Meisjes versieren

Ik heb al meer dan een week niets van Michaël gehoord. Ik heb mezelf verboden om zelf het initiatief te nemen. Het zou gemakkelijker zijn als ons contact uitdoofde.
Mijn gsm trilt. Ik word gebeld.
Het is Michaël. "Heb je vanavond iets te doen?"
"Nee?"
"Heb je zin om uit te gaan? Even gedachten verzetten, meisjes versieren?" Misschien droom ik het, maar dat laatste klinkt vreemd, benepen, geforceerd.
"Waar treffen we elkaar?"
"Om half negen bij café Roland, ken je dat?"
"Ik zal er zijn."
Pas als ik opgehangen heb, besef ik waarin ik heb toegestemd. Uitgaan! Dat heb ik niet meer gedaan sinds ... Maar om Michaël te zien, ben ik bereid dat te riskeren. En deze keer is het anders.

Café Roland heeft een dansvloer en dat is buiten te horen. Ik ben eerst, maar ik moet niet lang wachten.
Michaël lacht. "Het eerste rondje drank betaal ik, daarna ieder voor zich, oké?" Ik knik. Ik moet mezelf eraan herinneren dat we wel samen optrekken, maar niet met elkaar uitgaan.
Ik waag me tussen de dansende jongeren, maar zonder partner is er niet veel aan. Ik ga op zoek naar Michaël om mijn drankje op te eisen. Hij staat bij de bar en lijkt ook niet veel plezier te hebben.
"Amuseer je je?" vraagt hij.
"Niet echt."
"Misschien kunnen we iets anders gaan doen. Iets rustigers. Mijn kot is hier vlakbij."
"Goed idee."
We laten de schreeuwerige muziek achter ons. Als we in de zetel zitten op zijn kot, ben ik me plots hyperbewust van de afstand tussen ons en van het feit dat we helemaal alleen zijn.
"Wat stoorde jou? Je leek eerst wel te genieten van het dansen."
"Zonder partner is er niet veel aan."
"En je hebt geen vriendin op dit moment."
"Nee. Ik ..." Ik voel me niet op mijn gemak en verschuif. Mijn been stoot tegen het zijne. Opeens is de lucht elektrisch. Of ben ik het, mijn huid? In het schemerige licht van de spaarlamp zijn Michaëls ogen bijna zwart. Hij zegt iets over meisjes versieren. Zou hij echt niets doorhebben? Ik staar naar zijn lippen. Ze bewegen. Ik registreer geluid, maar ik weet niet goed wat.
"Wat is er?" echoot het in mijn schedel.
"Ik ..." Ik buig naar voren en kus hem op zijn lippen. Hij verstijft. Ik trek me terug en loop naar de andere kant van de kamer. Misschien barst hij in woede uit.
Hij zegt niets. Ik kan zijn gezichtsuitdrukking niet lezen. Ik hef verdedigend mijn handen.
"Sorry. Het spijt me. Ik ... Nee ... Ik kan maar beter gaan."
Ik weet niet hoe snel ik weg moet komen. Even hoop ik dat hij me achterna komt. Dan volgt het besef. Ik heb zonet een vriendschap kapotgemaakt. Ik ben weliswaar nooit helemaal eerlijk geweest, ik heb een aspect van mezelf verzwegen, maar toch. Het doet pijn. Mijn ogen prikken. Het is heel erg gay om mijn ogen droog te wrijven, maar wat kan mij dat schelen?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top