Hoofdstuk 2
Azel
Het feit dat Carolien weer wakker is zorgt ervoor dat ik nu minder moeite heb om te eten. Ook het feit dat ze zei dat ik weer goed moet eten zorgt ervoor dat ik weer trek heb. Er gaat meer eten naar binnen nu dan ik in het ontbijt at voordat Carolien bewusteloos werd in het gevecht. Mijn arme Carolien. Maar nu heb ik haar weer terug. Ze is weer wakker.
Zonder dat iemand het door heeft giet ik wat soep in een kom die ik opzij zet. De kippensoep zou goed verteerbaar moeten zijn voor Carolien. Ik wacht nu tot de Magisters de roosters hebben uitgedeeld en de studenten allemaal de zaal uit zijn voor ik opsta met de kom soep in mijn handen. Sira ziet dat ik de kom soep in mijn handen heb en geeft mij een knipoog. Ondertussen leid zij de aandacht van de Magisters af zodat ik de kom soep in stilte naar Carolien kan brengen.
In de toren vind ik Carolien nog ongeveer hetzelfde terug. Ze ligt met haar ogen dicht in haar bed. Haar ademhaling is erg rustig en diep. Wanneer de deur piept in de schanieren opent ze haar ogen weer. 'Azel! Heb je goed gegeten?'
Ik glimlach naar haar. 'Ja, Carolien. Jou weer wakker zien heeft mij mijn eetlust terug gegeven. Ik heb een kom kippensoep voor je meegenomen.'
Ik neem grote stappen terwijl ik naar haar toe loop. Teder druk ik een kus op haar voorhoofd terwijl ik een paar kussens onder haar rug en hoofd leg. Zodra Carolien zich in een half zittende positie bevind ondersteund door de kussens begin ik met haar te voeden. Dan voer ik haar lepel voor lepel de nog iets warme kippensoep. Wanneer de kom bijna leeg is weigert ze haar mond open te doen. Verslagen zet ik de kom op het nachtkastje. Dan spreekt ze weer zacht. 'Help me alsjeblieft om weer te liggen.'
Voorzichtig haal ik de kussens onder Carolien vandaan. Ik wil net weglopen als ze mijn pols beet pakt. Ze zet niet veel kracht maar het is genoeg om mij hier te houden. Ze klinkt kwetsbaar wanneer ze weer spreekt. 'Blijf alsjeblieft voor nu hier in de Magieorde. Bescherm iedereen. Ik zal niet snel hersteld zijn.'
Ik ga door mijn knieën om mijn hoofd ter hoogte van die van haar te brengen. 'Ik ga nergens heen tot ik zeker weet dat jij weer helemaal in orde bent.'
Carolien legt een bevende hand op mijn voorhoofd. 'Dat weet ik. Ik voel me alleen zo... eenzaam. Mijn draak is stil, ik kan niet uitrijken naar Siricade of de rest...'
Dat is het dus. Ze vocht haar eenzaamheid. Maar ja, wat kan ik daaraan doen? Ik kan niet uitrijken met mijn geest. Ik heb het nooit geleerd. Blijkbaar kan Carolien het momenteel zelf niet. 'Hoe kan ik je daar mee helpen, Carolien?'
Carolien doet haar ogen dicht. 'Celine kan het je vertellen. Zoek haar op. Vertel niet dat ik weer terug ben...'
Haar grip op mijn arm verslapt. Blijkbaar is ze weggezakt in haar slaap. Daarmee ga ik naar beneden. Ik twijfel wat ik nu moet doen. Moet ik die Celine opzoeken? De elvenvriendin van Carolien? Of moet ik met Sira overleggen wat ik nu moet doen?
Ik besluit om eerst weer met het papierwerk aan de slag te gaan. Het papierwerk heeft een kalmerend effect op me. Het is ook ongelooflijk makkelijk voor mij om het papierwerk weg te werken vandaag. Ik ben al bijna klaar als ik Darius hoor. 'Azel. Je wil toch met je geest in contact komen met Carolien?'
Verbaasd kijk ik op. Hoe kan hij dat weten? Ik heb geen idee hoe je erachter bent gekomen maar je hebt gelijk.
Darius lacht in mijn hoofd. 'Maak je geest leeg. Voel om je heen. Voel met je geest. Uiteindelijk zal je de geesten om je heen zien als bakens. Let er alleen op dat je niet meteen Carolien omhelst. Haar geest is nog kwetsbaar, wat de reden is dat haar draak haar heeft afgesloten van alles, inclusief haar magie. Ze moet eerst goed herstellen voor ze diep contact aankan.'
Ik sluit mijn ogen en maak, zoals Darius zei, mijn geest leeg. In eerste instantie zie ik alleen zwart. Maar hoe langer ik er zit hoe meer ik om me heen voel. Ik voel een paar leerlingen vlak bij de basis van de toren, de twee magiërs die de toegang tot de toren bewaken en boven mij Siricade, Sirana, Silante en nog een draak. Ik voel ook Tharkis haar grotendeels menselijke geest, net als een geest van iets wat ik niet herken. En tussen hun en mij voel ik er nog een. Een geest met een breuk erin. Er zijn al weer plekken tussen de twee delen die met elkaar verbonden zijn maar het is verre van heel. Als ik het zou moeten beschrijven dan zou ik zeggen dat het eruit ziet als een porselijne vaas die kapot is gevallen, pogingen heeft gezien tot reparatie maar scherven mist.
Zo voorzichtig mogelijk raak ik haar geest aan. Ik ben bang om de bonden tussen de twee delen te breken. Terwijl mijn geest die van Carolien aan raakt voel ik zwak tentakels van haar geest die van mij binnen dringen. Bijna onverstaanbaar zacht hoor ik haar stem. 'Azel?'
Ik lach als ik haar stem in mijn hoofd hoor. Ja, Carolien. Ik ben het. Nog voor ik Celine kon opzoeken heeft Darius mij geholpen.
Caroliens gedachten zweven weg. Dan hoor ik de stem van haar draak. 'Zet haar niet onder te veel druk. Je hebt nu zelf gezien hoe zwak ze is: ze kan nog niet veel aan. Ik denk niet dat ze veel geestcontact aankan. Probeer je afzijdig te houden en vooral: wees voorzichtig.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top