Hoofdstuk 28

Een kompas was handig geweest. Net zoals een deken en een luchtbed - of iets dergelijks. Milou weet inmiddels: inpakken en direct wegstormen in woede is niet verstandig.
De lucht is ook zo donker, gelig. Misschien had haar moeder toch gelijk over die storm.

Verder is ze ook niet echt stil, de melodie in haar binnenste wordt steeds luider en maakt het haar onmogelijk hem te negeren. Ze merkt dat hem meefluiten helpt tegen de onrust, maar weet natuurlijk dat het averechts werkt om het Woud onopgemerkt te doorkruisen.
Haar vader en broer zijn haar echter al ver vooruit en ze kan zich simpelweg niet voorstellen dat er rogues: Uitgestotenen, in de bossen rondlopen. Dan had ze er toch wel eens een moeten zien, ooit?

Zijzelf heeft het liefst wat comfort om zich heen en is ervan overtuigt dat dat daarom voor iedereen geldt.
Niemand blijft toch vrijwillig langer in het Duistere Woud dan nodig?

Ze hijst haar moeders rugtas wat hoger op en kijkt ietwat verloren om zich heen. De bomen zien er allemaal hetzelfde uit. De gebaande wegen bestaan uit wildpaadjes en kronkelen doelloos alle kanten op.
Misschien was iets als een bijl of een hakmes meenemen ook wel een goed idee geweest. Nu heeft ze slechts één wapen bij de hand en die is daar niet voor geschikt. Daar zal ze alleen wild mee kunnen vangen, of slechteriken op afstand houden.
Ze tast naar de foedraal die ze kruislings voor zich over haar schouder heeft hangen.

Ze is enkele uren onderweg en het begint wel erg donker om haar heen te worden. Het is mei en nog geen avond. Het is zeker weten de storm.
Ze kan het zich niet veroorloven om in te houden, dan zal ze in ieder geval te laat in Maneschijn aankomen, dus, met een zekerheid die ze niet voelt, zet ze de ene stap na de andere, ploeterend door het Woud.

***

"WAT?! Wat heeft zij gedaan?" Alexis beseft dat ze schreeuwt en vaag weet ze ook dat het van tirannie getuigd om de boodschapper te vermoorden, zeker omdat ook dat een kind van haar betreft. Maar waarom komt hij daar nu pas mee, uren later?

"Ze kwam erachter dat pa vals heeft gespeeld en is onderweg naar Maneschijn," herhaalt Alexander bedeesd. Hij schuifelt met zijn voeten en kijkt weg van zijn furieuze moeder.

"Hoezo valsgespeeld?" Onwillekeurig is Alexis geïntrigeerd. Maar dan weet ze weer waar haar prioriteiten moeten liggen, bij haar oudste dochter die compleet alleen in het Duistere Woud rondloopt. En dat terwijl ze nauwelijks zestien jaar oud is én ontzettend beschermd is opgevoed, hoewel Milou dat zelf het hardste zal ontkennen.

Wat bezielt dat kind?

Wat bezielt haar man om te gaan valsspelen?

"Pa heeft een papier laten slingeren waarop staat dat Milou tiende was." Alexander aarzelt even, maar zegt dan verduidelijkend: "Alleen, zonder Geoffrey. Die stond elfde."

Alexis sluit haar ogen. Wat kan ze doen? Vince is nu niet bereikbaar, die is inmiddels bijna halverwege Maneschijn. De link die ze als wolven kunnen leggen reikt niet zo ver.
Ze kijkt naar buiten. De storm heeft Blauwewater niet bereikt - als dat al gaat gebeuren - maar ze heeft wel wat verstand van de weersomstandigheden hier en in het Woud, en ze weet dat die daar inmiddels flink zal woeden.

Het zal onmogelijk zijn om Milou te vinden door op zoek te gaan naar haar geurspoor. Die is ondertussen effectief weggewassen.

Ineens begint ze te trillen als het besef nu echt tot haar doordringt. Haar lieve, maar o zo koppige oudste dochter is helemaal alleen in het immens uitgestrekte Woud en er is niets wat ze kan doen om haar te vinden.

Ze haalt even diep adem en neemt plaats op de bank. Haar hoofd legt ze tegen de leuning.

"Wat is het probleem?" vraagt Richard. Met een schok kijkt ze op. Alexander staat nog wat naast haar te talmen, onzeker wat hij moet doen of laten, maar ze was alweer vergeten dat Richard stil in zijn hoekje zat.

Haar woede bouwt weer op. Wat is het probleem? Heeft hij net niet geluisterd ofzo? Ze wil net een snijdende reprimande geven, als hij verder praat: "Jij liep toch ook alleen in het Duistere Woud, terwijl je niet veel ouder was dan Milou?"

"Ik was twintig," spuwt ze de woorden richting haar schoonvader. "Ik was voorbereid. Ik had geen andere keuze."

"Waardoor denk jij dat zij wel een andere keuze heeft?" vraagt Richard. Zijn toon blijft gelijkmatig en hij blijft rustig zitten. Hij heeft zijn puzzel intussen wel aan de kant gelegd.

"Omdat..." sputtert Alexis. Ze zoekt naar woorden tussen de angst en de woede door.

"Weet je nog hoe ontzettend trots jij was op haar prestaties," praat Richard onbarmhartig verder. "Je hebt meerdere malen verzucht dat zij een geweldige Alfa zal zijn, ondanks haar leeftijd, ondanks het feit dat zij nog geen wolf heeft."

"Jaa." Alexis rekt het woord uit, wringt machteloos haar handen samen. Alexander staat vergeten naast de bank.

"Vince zal bellen zodra hij Maneschijn heeft bereikt, dat heeft hij je al beloofd. Wacht dat af. Heb het er dan over met hem." Richard blijft even stil, vervolgt zachtjes: "Zorg ervoor dat hij wacht met de Finales totdat Milou er is. Dat is hij haar wel verschuldigd, vind je ook niet?"

Wanhopig kijkt ze naar de oudere man. Hopeloos zegt ze, bijna onhoorbaar: "Wat als ze nooit in Maneschijn zal arriveren? Mijn kleine meisje." De tranen stromen intussen over haar wangen en ze schrikt even als ze de jongensarm om haar schouders voelt. Het is Alexander en hij kijkt haar met een vertrouwen aan die zij niet op kan brengen.

"Ma, we hebben het hier over Milou. Die komt altijd weer op haar pootjes terecht."

***

Volgens mij ga ik onderhand niet meer de goede kant op. De striemende regen zorgt voor nul zicht en de op elkaar lijkende bomen, dampend in het gele licht, helpen niet mee om oriëntatiepunten te verzamelen. Milou denkt dat het nu wel midden in de nacht is, maar de bijna volle maan en de vreemde lucht zorgen ervoor dat haar omgeving spookachtig belicht wordt. De onregelmatige kartelende flitsen, gevolgd door de veel te harde donder, laten haar bijna een schuilplaats zoeken en het opgeven. Bijna.

Adrenaline houdt haar op de been. Haar zwarte haar plakt in lange slierten op haar blote armen en doorweekte kleding. Koud heeft ze het niet, de regen voelt namelijk niet zo aan, maar dat is zo'n beetje het enige voordeel dat ze uit deze situatie kan halen.
Als de regen stopt, is ook dat voordeel weg. Haar kleding droogt niet op, maar ze begint te klappertanden omdat er een ijzige wind op begint te zetten en de warmte wegblaast. De regendruppels op haar lichaam veranderen in ijs.
Wanhopig slaat ze haar armen om zich heen en dwingt zichzelf vooruit. Elke stap is er één. Het wijsje dat uit haar mond komt is aarzelend en futloos.

***

Ik ben blij dat we met een grote groep zijn, denkt Derrick, terwijl hij naar de verzopen hoopjes ellende om zich heen kijkt. Resa schuilt bij Ralf en gelijk heeft ze. Iedereen is in nog in zijn wolf, maar ze hebben een schuilplaats weten te bereiken, van waaruit ze het noodweer zullen uitzitten.
Op die manier zullen ze niet op tijd in Maneschijn arriveren en daardoor zullen de Finales worden uitgesteld. Waarschijnlijk zal een dagje meer of minder niet echt uitmaken.
Hij kijkt naar Vince. Hoewel ook hij in zijn wolf is, kan hij maar één ding opmaken uit diens gezichtsuitdrukking. De man lijdt, en dat heeft niks met hun huidige toestand te maken. Er is wat aan de hand. Hij aarzelt en gaat bij zichzelf te rade of hij zijn Alfa naar zijn problemen kan vragen. Misschien is hijzelf over enkele weken of maanden ook een Alfa, maar hij weet dat hij nooit de gelijke van Vince zal zijn, de weerwolfkoning.
Hij schudt zijn kop, zorgt ervoor dat er wat ongewenste druppels op Chiel en Geoffrey terechtkomen, de dichtstbijzijnde wolven. Ze grommen even lusteloos, maar rillen als ze naar de gele lucht kijken.

Derrick haalt diep adem door zijn neus. Er hangt magie in de lucht.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top