Hoofdstuk 9
Carolien
Het rennen als een wolf is heerlijk. Zowel ik als de andere studenten genieten ervan. Na samen gejaagd te hebben helpt Sira ons weer terug te veranderen. Als we terug komen in de zaal is de jongen al weg. De jongens pakken meteen hun spullen en lopen het lokaal uit. Ik niet. Samen met Celine ga ik naar Sira. Ik ben de eerste die spreekt. 'Waarom is Celine mijn bèta?'
Sira gaat achter het bureau zitten. Het lijkt alsof ze ergens last van heeft, want haar gezicht vertrekt in pijn. Het duurt even voordat ze antwoord. 'Wolven werken samen in groepen. Die groepen noemen we roedels. Aan het hoofd van een roedel staat een alfa. Die alfa is de leider van de roedel en gaat over alles, van de jacht tot de slaapplekken. Maar bij een grotere roedel gaat dat erg moeilijk. Daarom hebben de roedel leiders van grotere roedels een bèta. Celine is jouw bèta. Ik weet alleen niet of dat is voor een wolvenroedel of een drakenroedel.'
Celine en ik zijn allebei verbaasd. Ik ben dus een alfa en Celine mijn vertrouweling. Maar ik weet niet waarom, of hoe het kan dat wij bij elkaar zijn gekomen. Maar ik vertrouw Celine, en het lot heeft ons samen gebracht. Dan wijst Sira naar de deur. 'Ga maar naar de Zomerzaal. De Hoofdmagiër wordt niet blij als jullie wegblijven.'
We knikken.
Het avondeten is erg saai. Siricade is er ook bij, nadat hij zichzelf door de grootste gangen heeft gewurmd. Hij lijkt ook verveeld tijdens het avondeten. Aan het einde staat de Hoofdmagiër op. 'Dames en heren. Mag ik jullie aandacht?'
De zaal wordt stil. Hij gaat verder. 'Vandaag is er een voorval geweest. Een van de plusklas studenten heeft zijn krachten tegen een andere student gebruikt. De student is opgesloten in de kerkers, zoals beloofd. Voor de rest wil ik vermelden dat er nu een draak is hier, zoals jullie hebben gezien. Die draak is loyaal aan een van de eerstejaars studenten, en zal die student verdedigen met zijn leven. Ik raad iedereen af om andere studenten te pesten, want een van hun heeft nu een draak.'
Siricade lacht. 'Er zal niet veel zijn dat een boze draak kan weerstaan.'
Ik lach stil. Dan eindigt de Hoofdmagiër de maaltijd. De rest is rumoerig wanneer ze naar de slaapzalen teruglopen. Siricade loopt ook mee en gaat onder de trappen liggen. Celine en ik lopen door naar onze kamer. Daar gaan we aan een van de bureau's zitten en legt Celine het alfabet uit. Daarna helpt ze mij om te leren schrijven. Het is enorm lastig. Het kost me veel moeite om de eerste letters te leren schrijven. Dan gaan we naar bed.
De volgende ochtend gaan we uit onszelf naar de Zomerzaal. De Hoofdmagiër zit al in zijn stoel met een glas drinken. Ik weet niet zeker wat erin zit maar het lijkt me geen vruchtensap. Celine en ik gaan zitten. We zitten even te praten terwijl de rest van de studenten en Magisters binnen stromen. Deze keer doet de Hoofdmagiër geen aankondiging bij het ontbijt. We ontbijten gewoon. Dan krijgen we weer het rooster van een van de Magisters. Met behulp van Celine vertaal ik het rooster. Er staat dat we eerst een paar uur niks hebben. We willen al onze kamer opzoeken als de Hoofdmagiër naar me toe komt. 'Carolien, ik denk dat je het al gezien hebt, maar er staan een paar vrije uren op je rooster. Dit is zodat ik je kan leren schrijven. Maar er is nog een reden. Siricade wilde je een van de voordelen van het zijn van een Draconic laten voelen. Daarom wil hij je ook even lenen. We gaan het als volgt doen: we beginnen met een schrijfles in mijn kantoor, en de tijd die je over hebt besteed je met Siricade. Dus als je snel bent dan heb je meer tijd met Siricade.'
Ik volg de Hoofdmagiër naar zijn kantoor. Daar gebaart hij naar een stoel voor zijn bureau, waar ik in ga zitten. Hij pakt een andere stoel erbij en gaat ernaast zitten. Hij schuift een blad voor me, pakt een pot inkt uit de kast en haalt een veer uit een la. Hij geeft het aan mij. Dan pakt hij een blad erbij met inkt erop die nog half vochtig is. 'Kan je al een paar letters schrijven?'
Ik knik en schrijf op wat ik al ken. Zijn blik geeft aan dat hij al redelijk tevreden is. 'Weet je ook welke tekens in de drakentaal erbij horen?'
Dat kost even moeite. Om het makkelijker te maken schrijf ik het drakenalfabet op en schrijf ik eronder de letters die ik ken. Ik blijk er nog acht niet te kennen. De Hoofdmagiër gaat ernaast zitten en schuift het blad naar mij toe. 'Zo te zien mis je nog een aantal letters. Ik zie dat je de D, de G, de H, de Q, R en S mist, de U en de W. Maar dit is geen slecht begin. Om te beginnen de D. Die ziet er zo uit...'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top