna net aan kwamen lopen. Ayela's hoofd vloog omhoog en enthousiast rende ze op de jongen af.

"Van wie is het?"

"Geen idee." Killion stak het opgevouwen stuk papier met het touwtje eromheen uit naar Ayela, die hem gretig aanpakte.

Zodra ze hem geopend had, riep ze: "Hij is van Nicca. Ik vroeg me al af wanneer ze weer zou schrijven, de laatste was ..." Haar woorden verdwenen tegelijk met het verschijnen van een frons op haar voorhoofd.

Toen schoten haar ogen wijd open en opeens gilde ze: "Dit geloof je nooit!"

"Wat? Wat is er?" Killion en Fianna verdrongen zich achter haar om mee te kunnen lezen, maar Ayela draaide zich naar hen om en gebaarde wild met haar armen.

"Ze gaat zich verbinden. En je raad nooit, nooit, met wie."

Killion deinsde achteruit door het volume van het tweede woordje nooit.

"Oe, ik weet het, ik weet het." Fianna begon te springen. "Met Irmin."

Omdat ze nou niet bepaald zachtjes praatten, stond er al snel een groepje nieuwsgierigen om hen heen. Geroezemoes begon nadat Irmins naam werd genoemd, maar Ayela drukte het gerucht gauw de kop in.

"Nee, niet Irmin. Echt, je raadt het nooit."

"Zeg het dan maar gewoon", zei Killion, die de grote klok boven het aankondigingsbord in de gaten kreeg en zag dat het bijna tijd voor hun werk was. Zowel hij als Ayela hadden een leerplek gevonden bij de eerste school.

Ayela boog naar voren en fluisterde, zodat haar vrienden zich naar haar toe moesten buigen: "Met ... Zial."

Voor een moment bleef Killion bevroren in zijn gebogen houding staan. Fianna kwam met een geschokte uitdrukking op haar gezicht overeind en Ayela knikte uit alle macht.

"Dat meen je niet. Hoe dan?"

Killion veerde overeind en trok de brief uit Ayela's handen.

"Hé. Die had ik nog niet uit."

Hij negeerde haar roep en las vlug de regels door. De uitleg was niet heel uitgebreid en liet veel te veel vragen over. Hij was net klaar, toen Ayela de brief weer te pakken kreeg en er samen met Fianna over boog.

"Ze ontmoette hem weer in Ornan. Waarom zou hij naar Ornan gegaan zijn? Staat dat er echt?"

"Shh, ik ben nog niet klaar."

In de verte klonk de bel die het begin van de lessen aankondigde en Killion begon de twee meisjes te duwen in de richting van de eerste school. Fianna zou daar een klas ophalen om te gaan kijken bij de drukkerij.

"Ze zegt dat het teveel is om uit te leggen, maar dat het te maken heeft met de nieuwe gave. Zou Zial dan ook een zender zijn? Wauw."

Af en toe struikelend, omdat ze niet oplette waar ze liep, probeerde Ayela elk woord om te keren in haar hoofd, om enigszins duidelijk te krijgen hoe Nicca het in haar hoofd had gekregen om zich te verbinden met iemand als Zial. Ze kreeg het niet voor elkaar.

"Wanneer is het? Staat dat erbij?" Fianna stuurde haar nog net op tijd bij, zodat ze niet tegen de deurpost op liep.

"Ik ga naar mijn lokaal, tot straks", riep Killion en Ayela zwaaide halfhartig.

"Even tellen, wanneer is de brief verzonden?" De datum stond onderaan en in de brief schreef Nicca dat haar verbinding zou plaatsvinden over vier perioden.

"Hebben we nog tijd om erheen te gaan? Tjonge zeg, hebben ze haast ofzo? Kom mee, we gaan meteen naar de schoolbestuurder en daarna moeten we pakken. Denk je dat Killion mee wil?"

Ayela haalde haar schouders op, maar begon al te lopen in de richting van waar de jongen verdwenen was. "Vraag jij Flin?"

Fianna knikte en holde weg.

Met z'n vieren stonden ze even later in het kantoor van de bestuurder.

"Jullie moeten zelf bespreken met jullie leermeesters hoe je de taken overdraagt. Killion, jouw klas gaat binnenkort op kamp, nietwaar? Zorg je dat je op tijd terug bent?"

De jongen knikte, waarna ze mochten gaan.

Het duurde niet lang om alles te bespreken, spullen in te pakken en paarden te regelen en na de lunch begonnen ze aan hun tocht.

---

"Ik kan het nog steeds niet geloven." Ayela schudde bij wijze van illustratie haar hoofd, wat ze de afgelopen uren regelmatig had gedaan. "Wat denk je, zal hij wat vriendelijk geworden zijn of zou ze gewoon medelijden met hem hebben gekregen?"

"Naja, je verbindt je toch niet omdat je medelijden met iemand hebt." Fianna pakte de brief er voor de zoveelste keer bij. "Kijk, hier zegt ze: 'er is zoveel gebeurd, ik kan het in een brief niet uitleggen, maar de Zial die jullie kenden is hij niet meer.' Wat zou dat betekenen?"

"Simpel", zei Flin, die intussen het hele verhaal ook te horen had gekregen, "er is iets gebeurd waardoor hij is veranderd."

"Maar zo erg dat hij van 'ik haat mensen' naar 'ik hou van mensen' is gegaan?" Ayela trok een gek gezicht.

"Hij hoeft alleen maar van Nicca te houden, niet van alle mensen", bromt Killion vanaf zijn plekje vooraan.

"Aw, wat zeg je dat lief."

Bijna de gehele eerste reisdag, tot aan hun aankomst bij het gastenverblijf, bespraken ze de mogelijkheid van een veranderde Zial. Geen van allen kon zich er een beeld bij vormen en Ayela vond het maar moeilijk om blij te zijn voor haar vriendin.

Na het diner en na de klusjes, zaten ze nog even gezellig op een buitenbank naast een vuurkorf. Het was midden in het laagseizoen en dus hadden de meiden hun benen verstopt onder een warme deken.

"Misschien is ze zwanger." Opperde Fianna ineens, waarna de beide jongens haar vreemd aankeken en Ayela het uitproestte.

"Waarom zeg je dat nou weer?"

"Het kan toch?" verdedigde Fianna haar opmerking. "Het is niet gekker dan dat Zial ineens aardig is geworden."

Daar moesten ze haar gelijk in geven.

"Stel dat hij haar gedwongen heeft en haar vader dwingt hem nu zijn verantwoording te nemen."

Verschrikt reageerde Ayela met een: "Arme Nicca."

"Doe niet zo raar." Killion porde wat in het vuur en gooide er een houtblok bij. "Dat is echt niet gebeurd. Wie doet zoiets? Zial was een ongelooflijk nare gast, maar hij was nooit fysiek gemeen."

"Nee, hij schold je alleen de huid vol, wanneer je iets tegen hem te zeggen had", mompelde Fianna, die een groot deel van haar drie eerste jaren bij hem in de klas had gezeten.

"En zijn blikken konden je aan het huilen maken", knikte Ayela. "Tjonge, hij moet wel echt veranderd zijn als iemand zich vrijwillig met hem wil verbinden."

---

Aan het begin van de achtste dag kwamen ze in Gard aan. Het was een omweg naar Angélika, waar het stel woonde, maar allen waren het ermee eens dat het de extra dagen reistijd waard was.

"Kun je geloven dat dit mijn eerste echte bezoek aan Gard is?" Ayela zuchtte gelukzalig en staarde in de richting van het paleis.

"Ben je hier nog nooit geweest?" Flin keek haar ongelovig aan.

"Jawel, maar alleen als kind een keer en toen moest ik de hele tijd bij mijn moeder blijven die alleen maar wilde badderen en kletsen. Nu kan ik eindelijk Dauzat van binnen bekijken."

"Oe, ja, denk je dat hij thuis is?"

"Pfff", Killion draaide zich bij de meisjes weg en keek Flin met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Ga je mee die nieuwe school voor techniek bekijken?"

Ayela keek de twee jongens grinnikend na. Ze was erg blij dat haar relatie met Killion niet was veranderd nadat ze hadden besloten dat het tussen hen niet meer dan dat zou worden.

Samen met Fianna haastte ze zich naar het schitterende gebouw in het centrum van Gard. Daar aangekomen hoorden ze echter van de eerste de beste bediende die ze tegen kwamen, dat Irmin niet thuis was. Sterker nog, hij was samen met zijn vader onderweg naar Wonne, voor de jaarlijkse rondreis langs de gewesthoofdresiden.

"Dat meen je niet." Ayela greep haar hoofd vast en liet zich ellendig tegen een muur vallen. "We zijn hem misgelopen. Aargh, Nicca wat doe je ons aan. De eerste keer in jaren dat Irmin meegaat op rondreis en dan zijn wij er niet."

Sip staarde ze voor zich uit.

"Waarom gaat hij eigenlijk met zijn vader? Waarom niet zijn moeder?"

"Geen idee. Ga je mee? Dan gaan we de jongens zoeken. Dauzat heeft voor mij zijn glans verloren."

Lachend liep Fianna achter haar vriendin aan. "Ach, jouw tijd komt nog wel. Hé, laten we eerst even gaan zoeken naar een cadeau. Wat zullen we voor ze kopen?"

Ze bleven die borg slapen in het gastenverblijf in het centrum van Gard en aten hun diner in het paleis, waar Ayela zich met tegenzin toe liet overhalen. De volgende dag begonnen ze aan de laatste etappe van hun reis.

---

Angélika was een schattig resid dat omringd leek te zijn door schapen. Lage stenen muurtjes scheidden de verschillende kuddes en her en der liepen herders met hun honden en leerlingen.

Naarmate ze dichterbij de huizen kwamen, werd het duidelijk dat de inwoners zich klaar maakten om feest te vieren. Straten werden geveegd, slingers werden opgehangen en overal klonk vrolijk gelach.

"Is dit ... voor de verbintenis? Nee toch? Er zal vast ook nog iets anders zijn."

"Bij ons versieren ze Wonne toch ook altijd als iemand zich gaat verbinden?" vroeg Killion.

"Ja maar ..." Ayela probeerde onder woorden te brengen waarom het haar stug leek dat dit voor Nicca en Zial was.

Ze stond stil en stapte van haar paard af. Angélika was te klein om een grote stalling te hebben, zoals bij Wonne en Gard het geval was. Hier konden ze hun paard bij het gastenverblijf stallen, dat een paar meter voor hen lag.

"Goed, kijk. We kennen Nicca, die vermeed drukte zoveel ze kon. Wij weten nu waarom en dankzij dat schild van haar kon ze vaak met ons mee op uitjes enzo, maar zo'n groot feest, dat is toch niets voor haar? En dan Zial."

Tijdens het praten, zette ze haar paard in een lege stal, waarna ze haar spullen van zijn rug haalde en begon te borstelen.

"We kennen Zial allemaal en je kunt mij nog steeds niet wijsmaken dat hij zoveel is veranderd dat iedereen hier vrolijk voor hem een feestje geeft."

Flin haalde zijn schouders op en schepte hooi in de boxen, terwijl Killion de waterbakken vulde.

"Er gebeuren vreemdere dingen in de wereld."

Net toen Ayela wilde roepen wat dan, verscheen er een bekende in de deuropening.

"Hé, Leïr. We zijn wezen kijken bij de techniek school in Gard, jammer dat je er niet was om wat uitleg te geven."

De jongens begroetten elkaar met een stevige armdruk en Nicca's broer antwoordde lachend: "Als jullie daar op de terugweg ook langs gaan, dan wil ik best het een en ander uitleggen hoor. Wat fijn dat jullie gekomen zijn. Daar zal Nicca erg blij mee zijn."

Ayela sprong op de jongen af. "Hé, Leïr, zeg eens eerlijk, vind jij het ook niet vreselijk vreemd dat je zus zich gaat verbinden, met Zial?"

Nu moest Leïr nog harden lachen. "Ik geef toe dat ik verbaasd was toen ik voor het eerst hoorde over die twee en ik kan me voorstellen dat het voor jullie helemaal vreemd zal klinken. Nicca moet het zelf maar uitleggen."

Fianna kwam er ook bij staan, nadat ze hun namen had ingevuld op een lijst, en vroeg: "En het feest buiten, is dat voor hen?"

"Uhu", Leïr knikte vrolijk. "Willen jullie meteen mee komen om de twee te begroeten of willen jullie je eerst even opfrissen?"

"Dat laatste", zei Ayela, terwijl ze een stapje van Killion vandaan deed, toen die zich uitstrekte.

Vlak voordat Leïr de stal weer verliet, vroeg ze echter: "Hé, hoe wist je eigenlijk dat wij hier nu net aankwamen?"

Een ietwat schuldbewuste uitdrukking verscheen op Leïr witte gezicht en heel even flitste zijn blik naar Killion. "Oh, dat. Nou ... ik eh... ik zag jullie aankomen. Vanaf een afstand, zeg maar. Hé," sprak hij er vervolgens vlug overheen, "als jullie klaar zijn, kom dan naar het huis. Het ligt aan het water en je kunt het niet missen want het is het meest versierd van allemaal."

Hij vertrok voor Ayela meer kon vragen en dus zei ze maar tegen de lucht: "Wonen ze al samen dan?"

---

Het huis was inderdaad makkelijk te vinden. Vrolijke houten hekjes waren volgehangen met bloemenslingers en in de bomen rondom hingen gekleurde lantaarns. Lange brede tafels waren al neergezet voor het feest dat de volgende dag zou plaatsvinden. De vrienden hielden halt bij de opening in het tuinhek.

Er liepen wat Eloden heen en weer om de tuin verder aan kant te maken en een van hen kwam op het viertal af.

"Welkom, welkom, zijn jullie vrienden van Zial? Is het niet geweldig? Ik ben zo blij voor het stel. Kom verder, ze zijn binnen, ik moet nog even wat extra touw halen, tot straks."

Verward tikte Ayela haar voorhoofd aan bij wijze van afscheid, maar de vrouw was al lang en breed weg. "Vrienden van Zial?"

Achter hen klonk een nieuwe stem. "Hai, mogen wij er even langs?"

Vlug stoven ze aan de kant om twee jonge mannen door te laten die nog een tafel droegen. Zodra die stond, zei de een tegen de andere: "Dus ze moeten over twee dagen naar de andere kant van Angélika? Kan Zial er daar niet gewoon nog een paar maken, dat sjouwen is meer werk."

Lachend liepen de twee naar binnen.

"Hebben we het nog steeds over dezelfde Zial? Sinds wanneer is hij constructor?"

"Nou, Yel, ik weet niet hoe het met jou zit," Killion begon de tuin in te lopen, "maar ik wil nu eindelijk wel eens weten hoe het zit."

Binnen in het kleine huisje was het een drukte vanjewelste, elk vertrek stond vol met personen en Ayela kende er geen een. Ze was echter niet op haar mond gevallen en vroeg net zo lang: "Hai, waar is Nicca?" totdat ze hen in het oog kreeg. Ze zaten naast elkaar op de bank, geheel volgens de traditie dat het stel dat zich verbond, niets mocht doen de dag ervoor.

Het precieze moment dat het stel de vier in beeld kreeg, was overduidelijk, want twee paar wangen kleurden rood.

"Nicca!" Ayela rende op haar vriendin af, trok haar omhoog en sloeg haar armen om haar heen. "Ik heb je gemist, waarom heb je zo lang niets van je laten horen? En dan ineens dit nieuws."

Ze keek opzij en bereidde zich voor op een nare opmerking, maar in plaats daarvan zag ze Zial ongemakkelijk naar zijn knieën staren.

Met samen geknepen ogen zei ze tegen Nicca: "Jij hebt heel wat uit te leggen."

Nicca haalde diep adem, stak haar hand uit naar de jongen op de bank, die hem in hetzelfde moment vastgreep en zei: "Kom mee naar buiten, hier is het te druk."

Over haar schouder riep ze in de richting van waar de keuken moest zijn: "Mam, wij zijn even buiten."

Of er een antwoord kwam, hoorde niemand, maar de vier volgden het stel vlug naar buiten naar een rustig plekje in de tuin achter het huis.

Het bleef een paar tellen doodstil, totdat Zial zijn mond opende. "Ik moet me bij jullie nog verontschuldigen. Ik heb geen idee of en hoe ik het ooit goed kan maken, maar ik wil dat jullie weten hoe erg het me spijt dat ik me al die jaren zo misdragen heb."

Alle vier stonden ze nu met hun mond vol tanden. Killion was de eerste die zijn stem weer vond.

"Dat eh... dat is goed man, je bent vergeven. Maar, niet boos worden hoor, maar dit is nogal een ommekeer, kun je vertellen hoe dat zo gekomen is?"

Ayela brandde van nieuwsgierigheid. Ze zag het bewijs van Zials verandering voor zich, maar kon het nog niet helemaal geloven. Nog steeds verwachtte ze elk moment dat hij uit zijn slof zou schieten.

Nicca en Zial keken elkaar even aan, waarna Zial met een zucht vertelde: "Nadat ik vertrok uit Wonne, heb ik vreselijke dingen gedaan. Nicca vond me, toen ze me opgesloten hadden voor het in brand steken van huizen in Ornan."

Geschrokken zoog Ayela haar adem in.

"Jullie weten wat ik haar heb aangedaan in Wonne, nietwaar? Het was onbewust, maar datzelfde deed ik toen ik haar weer zag. Alleen liet ze het mij zien. Plotseling zag ik in mijn hoofd wat zij voelde, door wat ik haar zond en toen begreep ik het."

Ayela snapte er helemaal niets van, maar naast haar begon Killion te knikken. "Jij bent een zender."

Nicca antwoordde dit keer: "Ja, en een beeld-zender, net als ik. Alleen wist hij het niet en kreeg hij alle emoties binnen van iedereen, zonder te kunnen onderscheiden welke van hem waren en welke niet."

Zachtjes vroeg Fianna: "Dus je voelde alles? Alles wat wij over je dachten?"

Zial keek haar recht aan, zonder een spoortje van beschuldiging, en knikte.

"Ow, man, dan hebben wij net zoveel schuld." Killion liet zijn schouders zakken.

"Nee," zei Zial meteen, "jullie afkeuring had ik aan mijzelf te danken. Maar ik hoop dat jullie nu een beetje kunnen begrijpen hoe Nicca mij heeft kunnen vergeven."

Het meisje met de witte huid keek verlegen naar haar vingers, waar de donkere van haar aanstaande gezel doorheen gevlochten waren.

Zacht vervolgde hij: "Ik leerde een schild op te zetten. Opeens kon ik mijn eigen gevoelens onderscheiden van die van de rest en door de pijn van Nicca begreep ik hoezeer ik tekeer was gegaan. Ik moest het goed maken.

"Mijn straf in Ornan was dat ik moest helpen bij de opbouw, maar dat voelde als veel te weinig. Toen dat klaar was ben ik blijven helpen, overal waar hulp nodig was. Hier in Angélika kende niemand mij, dus volgens mij denkt iedereen dat ... nou ja, iedereen is hier heel vriendelijk voor mij."

Flin grinnikte. "Dat verklaart een hoop. Geen zorgen, wij zullen niets verklappen."

"Oh, ze weten het wel hoor, ik probeer ze steeds te vertellen hoe erg ik was en waarom ik nu zoveel wil helpen, maar ze geloven me niet."

Zijn blik was zo sip dat nu iedereen moest lachen.

"Wees blij, man", Killion sloeg de jongen op zijn schouder, wat Zial verrast deed opkijken.

"Ik ben blij dat jullie geluk gevonden hebben, zeker nu ik het begrijp, dus: irsa benîn."

De woorden, die veel geluk in het Thalaans betekenden, proefden nog steeds een beetje onwennig op Ayela's tong. Ze zag de jongen voor zich met zijn paars blauwe ogen en in gedachten vlogen beelden langs van alle keren dat ze hem krenkend en boosaardig had gevonden. Toch zag ze ook hoezeer hij nu zijn best deed om alles goed te doen en meer nog, hoeveel hij van Nicca hield. Het straalde van hem af en dat maakte haar vrolijk. Dus knikte ze lachend en herhaalde ze Killions gelukwens: "Irsa benîn."

---

De dag van het feest brak aan en onder luid gejoel van de vier vrienden en zowat het hele resid, werden Zial en Nicca verbonden.

Een dag later moest er helaas weer afscheid genomen worden, maar dit keer deed Ayela het met een licht hart.

"Als we allemaal klaar zijn met onze leerjaren gaan we een rondreis maken", vertelde ze, terwijl ze Nicca in een dikke omhelzing trok. "Dat duurt misschien wel een tijdje, maar we zullen zeker langskomen. Pas goed op jezelf."

Tegen Zial grapte ze: "O wee als je haar ongelukkig maakt, dan kom ik persoonlijk terug om je te slaan."

Zials ogen werden groot, maar Nicca lachte en Killion trok Ayela achter zich aan. Ze moesten terug naar Wonne, terug naar huis, waar ze heel wat te vertellen zouden hebben.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top