Hoofdstuk 20
Iedereen kijkt met een ruk naar de deur en Alexis zegt haastig: "Nee, er is mij niks abnormaals opgevallen, Vince liep zijn avondronde, zoals gewoonlijk."
De vijf vragen zijn gesteld. Er brandt vaagjes een lampje in Milou's brein, maar die komt niet tot zijn volle sterkte. Voor haar gevoel is ze nog niks wijzer geworden.
"Kom maar binnen," zegt Alexis inmiddels, met iets verheven stem.
De anderen staan op, waarschijnlijk wil een nieuw groepje nu hun vragen stellen aan de koningin. Hun werk hier is toch klaar, dus ze zullen plaatsmaken.
Milou overpeinst dat ze maar wat graag een vlieg aan de muur zou willen zijn. Dan zou ze waarschijnlijk veel meer te weten komen. Helaas is dat geen optie.
Tot haar verrassing treden Ralf en Jared binnen. Van hun achterban aan weerwolven is geen spoor te bekennen.
"Ralf!" roept Resa, maar verder onderneemt ze geen actie. Hij staat daar, machtig en vol zelfvertrouwen en heeft zich volledig de rol van onderzoeker meester gemaakt. Milou ziet hoe trots ze naar elkaar kijken, op het misselijkmakende af.
Ze kijkt vies naar haar jongere broer Alexander en ziet dat hij hetzelfde denkt. Ze grijnzen kameraadschappelijk naar elkaar.
Ralf neemt het woord. "Vrouwe, we hebben informatie over uw overleden man."
Milou bevriest in haar beweging en samen met haar de rest van haar groep.
"Blijf gerust," zegt Alexis, er is niks meer over van haar tuttige houding en Milou vindt dat haar moeder meer aan haar acteertalent moet werken.
Ralf knikt bevestigend en geeft daarmee aan dat dit bij het spel hoort.
"Zeg het maar," Alexis neemt een afwachtende houding aan.
"We zijn inmiddels achter de doodsoorzaak van Alfa Vince. Hij is overleden door een scherp trauma in zijn slaap."
De punt van een paraplu? Een mes? Milou weet nog steeds niet zoveel. Ze bedwingt haar ongeduld en wacht lichtelijk knarsetandend af.
"Ook is hij vergiftigd, maar de hoeveelheid gif bleek te klein om dodelijk te zijn, in ieder geval op korte termijn. Wat ons wel duidelijk maakt, is dat dit met voorbedachte rade is gebeurd. Vrouwe, vanaf nu zijn we daadwerkelijk op zoek naar een moordenaar. We kunnen een ongeluk uitsluiten."
Alexis zegt niks, ook Ralf en Jared zwijgen.
Is het misschien de bedoeling dat zij vragen gaan stellen? Milou kijkt de anderen van haar groep met opgetrokken wenkbrauwen aan.
Ze moet nog iets aan haar geduld werken, want ze wacht hun reacties niet af.
"Jared, wat was dat scherpe trauma precies?" neemt ze het heft in handen.
"Daar zijn we nog niet achter," reageert Jared volkomen natuurlijk. Ze had gelijk: het is inderdaad de bedoeling dat zij hen ondervragen.
"Op welk tijdstip is de Alfa overleden?" Derrick kijkt Ralf vragend aan.
"Dat is vannacht gebeurt, tussen acht uur 's avonds en vier uur 's ochtends."
Wow, dat is aan de ene kant heel specifiek en aan de andere kant ook wel erg ruim genomen.
"Hoe en waar is hij gevonden?" Resa doet ook een duit in het zakje. Ralf kijkt haar liefdevol aan. Zijn professionele houding vertoont wat barstjes bij haar in de buurt.
"Op de hoofdtrappen van het paleis, op de begane grond," zegt Ralf tegen zijn geliefde. "We gokken dat hij onderweg was naar zijn onderkomen en werd verrast door de aanval."
Hij aarzelt dan even, het lijkt alsof hij dieper in zijn rol kruipt. "Het bloed was moeilijk van de trappen te schrobben, maar is tot de vloer gesijpeld."
Dat is vrij specifiek. En gruwelijk.
"Kan hij misschien door meerdere personen zijn aangevallen?"
"Dat sluiten we niet uit, maar we hebben daar geen bewijs van gevonden."
Voordat ze verder kunnen vragen, zegt Ralf: "Deze informatie hebben de anderen inmiddels ook ontvangen. Meer zeggen we nu niet. Ga verder met verdachten zoeken en ondervraag ze goed. We wensen jullie veel succes in jullie onderzoek. Wij zitten in de ruimte hiernaast, waar ook de overleden Alfa ligt. We willen jullie dringend verzoeken ons alleen te storen als jullie de moordenaar hebben ontmaskerd."
Dat is duidelijk. Het is niet de bedoeling om bij 'het lijk' te komen, maar nu weten ze wel hoe ze het spel verder moeten spelen.
Jared en Ralf wachten hun reactie niet af, maar stappen voor de groep langs. Na een laatste respectvolle knik richting koningin Alexis verdwijnen ze weer, een stille groep achterlatend.
De vijf kandidaten kijken elkaar aan en Lulu knikt met haar hoofd naar de wederom gesloten deur. Het is tijd om ook weg te gaan en om anderen te gaan ondervragen. Ze nemen afscheid van Alexis en de andere drie en drommen samen in hal. Ze blikken naar de dichte deur, verderop in die smallere ruimte, waarachter zich de spelmakers en de vermoorde bevinden.
"Zullen we naar de plek van de moord lopen? Misschien komen we onderweg verdachten tegen," stelt Iris voor. En dat doen ze dan maar.
Onderweg merkt Milou aan de respectvolle opmerkingen hoe geweldig ze het vonden om Alexis op deze manier mee te maken. Ze beseft hoe bevoorrecht ze eigenlijk is. Omdat zij zelf deel is van de koninklijke familie, neemt ze veel voor lief. Ze wordt stiller dan ze was. Haar baldadige bui neemt langzaamaan helemaal af.
Derrick komt naast haar lopen en stoot haar even aan. Hij lacht haar vriendschappelijk toe en zij glimlacht terug.
Omdat ze zich praktisch helemaal bovenin het paleis bevinden, doorlopen ze onderweg naar beneden vluchtig elke verdieping om eventuele verdachten te vinden.
In de bibliotheek zitten, apart van elkaar, William: de vader van Alexis, en jurylid Tim. Aan allebei stellen ze vragen. Maar óf ze stellen niet de juiste, óf ze zijn daadwerkelijk onschuldig, aan de antwoorden hebben ze in ieder geval niet bijster veel. Ze lopen weer door, er komt net op dat moment een ander groepje aan en het is al stilzwijgend afgesproken dat iedereen zijn eigen vragen stelt en niet blijft treuzelen om onrechtmatig aan bepaalde antwoorden te komen.
Iris bedenkt hardop dat ze waarschijnlijk de jackpot hadden bij Solange. Milou zwijgt.
Een verdieping lager lijkt Liesbeth helemaal op haar plek, zo achter een bureau in een klaslokaal. Zij geeft aan dat haar nieuwste hobby fotograferen is en dat ze afgelopen nacht foto's van de wassende maan aan het maken was.
"Ik heb natuurlijk niet op mijn verdere omgeving gelet, maar ik heb Alfa Vince inderdaad langs zien lopen. Hij was aan het praten met iemand, maar met wie, weet ik niet door de grote afstand."
Meer krijgen ze niet uit haar, maar het is wel weer een nieuw puzzelstukje. Milou voelt het lampje in haar hersenen harder branden, maar komt niet uit de betekenis daarvan. Ze loopt met de anderen mee, verder naar beneden.
Ze komen weer in de keukens terecht, ze nemen voor een keer het trappenhuis in plaats van de hoofdtrappen, waardoor ze Solange opnieuw treffen. Maar ze hebben hun vragen al aan haar gesteld, dus ze lopen door, de eetzaal in. Daar zitten twee personen gezamenlijk aan een verder lege tafel. De eerste is Boudewijn: het hoofd van de huishouding. Hoewel hij al wat ouder is, heeft hij alles prima in de gaten en waarschijnlijk is hij ook degene die opdracht heeft gegeven het fictieve bloed van de trappen te verwijderen.
De tweede is Frederick. Hij is de vader van Tim en de opa van Derrick. Waar Frederick licht is, van zijn huid tot zijn haren, steekt de diepdonkere huid van Boudewijn flink af tegen zijn eigen spierwitte ringbaardje en norse frons.
Frederick geeft aan dat hij niet blij is met het snoeiwerk die zijn Alfa in de tuin heeft verricht. Verder is hij wel veel bij hem, overdag, want ze gaan samen graag op jacht. Hij vindt het jammer dat hij is overleden en zijn verdrietige gezichtsuitdrukking past daarbij.
Boudewijn is een ander verhaal. Hij is flink aan het mopperen. Feit is dat hij absoluut niet blij is met het bloed, dat moge duidelijk zijn. Milou kan niet echt duiden of hij nou acteert of gewoon zijn eigen charmante zelf is.
Hij geeft aan een voetstap te hebben gevonden in de plakkerige vloeistof, schoenmaat veertig.
Dat zorgt voor uitroepen en de wildste theorieën.
Milou spiekt naar haar eigen voeten en laat haar brein op zijn hoogste standje werken. De laatste zin van haar moeder komt ineens haarscherp terug in haar geheugen. En ineens snapt ze waarom.
De ronde die haar vader praktisch elke avond loopt, is namelijk niet fictief, en hij doet dat bijna nooit alleen. Felix loopt vaak mee, of zijzelf. Maar zij zijn niet de enige twee die hem vergezellen.
"We zijn een getuige vergeten," zegt ze dan beslist. "We moeten terug naar boven."
Terwijl ze de eetzaal verlaten, zien ze een groepje langs hen naar boven rennen. Chiel zit daarbij, en Ursula.
"Schiet op, Geoffrey's groepje is al helemaal boven," horen ze de één tegen de ander roepen.
Verschrikt kijken ze elkaar aan. Ze lopen flink achter. Blijkbaar is de anderen al duidelijk wie de moordenaar is. Ook zij zullen de gok moeten nemen, hopelijk kunnen ze nog wat punten krijgen.
Ze bedenken zich niet langer, maar laten de plaats delict voor wat het is. Met een noodvaart rennen ze achter de andere groep aan. Milou weet wat adem te gebruiken om haar vermoedens door te geven. Ze hoopt dat niemand anders dan haar groepje haar hijgend uitgesproken woorden hoort in de echo's van de huidige atmosfeer.
Iedereen haalt kort en moeizaam adem als ze uiteindelijk de betreffende etage bereiken. De groep voor hen is reeds verdwenen achter een deur en aarzelend kijken ze elkaar aan.
Ze kloppen opnieuw aan bij de koningin en stellen gerichte vragen. Niet aan haar, want die kans is al verkeken.
Maar ze hebben hier eigenlijk geen tijd voor en ze stellen hun vragen haastig, net zoals hun afscheid daarna jachtig is.
Uiteindelijk trekt Resa de stoute schoenen aan en klopt op de deur waar Ralf en Jared zich achter bevinden.
"Binnen."
Zodra ze naar binnen treden, ziet Milou haar vader zitten. Hij heeft het zich gemakkelijk gemaakt op een troonachtige stoel en ziet er vrij blakend uit voor een lijk.
Ralf en Jared zijn er ook: vergezeld door al hun crewleden, die intussen allemaal hun menselijke vorm hebben aangenomen. Zij zitten om de Alfa heen geschaard, waardoor het een intimiderende groep is, zo met z'n zeventienen.
Tien anderen zien er hierdoor wat verloren uit, hoe ze in twee groepen van vijf verspreid door de zaal staan. Die tien zijn hen dus voor, zoals ze al wisten, en Milou betwijfelt of zij nog punten zullen krijgen.
Met een vals zelfvertrouwen heft Milou haar hoofd trots en zegt: "Wij weten wie de moordenaar is."
"Dan ben je te laat, prinses," zegt Orlando. De grijns op zijn gezicht is hooghartig en nog honender dan eerder. Het is duidelijk dat zijn groep al uitsluitsel heeft. Ook in de groep van Chiel en Ursula staan ze er zelfvoldaan bij.
Ralf negeert die opmerkingen en knikt Milou toe. Ze mag spreken.
Ze werpt een blik op haar teamgenoten, die haar stuk voor stuk bemoedigend toeknikken. Ze staan allemaal achter deze keuze.
"Alexander is de moordenaar," zegt ze stellig.
"Is hij de enige moordenaar?" vraagt Jared serieus.
Milou aarzelt. Blikt nogmaals achterom.
Iris en Lulu halen hun schouders op. Resa kijkt ook moeilijk.
"Ja," zegt Derrick dan beslist. "Hij wil graag de titel van Alfa en is bovenaan begonnen. Waarschijnlijk stond Felix ook op zijn moordlijstje, net zoals Milou hier. Maar er is maar één Alfa in een roedel, dus hij heeft de moord alleen gepleegd."
Dat klinkt logisch en Milou knikt nu hard mee, haar zelfvertrouwen groeit nog meer. "Hij heeft het eerst met gif geprobeerd, maar dat ging hem niet snel genoeg. Daarom heeft hij," ze knikt naar haar vader: "Terwijl hij met jou meeliep op je dagelijkse ronde, pa, uiteindelijk lijfelijke actie ondernomen."
"Met welk wapen is de Alfa vermoord?" Jared kijkt streng.
"Met het jachtmes die Alexander standaard bij zich draagt." Hiervan is Milou zeker.
Het blijft even angstaanjagend stil. Niemand beweegt of zegt wat.
Dan zucht Ralf en zegt, een miniem lachje siert zijn gelaat: "Dat klopt. Jullie hebben het goed. Gefeliciteerd!"
Het kleine lachje veranderd in een brede grijns en Milou hóórt gewoon hoe er een slag wordt overgeslagen in de borst van Resa, vlak bij haar.
Maar intussen zijn ze ook hard aan het juichen, dus waarschijnlijk was dat verbeelding.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top