Hoofdstuk 4

Met een gezonde spanning, voelbaar in elke afzonderlijke spier, kijkt Derrick bijna onbeweeglijk toe hoe Vince zijn blik over hem en de anderen laat gaan. Sinds hij bij diens binnenste cirkel hoort, is zijn respect voor hun leider exponentieel toegenomen. Hoe hij het voor elkaar krijgt om zo'n log organisme als deze roedel te leiden, terwijl hij tegelijk de rest van het land ook nog onder zijn hoede heeft, is hem steeds duidelijker aan het worden. Maar hij wil graag verder bijleren. 
Bovendien heeft zijn Alfa geweldige kinderen en vandaag kijkt hij voor het eerst met interesse naar Milou, de zestienjarige oudste dochter van Vince. Dat kind leek altijd zo zwak, maar heeft duidelijk veel meer pit dan hij dacht.
Misschien is het niet nodig om een wolf te hebben? Het is maar al te duidelijk dat ze net ruim vijftig meiden naar haar heeft laten luisteren. Alfa Vince had er respect voor, hij zag het op zijn gezicht. Hij was verbaasd en opgetogen. De trots spatte ervan af.
Het daaropvolgende gesprek was wat stroever, hij kon - mede door al het lawaai van zijn mededingers naar de titel - niet verstaan wat er werd gezegd, maar hij zag de pijn op Milous gezicht toen ze zich omdraaide om zich weer bij de rest te voegen.

"Beste kandidaten, we gaan beginnen! Op basis van de aanmeldingen, zijn er honderdtweeëntwintig weerwolven tussen de zestien en twintig jaar die momenteel in de run zijn voor Alfa van de roedel Maneschijn."

De stem van Vince dondert overal doorheen en het wordt stil, zowel in de zaal als op de tribunes.
De Alfa vervolgt zijn verhaal.

"Je enkelband geeft aan waar je moet beginnen. De bedoeling is dat je uiteindelijk alle vier de sporten gaat beoefenen. Aan het einde van de dag kennen wij de punten toe, waarvan de lijst vanavond in de eetzaal zal komen te hangen. De nummers 1 tot en met 110 gaan door. Dat lijkt veel, maar bedenk dat er - inclusief de vrijwillige afvallers - in totaal tweeëntwintig zullen afvallen, elke volgende dag zal een soortgelijk aantal opnieuw niet door gaan naar de volgende ronde."

Vince is even stil en zegt dan duidelijk: "Succes allen! We gaan beginnen."

De muziek begint, als op commando, luid te loeien en Derrick voelt tegelijk een zacht tikje tegen zijn enkel, waarop hij naar beneden kijkt. Als hij zijn knie wat naar buiten draait, kan hij het cijfer zien die oplicht aan de binnenkant van zijn enkel. Het is een 2. Gezien de grote cijfers die bij de diverse sporten hangen, mag hij beginnen met voetballen en daarom loopt hij die kant op. Vanaf de langste tribune gezien, is dat spel links achterin de hoek - het dichtste bij de dubbele deuren - en goed te zien vanaf de kortste tribunes.
Hij ziet vier doelen - en twee ballen, en begrijpt dat er twee potjes naast elkaar worden gespeeld. Als hij even later omringt wordt door negentien anderen, neemt hij het heft in handen.

"Het is duidelijk dat we vijf tegen vijf moeten spelen. Ik tel af, bij dat cijfer zit je in het team," zegt hij beslist. Hij ziet geen scheidsrechter of iemand anders die de honneurs waarneemt, dus doet hij dat maar.
Zelf zit hij bij het laatste team en enigszins onzeker beginnen ze dan maar met voetballen. De regels zijn bekend. Hoewel er geen scheidsrechters zijn, zorgt het publiek voor een aanstekelijke sfeer, zeker als er diverse personen bij naam worden aangemoedigd. Hij zigzagt behendig om zijn tegenstanders heen en weet na korte tijd het eerste doelpunt te scoren.
Ze worden in de gaten gehouden, want de score verschijnt op een scherm aan de zijkant.

***

Bij basketbal, het spel naast hem, wist Milou intussen haar voorhoofd af en gaat opnieuw vastberaden in de aanval. Ze is watervlug, maar wordt keer op keer opzij geduwd door de grotere - en vooral: zwaardere - medespelers tijdens een confrontatie, noch kan ze zo hoog springen als de rest. Ze dwingt zichzelf om de wanhoop geen vat op haar te laten krijgen, want dan is het einde zoek. Met de tanden op elkaar geklemd, weet ze de bal te onderscheppen - de enige manier, aangezien haar teamleden de bal geen enkele keer naar haar toe spelen - en met vlugge bewegingen dribbelt ze om iedereen heen, af en toe met een geslaagde crossover. Oefenen helpt.
Alleen als het niet anders kan, zal ze de bal afgeven. Bittere ervaring heeft haar al geleerd dat zelfs degenen uit haar eigen team niet te vertrouwen zijn en daarom maakt ze er maar een soloactie van.

De basket is nog ver - eigenlijk te ver - maar eronder drommen de andere spelers samen, het haar onmogelijk makend dichterbij te komen. "Milou, hier!" wordt er geroepen, maar dat negeert ze voor deze keer.
Ze ademt diep in en voelt hoe ze rustig wordt. Haar hartslag gaat omlaag en haar trillende armen lijken trefzeker. Haar balans is goed. Met haar hoogste sprong tot nu toe, kijkt ze naar het doel en - met haar onderarm in lijn met de grond, haar elleboog keurig gebogen en ervoor zorgend dat ze het schot nawijst - concentreert ze zich tot het uiterste op het doelwit: de ring. De bal maakt een gekmakende ronde over de rand, maar duikelt er uiteindelijk middenin.
Het is 3-0.
De anderen kunnen zeggen wat ze willen, maar zíj heeft het eerste gescoord. Een driepunter nog wel. Ze heeft dan niet het scherpe gehoor van een weerwolf, niet eens dat van een normaal mens, zelfs zij hoort het gemompel en ziet de blikken vol respect richting haar persoontje gaan.
Milou zorgt er voor dat ze geen voldaanheid uitstraalt. Ze is wel ontzettend opgelucht als blijkt dat het samenwerken met haar huidige team vanaf dat moment minder stroef gaat.

De klokken geven geen tijd weer - is dat expres gedaan?
Maar na verloop van tijd stopt de muziek, uiteraard midden in een geweldige drumsolo, en geeft haar enkelband aan dat ze aan de beurt is voor volleybal, waarvoor ze slechts over hoeft te steken.
Ze knikt naar de anderen en zegt: "Goed gespeeld." Ze wil haar tegenstanders een hand geven, maar iedereen loopt al druk door elkaar heen, op zoek naar hun volgende spel en hun volgende winst. Het team valt uit elkaar aangezien iedereen een eigen bestemming heeft.

Ze loopt langs de wand - in het midden van de zaal is een opening naar alle kanten vrijgelaten en ook om de vier spellen heen is ruimte om te switchen - en ziet dat er drie netten gespannen staan bij het volgende vlak. Ze ziet Derrick verschijnen en merkt dan dat hij naar haar lacht. Nerveus weet ze een grijns op haar gezicht te fabriceren. Ze kent hem niet goed, alleen maar dat hij - net als Felix - alles mee heeft in het leven. Hij is groot, sterk en belangrijk. Zijn zwarte haren contrasteren hevig met zijn lichte huid en intens blauwe ogen. Hij is prachtig om naar te kijken en beschaamd merkt ze dat ze de lijnen van zijn spieren volgt met een blik die ze niet anders kan omschrijven dan 'hongerig'. Als hij dan ook nog lacht en knipoogt, voelt ze zich nog roder worden dan ze al was door het intensieve gesport. Ze voelt zich een groupie en draait zich van hem weg. Maar dan neemt hij het woord en daardoor wordt ze gedwongen hem weer aan te kijken.

"We zijn compleet, even zien. Twee, vier, zes, ... Tweeëndertig," mompelt hij. "Dat zijn vijf spelers per team, met twee wissels. Ik tel tot zes, vorm een team met je cijfer."

Dat klinkt logisch en inmiddels weet iedereen nu wel hoe het werkt. Tot Milous opluchting zit ze niet bij hem in de ploeg, maar blijkt wel tegen hem te moeten volleyballen. Ze weet dat ze niet slecht is in de sport, de anderen zijn alleen zoveel beter dat het af en toe wel zo lijkt te zijn. Maar ze zal haar uiterste best doen en wie weet: misschien lukt het blokkeren haar dit keer eens wél.

"Begin maar," zegt Derrick met een knikje en Milou beseft dat er aan haar kant al iemand klaarstaat om te serveren. O ja, geen scheids; geen regels.
Ze kijkt of ze iets van een spelverdeler ziet, terwijl ze achter zich blikt: haar handen heeft ze omhoog om de tegenstander minder zicht op de bal te geven. Achter haar ziet het eruit als een ongeregeld zooitje, waarschijnlijk omdat ze met één man minder spelen dan gebruikelijk.

"Opletten!" schreeuwt ze, wat haar op enkele verontwaardigde blikken van haar teamgenoten komt te staan. Ze ziet dat Rik er ook bij zit, iets wat haar zelfvertrouwen geen goed doet. Maar ze schudt het van zich af. Ondanks het feit dat ze persoonlijk andere teamleden had uitgekozen, weet ze ook dat ze het vooral heel leuk vindt om ontzettend fanatiek te spelen en dat is wat ze van plan is te doen. Het zou fijn zijn als de anderen van haar groep mee wil werken.
Ook Derrick houdt de rest bij de les, wat uitmondt in een ontzettend fijn potje volleybal. Milou ziet een enkele keer dat er expres wordt valsgespeeld, bijvoorbeeld door een bewuste voet- of netfout: iets waar haar bloed van gaat koken. Maar het heeft geen zin om er wat van te zeggen, dus bijt ze maar weer op haar kiezen terwijl ze verder loopt naar haar aangewezen plekje. Ze heeft geen idee wat de score is, maar voelt hoe haar ogen schitteren en hoe haar wangen blozen.

***

Iedereen speelt vals, zag hij al, en niemand lijkt per se bij haar te willen horen, dus Derrick voelt zich niet al te schuldig als hij - al manipulerend - zorgt dat hij en Milou in hetzelfde team komen, terwijl ze allebei bij de drie velden staan waar trefbal wordt gespeeld.
Hij heeft al geteld dat ze uit dertig personen bestaan, wat betekent dat er weer vijf tegen vijf zal worden gespeeld. Het lijkt wel een trend.
Ze schrikt op als hij haar een kort duwtje geeft. Ze bloost weer, waarschijnlijk had ze niet door dat hij vlak achter haar stond, en kijkt hem vragend aan. Zacht zegt hij: "Succes," wat ze vervolgens ook tegen hem terugzegt.
De glimlach op haar gezicht zorgt er al voor dat ze er minder gespannen uit ziet en dat is voldoende voor hem. Als ze het woordje vervolgens tegen een meisje herhaalt die naast haar staat, moet hij kort lachen. De ander reageert wat verbaasd, maar hij ziet hoe ook die ontspant en uiteindelijk lijkt 'zijn' kant er klaar voor te zijn, in tegenstelling tot hun tegenpartij.

Misschien is het goed om van de verwarring gebruik te maken? Hij brult: "Beginnen maar!" wat zorgt voor een te haastige beweging dat zich uit in een gooi. Grinnikend plukt hij de bal klemvast uit de lucht en zegt droog: "Je bent af, je moet naar de achterlijn."
De ander, hij kent hem wel, is Orlando - de grootste jongen van de tegenpartij, ondanks zijn achttien jaar - kijkt woedend, maar stampt het veld af om zijn team vanaf de zijlijn aan te moedigen hém die bal toe te gooien. Egoïsme is niet handig in teamsporten.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top