Hoofdstuk 1

"Lieverd, je neuriet weer," zegt Alexis zacht vanachter haar boek en Milou kijkt met een ruk op van haar huiswerk. "Ja mam, dat klopt," reageert ze pinnig en rolt met haar ogen. In een normaal huishouden wordt er misschien zo gereageerd als iemand ongeoorloofd aan het roken of drinken is, maar zij krijgt op haar kop als ze zingt. Nee, dat niet eens, want er komen geen woorden aan te pas. 
Ze ziet hoe haar moeder zucht en dat doet ze zelf ook. Hoewel de melodie in haar hoofd door blijft gaan, zoals altijd, is de zin tot neuriën weg en ze perst haar lippen op elkaar terwijl ze haar potlood hard op het papier drukt. De overgenomen sommen komen er hoekig en ongelijk uit te zien, terwijl ze alle antwoorden schuldig blijft. 

Als dan ook de punt breekt, gooit ze het kleinood met een schreeuw de kamer door, slaat haar boeken met onbeheerste bewegingen dicht en smijt alles in haar tas. 

***

Haar moeder kijkt toe, maar zegt niks, terwijl Milou de - normaal erg gezellige - huiskamer door stampt en uiteindelijk de deur met een forse zwaai achter zich dicht trekt. Door het dempsysteem dat op de deuren zit weet ze maar al te goed dat ook die met veel lawaai dichtdoen helaas niet werkt. Het scheelt de rest van de aanwezigen in de huiskamer een laatste oorverdovend geluid. 
Alexis kijkt naar haar schoonvader - de enige andere aanwezig op dat moment - en die in alle rust wat aan het puzzelen was. Getriggerd door de storing in de rust keek Richard al die tijd al naar de korte woordenwisseling en het puberale gedrag van zijn kleindochter. 

Hij zegt zacht: "Laat haar maar. Niemand - ook jij niet, weet hoe zij zich momenteel echt voelt of kan zich daar een voorstelling van maken. Dit is een situatie die wij nog nooit hebben meegemaakt, dus het beste is misschien om af te wachten en even niks doen."

Maar dat zorgt er juist voor dat Alexis opstaat, haar boek weglegt, en vastberaden zegt: "Ik denk dat er wel wat aan te doen is. We hebben zelf dat korte stukje gevonden in de boeken die Selene aan ons heeft achtergelaten, ik ben er van overtuigt dat er meer moet zijn. Nu zijn we alleen maar bang dat het deuntje voor ongewenste aandacht zorgt."

"Wat ga je doen?"

Met de klink van de deur in haar hand draait Alexis zich een laatste keer om en zegt standvastig: "De boeken in duiken en antwoorden vinden."

***

Terwijl zij haar weg gaat richting de immense bibliotheek die het paleis rijk is loopt Milou, vervult met sombere gedachten, de vele trappen af en gangen door om uiteindelijk over de neergehaalde grote ophaalbrug haar ouderlijk huis te verlaten. Ze komt enkele bekenden tegen - dat kan ook niet anders in dit grote gebouw - maar het merendeel is buiten, iets aan het doen waar zij niet bij wil zijn. Dat is dan ook de reden dat zij de bossen en de velden zo veel mogelijk ontwijkt en de kortste weg naar het dorp neemt. Met haar hoofd gebogen loopt ze door de met kinderkopjes geplaveide straten om zo de dringende boodschap af te geven dat ze haar niet moeten aanspreken. 
Ook in het dorp is het rustig, dus dat kost niet heel veel moeite. 

Met een eenzaam gevoel in haar buik komt ze uit bij het grote blauwe meer, waar haar woonplaats zijn naam aan dankt: Blauwewater, en neemt plaats op haar favoriete plekje, een verborgen inhammetje vlak bij het water. Hoewel ook het meer is omgeven door bomen, trainen en spelen de anderen op de grote velden en bossen vlakbij het paleis en hoeft zij niet bang te zijn dat ze hier gestoord wordt. Straks, als het zomer wordt, zal het hier weer druk worden. Maar nu heeft ze het weidse uitzicht en de idyllische omgeving voor zich alleen. 
Het is zaterdagmiddag en het is niet goed voor een zestienjarige meid om haar dagen in eenzaamheid te slijten, slechts bijgestaan door haar moeder. Ze voelt een scheut van spijt als ze bedenkt hoe zij zich tegen haar moeder heeft gedragen. Dat verdient zij niet. Milou weet maar al te goed dat zij het beste met haar voor heeft en haar wil beschermen. 

Milou raapt wat platte steentjes op en probeert ze over het water te laten keilen. Het verbaast haar niks dat ze één voor één met plonsjes direct in het water vallen, zonder haar een bevredigend effect van ook maar één gelukt exemplaar te geven. Zo is haar leven nou eenmaal: mislukt. 
Met een balend gevoel denkt ze aan haar telefoon die thuis eenzaam aan zijn oplader ligt en die ze graag bij de hand had willen hebben om haar gedachten even van zichzelf af te kunnen laten dwalen. 

Net als ze besluit om een paar tranen te plengen, spitst ze haar oren. Een zacht geluid bereikt haar en even later weet ze al genoeg als ze onnatuurlijk geritsel in haar buurt hoort. Ze is net opgestaan als ze hem ziet verschijnen: ruim een kop groter dan zijzelf, maar met dezelfde lichtbruine huid en kenmerkende groene ogen die zij deelt met al haar broers en zussen. Felix is gekleed in slechts een korte broek. Dat lijkt koud in het frisse lentebriesje, maar zij weet maar al te goed dat zíj de enige koukleum is in de hele omgeving. 
Ze is ook wel blij dat hij die moeite heeft genomen. Om haar tweelingbroer in al zijn pracht te zien te krijgen is misschien iets waar de andere meisjes helemaal gek van worden: zij is daar iets minder van gediend. 

"Hoi Felix," zegt ze, terwijl ze weer plaatsneemt op de koude grond. Leunend tegen een dikke boom, voelt ze de wind ineens door haar dunne vestje waaien en huivert licht.

"Milou, wat is er?" Zijn stem is diep en aangenaam, en Milou kan hem daarom - in haar huidige staat - wel wat aandoen. Waar hij knap en geslaagd is in het leven, heeft zij alle geflopte genen ontvangen. Zij is klein, slechts één meter zestig. Hoewel dat officieel niet eens zo klein is, zeker niet naast haar moeder met haar één meter achtenzestig, voelt dat wel zo als men bedenkt dat haar vader ruim twee meter is, en ook de rest die richting op groeit. 

"Niks", zegt ze daarom ook chagrijnig en draait zich van hem weg. Dat helpt allemaal niet, want met een katachtige beweging laat hij zich direct daarop al naast haar zakken. Zijn moeiteloze voorkomen zorgt dat ze gefrustreerd kreunt.  
Hij zegt niks, blijft gewoon zitten, en uiteindelijk zegt ze zacht: "Ik neuriede weer, en mama is bang dat ik daar ongewenste 'aanbidders' mee krijg." 
Met een sarcastische beweging geeft ze de haakjes aan en vervolgt nuchter: "Alsof ik zelf het verschil tussen een nepper en het echte werk niet weet? Ik heb er genoeg ervaring mee."

Met een pijnscheut denkt ze aan de 'vriendinnen' die ze had, maar uiteindelijk vooral uit waren op haar status of haar broer. Alexander, haar jongere broer van dertien komt daar momenteel nog niet echt voor in aanmerking - tenminste, dat denkt ze - maar anders had ze ook voor hem voor koppelaartje kunnen spelen. Ze kent enkele ouderen die uiteindelijk zijn getrouwd met iemand anders dan hun zielsverwant en weet daardoor heel goed dat een gelukkig einde niet voor iedereen is weggelegd. Aan de andere kant, 'tante' Liesbeth: een vriendin van haar moeder, is heel gelukkig met haar Reinout, waardoor ze begrijpt dat sommigen niet op hun ware liefde willen wachten. 
Volgens haar moeder is deze melodie die in haar hoofd rondwaart iets dat af en toe in de geschiedenis voorkomt om ervoor te zorgen dat zij haar ware liefde zal ontdekken. Zij is dus speciaal. Ze mogen het houden, als zij het voor het kiezen heeft. Liever is ze gemiddeld, als dat betekent dat ze bij de anderen zal horen. 

Het wordt er niet bij gezegd, maar Milou is er van overtuigd dat zij die melodie heeft omdat zij niet in een weerwolf kan veranderen. Iets wat haar broer op zijn dertiende al lukte, net zoals bij Alexander het geval was. Haar jongere zusjes van negen jaar: Luana en Eloïse, zal het ook ongetwijfeld binnenkort lukken. 

Felix wurmt zijn arm om haar heen en ondanks haar weerstand is de warmte te verleidelijk en ze drukt zich tegen hem aan. Hoewel ze met hart en ziel van hem houdt en ook een diepere band met hem heeft dan met Alexander of de meisjes, weet ze heel goed dat hij haar nooit helemaal zal begrijpen. Hij heeft alles wat zijn hartje begeerd en haar probleem gaat dat simpelweg te boven. 
Toch twijfelt ze daar ineens aan als hij zegt: "Ga anders eens tante Jocelyn bezoeken. Zij heeft ook het nodige meegemaakt en heeft pas heel laat haar wolf gekregen."

Nors zegt Milou: "Maar ze ís tegenwoordig een weerwolf en ga er maar van uit dat ik dat nooit zal worden."
Ondanks haar woorden, is er een zaadje bij haar geplant en ze komt niet heel overtuigend over: iets wat Felix haarfijn aanvoelt. Ze heeft nauwelijks iets te verliezen, dus waarom zal ze niet eens op bezoek gaan bij de roedel die midden in het Duistere Woud is gelegen - en luistert naar de naam 'Middelpunt'?  


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top